DE WETENSCHAPPELIJKE BASIS VAN DE TAXATIESTUDIE



Vergelijkbare documenten
Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers

Zorgen om het klimaat?

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik

Het klimaat verandert, wat nu?

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

De KNMI 14 klimaatscenario s Ontwikkelingen De scenario s Voorbeelden

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Prof. Gerbrand Komen. (ex-) Directeur Klimaatonderzoek KNMI. 12 Maart 2009 NNV Sectie Energie en Klimaat

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers

Kunnen we variaties in het klimaatsysteem begrijpen en voorzien?

KNVWS Delft. Overzicht

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

Evaluatie van een IPCC-klimaatrapport. Analyse van conclusies over de mogelijke regionale gevolgen van klimaatverandering Maarten Hajer

Geologische tijdschaal. AK 4vwo vrijdag 31 oktober. 11 Het klimaat door de tijd. inhoud

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Klimaatverandering. Opzet presentatie

De klimaatverandering: fabel of pure ernst?

Eindexamen biologie pilot havo II

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen?

Het veranderend klimaat deel 2

Recente variaties in de temperatuur van het oceaanwater. Henk Dijkstra Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Universiteit Utrecht

Glastuinbouw draagt door hoge CO2-emissie flink bij aan Global Warming. Voor wie verstandig handelt!

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

Omgaan met onzekerheden op het raakvlak wetenschap beleid samenleving: ervaringen uit de PBL en IPCC praktijk

Klimaatverandering. en klimaatbeleid

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Klimaat in de 21 e eeuw

The Day After tomorrow... Waarom wachten

Albert Klein Tank, Geert Lenderink, Bernadet Overbeek, Janette Bessembinder, KNMI

Van klimaatscenario's naar klimaatverwachtingen: hoe betrouwbaar zijn klimaatmodellen? Geert Jan van Oldenborgh

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Curaçao Carbon Footprint 2015

23/11/2018. Hoelang is Hol-(Zee)land nog houdbaar?

Eindexamen Filosofie vwo II

Op weg naar de volgende generatie KNMI klimaatscenario s Albert Klein Tank et al.

DE WETENSCHAPPELIJKE BASIS VAN DE TAXATIESTUDIE

Omgaan met onzekerheid in klimaatadaptatie. Arthur Petersen

Veranderingen in het klimaat

KNMI 06 klimaatscenario s

3 november Inleiding

Commotie in klimaat en de evaluatie van een IPCC rapport. Leo Meyer

Klimaatverandering. Opzet presentatie

1. Waarnemingen van klimaatverandering

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM

Klimaatverandering: Angst voor de Apocalyps? Feiten en verwachtingen

Zeespiegelmonitor 2018

Wind en regen in de toekomst - wat zeggen de KNMI'14 scenario's?

Energiebalans aarde: systeemgrens

Klimaat(les)marathon. Leren voor en over het klimaat

en Science (www. sciencemag.org informatie die relevant is voor het inzicht in de risico s van klimaatverandering voor

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Academisch schrijven Inleiding

Klimaatverandering. Opzet presentatie

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

klimaatscenarios klimaatscenarios De KNMI 06

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Klimaatprojecties voor de Benelux

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer-

tijdreeksen voor de toekomst

NRC Infographic, Prinsjesdag

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Informatie voor sessie Klimaatprobleem met minister Kamp Woensdag 9 januari 2013, Ministerie van EL&I

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Klimaatverandering. Opzet presentatie

IPCC voorspelt klimaatverandering en verdere zeespiegelstijging. Hoe erg is dat? November 15, Het hangt er vanaf hoe het verder gaat

Datum 21 mei 2019 Betreft Beantwoording vragen over een nieuw onderzoek naar de impact van de ongekende veranderingen rond de Noordpool

Weer en water in de 21 e eeuw

(On)betrouwbaarheid van klimaatwetenschap

Academisch schrijven Inleiding

Rekenkamer Metropool Amsterdam T.a.v. de heer J. de Ridder Postbus AE Amsterdam

Klimaatverandering en het verschuiven van soorten in Europa. Rob Bugter

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Klimaatverandering & schadelast. April 2015

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

1 Bent u bekend met het bericht Global Warming: The Other Side - Segment 4? 1) Ja.

Wetenschap en (Social)) Media

Wordt de klimaatwetenschap goed weergegeven in de media? Dr Bart Verheggen Amsterdam University College Klimaat Onderzoek & Communicatie

HOVO statistiek

Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer

8 mei 2019 Auteur: Lisette van Vliet. Onderzoek: klimaatverandering

De Elfstedentocht in een opwarmend klimaat: het kan nog!

Correlatie: Kerndoelen W T - Curriculum Noord-Amerika - Mad Science Nederland. Amerikaans Curriculum. Wetenschappelijk onderzoek doen

Boekbesprekingen. [ Boekbesprekingen ] Crok, Marcel (2010), De staat van het klimaat: Een koele blik op een verhit debat. Amsterdam: Paradigma

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Klimaat verandert toerisme

Transcriptie:

VRAAGTEKENS i BIJ DE WETENSCHAPPELIJKE BASIS VAN DE TAXATIESTUDIE Klimaatverandering - klimaatbeleid. Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer Een rapport uitgebracht aan de Tweede Kamer in September 2004 door het ingenieursbureau CE te Delft. The fact that the global mean temperature has increased since the late 19th century and that other trends have been observed does not necessarily mean that an anthropogenic effect on the climate system has been identified. Climate has always varied on all time scales, so the observed changes may be natural. A more detailed analysis is required to provide evidence of the human impact. Aanhaling uit het wetenschappelijk deel van het Third Assessment Report, The scientific base 2001 (pagina 97) van het UN Intergovernmental Panel on Climate Change.www.grida.no/climate/ipcc_tar www.john-dayly.com/cc-2001.htm EEN NADER ONDERZOEK IN OPDRACHT VAN DE GROENE REKENKAMER Onder redactie van Arthur Rörsch, Dick Thoenes en Florens de Wit. September 2005 i Concept 19 oktober 2005. Niet voor publicatie. 1

INHOUD 1. Samenvatting 3 2. Verantwoording 6 2.1 Aanleiding tot het nader onderzoek 6 2.2 De uitvoering van het nader onderzoek 8 3. ANALYSE VAN HOOFDSTUK 2 VAN HET CE 9 (achtergrond)-rapport Aard, omvang en gevolgen van klimaatverandering 4. Conclusies 33 4.1 Over het rapport 33 4.2 Over het klimaatdebat 34 BIJLAGEN Climate Change on a Watery Planet. The CO 2 -Question Re-examined. A. Rörsch, D. Thoenes and F. de Wit The maintenance of rules for Good Scientific Practice and Scientific Dialogue in the Climate Debat. A. Rörsch and B. Carter Op p.7 van concept 7 sept. 2005 van The Watery Planet wordt aan de hand van het citaat op het voorblad geconcludeerd dat de SPM van IPCC TAR deel 1 bevooroordeeld is t.a.v. de menselijke invloed op het klimaat omdat, zogenaamd in tegenspraak met het hoofdrapport (bovengenoemd citaat), de SPM het waarschijnlijk acht dat de mens het klimaat significant beïnvloedt. Het bovenstaande citaat is echter uit zijn verband gerukt. Het betreft een opmerking uit de inleiding van het eerste deel van het TAR. Het idee van dit citaat is dat de rest van dat rapport (zo n 1000 pagina s) een overzicht geven van de wetenschappelijke literatuur waarin deze gedetailleerde analyse tot stand komt. Dat komt hier niet uit de verf, zodat de indruk ontstaat dat die analyse nog niet voorhanden zou zijn. De gedetailleerde analyse is dus wel degelijk in het hoofdrapport te vinden. De conclusies van deze analyse worden gegeven op op pagina 699, voorlaatste alinea. Hier staat: 2

In the light of new evidence and taking into account the remaining uncertainties, most of the observed warming over the last 50 years is likely to have been due to the increase in greenhouse gas concentrations.. De Summary for Policy Makers is dus in goede overeenstemming met het hoofdrapport. 3

1. SAMENVATTING Uit literatuuronderzoek blijkt dat de natuurwetenschappelijke onderbouwing van het rapport Klimaatverandering - klimaatbeleid. Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer 1 (verder te noemen: het CE-rapport) ernstig te kort schiet. De tegenstrijdigheden in de wetenschappelijke literatuur zijn onvoldoende in aanmerking genomen. Het rapport bevat een illustratie met literatuurverwijzingen naar onderzoekingen die niet reproduceerbaar zijn gebleken. 2 Het overzicht van Crok in NWT is naar onze mening onvolledig en op enkele punten onjuist. Het is geen goede samenvatting van de wetenschappelijke literatuur De temperatuurreconstructie van Mann is weldegelijk reproduceerbaar gebleken (Wahl en Ammann, in review). Ook is de analysemethode van Mann onderzocht op voorkeur voor de hockeystickvorm. Die voorkeur blijkt marginaal te zijn (von Storch en Zorita, Huybers) Bovendien zijn er verschillende reconstructies beschikbaar (inmiddels 12) die, ondanks de verschillen die inherent zijn aan temperatuurreconstructies op basis van paleogegevens, het algehele beeld van de hockeystick bevestigen. Kortom, dit debat is in volle gang, zoals ook is vermeld in het CE-rapport, en de tussenstand neigt niet naar de diskwalificatie van Mann. Het gaat hier om een suggestieve presentatie waaruit zou blijken dat de huidige gemiddelde temperatuurstijging op aarde sinds 1000 jaar geen precedent kent. Hierbij wordt het bestaan van de zogenaamde warme middeleeuwen ontkend. 3 Verschillende reconstructies laten warme middeleeuwen zien. In geen van die gevallen bereiken de over het Noordelijk Halfrond gemiddelde middeleeuwse temperaturen de huidige niveaus. Dit sluit niet uit dat er zich regionaal perioden hebben voorgedaan waarin de temperaturen vergelijkbaar waren met het huidige klimaat. Het rapport suggereert bij herhaling dat thans wetenschappelijk vaststaat dat de temperatuurstijging die sinds 1875 waarneembaar is, moet worden toegeschreven aan de toegenomen concentratie van CO 2 in de atmosfeer, en dit op zijn beurt aan het toegenomen gebruik van fossiele brandstof. Het is ons niet duidelijk welke passages hier bedoeld worden. Het bewijs hiervoor wordt in het rapport niet geleverd. Op pagina 13 van het CE-rapport valt te lezen: De immense complexiteit van het klimaatsysteem maakt dat van onomstotelijke bewijsvoering geen sprake kan zijn. Deze boodschap is goed overgekomen bij de kamerleden, zoals bleek tijdens het kamerdebat n.a.v. ons rapport. Verschillende reviewers merken op dat het rapport genuanceerd op onzekerheden ingaat. Het wordt ook niet aannemelijk gemaakt. Verwezen wordt naar rapportages van het IPCC, -waarin zo n bewijs evenmin wordt geleverd en deze rapportages zijn in het rapport onvoldoende kritisch bekeken. De auteurs van het CE-rapport baseren hun kennis niet alleen op IPCC-rapporten maar ook op studies van de achterliggende wetenschappelijke publicaties en op eigen onderzoek. 1 Rooijers et al, Klimaatverandering - klimaatbeleid. Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer rapport van ingenieursbureau CE aan de Tweede Kamer, 2004. 2 Voor een overzicht van de discussie die daarover heeft plaats gevonden zie M. Crok. (2005) Klimaat verandert door foute statistiek. Natuur Wetenschap & Techniek, 73 (2), 22-31 3 H. van Storch, 2005. Geensceneerde klimaatangst. NatuurWetenschap & Techniek 73 (4) 44-46, overgenomen uit Der Spiegel. 4

In de betreffende IPCC- rapportages wordt uitgegaan van theoretische veronderstellingen over de mogelijke klimatologische gevolgen van toename van CO 2 in de atmosfeer, zonder andere factoren in aanmerking te nemen die voor de bepaling van het klimaat ook van belang en soms zelfs belangrijker zijn. Het heeft het IPCC drie rapporten (vele duizenden pagina s en tien jaar) gekost om de vraag of er een verband bestaat tussen broeikasgasconcentraties en de wereldtemperatuur te beantwoorden. Dat verband is dus zeker geen uitgangspunt geweest, maar een langzaam tot stand gekomen conclusie op basis van een zeer zorgvuldige wetenschappelijke analyse. Daarbij is vanzelfsprekend veel aandacht gegaan naar natuurlijke klimaatinvloeden. Er zijn in de literatuur waarnemingen gerapporteerd die niet in overeenstemming zijn met de betreffende veronderstellingen. Ter illustratie kunnen de volgende voorbeelden worden gegeven. (1) De belangrijkste onderbouwing is gebaseerd op de berekening van de zogenaamde stralingsbalans in de atmosfeer, die wordt bepaald door de energie die door de zon wordt ingestraald, door het aardoppervlak wordt uitgestraald, en vervolgens in de atmosfeer door warmtestraling absorberende stoffen (voornamelijk waterdamp en in mindere mate CO 2 ) wordt vastgehouden en voor een gedeelte weer naar het aardoppervlak wordt teruggestraald. Deze berekeningen voorspellen temperatuurveranderingen onder invloed van CO 2, met nadruk op versterkende factoren (zogenaamde positieve feedback ) door invloed op de waterhuishouding, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met mogelijke verzwakkende factoren (negatieve feedback ). Deze moeten worden gezocht in de veelheid van atmosferische processen, en met name bij de waterhuishouding van de planeet. Als men deze effecten in rekening brengt leidt dit tot een ander beeld. Natuurlijk wordt een veelheid van atmosferische processen meegenomen in het klimaatonderzoek/de klimaatmodellen. Dit betreft zowel verzwakkende als versterkende factoren. (2) Satellietwaarnemingen gedurende de laatste 25 jaar tonen aan dat de waargenomen over de wereld gemiddelde temperatuurstijging voornamelijk moet worden toegeschreven aan een lokale temperatuurstijging boven land (30 % van het aardoppervlak) en in het bijzonder op het noordelijke deel van het noordelijk halfrond (0.37 0 C), terwijl boven de oceanen (70% van het aardoppervlak, voor het grootste deel op het zuidelijk halfrond) slechts een geringe, mogelijk niet significante stijging met 0.015 C is waargenomen. Aangezien de CO 2 - concentratie op beide halfronden weinig verschilt, wijst ook dit er op dat andere factoren dan de stralingsbalans verantwoordelijk zijn voor het handhaven van een gematigde temperatuur op aarde. De door het IPCC gebruikte temperatuurmetingen bij de grond boven land, en dan nog voornamelijk in westerse landen, zijn niet indicatief voor wereldgemiddelde temperaturen. Recente publicaties geven aan dat er fouten zijn gemaakt in oudere temperatuurreconstructies uit satellietwaarnemingen. Recente correcties geven aan dat er weliswaar verschillen zijn tussen satelliettemperaturen en temperaturen aan het aardoppervlak, maar dat deze veel kleiner zijn dan vroeger werd gedacht. Ook bestaan er fysisch begrijpelijke verschillen in temperatuurstijging boven land en boven zee. Het IPCC 5

neemt alle beschikbare waarnemingen, zowel boven land als boven zee, mee in het berekenen van de wereldgemiddelde temperatuurveranderingen. Dat de temperaturen boven land sneller stijgen dan boven zee, is wetenschappelijk goed begrepen. (3) Indien een gemiddelde temperatuursverandering als een indicator wordt beschouwd, wijzen bovengenoemde waarnemingen wel degelijk op een lokale, maar niet op een wereldwijde klimaatverandering. De gewekte suggestie dat dit ook in (andere) veranderingen van extreme weersomstandigheden tot uitdrukking zou komen, is statistisch niet bevestigd, en bovendien voor de meeste veranderingen niet theoretisch onderbouwd. Het verband tussen de opwarming en weersextremen is onderwerp van uitvoerige studies (b.v. het recente proefschrift van Albert Klein Tank: Changing Temperature and Precipitation Extremes in Europe s Climate of the 20th Century, op te vragen bij het KNMI). (4) De te verwachten temperatuurstijging van de zeeën wordt sterk overdreven. Het is ons niet duidelijk waar die stijging wordt overdreven. Wanneer men de relevante effecten in rekening brengt, blijkt dat een belangrijke wereldwijde stijging van de zeespiegel onwaarschijnlijk is. Het fundament van deze uitspraak is ons niet duidelijk. De zee warmt langzamer op vanwege de warmtecapaciteit van de oceaan, maar dat wil niet zeggen dat de oceaan op langere termijn niet verder opwarmt. Die vertraging wordt vanzelfsprekend in rekening gebracht. In het CE-rapport worden de IPCC-opvattingen slechts eenzijdig geïnterpreteerd, - niet kloppende waarnemingen worden als onzekerheden afgedaan -, en een wetenschappelijk gewenste toetsing aan alternatieve verklaringen voor waargenomen verschijnselen is niet uitgevoerd. Het rapport voldoet dus wetenschappelijk gezien niet aan de voorwaarden van een taxatiestudie. Het CE-rapport geeft een algemeen overzicht van de klimaatwetenschap op basis van de expertise van de auteurs. Er is ruimschoots aandacht besteed aan onzekerheden, zoals ook is bevestigd door de onafhanklijke reviewers. Onderdelen van alternatieve verklaringen voor mogelijk optredende klimaatveranderingen zijn ruimschoots in de wetenschappelijke literatuur te vinden. Het CE-rapport verwijst daar niet naar en met het noemen van mogelijke consequenties is daarmee geen rekening gehouden. In het kort behelzen deze alternatieve verklaringen: (a) de variabele energiestroom vanuit de zon, met name gedurende de laatste decennia, beïnvloedt de stralingsbalans wezenlijk De invloed van de zon komt weldegelijk aan de orde (zie b.v. p.17 bovenaan) (b) de veronderstelde causaliteit tussen stijging CO 2 -concentratie in de atmosfeer en (lokale) temperatuur kan worden omgedraaid (Geologische gegevens maken zo n omgekeerd verband waarschijnlijk). Deze kwestie wordt besproken op p. 22. (c) de temperatuur aan het aardoppervlak wordt overwegend bepaald door het samenspel van de zonneactiviteit en de watercyclus van de planeet, en slechts 6

in veel mindere mate door de concentratie van CO 2 in de atmosfeer. 4 Dit is een hypothese uit The Watery Planet die vooralsnog geen wetenschappelijke basis heeft (in de woorden van de auteurs: niet empirisch onderbouwd ). In hoofdstuk 2 wordt een verantwoording gegeven hoe deze notitie Vraagtekens tot stand is gekomen en de redenen worden uiteengezet voor het nader onderzoek naar de beweringen in het CE-rapport. Het fundamentele bezwaar is dat slechts van één enkele wetenschappelijke hypothese (van het IPCC) is uitgegaan, hetgeen vanuit westers wetenschapsfilosofisch oogpunt onjuist is. Geen enkele professionele klimaatonderzoeker gaat uit van één oorzaak van klimaatverandering. Er zijn vanzelfsprekend vele invloeden die moeten worden meegenomen. De uitspraak dat het IPCC van één hypothese uitgaat is onjuist. In hoofdstuk 3 worden de uitspraken in het CE-rapport bekritiseerd, die als onvoldoende verantwoord worden beschouwd. Er wordt van bewijs voor bovengenoemde veronderstelde correlatie gesproken, zonder dat dit bewijs wordt geleverd. Er wordt een aantal case studies over recente extreme weersomstandigheden opgevoerd waarmede ten onrechte een suggestieve relatie tot klimaatverandering wordt gelegd. De case studies zijn op verzoek van de opdrachtgever tot stand gekomen. In hoofdstuk 4 worden de argumenten samengevat die leiden tot het voorstel dat de bevoegde autoriteiten besluiten tot terugtrekking van het CE-rapport met de aantekening dat er niet meer aan gerefereerd mag worden. Dit mede op grond van onze slotconclusie: Het rapport Klimaatverandering - klimaatbeleid. Inzicht in keuzes voor de Tweede Kamer is ondeugdelijk als basis voor het regeringsbeleid. 4 Voor meer details zie de afzonderlijke publicatie Climate Change on a Watery Planet. The CO2 - question re-examined. A.Rörsch, D.Thoenes en F. de Wit (2005) 7