Impressieverslag Zuid-Limburg 24-06-2019 Ochtend PROFIT 1. Agglomeratie Steden zitten wel aan hun max, dus nu op niveau Zuid-Limburg verder aan agglomeratiekracht werken. Bescherm het groene hart. Het is een gemeenschappelijk belang om grensbarrières op te heffen. Denk ook aan een gezamenlijke vacaturewebsite en stages voor de grensregio s. Samenwerken doe je echter niet alleen: Vanuit Hasselt wordt niet zo getrokken aan verbinding met Maastricht en Eindhoven zit niet direct op Z-L te wachten. Z-L moet dus meer als een geheel optrekken (niet met elkaar concurreren zoals in verleden). Dit versterkt ook de kansen richting Den Haag. 2. Daily-urban-system (DUS): het vergroten van het daily-urban-system is van belang voor de economie, arbeidsmarkt en (maatschappelijke voorzieningen) Niet altijd: steeds meer behoefte aan voorzieningen in kleine kernen. In basis klopt de stelling maar het gaat meer om versterken dan om vergroten. Dit vraagt om de nodige innovaties (gaat meer om het verplaatsen). Welke innovatieve mogelijkheden zijn er? Vraagt ook om anders denken, niet vanuit wat niet kan maar vanuit wat wel kan. Er zijn hier meer banen dan mensen; met name op lager niveau. Het werkgelegenheidsoverschot wordt in ZL steeds meer een probleem. Vasthouden van hoger opgeleiden vergt meer aanbod (en carrièremogelijkheden) binnen Daily-Urban-System. Moeten we groter worden om de agglomeratiekracht te vergroten? Of gaat het om het versterken ervan met betere randvoorwaarden? Vergroten van DUS kan als je de mobiliteitsvoorzieningen vergroot en als je stuurt op nieuwe ruimtelijke voorzieningen. 3. Mobiliteit: agglomeratiekracht versterken betekent meer mobiliteit. Om agglomeratie nadelen te beperken, streven we naar mobiliteitsgroei middels fiets/e-bike/ov netwerk, mobiliteitsdiensten en intensivering rondom Mobility HUB s. HUB s zijn niet de oplossing. Gaat vooral ook om het persoonlijke contact. Is het de reistijd of de aard/kwaliteit van de verbinding? Verkeersstromen verdelen over de dag. E-bike is kansrijk! Faciliteiten bij tussenstations voor stalling dure fietsen is zorgpunt. Zorg ook voor mogelijkheden voor persoonlijke verzorging op het werk (voor en na het fietsen) om de drempel te verlagen. Verder mag de ontmoediging van recreatief autogebruik wel wat sterker. OV verbindingen naar buitenland moeten ook beter worden. Parkeren aan randen van de stad. En dan met bus naar het centrum. Wel veel bussen inzetten (in bv Randstad elke minuut). PLANET 1. Landschap als uitgangspunt: om een duurzame economisch dynamiek in Z-L te creëren moeten we het unieke (Euregionale) landschap als uitgangspunt nemen bij de maatschappelijke opgaven.
Hier kun je niet tegen zijn, zegt een groep. Landschap is één van de uitgangspunten zegt een andere groep. Het moet in balans zijn, maar er zijn ook maatschappelijke opgaven (windmolens). Dus sturen op landschap, maar ontwikkelingen moeten mogelijk zijn. Landschap is een uniek selling-point van Z-L. Geleenbeekdal is goed voorbeeld hoe samen hier een oplossing te vinden. Het landschap bepaalt ook je identiteit, zonder regels hoe het landschap behandeld moet worden kan het er hetzelfde uit gaan zien als de polder. Het landschap is echter nu veel te druk door recreatie. Hoe landschap dan in takt houden, maar ook wonen leuk houden? -> Dat is de maatschappelijke opgave. Economisch rendement van landschap zou maar tot op zekere hoogte moeten kunnen gelden. Het is al druk en ze blijven maar promoten. Landschap als een uitgangspunt, niet het uitgangspunt. Stad en land zouden elkaar moeten versterken, complementair zijn. 2. Verbinden opgave stad-land: het verbinden van de opgaven van stad en land (ruimtelijk, economisch sociaal) is vanwege de complementaire belangen de hoofdopgave voor Z-L Open ruimte is cruciaal als tegenhanger van drukke steden. Als je de kwaliteit wilt behouden moet je er iets aan doen (ook geld investeren). Wat missen we in de verbindingen stad-land? --> goede OV verbindingen, voorzieningen in dorpen. Zorg ook voor spreiding, stedelijke opgaves komen nu soms in landelijke gebieden... Waarom niet vooraf denken aan zonnepanelen op daken van bv. logistieke hallen en aardappelloodsen --> zorg dat daken hiervoor sterk genoeg worden gemaakt. Loodsen clusteren op een bedrijventerrein bij kernen. In buitenland zie je ook overal windturbines --> liever dat dan de bruinkoolwinning, want dat effect reikt verder. We moeten keuzes durven maken. Er komen ook nog nieuwe ontwikkelingen --> bewustzijn van energievraag bevorderen door meer lokale energiegemeenschappen. Kijk ook naar lokale oplossingen als mijnwater. 3. Landbouw: niet grootschalig maar groots boeren in klein landschap Groots, met trots. Ook voor kwaliteit en duurzaamheid. Boer moet landschapsbeheerder worden, maar met compensatie. In Z-L past geen grootschalige landbouw --> kijk naar een andere soort verdienmodel zoals streekproducten en kwaliteit boven kwantiteit (nieuwe mindset --> bewustwording consument). Landelijk beleid werkt schaalvergroting in de hand. Richt een landschapsfonds op met een verdienmodel. Hoe kun je Z-L zelfstandig maken? Help de agrariërs om te transformeren van grootschalig naar grootst. De consument speelt hierin grote rol: we moeten reële prijzen betalen voor onze producten, maar er moeten opties zijn voor alle economische lagen. Slimme keuzes geven en laten zien wat het oplevert. Megastallen en loodsen hoeven niet op het platteland maar zouden ook op de industrieterreinen kunnen liggen. Een ander probleem is het nitraat in het grondwater. Boeren kan niet meer primair industrieel of economisch gericht zijn, dus je moet als beheerder van het landschap het land bewerken (met vergoeding van bv. landschapsfonds). Dit moet passen binnen het landschap van de regio. Boer als onderdeel van maatschappij.
Middag STEDELIJK GEBIED 1. Bereikbaarheid en leefbaarheid: Agglomeratiekracht versterken betekent meer mobiliteit. We moeten inzetten op benutten andere vormen van mobiliteit en minder automobiliteit. Kracht is heel belangrijk, maar wat is de groei die je nastreeft? Vrijetijd mobiliteit: stad-landzones ontwikkelen, evt. transferia naar/van Heuvelland. Investeer in veilige e-bikes/fietsroutes en stallingvoorzieningen. Hoe kun je het gedrag veranderen? Binnenstedelijk autogebruik minder aantrekkelijk maken of juist veel meer inzetten op deelauto s (centrale parkeerplaatsen voor sociale aspecten) --> bedrijven spelen hier ook een rol in. Goederenvervoer (incentives, deelvoorziening). MBT automobiliteit verduurzaming auto s, smart mobiliteit. Autogebruik ontmoedigen zorgt voor winst in het landschap, maar zorg dat er iets tegenover staat (reistijd of kosten). Z-L zien als één geheel, er is steeds meer samenwerking in Z-L ook over de grens --> wederzijde belangen zoeken. Houd de verbindingen goed (Eindhoven + Aken) om werkgelegenheid op peil te houden (Ketenmobiliteit verbeteren). - Inzicht in (wijzen van) mobiliteit bieden. 2. Energietransitie en ruimtegebruik: Maximale ruimte bieden voor energieopwekking in bebouwde gebieden. Nieuwe energielandschappen koppelen aan infrastructuur. - Daken en geluidswallen moeten benut worden --> sturen overheid. - Opwekken van energie koppelen aan verbruik? - Door subsidies is het nu voordeliger om zonnepanelen in de wei te leggen dan op het dak. - Educatie/bewustwording erg belangrijk. - Energielandschappen aansluitend bij de E-infrastructuur is belangrijk. - Totale energievraagstuk lukt pas als je dingen gaat combineren. 3. Economie en arbeidsmarkt: We (blijven) gaan voor maximale economische groei met het vergroten van arbeidsparticipatie/arbeidsproductiviteit/arbeidsmigratie versus Nieuwe economische balans gebaseerd op beschikbaar arbeidspotentieel. - Eerder duurzame/circulaire economische groei, dan maximale groei. Economie is één van ontwikkelingsrichtingen. We móeten niet blijven groeien --> kwalitatieve groei.
- Hoe? Agglomeratie kracht vergroten, ook over de grenzen heen. Gezamenlijk inzicht (grensregio NL-DLD-BE) in vraag en aanbod. Drempels samenhangend met grenzen wegnemen. - Tekort aan arbeiders: imago en beloning praktische beroepen verbeteren. Tegelijkertijd: zorg voor goede omstandigheden voor arbeidsmigranten. - Gebieden aanwijzen waar bijv. geen industrie komt. En kijken wat voor type werk het genereert. Industrie waar veel arbeidsplaatsen zijn voor lokale werknemers is interessanter dan alleen opslag van goederen. 4. Leefbaarheid en gezondheid: Gezondheid, veiligheid en welbevinden wordt voor alle sectoren een prioritair aandachtspunt. - Allemaal gelijkwaardig belangrijk. Zaken moeten nu in evenwicht komen. Deze zaken op voorhand mee nemen bij gebied- en projectontwikkeling. - Gezondheid hier slechter dan in andere delen van het land, dus dit zou meer aandacht moeten krijgen. - Overheid zorgt voor gezonde en veilige leefomgeving. - Aantrekkelijk maken om te bewegen (stad-land zones ontwikkelen) en meer zwemplassen ontwikkelen. - 24 uurs economie is niet gezond voor werknemers. Werkgevers moeten hierin een standpunt in nemen. - Als je directe woonomgeving aantrekkelijker wordt om te sporten dan heeft dit een positief effect op de gezondheid. Tegengaan bestrating en kunstgras. Eisen stellen aan bestrating van woningen en tuinen. Zorgen dat dit zo wordt aangelegd dat dit goed is voor de biodiversiteit (mits er niet te veel gemaaid wordt). LANDELIJK GEBIED 1. Energie en landschap: Geen windmolens toelaten in het Heuvelland. Er is een sterke regie nodig van de overheid op de ontwikkeling van zonnevelden. - Landschap als uitgangspunt: moet balans zijn tussen landschap en ontwikkeling --> er is een sterkere regie nodig en we moeten niet versnipperen. - Verbinden opgave stad-land: Ja, Gezamenlijk oppakken en gezamenlijk verantwoordelijkheid, maar wel daarbinnen keuzes maken (eigenheid van de gebieden), maar ook van de stad. (klimaat en gezondheid). - Sterke regie nodig van overheid op zonnevelden EN windmolens. Ook moeten gemeenten het neerleggen van zonneweides centraal afstemmen. Moeten we windmolens bij elektriciteitsmasten zetten? Landschap is een toeristische attractie, als je hier windmolens plaatst wordt het landschap minder mooi. 2. Landbouw en natuur + milieu: Vergroening landbouw is goed te combineren met behoud van goede inkomens in de landbouw
Met het oog op biodiversiteit is een kwaliteitsslag binnen het natuurnetwerk nodig naast de vergroening van de landbouw Beekdalbrede aanpak ook in Zuid-Limburg Wateroverlast bij de bron aanpakken. Meer samenwerken tussen waterschap, boeren en overheid. Vergroening kost geld, boeren kunnen dit niet zelf betalen--> hier zouden ze geld voor moeten krijgen. Er zijn veel (Europese) subsidieregelingen en inkomstensteun, maar er zijn ook veel bureaucratische knelpunten op te lossen. Kwaliteitsslag in natuurnetwerk i.v.m. biodiversiteit naast vergroenen landbouw (kijk ook naar de bestrijdingsmiddelen). Koppel dit wél aan klimaatopgave (verbindingen tussen natuurgebieden). Gebieden moeten verbonden worden en er moest bewust nagedacht worden of bijvoorbeeld leegstand gesloopt moet worden voor de natuur. Wateroverlast: afkoppelen, minder bestrating. Regentonnen beschikbaar stellen. We moeten een kwaliteitsslag maken in de natuur (meer hectares of bestaande hectares beter maken?). We moeten ook aandacht hebben voor gebieden die direct buiten de natuurgebieden vallen. Maak gradaties rondom beekjes (beek, bos, bio landbouw, gewone landbouw). 3. Wonen en leefbaarheid: Overheid moet zorgdragen voor minimaal niveau van voorzieningen in de kernen. Meer ruimte bieden voor woningbouw in kernen en dorpen. Beleid moet gericht zijn op transitie van de bestaande woningvoorraad en doorstroming. Doorstroming ouderen naar grotere kernen vanwege de voorzieningen. Sociale programma s die daar op inspelen --> een rijdende apotheek bijv. Let op ruimte voor hittebosjes en blauwe dooraderingen. Overheid is niet verantwoordelijk voor minimum niveau van voorzieningen. Niet wat betreft economische voorzieningen wel voor maatschappelijke. Wat blijft erover van restrictieve beleid van POL. Hopelijk blijft kader staan. Bv in relatie tot detailhandel. Niet naar opgaven in totaliteit kijken maar kijken naar minst kwalijke functie. Of andersom vanuit sectorale opgave kijken naar koppelkansen tussen wonen en leefbaarheid en vitalisering van wijken. Meer behoefte aan woningen/nieuwbouw, van buiten Limburg. Daar zouden we op moeten reageren. Waar je succesvol in kan zijn ook benutten. Voorkomen dat je niet binnen Limburg met mensen gaat schuiven. Ongewilde voorraad moet niet kunnen groeien.