Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem. Definitief

Vergelijkbare documenten
Enquête grondwateroverlast Nieuw-Schoonebeek. Definitief

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Grondwater en grondwateroverlast

Verslag bewonersavond 24 november 2016

Schetsontwerp drainage-infiltratiesysteem Prins Hendrikkade te Amsterdam

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Grondwateroverlast Vogelwijk Den Haag. Definitief

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

Nader grondwateronderzoek in aandachtsgebieden Zwijndrecht

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af?

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.

Stromingsbeeld Rotterdam

Grondwatermonitoring grondwatermeetnet Zwijndrecht. Definitief

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Drainageontwerp J.P. Thijssepark Naarden. Definitief

SAMENVATTING. en funderingen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Dweilen voor de kraan open gaat

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

(Grond)wateradvies Landje van Riessen, Bloemendaal. Definitief

Grondwateroverlast Bergerhof, Alkmaar. Definitief

Legenda: Maaiveld Grondwaterstand Handmeting grondwaterstand

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Onderzoek hoge grondwaterstanden regio zuid Kennemerland afgerond.

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud

Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Wat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen?

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

Bewonersbrief Wijziging start uitvoering voor werkzaamheden in uw buurt

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

Droogte in de stad Geohydrologie, civiele techniek en bouwkunde verbonden

Maatwerkadvies grondwaterproblematiek Polderrioleringsgebied Helmersbuurt, Amsterdam. definitief

Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf. Jelle Buma

Survey results

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Welkom. Grondwaterproblematiek Krimpenerwaard. Erwin Heeringa(Nederlek)

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Grondwateronderzoek Zwartemeer

Documentnummer AMMD

Grondwateronderzoek Botenbuurt te Schiedam. Definitief

& ' ! " # $ % 6 % % % % (" ' ) *

Grondwaterstanden juni 2016

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Grondwater en de fundering van uw huis

Nieuwe riolering in uw straat

OORZAKEN DALING GRONDWATERSTAND

Grondwateronderzoek Bezuidenhout te Den Haag. definitief

REVIEW FUGRO EN WARECO

Grondwateronderzoek Noord/Stationsgebied, Hoogeveen. Definitief

Wat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen?

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.


Water en de Irenebuurt

Effectieve aanpak wateroverlast in woningen bij zomerse buien in IJsselstein

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Paalrot door lekke drainerende riolen

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Wateroverlast Lombok en Zeeheldenbuurt in Utrecht

1 Inleiding Aanleiding Doel Gebruikte gegevens 4

Grondwateronderzoek Hollandscheveld. Definitief

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Grondwatertoets VU-terrein Kenniskwartier Zuidas

Doetinchem, 21 juli 2014

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

GOUDA STEVIGE STAD AANPAK OVERLAST BODEMDALING BINNENSTAD

Geohydrologisch onderzoek Mr.Treublaan 1-3 te Amsterdam

AM Wonen BV Noord-Holland T.a.v. de heer S. Hupkens Postbus NN AMSTERDAM

Bijkomend grondwateronderzoek voormalig DEK sportterrein, Medemblik. Definitief

Betreft Geohydrologisch onderzoek terrein van de voormalige Apostolische kerk te Naarden

Inventarisatie grondwateroverlast

drainage en grondwater ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

Wateroverlast Informatie over de meest voorkomende waterproblemen

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Opzet presentatie. Probleemgebieden in Dordrecht. Aanpak gemeente Dordrecht. Funderingsherstel ca ,- per pand

De klimaatbestendige (oude) stad

Polderriool Vondelstraat

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

Maatregelen wateroverlast Straat ## Zwanenburg. Uitgebracht aan: Gemeente Haarlemmermeer

Evaluatie drainagesysteem Nieuw Wassenaar. Definitief

Transcriptie:

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Definitief

Wareco is een gespecialiseerd ingenieursbureau op het gebied van water, bodem en funderingen. Onze kracht is de integratie en combinatie van onze specialisaties. We doen onderzoek en geven advies. We maken plannen en begeleiden de uitvoering. Enthousiast, persoonlijk en innovatief. Al meer dan 35 jaar leveren we maatwerk, met als resultaat hoge kwaliteit en duurzame, kostenbesparende oplossingen. Vanuit onze vestigingen in Deventer en Amstelveen bedienen we met circa 60 professionals overheden, bedrijfsleven en particulieren. We hechten grote waarde aan kwaliteit en duurzaamheid. Het managementsysteem is ISO 9001 (kwaliteitsmanagement) en ISO 14001 (milieumanagement) gecertificeerd. Voor u als opdrachtgever komt dit tot uiting in de vorm van duidelijke afspraken, het afhandelen van klachten volgens vaststaande procedures en het, waar mogelijk en wenselijk, aandragen van duurzame oplossingen. Daarnaast staat duurzaamheid ook bij onze bedrijfsvoering hoog op de agenda. Dit komt tot uiting in aandacht voor besparing op en hergebruik van grondstoffen en het beperken van milieubelasting.

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Definitief Uitgebracht aan: Gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM Auteur M. Boerma, BSc. Kenmerk BY26A RAP20180109 Vrijgave ir. D. Kuijk Datum 16-01-2019 Status Definitief

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Inhoudsopgave Tekst pagina 1. Inleiding...1 1.1. Aanleiding en doelen...1 1.2. Gebruikte gegevens...2 2. Gebiedskenmerken Kleverparkbuurt...3 2.1. Bebouwing...3 2.2. Maaiveld en oppervlaktewater...4 2.3. Bodemopbouw...4 2.4. Grondwatersysteem en gemeten grondwaterstanden...5 2.4.1. Metingen grondwaterstanden Kleverpark...6 2.5. Riolering en drainage...7 3. Resultaten enquête en perceelinspecties...8 3.1. Grondwaterenquête...8 3.2. Perceelinspecties... 11 4. Funderingsdatabase... 12 5. Analyse functioneren drainage/infiltratie... 13 5.1. Drainageleidingen inzetten voor infiltratie... 13 5.2. Waterstandmetingen drainageputten... 13 6. Analyse grondwaterstanden bij natte situatie... 15 6.1. Gewenste grondwatersituatie... 15 6.2. Toetsing grondwaterstanden... 15 6.3. Effect drainage natte periode... 17 7. Analyse grondwaterstanden bij droge periode... 19 7.1. Droge periode... 19 7.2. Laagst gewenste grondwaterstand... 19 7.3. Gemeten grondwaterstanden in droge periode... 20 7.4. Effect infiltratie... 21 8. Taken/verantwoordelijkheden grondwaterbeheer... 24 1 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 9. Conclusies grondwaterwatersituatie... 26 9.1. Grondwatersituatie openbare ruimte... 26 9.2. Grondwatersituatie particulier terrein... 27 9.3. Effect infiltreren... 28 10. Aanbevelingen... 29 10.1. Openbaar terrein... 29 10.2. Particulier terrein... 31 Bijlagen 1. Overzichtskaart Kleverparkbuurt 2. Maaiveldhoogte 3. Boorbeschrijvingen 4. Meetreeksen grondwaterstand 5. Resultaten enquête wateroverlast 6. Vochtinventarisaties (inspecties door gebouweigenaren op te vragen bij de gemeente Haarlem) 7. Type fundering en bovenste funderingshout 8. Voorstel infiltratie via drainage (notitie met kenmerk; BY26A, NOT20170303) 9. Meetreeksen waterstanden drainage 10. Effect infiltratie 2 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doelen Wareco heeft voor de gemeente Haarlem een grondwatermodel opgesteld. Op basis van de grondwatersituatie, de ouderdom van bebouwing en het verwachte type fundering en effecten van klimaatverandering op de grondwaterstanden, zijn aandachtsgebieden aangewezen. Dit betreffen wijken die aandacht behoeven met betrekking tot grondwateroverlast en -onderlast (rapport met kenmerk BY26 RAP20161115). Hierin is een prioritering aangegeven. Om tot een goed onderbouwde keuze te komen voor eventuele maatregelen in de verschillende aandachtsgebieden zijn twee pilotgebieden gekozen voor een uitgebreid onderzoek. Kleverpark: een wijk waar risico is op grondwateroverlast en -onderlast en waar zowel oude als nieuwe drainage ligt. Bosch en Vaart: een buurt waar risico is op grondwateronderlast, waar klachten zijn van overlast en waar zowel oude als nieuwe drainage ligt. In het pilotonderzoek is op veel voor grondwater relevante onderdelen nader onderzoek gedaan. Op basis van de bevindingen kan een toegesneden onderzoeksopzet voor de anderen wijken worden opgesteld. Dit onderzoek heeft de volgende doelen: 1. Bepalen waar grondwateroverlast dan wel onderlast optreedt. 2. Bepalen welke grondwatermaatregelen geschikt zijn om grondwateroverlast en onderlast in de wijken te voorkomen. 3. Op basis van de bevindingen bepalen van doelmatige maatregelen in de wijken. 4. Voor de overige wijken in Haarlem bepalen welke onderzoeken effectief zijn voor de afweging van maatregelen. 5. Het evalueren van de selectiemethode voor de grondwateraandachtsgebieden. In dit rapport wordt er antwoord gegeven op onderzoeksvragen 1 t/m 3 voor de wijk Kleverparkbuurt. Vragen 4 en 5 worden in een separate notitie beantwoord. 1 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 1.2. Gebruikte gegevens [1] Boorbeschrijvingen + grondwaterstandsmetingen peilbuizen geplaatst door Wareco [2] Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) geraadpleegd op 26 april 2018 [3] Legger oppervlaktewater + peilbesluiten. Geraadpleegd via https://www.rijnland.net/regels/legger/legger-oppervlaktewateren op 22 oktober 2018 [4] Dinoloket, TNO, geraadpleegd op 26 april 2018 [5] Kenmerken drainagesysteem Kleverparkbuurt, geraadpleegd via https://opendata.haarlem.nl/ op 30 augustus 2018 [6] BAG (Basisregistratie adressen en gebouwen) geraadpleegd op 26 april 2018 [7] Bouwarchief gemeente Haarlem, geraadpleegd op 8 december 2017 [8] Beschikbare funderingsdata bij Wareco [9] VGRP Haarlem, Sweco, december 2017 [10] Aandachtsgebieden grondwateroverlast- en overlast Haarlem, d.d. 15 december 2016, Wareco ingenieurs [10] Grondwatermodel Haarlem, d.d. 11 augustus 2016, Wareco Ingenieurs 2 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 2. Gebiedskenmerken Kleverparkbuurt In dit hoofdstuk hebben wij het onderzoeksgebied op basis van eerder uitgevoerd onderzoek beschreven. In bijlage 1 is een overzichtskaart van het plangebied weergegeven. 2.1. Bebouwing De bebouwing in het plangebied bestaat voornamelijk uit aanééngeschakelde woningen. Het bouwjaar van de panden varieert van circa 1880 tot 2011 [7]. Het overgrote deel van panden dateert uit begin 20 e eeuw, zie onderstaand figuur. Bij bebouwing uit deze periode is doorgaans geen dampdichte vloer toegepast, en zijn houten paalfunderingen toegepast zonder betonoplangers. Hierdoor worden de panden op basis van het bouwjaar gevoelig geacht voor grondwateroverlast en onderlast. Figuur 1: Ouderdom panden 3 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 2.2. Maaiveld en oppervlaktewater De maaiveldhoogte in het openbare terrein varieert van circa NAP 0,05 m tot maximaal circa NAP 0,60 m. Binnen het onderzoeksgebied is geen duidelijk maaiveldverloop zichtbaar. In bijlage 2 is een overzichtskaart met maaiveldhoogtes binnen het onderzoeksgebied weergegeven [2]. Het noordwestelijke gedeelte van het onderzoeksgebied ligt lager dan de directe omgeving. In het onderzoeksgebied is verschil in maaiveldhoogtes tussen achtertuinen aanwezig. Op enkele locaties verschilt dit tot circa 30 cm. Rondom de Kleverparkbuurt is oppervlaktewater aanwezig. In het westelijke en zuidelijke gedeelte van de buurt heeft het oppervlaktewater een streefpeil van NAP -0,61 m (boezempeil) [3]. Aan de noordzijde van de buurt bij de Van Dortstraat en Kleverlaan heeft het oppervlaktewater zomerpeil van NAP -0,97 en een winterpeil van NAP -1,05 m [3]. De drooglegging (verschil maaiveld tot oppervlaktewater) in het onderzoeksgebied varieert van circa 0,65 m tot 1,6 m. 2.3. Bodemopbouw Het onderzoeksgebied kenmerkt zich door de ligging tussen de Strandwal van Haarlem en de duinen. In bijlage 3 zijn de boorbeschrijvingen van de peilbuizen opgenomen. In het onderzoeksgebied zijn watervoerende pakketten en waterscheidende lagen te onderscheiden: Watervoerende pakketten zijn relatief goed waterdoorlatende zand- of grindpakketten waarin met name horizontale grondwaterstroming optreedt. Waterscheidende lagen zijn slecht waterdoorlatende klei- en veenlagen en sterk kleihoudende zandlagen waarin met name verticale grondwaterstroming optreedt. Het bovenste watervoerend pakket: de ophooglaag Het bovenste watervoerende pakket wordt gevormd door het ophoogzand. De dikte van het bovenste watervoerende pakket is circa 0,7 tot 1,7 m [1]. Op particulier terrein kan deze ophooglaag dunner zijn of zelfs ontbreken. De bovenste waterscheidende laag: veenlaag/kleilaag Direct onder de ophooglaag wordt een veen- en kleilaag aangetroffen met een dikte variërend van circa 1,0 m tot 6,0 m. De top van deze laag betreft het oorspronkelijke maaiveld, voor de bebouwingsfase. De basis van de veen- en kleilaag varieert van circa NAP -2,5 m tot circa NAP -6,0 m [4]. Deze scheidende laag kan lokaal ontbreken. 4 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Het matig watervoerend pakket: wadzandpakket Onder de veenlaag wordt fijn tot matig fijn zand aangetroffen, het zogenoemde wadzandpakket. De basis van het wadzandpakket bevindt zich op een diepte van circa NAP -12 m tot circa NAP -14 m. Plaatselijk is het wadzandpakket slibhoudend en zijn dunne, sterk kleiige zandlagen ingesloten. Op ongeveer NAP -14 m wordt een circa 3 m dikke kleilaag aangetroffen [4]. Het eerste watervoerend pakket: pleistoceen zand Onder de kleilaag wordt een pakket fijn tot grof pleistoceen zand aangetroffen. De onderzijde van dit pakket bevindt zich volgens de Grondwaterkaart van Nederland ter plaatse van het onderzoeksgebied op een diepte van circa NAP -75 m. De dikte is circa 60 m [4]. 2.4. Grondwatersysteem en gemeten grondwaterstanden Het grondwatersysteem van de Kleverparkbuurt wordt beïnvloed door meerdere factoren. In het onderstaande figuur is een schematische doorsnede van het grondwatersysteem weergegeven. De volgende onderdelen hebben invloed op de grondwaterstanden: Bodemopbouw Aanwezigheid drainerende middelen Aanwezigheid oppervlaktewater Aanvulling door neerslag Verdamping door bomen en planten Type verharding/groen Ondergrondse obstructies Kwel/wegzijging naar matig watervoerend pakket Eventuele lokale onttrekkingen/pompen Figuur 2: Schematisatie grondwatersysteem Kleverparkbuurt 5 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Grondwaterstromen Door de vlakke ligging van de Kleverparkbuurt vinden er geen grote horizontale grondwaterstromen plaats. De horizontale grondwaterstromen die plaatsvinden zijn richting de drainageleidingen, wegcunetten en de watergangen aan de randen van het projectgebied. Er is geen sprake van een duidelijk kwel of wegzijging situatie tussen het bovenste watervoerend (freatisch) pakket en het matig watervoerend pakket. De stijghoogte in het matig watervoerend pakket en freatisch watervoerend pakket zijn gelijk [1 & 4]. Vanuit het eerste watervoerend pakket richting het matig watervoerend pakket vindt een kwelstroom plaats. Deze kwelstroom is echter zeer beperkt door de hoge weerstand van de tussenliggende klei- en veenlaag [4]. Opstuwing door slechte doorlatende bodemlagen Zowel verticale als horizontale grondwaterstromen worden belemmerd door de lokale aanwezigheid van klei- en veenlagen. 2.4.1. Metingen grondwaterstanden Kleverpark In de Kleverparkbuurt zijn de grondwaterstanden middels 11 peilbuizen één keer per uur bemeten waarvan één locatie op particulier terrein, zie bijlage 1. Er zijn meetgegevens van de periode april 2017 t/m augustus 2018 beschikbaar. De grafieken van de gemeten grondwaterstanden over de gehele meetperiode per meetpunt zijn opgenomen in bijlage 4. Deze gegevens zijn gevalideerd middels handmatige controlemetingen bij installatie en verwijderen van de meetapparatuur en beoordeeld door een geohydroloog. De verschillen tussen logger- en handmatige controlemeting gedurende de meetperiode vallen allemaal binnen de marge (<5 cm). In de onderstaande tabellen zijn de berekende grondwaterstatistieken weergeven. Tabel 1: Grondwaterstatistieken openbaar terrein (april 2017 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld (m NAP) RHG (m NAP) GG (m NAP) RLG (m NAP) PB1.09 0,26-0,41-0,57-0,73 PB1.11 0,38-0,37-0,56-0,68 PB1.13 0,46-0,74-0,83-0,85 PB1.15 0,47-0,52-0,67-0,81 PB1.16 0,48-0,34-0,49-0,64 PB1.18 0,26-0,56-0,63-0,70 PB1.19 0,43-0,54-0,60-0,64 PB1.22 0,38-0,55-0,66-0,77 PB1.27 0,45-0,51-0,57-0,67 5-150 0,59-0,37-0,50-0,60 1. RHG= Representatief hoge waterstand: 90 e percentielwaarde van een reeks gemeten grondwaterstanden: 10% van de metingen in de reeks is hoger dan de RHG 2. GG= gemiddelde grondwaterstand 3. RLG= representatief laagste grondwaterstand: 10 e percentielwaarde 6 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Tabel 2: Grondwaterstatistieken particulier terrein (februari 2018 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld (m NAP) RHG (m NAP) GG (m NAP) RLG (m NAP) PB1.26 (achtertuin woning) 0,31-0,06-0,44-0,88 De grondwaterstand in het freatische pakket is vergelijkbaar met die in het matig watervoerend pakket. In natte perioden is er sprake van geringe wegzijging, in droge perioden van geringe kwel [4]. De stijghoogte in het eerste watervoerende pakket ligt over het algemeen circa 0,5 m hoger dan de stijghoogte in het matig watervoerende pakket. Er vindt kwel plaats vanuit het eerste watervoerende pakket naar het matig watervoerende pakket. Door de hoge weerstand in de tussenliggende laag heeft dit geen tot weinig invloed op de stijghoogte in het matig watervoerend pakket [4]. 2.5. Riolering en drainage In de huidige situatie bevindt zich volgens de riooldatabase in alle straten van het onderzoeksgebied een gemengd rioolstelsel, bestaande uit betonnen buizen van 500 mm tot 750 mm [5]. In vrijwel alle straten binnen de Kleverparkbuurt is drainage aanwezig, zie bijlage 1. De ouderdom van de drainage varieert tussen 1953 en 2015. In sommige straten is nieuwe drainage naast de bestaande drainageleiding aangelegd. De aanleghoogte (b.o.b.) van de drainageleidingen variëren van NAP -0,68 m tot NAP -1,10 m. 7 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 3. Resultaten enquête en perceelinspecties 3.1. Grondwaterenquête De gemeente legt meldingen op gebied van (grond)wateroverlast vast middels een portal. De locatie met een zeer korte beschrijving van overlast wordt hierin genoteerd. Binnen de Kleverparkbuurt zijn drie meldingen van overlast daterend uit 2017. Om meer inzicht te krijgen in de ervaringen met betrekking tot (grond)wateroverlast binnen de Kleverparkbuurt is een enquête opgezet en uitgevoerd. In totaal zijn 2.879 adressen aangeschreven om de enquête in te vullen. Binnen de Kleverparkbuurt hebben (in de periode 15 april t/m 15 mei 2017) 583 bewoners de enquête ingevuld. Dit is circa 20% van het totaal aangeschreven adressen. Bij de analyse van deze gegevens is het belangrijk om te realiseren dat dit om de ervaring van de bewoners gaat. Op basis van de uitkomsten van de enquête kunnen de specifieke oorzaken van ervaren overlast niet worden bepaald. Voor het bepalen van de oorzaken van overlast zijn metingen en/of perceelinspecties noodzakelijk. De volgende punten komen uit de enquête naar voren: Ervaring (grond)wateroverlast Binnen de Kleverparkbuurt wordt er verspreid door de gehele buurt (grond)wateroverlast ervaren, zie bijlage 5. Met name het zuidelijke gedeelte rondom de Jan Steenstraat worden er problemen met betrekking tot (grond)wateroverlast ervaren. Rondom het Santpoorterplein worden er nauwelijks problemen ervaren met betrekking tot (grond)wateroverlast. Figuur 3: Resultaten enquête over ervaring overlast 8 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Uit de enquête blijkt dat rondom de straten Tetterodestraat, Wouwermanstraat en Jan Steenstraat zijn relatief veel (grond)wateroverlast wordt ervaren. Deze locaties zijn nabij peilbuizen PB1.13 en PB1.16 en PB1.27. Uit de gemeten grondwaterstanden blijkt dat de ontwatering op openbaar terrein gedurende periode met neerslag minimaal circa 0,80 m is, zie bijlage 4. In dit deel van de wijk is op particulier terrein waarschijnlijk een ondiepe veenlaag aanwezig [1&4] waardoor hemelwater stagneert op particulier terrein en de grondwaterstanden aanzienlijk hoger kunnen zijn dan de gemeten grondwaterstand op openbaar terrein. Opvallend is daarnaast dat ruim 10% van de respondenten aangeeft vroeger een probleem te hebben gehad maar dat dit inmiddels is verholpen. De betreffende getroffen maatregelen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 3: Getroffen maatregelen particulier terrein met positief effect volgens bewoners Overlast Vochtige kruipruimte Optrekkend vocht in muren Water in tuin Getroffen maatregel Aanbrengen schelpenlaag of andere bodemafsluiter en ventilatie Injecteren van spouwmuren, indien aanwezig Ophogen tuin Wanneer grondwateroverlast Uit de enquête blijkt dat een groot gedeelte van de bewoners die overlast ervaren aangeeft dit gedurende het gehele jaar te ervaren, zie onderstaand figuur. Dit kan duiden op structurele vochtproblematiek in de woning of structurele last van de gevolgen, die zijn opgenomen in figuur 4. Figuur 4: Wanneer ervaart men grondwateroverlast De vocht en grondwateroverlast uit zich in verschillende vormen binnen de woning. In het onderstaande figuur zijn de resultaten uit de enquête weergegeven. 9 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Figuur 5: Vorm van overlast in woning Wateroverlast in openbaar terrein Uit de enquête blijkt dat de hemelwaterafvoer van openbaar terrein goed functioneert, zie onderstaand figuur. Het grootste deel van de bewoners die wateroverlast ervaren zegt geen wateroverlast in de openbare ruimte te ervaren tijdens of direct na een regenbui. Figuur 6: Ervaring wateroverlast openbare ruimte Verhouding grondwaterstanden openbaar terrein en meldingen Binnen de Kleverparkbuurt geven 178 adressen van de in totaal 2.879 aangeschreven adressen aan dat ze vocht en (grond)wateroverlast als een probleem zien. Met name in de onderstaande straten zijn clusters van meldingen van overlast: Tetterodestraat Wouwermanstraat Jan Steenstraat Hedastraat Uit de grondwaterstandsmetingen bij of in de omgeving van deze straten blijkt dat de ontwatering op openbaar terrein gedurende natte periode groter dan 0,7 m is en voldoet daarmee aan de streefwaarden uit het beleid van de gemeente [9]. 10 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Op basis van de aanwezige ondiepe klei- en veenlagen, ondergrondse constructies en opbolling verwachten wij dat de ontwatering op particulier terrein minder is. Hiernaast verwachten wij dat infiltrerend regenwater bij de achtertuinen als gevolg van een slecht doorlatende bodem (klei- en veenlagen) stagneert waardoor lokaal hogere grondwaterstanden optreden. Door stagnatie van infiltrerend hemelwater en verouderde bouwkundige constructies treedt vochtoverlast. Dit uit zich in schimmels op de muren, stank en loszittende behang of stucwerk. 3.2. Perceelinspecties Binnen de Kleverparkbuurt buurt zijn in januari 2018 acht percelen nader geïnspecteerd om inzicht te krijgen in hoe vochtoverlast zich uit en wat voor bouwkundige kenmerken de woningen hebben. In bijlage 6 zijn de rapporten van de perceelsinspecties weergegeven. De volgende punten komen naar voren uit de perceelsinpecties. 4 van de 8 woningen hebben een houten vloerconstructie. De andere woningen hebben betonnen vloerconstructies. De diepte van de geïnspecteerde kruipruimtes varieert van circa 0,43 tot 0,70 m ten opzichte van vloerpeil (NAP 0,01 m t/m NAP 0,05 m). In deze kruipruimtes zijn geen signalen van vocht of water waargenomen. Sommige kruipruimtes zijn afgestort met beton om water in de kruipruimte tegen te gaan. Deze maatregel voorkomt echter niet het optrekkend vocht in de muren. Er zijn twee kelders aangetroffen welke dieper zijn dan 2 m ten opzichte van vloerpeil. Bij beide kelders wordt wateroverlast ervaren door een lekkende kelderconstructie. Bij vijf van de acht woningen zijn kenmerken van vochtoverlast op de begane grond waargenomen. Bij één van deze vijf woningen is de vochtoverlast verdwenen nadat buren de muren hadden injecteert met isolatiemateriaal. Bij vier woningen blijft na regen langere periode water in achtertuin staan. Dit duidt op een dichtgeslagen toplaag en/of ondiepe klei- en veenlagen ter plaatse van particulier terrein. Hiernaast zijn veel tuinen betegeld waardoor regenwater slecht infiltreert. Bij één woning zijn vochtplekken op het binnenspouwblad ter plaatse van de achtergevel waargenomen. Boven deze locatie is een dakkapel gesitueerd waarvan de bewoners aangeven dat deze voortdurend veel water lekt. Verwacht wordt dat dit lekkagewater de spouw inloopt en zich onderin het spouwblad verzamelt. Dit veroorzaakt mogelijk weer de vochtplekken en schimmelvorming op het binnenspouwblad. Door een combinatie van slecht infiltrerend regenwater in achtertuinen en verouderede bouwconstructies (slecht waterkerend) is er een verhoogde kans op vochtoverlast. Op basis van de resultaten van de enquête en de perceelinspecties verwachten wij dat deze combinatie de voornaamste oorzaak is van (grond)wateroverlast. 11 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 4. Funderingsdatabase Om het grondwaterpeilbeheer af te kunnen stemmen op de funderingen van de woningen is archiefonderzoek uitgevoerd voor het inventariseren van de aanwezige funderingstypes binnen de Kleverparkbuurt. Hierbij zijn de archiefgegevens van de gemeente Haarlem en de gegevens van de door Wareco uitgevoerde funderingsinspecties bestudeerd. Uit het archiefonderzoek blijkt dat binnen de Kleverparkbuurt verschillende type fundering zijn toegepast, zie bijlage 7. Op basis van het archiefonderzoek van de Kleverparkbuurt worden de volgende typen fundering aangetroffen [7]: houten palen betonpalen op staal (zonder palen) Zowel funderingen op houten palen als funderingen op staal zijn gevoelig voor lage grondwaterstanden. Als de grondwaterstand te laag staat kunnen houten palen gaan rotten met als gevolg dat deze draagkracht verliezen. Over langere periode kan dit leiden tot verzakking van de bovenliggende bebouwing. Houten palen kunnen ook bezwijken door bacteriële aantasting en ouderdom. Voldoende hoge grondwaterstanden nemen het risico op het bezwijken van houten palen door deze factoren niet weg. Het funderingstype op staal is gevoelig voor verzakking van de onderliggende bodem. Dit kan gebeuren wanneer een klei- en/of veenbodem droog komt te staan en inklinkt. Bovenste funderingshout Uit de beschikbare gegevens blijkt dat het bovenste funderingshout varieert tussen NAP -0,80 en -1,20 m, zie bijlage 7. Bij een groot gedeelte van de bouwtekeningen kan het bovenste funderingshout niet worden bepaald wegens het ontbreken van waarde of referentie op de tekeningen. Hiernaast is het mogelijk dat tijdens de bouw van de woningen is afgeweken van de in de ontwerpwaardes. Het is hierdoor mogelijk dat het bovenste funderingshout alsnog hoger ligt ten opzichte van de uit het archief bekende waardes. De bij Wareco bekende funderingsgegevens van de Kleverparkbuurt kunnen niet vergeleken worden met de gegevens uit het bouwarchief. Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken of het gebruik van verschillende referentieniveaus (ten opzichte van peil of ten opzichte van NAP). 12 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 5. Analyse functioneren drainage/infiltratie 5.1. Drainageleidingen inzetten voor infiltratie Het drainagesysteem loost normaal gesproken overtollig grondwater middels pompen tot het drainage-instelniveau van NAP -0,70 m. De drainagepompen zijn in de periode van 25 juni t/m september 2018 uitgezet en het systeem loost onder vrij verval op het boezemwater. Het is hierdoor mogelijk om water te infiltreren als het droog is en kan er worden afgevoerd in gedurende natte periode. Het oppervlaktewater heeft een streefpeil van NAP -0,61 m. De notitie die deze aanpassingen aan het drainagesysteem beschrijft is opgenomen in bijlage 8. 5.2. Waterstandmetingen drainageputten In de Kleverparkbuurt is drainage aanwezig om de grondwaterstand te reguleren. De waterstanden in de drainage zijn middels acht meetpunten over de periode van april 2017 t/m augustus 2018 bemeten. In bijlage 9 zijn grafieken van de gemeten waterstanden in de drainage weergegeven. De locaties van de meetpunten in de drainage zijn weergegeven in bijlage 1. Verschillende waterstanden in systeem Bij een goed functionerende drain is de waterstand in het systeem nagenoeg gelijk aan het drainage-instelniveau. De waterstand in het systeem neemt toe naarmate de afstand tot het uitstroompunt groter wordt door opstuwing. Deze opstuwing betreft bij een goed functionerend drainagesysteem enkele centimeters. Uit de metingen blijkt dat de waterstanden in het systeem sterk van elkaar verschillen, zie bijlage 9. De gemeten waterstanden in het drainagesysteem verschillen maximaal circa 60 cm. De grootste verschillen komen voor bij: Jelgersmastraat Tetterodestraat Op deze locaties zijn structurele hogere waterstanden in het systeem zichtbaar. Hiernaast volgt de waterstand in de drainage op deze locaties de grondwaterstand nabij de drainage, zie onderstaand figuur. Dit duidt op verstoppingen in het drainagesysteem. Figuur 7: Patroon waterstand in verstopte drain (Tetterodestraat) 13 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Bij de Jelgersmastraat (D1.10) is tevens een onnatuurlijk patroon zichtbaar in de gemeten waterstanden. Op 7 april en 5 juni 2018 is een aanzienlijke daling van zowel de grondwaterstand als de waterstand in het drainagesysteem zichtbaar, zie onderstaand figuur. Waardoor deze daling plaats heeft gevonden in niet duidelijk. Mogelijk heeft er een bemaling plaatsgevonden. Ook lijkt het erop dat na deze periode de drainage weer in contact staat met overige delen van het drainagesysteem. Na verloop van tijd zijn de (grond)waterstanden in beide meetpunten ongeveer gelijk. Dit duidt op een verstopping van de drainageleiding. Figuur 8: Onnatuurlijk patroon (grond)waterstanden Jelgersmastraat Verbinding oppervlaktewater Nadat het drainagesysteem is aangepast is goed zichtbaar dat het grootste gedeelte van het systeem goed in verbinding staat met het oppervlaktewater. Dit is terug te zien door de golfpatronen van het oppervlaktewaterpeil. Deze golfpatronen zijn ook zichtbaar in het drainagesysteem zelf, zie onderstaand figuur en bijlage 9. De fluctuaties zijn niet of nauwelijks zichtbaar bij de meetpunten in de Tetterodestraat en Jelgersmastraat (roze en gele lijn van onderstaande grafiek). Dit wijst op een verstoring van het hydraulische contact, wat veroorzaakt kan worden door een verstopping/obstructie of hoge aanlegdieptes van de drainage. Figuur 9: Fluctuaties oppervlaktewaterpeil zichtbaar in systeem Droogstand drainage Op drie locaties (Tetterodestraat D1.17, Ter Cleeffstraat D1.14, Kleverparkwerk D1.23) wordt (deels) droogstand van de drainage gemeten. Dit wordt veroorzaakt doordat het drainagesysteem op deze locaties hoog is aangelegd. Bij een drainage-instelniveau van NAP -0,70 m ligt een groot deel van de leidingen (deels) droog, zie leidingen met aanlegdiepte > NAP 0,80 m in bijlage 1. 14 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 6. Analyse grondwaterstanden bij natte situatie 6.1. Gewenste grondwatersituatie Maximale grondwaterstand In VGRP [10] is de volgende streefwaarde voor ontwatering opgenomen. Incidenteel mag de grondwaterstand afwijken van deze streefwaarde: voor primaire wegen 1,00 m, als dat praktisch niet haalbaar is, houden we 0,70 m aan; voor overige wegen: 0,70 m. 6.2. Toetsing grondwaterstanden De gemeten grondwaterstanden en maaiveldhoogtes zijn getoetst aan de ontwateringswensen uit het VGRP. Natte periode Neerslag heeft een grote invloed op de fluctuaties van de grondwaterstanden. Om de ontwateringswensen te toetsen is er gekeken naar een maatgevend natte periode. Een maatgevend natte periode in relatie tot een maatgevend hoge grondwaterstand in stedelijk gebied wordt gedefinieerd als: een periode in de maanden november tot en met maart, waarin in een aaneengesloten periode van acht dagen circa 66 mm bruto neerslag valt. Op basis van deze criteria is in de meetperiode één maatgevend natte periode opgetreden in december 2017, zie onderstaand figuur. In september 2017 is een extreem natte periode voorgekomen waardoor de grondwaterstanden voorafgaand aan de winter al sterk waren gestegen. Gedurende de maanden september en december 2017 zijn de hoogste grondwaterstanden gemeten, zie bijlage 4. Figuur 10: Gesommeerde 8-daagse bruto neerslag 15 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem In de onderstaande tabellen is per locatie de ontwatering voor verschillende situaties weergegeven. Tabel 5 Ontwatering openbaar terrein (april 2017 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld Ontwatering bij RHG (m) Ontwatering bij GG (m) (m NAP) PB1.09 0,26 0,67 0,83 PB1.11 0,38 0,75 0,94 PB1.13 0,46 1,20 1,29 PB1.15 0,47 0,99 1,14 PB1.16 0,48 0,82 0,97 PB1.18 0,26 0,82 0,89 PB1.19 0,43 0,97 1,03 PB1.22 0,38 0,93 1,04 PB1.27 0,45 0,96 1,02 5-150 0,59 0,96 1,09 RHG= representatief hoge waterstand: 90 e percentielwaarde van een reeks gemeten grondwaterstanden: 10% van de metingen in de reeks is hoger dan de RHG GG= gemiddelde grondwaterstand RLG= representatief laagste grondwaterstand: 10 e percentielwaarde Ontwatering openbaar terrein Bij 9 van de 10 locaties in openbaar terrein wordt de gewenste ontwatering bij representatief hoge grondwaterstanden behaald. Bij PB1.09 (Meester Cornelisstraat) wordt de gewenste ontwatering in openbaar terrein wordt net niet behaald. Ontwatering particulier terrein Tabel 6: Ontwatering particulier terrein (februari 2018 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld Ontwatering bij RHG (m) Ontwatering bij GG (m) (m NAP) PB1.26 (achtertuin woning) 0,31 0,37 0,75 De grondwaterstand op particulier terrein is op één locatie (Aelbertsbergstraat) bemeten. Op deze locatie bedraagt de ontwatering bij representatief hoge grondwaterstanden 0,37 m. De grondwaterstand op deze locatie (achtertuin) staat circa 40 cm hoger ten opzichte van de grondwaterstand in openbaar terrein, zie het onderstaand figuur. Deze gemeten grondwaterstanden zijn enkel representatief voor deze achtertuin. De grondwaterstanden in de achtertuinen binnen de wijk kunnen namelijk zeer sterk variëren door: Aanwezigheid kelders (obstructies voor grondwaterstroming) Klei-/veenlagen (slecht doorlatende laag) Aanwezigheid bomen (verdamping) 16 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Figuur 11: Vergelijking grondwaterstand openbaar terrein met particulier terrein De kruipruimtebodem welke zijn aangetroffen bij de perceelinspecties variëren van circa NAP 0,01 m t/m NAP 0,05 m en de aangetroffen kelders hebben een diepte van NAP -1,40 m of dieper. De grondwaterstandsmetingen op openbaar terrein blijven gedurende de gehele meetperiode onder de aangetroffen kruipruimtebodems. Op particulier terrein worden echter hogere grondwaterstanden waardoor het mogelijk is dat kruipruimte vochtig of deels onderwater staan. Alle kelder kelderconstructies liggen constant onder de grondwaterstand. Lage grondwaterstand Schotersingel Bij de Schotersingel PB1.13 wordt structureel een lagere grondwaterstand gemeten ten opzichte van het drainage-instelniveau of oppervlaktewaterpeil. Mogelijk wordt de grondwaterstand op deze locatie beïnvloed door een lek riool, bemaling of ontbreken van een opzetstuk. 6.3. Effect drainage natte periode Op zes locaties worden de grondwaterstanden naast de drainage bemeten. De gemeten grondwaterstanden geven inzicht in het effect van de drainage op de grondwaterstand in de directe omgeving. In bijlage 10 zijn de gecombineerde grafieken met de gemeten waterstanden in de drainage en gemeten grondwaterstanden in openbare ruimte weergegeven. Effect drainage openbaar terrein Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde grondwaterstanden naast de drainage circa 10 tot 30 cm boven de waterstanden in de drainage staan. Dit wordt veroorzaakt door intreeweerstand bij de drainageleiding en opbolling door de bodem. De opbolling wordt veroorzaakt door de weerstand in de bodem. Alle locaties op twee locaties na tonen patronen waarbij de drainage effect heeft op de grondwaterstand in de openbare ruimte. In het onderstaand figuur is deze werking geschematiseerd weergegeven. 17 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Figuur 12: Schematische doorsnede effect drainage natte periode Effect drainage Meester Cornelisstraat Uit de (grond)waterstandsmetingen blijkt dat bij de Meester Cornelisstraat de grondwaterstand structureel hoger blijft staan ten opzichte van het waterpeil in de drainage. Dit duidt op een beperkte invloedssfeer van de drainage (<5 m). Dit is voornamelijk terug te zien gedurende een natte periode. Gedurende deze periode staat de grondwaterstand circa 30-40 cm boven de waterstand in de drainage en voldoet deze net niet aan de streefwaarde uit het VGRP. Verwacht wordt op basis van de grotere afstand tot de drain dat de grondwaterstanden bij de aanliggende percelen hoger liggen. Dit kan grondwateroverlast/ schade veroorzaken echter komt dit niet duidelijk naar voren uit de enquête, zie bijlage 5. Effect drainage achtertuin In bijlage 10 is de gecombineerde grafiek opgenomen, waarbij de waterstanden in de drainage aan de Kleverparkweg, grondwaterstanden in openbaar terrein bij de Kleverparkweg en de achtertuin aan de Aelbertsbergstraat, is opgenomen. Gedurende een natte periode is de grondwaterstand in de achtertuin bij de Aelbertsbergsstraat circa 50 cm hoger ten opzichte van de grondwaterstand op openbaar terrein in de omgeving. De invloedssfeer van de drainage bij de kleverparkweg is kleiner dan 15 m richting het particulier terrein. De drainageleiding in de Aelbertsbergstraat dateert uit 1973 en functioneert mogelijk niet meer naar behoren. Dit veroorzaakt mogelijk hogere waterstanden in de Aelbertsbergstraat. Er zijn geen meetgegevens in de Aelbertbergstraat in openbaar terrein beschikbaar. 18 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 7. Analyse grondwaterstanden bij droge periode 7.1. Droge periode Tijdens de meetperiode is er een (landelijke) extreem droge periode opgetreden. Gedurende de maanden mei t/m augustus 2018 is er extreem weinig neerslag gevallen en zijn er hoge temperaturen gemeten met veel verdamping tot gevolg, zie onderstaand figuur. Gedurende deze periode zijn de grondwaterstanden gezakt tot onder het oppervlaktewaterpeil, waardoor het systeem is gaan infiltreren. Figuur 13: Actuele en normale neerslag KNMI 7.2. Laagst gewenste grondwaterstand Voor de laagst gewenste grondwaterstand is geen vaste waarde opgenomen in het VGRP. De laagst gewenste grondwaterstand wordt per gebied bepaald op basis van funderingsniveaus en zettingsgevoelige lagen. Op basis van het bekende niveau van het bovenste funderingshout (archiefonderzoek) in de Kleverparkbuurt is de laagst gewenste grondwaterstandstand bepaald. Voor Kleverparkbuurt een laagst gewenste grondwaterstand van NAP -0,60 m. Hiermee is er nog 20 cm marge met het niveau van het bovenste funderingshout (NAP -0,80 m) voor eventuele verdere uitzakking van de grondwaterstand. Bij grondwaterstanden lager dan NAP -0,80 m kan er schade aan de fundering optreden. 19 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem In het eerder door Wareco opgestelde drainageontwerp is geadviseerd om een drainageinstelniveau van NAP -0,70 m te hanteren. Dit ontwerp is opgesteld met de toen beschikbare kennis van het klimaat en uitzakken van grondwaterstanden gedurende droge periode. Door klimaatverandering (toenemende kans op droogte) en nieuwe inzichten in het effect op de grondwaterstanden, is dit geadviseerd drainage-instelniveau niet meer wenselijk en veroorzaakt dit een verhoogde de kans op droogstand van houten palen. Om deze reden is onderzocht wat de mogelijkheden zijn om drainageleidingen in een droge periode als infiltratieleidingen in te zetten en het drainage-instelniveau te verhogen. 7.3. Gemeten grondwaterstanden in droge periode Aan het einde van de periode in mei t/m augustus 2018 zijn de laagste grondwaterstanden gemeten. In bijlage 4 zijn de grafieken van de gemeten grondwaterstanden weergegeven. In deze grafieken is te zien dat vanaf april er een daling van de grondwaterstand optreedt. Vanaf eind mei 2018 is de grondwaterstand op veel locaties gezakt tot onder het oppervlaktewaterpeil (NAP -0,61 m). Vanaf 25 juni 2018 is het drainagesysteem als infiltratiesysteem ingezet door de pompen uit te schakelen en water vanuit de Schotersingel in te laten. Tijdens deze periode zijn de laagste grondwaterstanden in de buurt gemeten. In de onderstaande tabellen zijn de laagst gemeten grondwaterstanden per peilbuis weergegeven. Tabel 7: Laagst gemeten grondwaterstanden openbaar terrein (april 2017 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld (m NAP) Laagste gemeten grondwaterstand (m NAP) PB1.09 0,26-0,84 PB1.11 0,38-0,79 PB1.13 0,46-1,12 PB1.15 0,47-0,92 PB1.16 0,48-0,71 PB1.18 0,26-0,77 PB1.19 0,43-0,67 PB1.22 0,38-0,82 PB1.27 0,45-0,69 5-150 0,59-0,71 Tabel 8: Laagst gemeten grondwaterstand particulier terrein (februari 2018 t/m augustus 2018) Peilbuis Maaiveld (m NAP) Laagste gemeten grondwaterstand (m NAP) PB1.26 (achtertuin woning Aelbertbergstraat) 0,37-0,99 20 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Uit de laagst gemeten grondwaterstanden blijkt dat de grondwaterstand op openbaar terrein is uitgezakt van 0-20 cm tot onder het oppervlaktewaterpeil. Op particulier terrein in de achtertuin (Aelbertsbergstraat) is bij het betreffende meetpunt (pb1.26) de grondwaterstand tot circa 30 cm uitgezakt ten opzichte van het oppervlaktewaterpeil. Door verschillen in bodemopbouw, ondergrondse constructies en bomen zal de grondwaterstand op particulier terrein verschillen per bouwblok of zelfs per perceel. De bekende niveaus van de bovenkant van de houten paalfunderingen in de Kleverparkbuurt varieert van NAP -0,80 m tot NAP -1,20 m. De laagst gemeten grondwaterstanden op vier locaties op openbaar en particulier terrein zijn gelijk of lager dan NAP -0,80 m. De overige metingen blijven 0-10 cm boven het hoogst bekende funderingshout. Het is zeer waarschijnlijk dat er ondanks het infiltreren van boezemwater via het drainagesysteem tijdelijk droogstand van houten paalfunderingen gedurende de extreem droge zomer van 2018 heeft plaatsgevonden. Wat opvalt is dat de grondwaterstanden al voor de droge periode uitzakken doordat de drainage nog bemalen werd. Hierdoor was er geen of nauwelijks een buffer in het grondwater aanwezig om de droge periode van de zomer van 2018 op te vangen. Dit vormt een risico op droogstand van houten palen. Hiermee wordt bevestigd dat een bemalen drainagesysteem niet meer wenselijk is door de toenemende kans op extreem droge periodes. 7.4. Effect infiltratie Effect infiltratie openbaar terrein Uit de grafieken in bijlage 10 blijkt dat de grondwaterstanden op openbaar terrein tot circa 10 à 20 cm uitzakken ten opzichte van de waterstanden in het drainage/infiltratiesysteem. Bij de volgende straten is goed te zien dat de daling van de grondwaterstand (afstand <5m van de drainage/infiltratieleiding) door droogte afvlakt of zelf omhoog brengt: Jelgersmastraat (PB1.11) Kleverparkweg (PB1.18 & PB1.22) Jan Steenstraat (PB1.27) Wouwermanstraat (PB1.19) Bij de overige peilbuizen is het afvlakken van de grondwaterstand minder direct zichtbaar of bereikt het ingelaten oppervlaktewater niet de betreffende locatie. Bij de onderstaande straten wordt droogstand in de drainageleiding gemeten: Tetterodestraat (D1.17) Ter Cleeffstraat (D1.14) Deze droogstand wordt veroorzaakt doordat de drainageleidingen op deze locaties of het tracé naar de inlaat hoog liggen waardoor het ingelaten water niet over de gehele Kleverparkbuurt verspreid. 21 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Door de infiltratie van oppervlaktewater via het drainagesysteem wordt het uitzakken van de grondwaterstanden op openbaar terrein (met als risico s droogstand van houten palen en zettingen) tegengegaan. Op basis van de metingen verwachten wij dat het infiltreren van oppervlaktewater op openbaar terrein op slechts enkele locaties effect heeft tot de voorzijde van de woningen. Door de hoge aanleghoogte van een aantal drainageleidingen zien wij dat het ingelaten water niet overal binnen de wijk wordt verspreid. Op basis van de huidige metingen is te zien dat het ingelaten water tot circa halverwege de wijk komt. Wanneer drainageleidingen lager worden aangelegd zal er meer water worden geïnfiltreerd waardoor mogelijk het ingelaten water minder ver in de wijk komt. Om deze vergrote hoeveelheden infiltrerend water op te vangen kan mogelijk een extra inlaatpunt worden aangewezen om dit op te vangen. Effect infiltratie particulier terrein In hoeverre het infiltreren invloed heeft op de grondwaterstanden aan de achterzijde van de woningen is afhankelijk van de bodemopbouw, obstructies in ondergrond en bomen op de betreffende locatie. Voor de situatie op bij de Aelbertsbergstraat geldt dat grondwaterstand in de achtertuin tot circa NAP -0,99 m uitzakt en daarna uitvlakt. Op deze locatie heeft het infiltreren vanaf openbaar terrein onvoldoende effect gehad om droogstand te voorkomen. Figuur 14: Schematisatie verminderd effect infiltratie door ondiepe klei/veenlaag Op basis van het funderingsonderzoek (indicatie van hoogte funderingshout) en de grondwaterstandmetingen verwachten wij dat de houten palen fundering bij de omgeving van de volgende locaties droogstaan tijdens droge periode: Aelbertsbergstraat Ter Cleeffstraat Kleverparkweg 22 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem In de overige delen van de wijk zakt de grondwaterstand in openbaar terrein uit tot circa 5 à 10 cm boven het één na hoogste bekende niveau van funderingshout (NAP -0,80 m). In hoeverre droogstand van houten palen hiermee wordt voorkomen, is afhankelijk van verschillende factoren op particulier terrein. De verwachting is wel dat lokaal droogstand van deze houten paalfunderingen is voorgekomen de afgelopen zomer. Het is niet mogelijk om droogstand van houten palen vanaf openbaar terrein in droge perioden volledig te voorkomen. Door het infiltratiesysteem uit te breiden naar particulier terrein en dicht bij de funderingspalen water te infiltreren kan droogstand in droge periode worden verminderd of voorkomen. Op basis van de metingen naar de invloedssfeer van infiltratie komt naar voren dat bij het huidige oppervlaktewaterpeil de houten palen met bovenste funderingshout lager dan NAP -1,00 m vermoedelijk niet droog hebben gestaan gedurende de afgelopen extreem droge zomerperiode. Deze woningen lopen een kleiner risico op droogstand wanneer oppervlaktewater wordt geïnfiltreerd in de openbare ruimte. In situaties waarbij één of meerdere van de volgende obstakels tussen de drainage/infiltratieleiding en particulier terrein voorkomen, is het risico op droogstand ook bij deze woningen groot: klei/veenlaag (beperken de invloedssfeer van infiltratie) kelders (is een blokkade in de grondwaterstroming richting achterkant van de panden) bomen (verlagen de grondwaterstand door verdamping) grondwateronttrekkingen (verlagen de grondwaterstand). 23 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 8. Taken/verantwoordelijkheden grondwaterbeheer In 2008 is de huidige Waterwet ingevoerd, waarmee de gemeentelijke zorgplichten voor afvloeiend hemelwater en grondwater zijn geïntroduceerd. De zorgplicht over het grondwater is verdeeld over een aantal partijen, namelijk het hoogheemraadschap, de gemeente en de perceeleigenaar (zie ook onderstaand figuur). Figuur 15: Verantwoordelijkheden/taken grondwaterbeheer Daarbij geldt het volgende: Het hoogheemraadschap beheert het oppervlaktewater en is bevoegd gezag voor grondwateronttrekkingen. Door middel van haar oppervlaktewaterpeilbeheer geeft het hoogheemraadschap de randvoorwaarden waarbinnen invulling wordt gegeven aan de grondwaterzorgplicht. De gemeente beheert het grondwater in het openbare gebied, en is het aanspreekpunt voor grondwateroverlast en grondwateronderlast. Indien doelmatig, treft de gemeente grondwater regulerende maatregelen als er sprake is van structurele overlast of droogte in het openbare gebied. De gemeente heeft hierbij een inspanningsverplichting; het oppervlaktewaterpeil is echter een randvoorwaarde om het grondwaterpeil te kunnen beheren. Hiervoor dient samengewerkt te worden met het Hoogheemraadschap. De perceeleigenaar beheert het grondwater op het eigen terrein. Hij neemt zelf de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen om grondwaterproblemen te voorkomen of te bestrijden, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een ander, particulier of overheid. Daarnaast is de perceeleigenaar, conform het Bouwbesluit, verantwoordelijk voor het waterdicht maken van zijn verblijfsruimten, zodat eventuele hoge grondwaterstanden niet leiden tot overlast in de verblijfsruimten. 24 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Om grondwateroverlast- en onderlast op particulier terrein te verhelpen/voorkomen zijn perceeleigenaren verantwoordelijk om maatregelen te nemen. Indien de wens bestaat om drainage-/infiltratieleidingen op particulier terrein aan te leggen (om het grondwaterpeil beter te beheersen) kan de gemeente hierbij helpen door aansluiting op het gemeentelijke drainage-/infiltratiesysteem mogelijk te maken. Houten palen kunnen ook bezwijken door bacteriële aantasting en ouderdom. Voldoende hoge grondwaterstanden nemen het risico op het bezwijken van houten palen door deze factoren niet weg. 25 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 9. Conclusies grondwaterwatersituatie Op basis van de analyses en bevindingen worden de volgende conclusies getrokken betreffende de grondwatersituatie en het functioneren van de drainage in de Kleverparkbuurt. 9.1. Grondwatersituatie openbare ruimte Bij vrijwel alle meetlocaties in openbaar terrein worden de gewenste ontwateringsdiepte, zoals opgenomen in het vgrp [10] gedurende een natte periode behaald. Bij de Meester Cornelisstraat wordt de gewenste ontwateringsdiepte net overschreden. Op deze locaties zijn echter geen of nauwelijks meldingen van structurele grondwateroverlast. Functioneren drainage De huidige drainage functioneert in deel van de wijk naar behoren. Uit de metingen blijkt dat de waterstanden in het systeem mee fluctueren met het oppervlaktewaterpeil. Dit duidt op goed hydraulisch contact in de leidingen. Uit de metingen blijkt echter dat bij de Jelgersmastraat en Tetterodestraat veel opstuwing plaatsvindt gedurende natte periode. Hiernaast liggen veel leidingen in de wijk op NAP -0,70 m waardoor deze een verhoogde kans hebben op droogstand. Door droogstand treden er ijzerafzettingen en verstoppingen op. Dit is ook terug te zien bij het meetpunt in de Tetterodestraat(D1.17). Gedurende natte periode stijgt de waterstand in het systeem tot ruim 50 cm boven het instelniveau. Op basis van deze meting en ouderdom van de drainageleidingen verwachten wij dat leidingen welke op NAP -0,70 m of hoger zijn aangelegd niet meer functioneren, zie bijlage 1 voor locaties van deze leidingen. Dit zijn met name de leidingen die ouder zijn dan 30 jaar. De invloedssfeer van de drainage is afhankelijk van de bodemopbouw op de betreffende locatie. Op basis van de metingen concluderen wij dat het effect van de drainage varieert van circa 5 tot 15 meter. De drainage heeft vermoedelijk beperkt effect op de grondwaterstanden aan de achterkant van de percelen. Functioneren infiltratie Het drainagesysteem is aangepast zodat water kan infiltreren waardoor de kans op droogstand van houten palen gedurende droge perioden wordt verminderd. Bij Jelgersmastraat (PB1.11), Kleverparkweg (PB1.18 & PB1.22), Wouwermanstraat (PB1,19) en Jan Steenstraat (PB1.27) is duidelijk zichtbaar dat het infiltreren effect heeft op de grondwaterstanden op openbaar terrein. Op de overige locaties is het effect van infiltreren niet of nauwelijks zichtbaar. Dit wordt veroorzaakt door verstoppingen in het systeem of doordat het tracé van drainageleidingen tussen de inlaat en de betreffende locatie gelijk aan of hoger liggen ten opzichte van het oppervlaktewaterpeil waardoor het ingelaten water mogelijk niet op de locatie komt. Met name de leidingen bij de Tetterodestraat en Ter Cleeffstraat stonden droog tijdens de zomer van 2018. 26 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Weinig buffer grondwaterstand voor droge periode Uit de grondwaterstandmetingen blijkt dat voor de extreem droge periode in de zomer van 2018 de grondwaterstand al uitzakt naar het drainage-instelniveau (NAP -0,70 m). Hierdoor is er weinig buffer tussen de grondwaterstand en bovenkant van houten palen om een droge periode op te vangen. Hierdoor staan houten palen eerder droog in een droge periode zomerperiode. Hoe langer de palen droogstaan, hoe eerder er schade optreedt. In het eerder door Wareco opgestelde drainageontwerp is geadviseerd om een drainageinstelniveau van NAP -0,70 m te hanteren. Dit ontwerp is opgesteld met de toen beschikbare kennis van het klimaat en uitzakken van grondwaterstanden gedurende droge periode. Door klimaatverandering (toenemende kans op droogte) en nieuwe inzichten in het effect op de grondwaterstanden, is dit geadviseerd drainage-instelniveau niet meer wenselijk en veroorzaakt dit een verhoogde de kans op droogstand van houten palen. 9.2. Grondwatersituatie particulier terrein Waar treedt grondwateroverlast op? Op basis van de perceelinspecties en uit de enquête blijkt dat verspreid over de gehele wijk (grond)wateroverlast wordt ervaren. Met name op de volgende locaties zijn meldingen van grondwateroverlast: Tetterodestraat Wouwermanstraat Jan Steenstraat Echter worden op vrijwel alle locaties de gewenste ontwatering in openbare ruimte behaald. Mogelijk zijn door slecht doorlatende klei- en/of veenlagen op particulier terrein de grondwaterstanden hoger waardoor regenwater langzaam de bodem intrekt. Hierdoor kan regenwater afstromen naar woning, kruipruimte en kelders. Hierdoor kunnen bewoners vochtoverlast ervaren. De grondwaterstanden op particulier terrein zijn in natte periode vermoedelijk hoger ten opzichte van het openbaar terrein. Bij de Aelbertsbergstraat is de grondwaterstand 30-40 cm hoger ten opzichte van het openbare terrein in een natte periode. Op basis van de perceelinspecties en de ouderdom van de woningen achten wij de woningen in de wijk gevoelig voor (grond)wateroverlast. Door een combinatie van slecht infiltrerend regenwater in achtertuinen en verouderede bouwconstructies (toepassing van slecht waterkerende materialen) is er een verhoogde kans op vochtoverlast. De vochtoverlast kan niet worden verminderd door op openbaar terrein dieper te gaan draineren. Het is niet wenselijk om dieper te gaan draineren op openbaar terrein wegens de risico s op paalrot en bodemdaling. Om grondwateroverlast- en onderlast op particulier terrein te verhelpen/voorkomen zijn perceeleigenaren zelfverantwoordelijk om maatregelen te nemen. 27 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Waar treedt grondwateronderlast op? Tijdens de extreem droge periode in de zomer van 2018 zijn waterstanden tot NAP -1,12 m gemeten in het openbaar terrein. Uit metingen bij het perceel in de Aelbertsbergstraat blijkt dat het infiltreren op openbaar terrein onvoldoende invloed op de grondwaterstand in de achtertuin. Op basis van deze metingen en bodemopbouw verwachten wij dat op verschillende percelen de grondwaterstand mogelijk verder uitzakt dan nu gemeten is bij de Aelbertsbergstraat. Op basis van het funderingsonderzoek en de grondwaterstandmetingen verwachten wij dat de houten palen fundering bij de omgeving van de volgende locaties droog hebben gestaan tijdens droge periode in 2018: Aelbertsbergstraat Ter Cleeffstraat Kleverparkweg Op basis van de bekende niveaus van de houten paalfunderingen (NAP -0,80 m tot NAP -1,20 m) is het mogelijk dat droogstand van houten palen verspreid over de gehele wijk heeft plaatsgevonden gedurende de zomer van 2018. Dit is afhankelijk van de bodemopbouw op de betreffende locaties. 9.3. Effect infiltreren In hoeverre het infiltreren vanaf openbaar terrein invloed heeft op de grondwaterstand op particulier terrein is afhankelijk van onder andere bomen, kelders en bodemopbouw in de omgeving. Hiernaast kan momenteel het ingelaten water niet geheel over de wijk verspreiden doordat veel drainageleidingen een hoge aanlegdiepte (NAP -0,70 m of hoger) hebben en mogelijk verstopt zijn door langdurige droogstand en ijzerafzetting. Op locaties die het ingelaten water bereikt, heeft infiltreren van water op openbaar terrein gering effect. Dit geringe effect kan droogstand van houten palen op particulier terrein niet voorkomen. Als perceeleigenaren met een eigen drainage-/ infiltratieleiding (tot aan de woningen) aansluiten op het gemeentelijk systeem, is de infiltratie een effectieve methode om droogstand van houten palen en de hoge kosten voor funderingsherstel te voorkomen. Het gemeentelijk systeem dient hierop echter wel aangepast te worden door oude drainageleidingen te vervangen en deze dieper aan te leggen. 28 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem 10. Aanbevelingen 10.1. Openbaar terrein Op basis van de conclusies in hoofdstuk 10 adviseren wij de volgende punten en maatregelen. Verbeteren functioneren huidig drainage/infiltratiesysteem Geadviseerd wordt om huidige drainageleidingen welke op (b.o.b.) NAP -0,70 of hoger zijn aangelegd te vervangen en dieper aan te leggen om infiltratie door het gehele gebied mogelijk te maken. Tevens vallen de drainageleidingen hierdoor minder vaak droog waardoor ijzerafzettingen en vervuiling van de rest van het drainagesysteem wordt verminderd. Het drainagesysteem loost normaal gesproken overtollig grondwater middels pompen tot het drainage-instelniveau van NAP -0,70 m. Met dit drainage-instelniveau worden op 9 van de 10 gemeten locaties de gewenste ontwatering in de openbare ruimte gehaald. Dit drainage-instelniveau is echter maar 10 cm boven het hoogst bekende funderingshout. Hierdoor is er niet of nauwelijks een buffer om droge periode op te vangen. Als gevolg van klimaatverandering komen langdurige droge periode vaker voor waardoor de kans op droogstand door te weinig buffer hoog is. Geadviseerd wordt om het drainage-instelniveau structureel te veranderen naar oppervlaktewaterpeil. Door het drainage-instelniveau te verhogen wordt er een buffer opgebouwd voor droge periode. Hiermee wordt de kans op droogstand van houten palen en aanvullende schade aan woningen verminderd. Bij een verhoogd drainageinstelniveau (NAP -0,61 m) en goed functionerende drainage verwachten wij dat de gewenste ontwateringsdiepte op openbaar terrein worden behaald. Door de beperkt invloedsfeer van de drainage verwachten wij dat deze verhoging beperkt invloed zal hebben op de grondwatersituatie op particulier terrein. Wij verwachten dat de schade door langdurige droogstand van houten palen velen malen groter zal zijn dan eventuele vochtoverlast als gevolg van verhoging van het drainage-instelniveau. Vochtoverlast kan door relatief eenvoudige en betaalbare maatregelen worden tegen gegaan. Het herstellen van fundering is een ingrijpende maatregel wat tevens veel geld kost. Om deze reden achten wij het doelmatig om het drainage-instelniveau te verhogen naar oppervlaktewaterpeil. Als alternatief kan gekozen worden om actief grondwaterpeilbeheer toe te passen. Wanneer hiervoor gekozen wordt adviseren wij om gedurende de natte winterperiodes een bemalen drainagesysteem (drainage-instelniveau NAP -0,70 m) toe te passen. Na de winterperiodes moet het drainagesysteem in openverbinding gezet worden met het oppervlaktewater zodat er een buffer ontstaat en infiltratie mogelijk is. Hiermee kan het uitzakken van de grondwaterstanden worden verminderd. Indien hiervoor gekozen wordt moet dit goed in het beheersysteem worden opgenomen zodat dit ook daadwerkelijk gebeurt. 29 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Geadviseerd wordt om het drainagesysteem in de omgeving van de Jelgersmastraat, Aelbertbergstraat, Tetterodestraat en Jan Steenstraat door te spuiten. Op basis van de metingen op deze locaties verwachten wij dat er obstructies in de drainageleidingen zitten waardoor de grondwaterstanden op deze locaties stijgen. Geadviseerd wordt om na te gaan waardoor de grondwaterstanden bij de Schotersingel opvallend laag zijn. Mogelijk is hier een lek riool, particuliere bemaling of ontbreken van een opzetstuk de oorzaak van. Dit zorgt voor een verhoogd risico op droogstand van houten palen. Geadviseerd wordt om een extra inlaat bij de Verspronckweg te realiseren wanneer het gehele drainagesysteem goed functioneert en wordt ingezet als infiltratiesysteem. Door het vergroten van de infiltratiecapaciteit als gevolg van beter functionerende drainage is er meer vraag naar water in de wijk aanwezig. Door het realiseren van een extra inlaat kan deze verhoogde vraag worden opgevangen. Welke aanvullende maatregelen op openbaar terrein zijn geschikt om grondwateroverlast- en onderlast te voorkomen? Tabel 9: Maatregelen openbare ruimte met globale aanlegkosten Maatregel Doel Lengte (m) Globale kosten exclusief BTW in Vervangen alle drainageleidingen Drainagesysteem circa 5.000 675.000* welke hoger liggen ten opzichte van NAP -0,70 m verduurzame en mogelijk maken voor infiltreren Doorspuiten drainage omgeving Herstellen functioneren circa 4.000 10.000 Jelgersmastraat en Tetterodestraat drainage Realiseren extra inlaat bij Verspronckweg Voldoende water in kunnen laten voor infiltreren - Maatwerk Globale kosten voor vervangen drainage exclusief rioolvervanging o.b.v. kostenkentallen van de gemeente ( 135 per m 1 ). De globale kosten kunnen verschillen door gebiedskenmerken zoals bijvoorbeeld verhardingstype, breedte weg, diepte leiding en bereikbaarheid. Onderhoud en beheer drainage/infiltratiesysteem Geadviseerd wordt om het drainagesysteem regelmatig (te beginnen met circa twee keer per jaar) door te spuiten, om zo de werking en invloed van het drainage- /infiltratiesysteem op de grondwaterstand in stand te houden. Op basis van de resultaten van het doorspuiten kan eventueel de doorspuitfrequentie worden aangepast. Geadviseerd wordt om goede afspraken te maken omtrent het vastleggen van onderhoudswerkzaamheden/doorspuiten van de drainage. Hierdoor kan specifieker op strengniveau worden gecontroleerd of de streng nog functioneert. Momenteel is onduidelijk wat en waar iets is aangetroffen tijdens onderhoudswerkzaamheden. Door betere vastlegging kan sneller en efficiënter worden bepaald welke acties nodig zijn en kan de doorspuitfrequentie mogelijk omlaag. Hiernaast adviseren wij in wijken met drainage hoog frequente grondwaterstandsmetingen toe te passen om tijdig een verslechterende werking van de drainage te kunnen signaleren. Op basis van dit signaal kunnen acties worden uitgezet voor het herstellen van de werking van de drainage. 30 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Samenwerking Hoogheemraadschap Als binnen de gemeente op meerdere locaties oppervlaktewater wordt gebruikt voor infiltratie moet dit in overleg met het hoogheemraadschap afgesproken worden. Het oppervlaktewaterpeil is een belangrijke randvoorwaarde voor het mogelijk maken van infiltreren oppervlaktewater. De gemeente heeft aangegeven hierin het voortouw te gaan nemen. Indien infiltratie in meerdere gebieden wordt toegepast is het belangrijk om inzicht te krijgen in de watervraag (infiltratiedebiet), ten opzichte van het wateraanbod. Het infiltratiedebiet is afhankelijk van verschillende factoren: stijghoogteverschil (grondwaterstand en instelniveau); watervraag (verdamping, lek riool, wegzijging); bodemopbouw en ondergrondse constructies; efficiëntie infiltratiesysteem, afstand tussen infiltratieleidingen en eventuele verstoppingen. Berekeningen van de watervraag zullen indicatief zijn vanwege deze gedetailleerde aspecten. Daarom is eveneens een veldproef nodig. Voor het bepalen/berekenen van het infiltratiedebiet dient aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden. 10.2. Particulier terrein Het is niet mogelijk om grondwateroverlast en -onderlast vanaf openbaar terrein volledig te voorkomen. Door de beperkte zandige toplaag op particulier terrein komen er snel hoge grondwaterstanden voor na regen. Dit kan voornamelijk overlast veroorzaken in de achtertuinen van de woningen. De drainage op openbaar terrein heeft te weinig invloed op de grondwaterstand aan de achterkant van de percelen. Om de gewenste grondwatersituatie (minder overlast en droogstand van houten palen) op particulier terrein te behalen, zullen perceeleigenaren ook zelf maatregelen moeten treffen. Het aanleggen van een drainage-/infiltratieleiding is hiervoor een goede maatregel wanneer de drainage in de openbare ruimte water kan aanvoeren. Welke maatregelen zijn nodig om grondwateroverlast- en -onderlast op particulier terrein te voorkomen/verhelpen? Uit de enquête blijkt dat een aantal van de onderstaande maatregelen effectief is toegepast door bewoners binnen de Kleverparkbuurt. In sommige gevallen is een combinatie van maatregelen nodig om de overlast te verhelpen. Een bouwkundige kan hier op woningniveau een advies over uitbrengen. Geadviseerd wordt om bewoners in te lichten over onderstaande mogelijk te nemen maatregelen tegen grondwateroverlast/- onderlast op particulier terrein. 31 Definitief BY26A RAP20180109 18-1-19

Grondwateronderzoek Kleverparkbuurt, Haarlem Tabel 10: Effectieve maatregelen tegen wateroverlast en -onderlast op particulier terrein met indicatieve kosten per woning Overlast/onderlast Type maatregel Indicatie kosten Vochtige kruipruimte Aanbrengen schelpenlaag of andere bodemafsluiter inclusief BTW in * 1.000 2.000 Optrekkend vocht in muren Injecteren van spouwmuren indien aanwezig 500 5.000 Water in kelder Waterdicht maken kelder 1.000 5.000 Grondwateroverlast tuin Ophogen tuin of aanleggen drainage 1.000 2.500 Regenwateroverlast tuin Aanbrengen afvoer of grindpalen/koffers 500 1.000 Droogstand fundering Aanleggen drainage/infiltratieleiding en aansluiten op gemeentelijk systeem Maatwerk Bezwijken fundering Funderingsherstel Circa 1.000 per m2 * De indicatieve kosten zijn bepaald op basis van aangegeven kosten van uitvoerders en leveranciers en gaan uit van een gemiddelde woning. De kosten zijn afhankelijk van het oppervlak (m 2 ) en de bereikbaarheid. voetoppervlak (begane vloer) woning Het effect van infiltratie op particulier terrein zover vergroten dat droogstand van houten paalfundering voorkomen kan worden, is enkel mogelijk door infiltratieleidingen op de betreffende percelen aan te leggen en aan te sluiten op het gemeentelijk drainage/infiltratiesysteem. Hierbij zullen afspraken tussen gemeente en bewoners gemaakt moeten worden over de aanleg en de gebruiksfuncties (het gebruik van het aangevoerde water en de afvoer van grondwater). Geadviseerd wordt om een programma van eisen op te stellen voor het aansluiten van particuliere drainage-/infiltratieleidingen. Hiermee kunnen eventuele negatieve effecten van particuliere drainage-/infiltratieleidingen op het gemeentelijk systeem worden voorkomen. Deze maatregel is echter alleen doelmatig wanneer de houten palen nog van voldoende kwaliteit zijn. Bij een bezweken of aangetaste fundering adviseren wij funderingsherstel uit te voeren. 32 Definitief BY26A RAP20180109 16-1-19

Legenda Kleverpark Peilbuizen Ouderdom drainage > 30 jaar oud < 30 jaar oud Diameter drainage (mm) / aanlegniveau b.o.b. (m NAP) Bijlage 1: Overzicht onderzoeksgebied Project: BY26A 0 50 Datum: Opgesteld: 29-10-2018 MBO 100 m Controle: ISC

Legenda Onderzoeksgebied Maaiveldhoogte (m NAP) <-0.50-0.25 0.00 0.25 0.50 0.75 1.00 1.25 >1.50 Bijlage 2: Maaiveldhoogte Kleverparkbuurt Project: BY26A 0 50 Datum: Opgesteld: 29-10-2018 MBO 100 m Controle: ISC

Bijlage 3: Boorbeschrijvingen

BIJLAGE 4 Grafieken grondwaterstanden gehele meetperiode 1 BY26A

2 BY26A

3 BY26A

4 BY26A

5 BY26A

6 BY26A

7 BY26A

8 BY26A

9 BY26A

10 BY26A

11 BY26A

Legenda Ervaring (grond)wateroverlast Een ernstig probleem Een probleem Nog geen probleem, maar wel ongerust (direct naar einde enquete) Nooit problemen gehad (direct naar einde enquete) Vroeger problemen gehad, maar die zijn verholpen Niet ingevuld Peilbuizen Drainage > 30 jaar oud < 30 jaar oud Bijlage 5: (grond)wateroverlast Project: BY26A Datum: 05-12-2018 Opgesteld: MBO Controle: DKU

BIJLAGE 6 Vochtinventarisaties Door gebouweigenaren op te vragen bij de gemeente haarlem

Legenda Ouderdom drainage > 30 jaar oud < 30 jaar oud Type fundering betonpalen Houten palen staal funderingsherstel (stalen buis) Onbekend Bijlage 7: Funderingstype Kleverparkbuurt en niveau bovenste funderingshout (m NAP) op basis van bouwarchief Project: BY26A 0 50 Datum: Opgesteld: 04-11-2018 MBO 100 m Controle: ISC

Bijlage 8: voorstel infiltratie via draiange Notitie Datum: 3 maart 2017 Betreft: Grondwateronderzoek pilotgebieden Bosch en Vaartbuurt en Kleverparkbuurt Haarlem; voorstel infiltratie via drainage Kenmerk: BY26A, NOT20170303 Bestemd voor: Gemeente Haarlem Ter attentie van: de heer B. Lanfermeijer Opgesteld door: mw. ir. M.A. Rus Inleiding In de Bosch en Vaartbuurt en Kleverparkbuurt wordt door Wareco in opdracht van de gemeente Haarlem een grondwateronderzoek uitgevoerd. Onderdeel van het onderzoek is om het drainagestelsel in een droge periode om te draaien tot infiltratievoorziening om de grondwaterstand op peil te houden. Voorstel Een pilot waarbij het effect op de grondwaterstand wordt nagegaan van het inlaten van oppervlaktewater in het drainagesysteem in de zomerperiode. De pilot wordt op een eenvoudige manier in een deel van het systeem uitgevoerd. Er is in de pilot geen rekening gehouden met de eisen van de gemeente voor aansturing op afstand. Voorgesteld wordt dit uit te werken wanneer infiltratie via drainage definitief wordt uitgevoerd. Er is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: 1. IP 63.19 Herstel drainage Bosch en Vaart, fase 2 / 10 november 2016, gemeente Haarlem, B.Lanfermeijer 2. https://opendata.haarlem.nl/ 3. Gemalen info via https://www.google.com/maps/d/viewer?hl=nl&authuser=0&mid=14_ppxugbuhw mqrs5ten_c8pyv9m Bosch en Vaartbuurt In de Bosch en Vaartbuurt ligt een drainagestelsel met een drainage-instelniveau gelijk aan het oppervlaktewaterpeil. Er zijn vijf uitstroompunten. De uitstroompunten zijn momenteel te hoog afgewerkt: de leidingdoorvoer door de kademuur is hoger afgewerkt dan het oppervlaktewaterpeil [1]. In de putten voor het uitstroompunt is een opzetstuk aangebracht om instroom van (vuil door) oppervlaktewater te voorkomen. Aanpak pilot (zie bijlage 1): verwijderen opzetstukken bij alle overstortputten, kosten ingeschat op 1.000,00 indien gelijktijdig uitgevoerd met andere werkzaamheden. De inlaat van water zal gedurende het hele jaar bij lage grondwaterstanden plaatsvinden. verlagen vijf uitstroomleidingen tot onder oppervlaktewaterpeil conform [1], ingeschat op 20.000 euro inclusief onderzoek en 50 m1 herstel leiding. Met de pilot wordt nagegaan: tot hoever in het drainagesysteem de waterstand wordt verhoogd BY26A, NOT20170303 03-03-2017

2 of er slib/vuilophoping optreedt bij de inlaat in hoeverre de grondwaterstand wordt verhoogd in een droge periode Kleverparkbuurt In de Kleverparkbuurt ligt een drainagestelsel met een drainage-instelniveau van NAP -0,7 m. Er zijn twee pompen aanwezig welke het drainagewater afvoeren naar het oppervlaktewater op boezempeil (NAP -0,6 m). Aanpak pilot (zie bijlage 2): aanbrengen van een put en een inlaatleiding naar het oppervlaktewater van de Schotersingel bij de Ostadestraat, inclusief een spindelafsluiter in de zomer wordt op aangeven van Wareco de afsluiter handmatig opengezet en worden de drainagegemalen uitgeschakeld, aan het einde van de zomer wordt de spindelafsluiter handmatig gesloten en worden de drainagegemalen ingeschakeld. Voor de locatie van de put kan gekozen worden voor een put vlak bij het huidige drainagegemaal, zodat voor de uiteindelijke situatie een telemetrisch gestuurde inlaat verzorgd kan worden. De put dient dan wel zo groot te worden dat in de toekomst een pomp of gestuurde schuif geïnstalleerd kan worden. Een alternatief is de put iets verderop te plaatsen, bijvoorbeeld ter hoogte van Schotersingel 13. De kosten van het plaatsen van een put met spindelafsluiter en afvoerleiding worden geraamd op 10.000. Indien gebruik gemaakt wordt van een bestaande put zal dit goedkoper zijn. Met de pilot wordt nagegaan: tot hoever in het drainagesysteem de waterstand wordt verhoogd of er slib/vuilophoping optreedt bij de inlaat in hoeverre de grondwaterstand wordt verhoogd in een droge periode of er sturing nodig is op de inlaat van water Bijlagen: 1a. Overzichtstekening drainagesysteem Bosch en Vaart en geadviseerde aanpassing 1b. Voorbeeld aanpassing overstortputten drainage Bosch en Vaartbuurt 2. Overzichtstekening drainagesysteem Kleverparkbuurt en geadviseerde aanpassing BY26A, NOT20170303 03-03-2017

put D40051 verlagen uitstroomleiding en verwijderen opzetstukken put D40056 verlagen uitstroomleiding en verwijderen opzetstukken put D40059 verlagen uitstroomleiding en verwijderen opzetstukken put D40065 verlagen uitstroomleiding en verwijderen opzetstukken Legenda Drainage > 30 jaar oud < 30 jaar oud Diameter(mm)/ aanlegniveau(b.o.b. m NAP) met blauwe tekst de door Wareco geadviseerde aanpassingen aan het drainagesysteem put D40061 verlagen uitstroomleiding en verwijderen opzetstukken Drainage Bijlage 1a Bosch Overzichtstekening en Vaart drainagesysteem Bosch en Vaart en geadviseerde aanpassing Project: BY26A 0 25 50 m Datum: 03-03-2017 Opgesteld: MBO Controle: MRU

verwijderen opzetstukken verlagen uitstroomleiding onder oppervlaktewaterpeil Bijlage 1b. Voorbeeld aanpassing overstortputten drainage Bosch en Vaartbuurt In blauw door Wareco geadviseerde aanpassingen

Legenda inschatting minimaal invloedsgebied inlaat van water Drainage > 30 jaar oud < 30 jaar oud Drainage gemaal Diameter(mm)/ aanlegniveau(b.o.b. m NAP) Drainage-instelniveau: -0,70 m NAP met blauwe tekst de door Wareco geadviseerde aanpassingen aan het drainagesysteem plaatsen put met inlaatleiding naar oppervlaktewater met spindelschuif alternatieve locatie put met inlaatleiding naar oppervlaktewater met spindelschuif,indien alleen voor pilot Drainage Bijlage 2a Kleverpark Overzichtstekening drainagesysteem Kleverparkbuurt en geadviseerde aanpassing Project: BY26Â 0 50 100 m Datum: 03-03-2017 Opgesteld: MBO Controle: MRU

BIJLAGE 9 Grafieken waterstanden drainage 1 BY26A

2 BY26A

3 BY26A

4 BY26A

5 BY26A

6 BY26A

7 BY26A

8 BY26A