Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Vergelijkbare documenten
Duurzame bemesting: omgeving

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Vrachten uit de landbouw

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Resultaten KringloopWijzers 2016

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Organische stof Impact op waterhuishuishouding

Manifest. Organische stof: leven in de Nederlandse bodem

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

Handleiding precisiebemesting grasland met circulaire meststoffen

Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland

Bodem en Water, de basis

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Wachten op geschikte bodemtemperatuur voor mesttoediening kost opbrengst!

Resultaten Koeien & Kansen en De Marke

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

Kennismiddagen 2017

Waarde van bodemvruchtbaarheid. Oene Oenema. Wageningen University & Research

Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar Bemesting op maat!

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Verbeter de water- en bodemkwaliteit én uw rendement subsidieregeling precisiebemesting voor agrarische ondernemers in Noord-Brabant en

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Optimalisatie peilbeheer St.Anthonis-Boxmeer. Streekbijeenkomst augustus 2018

Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord

Goede. Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 19A

KringloopWijzer. Johan Temmink

Eindrapport Project Winterswijk-Oeding,

Het inventariseren van kennisvragen over bodem en bemesting binnen de deelnemers van Vruchtbare Kringloop in de Achterhoek en de Liemers

Organische stof: Impact op bodem en bodemleven

Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens,

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

LTO-inzet 6 e Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Onderzoeksresultaten peilgestuurde drainage, stroomgebied Hupselse Beek

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

Organische stof, meer waard dan je denkt

7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel

Bodem en bemesting: Regelgeving, knelpunten en kansen voor de biologische glastuinbouw. Willemijn Cuijpers (LBI) Oude Leede, 4 februari 2010

De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland

MestverwerkiNG moet de waterkwaliteit verder verbeteren. Van water en mest

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

Duiding van trends in uit- en afspoeling

De bodem, weerloos én weerbaar

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Lessen en Uitdagingen uit Duurzaam Bodembeheer Utrecht West.

Welke mineralen passen bij de akkerbouw?

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik

Leidt Europese mestbeleid tot knelpunten voor de bodem?

Mestverwerking in De Peel

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

BOEREN! VALT DAAR MEE TE PRATEN DAN?

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017

Datum 20 januari 2015 Betreft Reactie op verzoek om brief over bodemgezondheid en -vruchtbaarheid

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Fosfor in de landbouw

ALGEMEEN. 1. Projecttitel Strategieën voor optimale inzet van mest, mestproducten en kunstmesttypen. 2. Programmatitel -

meststoffen rijenbemesting in mais groei door kennis

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans

TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007

Dierlijke mest. Inleiding

Peeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel:

Kansen voor de afzet van slib in de landbouw?

Verklaring van variaties in ammoniakemissie bij mesttoediening en identificatie en kwantificering van de belangrijkste invloedsfactoren

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

Kennisontsluiting. Bodembiodiversiteit. Voor adviseurs, docenten en bedrijfsbegeleiders. Inhoud van het kennispakket.

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Beter waterbeheer en - kwaliteitsmanagement begint op de akker

Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma

Brochure en poster bemesting

Biomassa in het Haarloseveld Olden- Eibergen Organische stof tot nadenken. Inleiding

EM Onderzoek op blijvend grasland

Rapport 1726.N.17 Bodem- en waterkwaliteit in het beheergebied van Wetterskip Fryslân

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro

De waarde vergroten van het digestaat van een mestvergister

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Nitraatuitspoeling en stikstofoverschot op de bodembalans: verschillen tussen regio s en tussen gewassen.

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Transcriptie:

Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting

Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap Aa & Maas Auteur(s) : Gerard H. Ros (NMI) Hans Kros (WenR) Job de Pater (NMI) 2019 Wageningen, Nutriënten Management Instituut NMI B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit de inhoud mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Nutriënten Management Instituut NMI. Rapporten van NMI dienen in eerste instantie ter informatie van de opdrachtgever. Over uitgebrachte rapporten, of delen daarvan, mag door de opdrachtgever slechts met vermelding van de naam van NMI worden gepubliceerd. Ieder ander gebruik (daaronder begrepen reclame-uitingen en integrale publicatie van uitgebrachte rapporten) is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NMI. Disclaimer Nutriënten Management Instituut NMI stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens NMI verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Verspreiding Waterschap Aa & Maas, waterschap de Dommel, provincie Brabant, ZLTO

Inhoud pagina Samenvatting 2 Samenvatting Uitgebreid 3 1 Inleiding 5 2 De bemestingspraktijk en waterkwaliteitsopgave 7 2.1 Mestverdeling 7 2.2 Belasting oppervlaktewater 8 3 Mestbewerking en waterkwaliteit 10 3.1 Effecten van mestbewerking: de theorie 10 3.2 Effecten van mestbewerking: modelberekeningen 13 3.3 Bemesting in de praktijk 18 3.4 Effecten van Duurzaam Bodembeheer en Precisiebemesting 19 4 Conclusie 22 Literatuur 24 Bijlage I. Evaluatie modelstudie uit 2009 26 Bijlage II. Modelresultaten modelstudie uit 2009 38

2 Samenvatting De landbouw binnen het beheergebied van waterschap Aa en Maas staat voor de opgave om bodembeheer en bemesting zo uit te voeren dat de verliezen van stikstof en fosfor naar het watersysteem worden beperkt. De inzet van mestbewerking biedt hiervoor potentie omdat dit het mogelijk maakt om beter te sturen op de agronomische behoefte van gewassen. De voorliggende studie is uitgevoerd om inzicht te geven in de effecten van mestbewerking en een duurzame bemestingspraktijk op de waterkwaliteit. Mestbewerking heeft potentie om de waterkwaliteit voor stikstof te verbeteren, zeker in combinatie met een bemestingsstrategie waarmee gestuurd wordt de 4xR principes: bemesten op het juiste tijdstip, met de juiste meststof, op de juiste locatie en met de juiste hoeveelheid. Via mestbewerking kan beter gestuurd worden op de juiste meststof waarmee vervolgens de N-belasting van het oppervlaktewater met 6 tot 11% kan worden verlaagd. Hiermee kan de KRW-opgave voor de belasting vanuit de landbouw in alle vanggebieden worden gerealiseerd. Het effect van de inzet van bewerkte mest op de N-concentraties in het oppervlaktewater is groter op zandgronden dan op kleigronden. Ook gebieden met een hoge grondwaterstand in de winter of diepe grondwaterstand in de zomer laten een groter effect zien. Dit omdat daar het uitspoelingsrisico het grootst is. Mestbewerking kan in theorie ook het risico op P-afspoeling verkleinen, maar dit vereist grote aanpassingen in de huidige bemestingspraktijk als ook een lange adem in verband met de hoge historische P-voorraad in de bodem. Duurzaam bodembeheer en de inzet van precisiebemesting maken het mogelijk om met dezelfde mestgift een hogere gewasproductie te realiseren, dan wel met een lagere mestgift de huidige gewasopbrengst te realiseren. Als resultaat daarvan zullen er minder nutriënten uit- en afspoelen naar het oppervlaktewater. De mogelijke reductie in N- en P-belasting kan oplopen tot 25% voor stikstof en tot 8% voor fosfaat. Conclusie: De doelen voor grond- en oppervlaktewater voor wat betreft stikstof liggen binnen handbereik zodra bewerkte meststoffen op een duurzame wijze worden ingezet. Een duurzame bemestingspraktijk (lees ook: het vakmanschap van de ondernemer) is hierbij het meest sturend. De beschikbaarheid van bewerkte meststoffen geeft meer mogelijkheden om die duurzame bemestingspraktijk vorm te geven. Extra inzet is nodig om de doelen voor fosfor te realiseren.

3 Samenvatting Uitgebreid Internationaal wordt in de agronomie vanuit duurzaamheidsoogpunt gestuurd op de 4xR strategie: de juiste plaats, het juiste tijdstip, de juiste meststof en de juiste dosering. Vanuit deze strategie is mestbewerking een interessante technologie omdat mestbewerking het mogelijk maken om beter te sturen op de agronomische behoefte van gewassen. Bijkomend voordeel is dat een hogere benutting van de toegediende nutriënten zorgt voor verlaging van ammoniakemissie en de uitspoeling naar het watersysteem. De voorliggende studie evalueert de mogelijkheden van mestbewerking om de uit- en afspoeling van stikstof en fosfor naar het oppervlaktewater te verminderen voor het beheergebied van Aa en Maas. Bewerkte en onbewerkte mest kunnen op verschillende manieren het gedrag van fosfaat in de bodem beïnvloeden. Via mest komt er direct extra P in de bodem. Daarnaast kan een meststof een direct effect op bodemprocessen die bepalen of fosfaat ook daadwerkelijk in oplossing komt én uit kan spoelen. Indirect kan een meststof ook invloed hebben op de zuurgraad van de bodem, de bodemstructuur, het watervasthoudend vermogen en de bewortelbaarheid. Op deze manier kan bij dezelfde hoeveelheid mest meer gewas worden geproduceerd, en de P-concentratie in de bodem worden verlaagd. De hoge P-verzadiging in de landbouwbodem van het beheergebied én de huidige bemestingspraktijk zorgen er echter voor dat een verlaging van de P-belasting erg moeilijk (dan wel niet onmogelijk) te realiseren is zonder ingrijpende maatregelen in de bemestingspraktijk. In tegenstelling tot fosfaat wordt het gedrag van stikstof sterk gestuurd door microbiële processen. Het nauwkeurig afstemmen van de bemesting op de gewasbehoefte (over de tijd en de ruimte) is de beste manier om de uit- en afspoeling van nitraat te beperken. Mestbewerking kan hierop inspelen omdat het mogelijkheden geeft die meststof te selecteren die minimale effecten heeft op de waterkwaliteit. De vorm van de aanwezige stikstof, de zuurgraad en de kwaliteit van de organische stof sturen daarbij het risico op uitspoeling. De meerwaarde van mestbewerking voor de waterkwaliteit in het beheergebied van Aa en Maas is dat: Mestbewerking het risico op N-afspoeling naar het oppervlaktewater verlaagt zodra er beter gestuurd kan worden op het vrijkomen van N (de timing van bemesting), de plaatsing (in de rij, met zodenbemester, etc.) en de hoogte van de werkzame N-gift. Als deze factoren niet wijzigen, dan blijft het werkzame N-overschot gelijk en zal de N-afspoeling weinig tot niet veranderen. Mestbewerking het risico op N-uitspoeling naar het grondwater verlaagt zodra er beter gestuurd kan worden op de timing, plaatsing en dosering van de meststof (d.w.z. het voorkomen van verliezen tijdens piekbuien) en het vrijkomen van stikstof na de groeiperiode van het gewas. Dit laatste kan door minder aanvoer van producten met veel organische stof. Mestbewerking kan het risico op P-afspoeling verkleinen, maar dit vereist grote aanpassingen in de huidige bemestingspraktijk als ook een lage adem in verband met de hoge historische P- voorraad in de bodem. Duurzaam bodembeheer en de inzet van precisiebemesting maken het mogelijk om met dezelfde mestgift een hogere gewasproductie te realiseren, dan wel met een lagere mestgift de huidige gewasopbrengst te realiseren. Als resultaat daarvan zal er minder N uit- en afspoelen naar het oppervlaktewater. De mogelijke reductie in N- en P-belasting via bodembeheer en bemesting varieert tussen klei en zandgronden waarbij de effecten voor N (die oplopen tot 25%) groter zijn dan die voor P (die oplopen tot 8%). Er is een nutriëntenopgave voor meer dan 80% van de waterlichamen in het beheergebied van Aa en Maas. In de vanggebieden met een N-opgave moet de uit- en afspoeling van N vanuit landbouwbodems met 0,01 tot 6,1 kg ha -1 worden verlaagd. Als dit alleen door een efficiëntere bemesting moet plaatsvinden,

4 dan vereist dit een reductie in het overschot van gemiddeld 30 kg N ha -1. De gemiddelde opgave voor alle vanggebieden ligt op een N-reductie van 7%, terwijl deze maximaal kan oplopen tot 21%. Omdat via goed bodembeheer en de inzet van precisiebemesting de N-belasting met 25% kan worden verlaagd, is het mogelijk om hiermee de KRW-opgave te realiseren. Als er alleen gebruik wordt gemaakt van de juiste (bewerkte) meststof zonder aanvullende maatregelen dan kan op lange termijn de N-belasting met 6 tot 11% worden verlaagd. In deze situatie kan er voldoende organische stof worden aangevoerd om de bodemkwaliteit op lange termijn stabiel te houden. Als alle organische mest wordt geëxporteerd, dan is er op lange termijn een grotere daling in de N-belasting van het watersysteem, maar dit resulteert ook in een dalend organische stofgehalte en een halvering van het N-leverend vermogen. De daadwerkelijke effectiviteit van de gekozen maatregelen hangt uiteraard samen met de implementatiegraad van de uitgevoerde maatregelen, en kan lokaal sterk variëren afhankelijk van aanwezige bodems en voorkomende bodemproblemen. De resultaten uit deze studie laten daarmee zien dat het mogelijk is om via duurzaam agrarisch bodembeheer en de Goede Landbouwpraktijk (inclusief de keuze voor het juiste mest) de stikstofopgave voor de KRW te realiseren. Conclusie: De doelen voor grond- en oppervlaktewater voor wat betreft stikstof liggen binnen handbereik zodra bewerkte meststoffen op een duurzame wijze worden ingezet. Een duurzame bemestingspraktijk (lees ook: het vakmanschap van de ondernemer) is hierbij het meest sturend. De beschikbaarheid van bewerkte meststoffen geeft meer mogelijkheden om die duurzame bemestingspraktijk vorm te geven. Extra inzet is nodig om de doelen voor fosfor te realiseren.