Pagina 1 van 5 Nota : Tijdig en inclusief kunnen ondersteunen na invoering PVF 1. Doel: Volwaardig en kwalitatief participeren Zoveel mogelijk gewoon in de samenleving en zo weinig mogelijk uitzonderlijk en afzonderlijk, dat is de baseline van de nota Perspectief 2020. Het burgerschapsmodel wordt beschouwd als het basismodel om het beleid op af te stemmen. Vanuit het inzicht dat in Perspectief 2020 dan ook de juiste beleidsopties zijn voorgesteld om een maximale participatie van personen met een beperking in de samenleving te bereiken, hebben SPOND en haar leden zich ten volle geëngageerd om dit beleidsplan mee te realiseren. Als SPOND doen we dit door: - Verder in te zetten op de uitbouw van onze expertise waarbij we: o Personen met een beperking hun eigen krachten maximaal laten ontwikkelen in hun eigen leefomgeving. o Ondersteunend en verbindend samenwerken met het naaste en bredere sociale en/of ondersteunende netwerk. o De inzet van de juiste maatschappelijke dienstverlening voor betrokkenen actief stimuleren. o Onze handicapspecifieke kennis maximaal inzetten om bovenstaande efficiënt, effectief en duurzaam te realiseren. - Onze intersectorale samenwerkingen op cliëntniveau verder uit te breiden en deze ook structureel trachten te verankeren op organisatieniveau. - Actief het beleid op te volgen met het oog op het realiseren van kansen voor mensen met een beperking als volwaardig lid van de samenleving. Het is de inzet van deze expertise die bij uitstek de motor kan vormen voor de realisatie van perspectief 2020. Direct doordat ze aan een relatief lage kostprijs een fundamentele meerwaarde kan bieden voor de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking. Alsook indirect doordat ze een sterk preventief effect heeft. De huidige ondersteuning is er vandaag vaak op gericht om samen met de cliënt op zoek te gaan naar antwoorden op zijn of haar vragen. Door samen dingen te doen, is er een vertrouwensrelatie waardoor cliënten zich veilig genoeg voelen om aangesproken te worden op hun krachten, maar ook op hun beperkingen. Hierin ligt dan ook het preventief werken met cliënten waardoor wordt verhinderd dat situaties voor mensen escaleren tot een niveau waarop veel uitgebreider ondersteuning nodig is. Deze ondersteuning wordt voornamelijk uitgevoerd in laag tot middenfrequente psychosociale ondersteuning (mobiel ambulant). Ze is handicapspecifiek, niet doelgroepspecifiek en kan alzo een meerwaarde bieden voor alle personen met een beperking en hun netwerk.
2. Bedreiging: Wijze van implementatie van PvF Pagina 2 van 5 Door de manier waarop op dit moment persoonsvolgende financiering ingevoerd wordt, alsook door de pistes die vooruit liggen betreffende o.a. zorgregie, komt de functie die de diensten van SPOND vervullen zwaar onder druk en dreigt de implementatie van PVF te resulteren in het omgekeerde effect! 2.1. De transitie Op 1/1/2017 zijn de huidige gebruikers opgesplitst in een groep in RTH (<8 zorggebonden punten) en een groep in PVF (>8 zorggebonden punten). In tegenstelling tot wat de gebruikers als boodschap krijgen, nl. dat de ondersteuning die ze nu krijgen kan worden verder gezet, moeten we vaststellen dat de realiteit na de transitie-oefening anders is. Na de transitie geldt voor een groot aantal gebruikers een verplichte overstap van nrth naar RTH. Deze verplichte overstap heeft voor deze gebruikers een zeer grote impact. 1) Omdat men bij de transitie uitgaat van 1,5u als gemiddelde duur voor een contact, eindigen heel wat gebruikers die vandaag onder deze grens ondersteuning ontvangen met veel minder ondersteuning dan wat zij nu ontvangen. Concrete situaties (zie cijfers bijlage): a) Een cliënt die vandaag wekelijks ondersteuning ontvangt voor telkens 1u/contact, komt bijgevolg op een jaartotaal van 52u ondersteuning. Omdat 1,5u wordt gehanteerd in de omzetting naar punten genereert deze cliënt 7,6 punten. Omgezet naar contacten betekent dit dat deze cliënt nog slechts gebruik kan maken van 34 contacten (dus geen wekelijkse huisbezoeken meer) binnen de nieuwe ondersteuningsvorm. Dit is een vermindering met 1/3!!! b) Een cliënt die vandaag kan steunen op zijn of haar natuurlijk netwerk al dan niet in combinatie met andere reguliere diensten en daardoor beperkt beroep doet op handicapspecifieke ondersteuning (tweewekelijks 45 min. ondersteuning) krijgt op jaarbasis 19,5u ondersteuning. De transitie-oefening maakt bijgevolg de omzetting naar 2,86 punten voor deze cliënt en dus bijgevolg ook slechts 13 contacten. Dit is een vermindering met de helft!!! c) Een cliënt die omwille van zijn of haar beperking (bijvoorbeeld ASS) slechts beperkte ondersteuning (wekelijks een 0,5u) krijgt omdat hij of zij niet meer aankan per huisbezoek genereert 26u ondersteuning per jaar. Hierdoor komt hij of zij op een puntentotaal van 3,8 punten ofwel 17 contacten. Dit is een vermindering met 2/3!!! Bovenstaande voorbeelden van concrete situaties binnen de huidige transitie-oefening maken nog maar eens duidelijk dat in tegenstelling tot de kernachtige visie van PP2020, de uitwerking resulteert in een omgekeerd effect! - aan de belofte dat men vanaf 1/1/2017 dezelfde ondersteuning verder kan ontvangen, wordt niet voldaan! Meer nog, cliënten kunnen vanaf 1/1/2017 tot zelfs met 2/3 minder aantal contacten eindigen. - Als cliënt uit situatie b of situatie c zou men strikt gezien geen verdere ondersteuning op maat kunnen krijgen omdat men binnen RTH als minimumgrens van een contact 1u stelt. De
Pagina 3 van 5 flexibiliteit die we als ambulante diensten tot op heden aan cliënten konden bieden om vraaggestuurd en op maat te kunnen ondersteunen verdwijnt dus voor deze cliënten. - Als netwerk uit situatie b zou men strikt gezien geen verdere ondersteuning (in afwezigheid van de cliënt) kunnen ontvangen omdat de regelgeving RTH dit niet toelaat. Ondersteuning, vaak onder de vorm van individuele gesprekken, die door het netwerk bijzonder waardevol en hoog ingeschat worden om hun engagement te kunnen blijven waarmaken. We kunnen dan ook nu al stellen dat, indien de draagkracht van het netwerk vermindert of het netwerk afhaakt, de cliënt zelf noodgedwongen bijkomende professionele ondersteuning nodig zal hebben. Dit druist volledig in tegen het principe van de concentrische cirkels waar vandaag door de ambulante en mobiele diensten al bijzonder sterk op wordt ingezet. 2) Omdat de verplichte overstap van trap2 naar trap1 niet beschouwd wordt als een vrijwillige overstap hebben deze cliënten geen recht op een BOB. Dit creëert niet alleen een grote ongelijkheid tussen de gebruikers, maar vormt ook een reëel risico tot verlies van ondersteuning voor cliënten wegens overgang van niet-betalende zorg naar betalende zorg. Voor vele cliënten die leven en werken in de samenleving is het immers al een hele uitdaging om te voldoen in hun basisbehoeften, zoals zorgen voor een dak boven het hoofd en voldoende eten en verwarming. Vele van deze cliënten zijn financieel zeer kwetsbaar of leven in kansarmoede. De lage drempel en toegankelijkheid van de huidige rechtstreeks toegankelijke ondersteuning, die voor vele gebruikers zo noodzakelijk is, verdwijnt hierdoor. Indien deze gebruikers ook daadwerkelijk een BOB zouden ontvangen, betekent dit voor velen van hen niet alleen een financiële vooruitgang, maar ook een garantie op de ondersteuning die zij nodig hebben. 2.2. Flexibel beroep doen op respijtzorg Flexibel inspelen op ondersteuningsnoden waarbij netwerk steunfiguren particulieren blijvend het voortouw nemen in de ondersteuning aan de volwassene met een beperking, houdt in dat er ook een flexibel aanbod van respijtzorg mogelijk moet zijn. Respijtzorg kan er voor zorgen dat er door alle partijen even bijgetankt wordt en dan verder terug samen vorm gegeven wordt aan engagementen. In de huidige plannen ontbreekt het flexibel inschakelen van respijtzorg op het moment dat het echt nodig is. 2.3. Zorgregie en prioritering Het systeem van prioritering is er op gericht dat mensen die in categorie 1 (hoogste prioriteit) vallen onmiddellijk hun budget moeten kunnen activeren. Gezien het beschikbare budget en de hoeveelheid mensen die automatisch een PvB verkrijgen (Spoedprocedure, PvB na noodsituatie, maatschappelijke noodzaak en overgang minderjarigen), kunnen we met zekerheid zeggen dat de middelen die over zijn voor categorie 2 en 3 uiterst beperkt zullen zijn. Wil nu net de inzet van onze expertise het meeste effect hebben voor mensen die zich in categorie 2 en 3 bevinden. Belangrijk hierbij is net dat de inzet ervan kan verhinderen dat mensen in categorie 1 terechtkomen en dit met een veel lagere financiële investering dan degene die nodig zal zijn als de situatie van de persoon in kwestie tot een hoog urgente is uitgegroeid. Net door het tijdig ondersteuning bieden, kunnen onze diensten er voor zorgen dat de inclusieve leefsituatie van mensen veel langer kan ondersteund worden op een draagbare wijze voor iedereen, aan een beperkte kostprijs.
Pagina 4 van 5 Zonder een gerichte ingreep, wordt het voortbestaan van bedoelde ondersteuningsvorm ernstig bedreigd en dreigt de, zo gewaardeerde expertise verloren te gaan. 3. Voorstel tot oplossing: Bijsturing gericht op (uitbreiding) RTH en verbeterde prioritering Om een antwoord te bieden aan bovengenoemde knelpunten EN om te vermijden dat de implementatie van PVF het omgekeerde effect zou hebben, pleiten we voor oplossingen op korte termijn betreffende de transitie EN beleidsopties op langere termijn: Oplossingen op korte termijn: - De transitie-oefening voor gebruikers van ambulante of mobiele ondersteuning herbekeken wordt opdat op zijn minst dezelfde ondersteuning kan worden gegarandeerd vanaf 1/1/2017. - De minimumgrens van 1u/contact verlaten wordt en dat er, gelijkaardig aan de gradatie binnen RTH dagbesteding (0,5; 1; 1,5 dagen) ook een gradatie binnen RTH mobiel/ambulant mogelijk is (bijvoorbeeld 0,5 contact = 0,11 punten). - Ook contacten met het netwerk (in afwezigheid van de cliënt) kunnen meegenomen worden in de regelgeving RTH. - Ook voor de verplichte overstappers een mogelijkheid wordt gecreëerd tot een financiële tegemoetkoming om hun ondersteuning te kunnen betalen. Beleidsopties op langere termijn: - Mogelijk maken dat respijtzorg flexibel kan worden ingeschakeld op het moment dat het echt nodig is. - Gevoelige uitbreiding van RTH. o Met 8 personeelspunten kan voor een grote groep gebruikers de inzet van de ondersteuning van onze diensten al een fundamenteel verschil betekenen in kwaliteit van bestaan en kan de bedoelde preventieve functie gerealiseerd worden. Dit kan door het voorziene luik in het uitbreidingsbeleid voor RTH te verruimen en/of het voor te behouden voor diensten die deze functie realiseren. Dit kan ook door diensten de mogelijkheid te geven bij uitstroom van PvB middelen (tot een bepaald plafond en voor budgetcategorie I) te converteren naar RTH. - Bijsturing bij toekenning van budgetten aan de categorieën van prioritisering: o Door niet enkel een percentage, maar ook een absoluut bedrag van de middelen PvB te voorzien voor categorie 2 en 3 o Door niet enkel een quotum per categorie op te leggen maar ook, over de categorieën heen een deel van het budget voor budgetcategorie I voor te behouden.
4. Bijlage I: cijfers d.d. 18-05-2016 Pagina 5 van 5 Vanuit SPOND werd bij de leden een bevraging gedaan naar de effecten van de transitie voor de (ondersteuning van ) de cliënten. De gegevens worden nog volop verzameld en verwerkt. Aangezien de deadline voor het indienen van de tool transitie van het VAPH nog niet is verstreken, beschikken we op datum van 18-05-2016 ook nog niet over de gegevens van alle leden. Op datum van 18-05-2016 werden de gegevens verwerkt van 14 organisaties FAM met cliënten die een mobiel/ambulante ondersteuning vragen. Resultaat: De bevraging behelst 1405 gebruikers binnen de nrth (FAM). Na de transitie zal ongeveer 35% van deze gebruikers (503 gebruikers) de verplichte overstap moeten maken naar RTH. Voor deze 503 gebruikers werden vorig jaar binnen FAM 17653,57 begeleidingen (huisbezoeken) geregistreerd. Ten gevolge van de gebruikte formules in de tool (met insteek dat 1 contact 1,5u bedraagt) nemen deze 503 gebruikers amper 2234,03 punten mee naar RTH waardoor er maximaal 10155 mobiele contacten zullen kunnen geboden worden. DIT IS EEN VERMINDERING VAN 43%!!!!! Als we dit bekijken op individueel niveau voor de gebruikers heeft dit een zeer grote impact: - 83,90% van de 503 gebruikers kan door de overstap naar RTH niet meer dezelfde ondersteuning krijgen (minder contacten dan binnen FAM). - 61,40% van de 503 gebruikers ontvangt ten minste 1/3 contacten minder dan in FAM! - 16,90% van de 503 gebruikers ontvangt zelfs minder dan de helft van de contacten in FAM!