Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie Samenvatting door een scholier 2087 woorden 13 januari 2011 7,8 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is politiek? Politiek kan je het beste omschrijven als de manier waarop een land wordt bestuurd. De besluiten van de politici hebben veel invloed op het leven van de burger, bij de volgende terreinen : 1. De openbare orde en veiligheid. Bijv meer politie agenten. 2. Buitenlandse betrekking. Bijv uitzenden militairen. 3. Infrastructuur Bijv aanleg spoorwegen etc. 4. Welvaart Bijv voldoende werkgelegenheid voor jongeren. 5. Welzijn Bijv wegwerken van de wachtlijst bij ziekenhuis. 6. Onderwijs Bijv gratis schoolboeken. Invloed op de politiek : je kan invloed uitoefenen op de politiek door te stemmen, je kan ook lid worden of contact zoeken met de partij. Je kan ook de media erbij halen of een verzoek indienen bij de partij. Ook kan je je aansluiten bij een actiegroep, een bezwaarschrift indienen of burgerlijke ongehoorzaamheid gebruiken - burgerlijke ongehoorzaamheid : het openlijk overtreden van de wet om politici te overtuigen dat het genomen besluit verkeerd is, dit gebeurt altijd in een grote groep. Democratie. - Een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming is een democratie. - directe democratie : iedereen mocht meestemmen, een volksstemming - Indirecte democratie : De vertegenwoordigers nemen de beslissingen, dit is in Nederland ook zo. (parlementaire democratie) Kenmerken voor een parlementaire democratie : 1. alle nederlanders vanaf 18 mogen stemmen. 2. iedereen mag een politieke partij of veriniging oprichten. 3. Iedereen mag demonstreren. 4. De leden van de 1e & 2e kamer worden gekozen door middel van een geheime stemming. 5. De wetten worden gemaakt door de Staten-Generaal & de regering. Dictatuur, Pagina 1 van 6
Alle macht is in handen van 1 persoon, het word ook wel een autocratie genoemd. Er zijn ook dictaturen op basis van ideologie, Het communisme. In Duitsland, Spanje & Italië waren de fascisten aan de macht, deze waren sterk nationalistisch. Dit leidt tot racisme en discriminatie, Duitsland onder leiding van Hitler. Kenmerken dictatuur: 1. Grondrechten worden niet beschermd. 2. Er is geen vrije meningsuiting. 3. Oppositiepartijen zijn verboden. 4. Er is een grote politieke rol voor militairen. 5. Er worden 'schijnverkiezingen'gehouden. 2. Politieke Stromingen. - Ideologieën. Een ideologie is een samenhangend geheel van de ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. De aanhangers van een ideologie vormen samen een politieke stroming. Ideologieën gaan meestal over : - Waarden en normen - Sociaaldemocratische verhoudingen - Machtsverdeling in de samenleving Progressief en conservatief : - Progressieve partijen willen de samenleving verbeteren, ze willen dingen veranderen. - Conservatieve partijen willen alles zoveel mogelijk laten hoe het nu is, conservatief betekend behoudend. Als conservatieven de regels van vroeger terug willen zijn ze reactionair. Links en Rechts : - De rechtse politiek legt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid, Burgers en het bedrijfsleven moeten zoveel mogelijk hun eigen zaken regelen. De overheid moet passief zijn. - De linkse politiek wil iedereen zoveel mogelijk gelijkwaardig stellen aan elkaar. Overheid moet actief zijn. Tussen links en rechts is het politieke midden. Liberalisme : - Ideaal van liberalisme is persoonlijke en economische vrijheid, ze denken dat de vrijemarkteconomie het beste is voor het land. Socialisme : - ze willen iedereen gelijk stellen aan elkaar. Confessionalisme : - Ze zijn gelovig en willen zoveel mogelijk naar het geloof leven. 3. Politieke partijen. Wat is een politieke partij? Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde ideeën over de ideale samenleving. Pagina 2 van 6
Actiegroepen houden zich bezig met 1 bepaalde doelstelling, ze proberen dat te bereiken met demonstraties, handtekeningenacties & blokkades. Belangenorganisaties houden zich bezig met de belangen van een bepaalde groep mensen, zoals bijvoorbeeld de ANWB. Soorten partijen : - Partijen op basis van eeen ideologie, meestal 3 grote ideologieën of stromingen. - One-issuepartij richten zich op 1 apsect van de samenleving, bijvoorbeeld partij voor de dieren die zich inzet voor dierenrechten. - Protestpartijen ontstaan uit onvrede voor de politiek, bijvoorbeeld D66. - Niet-democratische partijen, deze partijen zijn fasictisch of extreemrechts. Deze zie je niet vaak in het parlement. Functies van de politieke partijen : - Integratiefunctie, op basis van allerlei wensen en eisen maken de partijen een geheel van de programmapunten. - Informatiefunctie, de kiezers informeren over hun standpunten. - Participatiefuntie, de burgers stimuleren zich actief bezig te houden met politiek. - Selectiefuntie, Mensen die via politiek willen proberen dat via een partij te doen of starten een eigen partij. 4. Verkiezingen. Er worden verkiezingen gehouden voor : - De gemeenteraad, - De provinciale staten, - De tweede kamer, - Het europees parlement. Een partij oprichten : Elke nederlander vanaf 18 mag stemmen, ook mag je jezelf dan verkiesbaar stellen. Je moet dan wel aan een aantal eisen voldoen namelijk : - Je moet je officieel laten registreten bij de kiesraad, - Je moet in alle 19 kiesdistricten een kanidatenlijst van 30 personen inleveren. - Je moet een borgsom betalen van 11.250, Als je minimaal 1 zetel hebt krijg je 75% van de borg terug, anders niet. 6. Het parlement. Het parlement. - Eerste en tweede kamer vormen het parlement. (Staten Generaal) - Parlementsleden zijn volksvertegenwoordigers. De eerste kamer wordt indirect gekozen en de tweede kamer rechtstreeks. De leden van de provinciale staten kiezen de leden van de eerste kamer. Eerste en tweede kamer. - Tweede kamer heeft 150 leden, eerste kamer 75. - Andere naam voor de eerste kamer is Senaat. Pagina 3 van 6
- De tweede kamer heeft meer macht dan de eerste kamer, in de tweede kamer worden ook debatten gehouden met ministers. Fracties. Een fractie is de groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan. - De politieke partijen van de eerste en de tweede kamer kunnen worden verdeeld in regeringsfracties en oppositiepartijen. - De oppositiepartijen worden gevormd door de partijen die niet in de regering zitten. Verhouding regering en parlement. - Ministers hebben wetgevende macht en uitvoerende macht. - De regering en het parlement hebben allebei de wetgevende macht. - Ministers bepalen hoe de wetten worden uitgevoerd. - De scheiding tussen wetgevende macht en uitvoerende macht wordt dus niet door gevoerd. Macht van het parlement : Wetgeving en controleren van ministers. Wetgevende taak. Rechten eerste en tweede kamer : - Stemrecht bij wetsontwerpen, beide kamers mogen een wetvoorstel af of goedkeuren. - Het budgetrecht, ze mogen de rijksbegroting goed of afkeuren. Extra bevoegdheden van de tweede kamer : Het recht van initiatief, ze mogen wetsontwerpen indienen. Het recht van amendement, ze mogen de wetten veranderen. Controlerende taak. Ministers hebben de taak om wetten uit te voeren, soms willen de parlementariërs hier uitleg over, ze mogen het volgende doen : - Ze mogen de minister een schriftelijke vraag stellen. - Ze hebben het recht van interpellatie, ze mogen de minister op het matje roepen om uitleg te geven. - Ze mogen een parlementaire enquête doen, een uitgebreid onderzoek. - Ze mogen een motie indienen, er zijn 3 verschillende soorten moties. De motie van afkeuring, dat betekent dat het beleid van een minister wordt afgekeurd. De motie van wantrouwen, als de meerderheid van de tweede kamer het eens is met deze motie moet de minister opstappen. En er is ook een motie waaruit blijkt dat je het wel goed doet. 7. Gemeente en provincie Decentralisatie. Er zijn in Nederland 3 soorten van politieke besluitvorming, namelijk : - Het rijk. - De provincie. - De gemeente. De rijksoverheid stelt hoe het bestuur moet gebeuren in grote lijnen, de provincies en de gemeente moeten dit zelf invullen, Nederland is daarom een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De provincie. Pagina 4 van 6
Belangrijkste taken van provincie : Ruimtelijke ordening en milieu. De provincie moet rekening houden met de grote lijnen van de overheid als ze streekplannen gaan maken. Het provinciaal bestuur. De leden van de provinciale staten kiezen zelf de Gedeputeerde staten, oftewel de Gedeputeerden. De voorzitter van de gedeputeerde staten is een commissaris van de koningin. Deze wordt niet gekozen maar benoemd door de koningin, maar soms ook door de minister van binnenlandse zaken. De provinciale staten laten de minister weten wat voor persoon zij willen als commissaris en stellen een vertouwenscommissie op. De gemeente. De gemeente staat het dichtst bij de burgers. De gemeente heeft een aantal taken wat ze moeten doen, zoals bijvoorbeeld sterfgevallen en geboortes bijhouden in het volksregister, ze moeten ook vergunningen vertrekken aan mensen. Bij deze taak moeten ze rekening houden met de streekplannen van de provinciale staten door middel van bestemmingsplannen. Er worden de laatste jaren ook meer beleidstaken vanuit Den Haag naar de gemeenten gedecentraliseerd. Met beleidstaken worden ook de financiële middelen overgedragen over gedragen aan de gemeente. Gemeentebestuur. Het bestuur van de gemeente is de gemeenteraad. De leden worden net als de provinciale staten en de tweede kamer om de vier jaar gekozen. Het dagelijks bestuur van de gemeente ligt in handen van Het college van burgemeester en wethouders. (B&W) Een burgemeester wordt om de zes jaar benoemd. Hoe de burgemeester wordt benoemt is vergelijkbaar met hoe de commissaris van de koningin wordt benoemt. De gemeenteraad stelt een vertrouwenscommie op en maakt een profielschets en de commissaris van de koningin kiest dan een aantal personen. Uiteindelijk kiest de minister van binnenlandse zaken wie de nieuwe burgemeester wordt. 8. Internationale politiek Toenemende internationale samenwerking. Nederland neemt deel aan de NAVO, de VN, De EU, De wereldhandelsorganisatie en de Wereldbank. Samenwerken met andere landen is goed om twee redenen : - Landen zijn afhankelijk van elkaar bij oplossingen van problemen. - Het is efficiënter om samen een probleem op te lossen. Europese unie. Samenwerking betekent altijd dat de soevereiniteit van een land wordt ingeperkt, het recht om regels te kiezen in een land wordt dan iets ingeperkt. Na de tweede wereld oorlog begonnen sommige Europese landen na te denken over een samenwerking, dat had 3 redenen : - De wouden voorkomen dat een Europees land oorlog begon. - Ze wouden op economisch gebied beter concurreren met de VS. - Ze wouden zich beschermen tegen het opkomende communisme van Rusland. Het begon met de Europese gemeenschap voor kolen en staal in 1951, daar deden 6 landen aan mee, Pagina 5 van 6
Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, België & Luxemburg. In 1992 werd in het Verdrag van Maastricht vast gelegd dat er een Europese Unie zou komen met dezelfde munteenheid. In 1997 werd in het Verdrag van Amsterdam afspraken gemaakt over een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid. De laatste jaren wordt er gediscussieerd of Turkije bij de EU moet. Bestuur van de EU Europese commissie is het dagelijkse bestuur van de EU. Ze doen ook voorstellen over veranderingen van wetten etc. deze moeten goed gekeurd worden door de raad van ministers (raad van de europese unie). Hierin zitten de regeringen van de deelnemende landen en deze commissie heeft de wetgevende macht. Het bestuursorgaan dat gekozen wordt door europese burgers is het Europees Parlement. De rechtsprekende macht van de EU is het Europese hof van justitie, hierin zitten 27 rechters. Knelpunten in de EU - Het weinig-democratische karakter van de EU, het Europees parlement heeft nauwelijks zeggenschap. - Dreigend verlies van de nationale soeveriteit, - Dreigend verlies werkgelegenheid, Verenigde Naties. Er zijn in de wereld 194 staten, een staat ben je pas als je als land een eigen grondgebied, bevolking en een overheid hebt die het land regeert. De secretaris-generaal is de hoogste ambtenaar in de VN. Hij is ook de leider van de algemene vergadering. In de Veiligheidsraad zitten 15 landen. Rusland, Amerika, Frankrijk, Engeland & China zitten er permanent in en hebben Vetorecht. Zij kunnen dit gebruiken als ze iets niet willen. Als de Veiligheidsraad akkoord gaat kunnen er VN-vredesmissies worden uitgevoerd, dan gaan VN vredessoldaten naar landen gestuurd waar het niet goed gaat. Pagina 6 van 6