Insecten van de Goese Heggen 2004



Vergelijkbare documenten
2010 WILDE BESTUIVERS IN APPEL- EN PERENBOOMGAARDEN IN DE BETUWE MENNO REEMER & DAVID KLEIJN

De Groene Long Bij-vriendelijk-er. sturen op meer micromilieus

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Vlinders in de vogelakkers van de gemeente Eersel In vergelijking met de regulier verpachte akkers

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010

ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE)

Landelijk meetnet vlinders

Resultaat vlinder monitoring Juli 2013

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1

Nulmeting bijenfauna Gooiseweg Zeewolde

Landelijk Meetnet Vlinders

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Dagvlinders vouwen in rust hun vleugels verticaal, recht boven hun lijf samen (met één uitzondering: de dikkopjes).

Vaste planten in de openbare ruimte. Een onderzoek naar biodiversiteit in de binnenstad. Kars Klein Wolterink Jeroen Schneider

Bijen in Stappengoor Inventarisatie van de wilde bijen op de wilgen

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen!

Bijen- en insectengidsje van Delftse tuinen Een compilatie van waargenomen soorten bijen en insecten

Resultaten Tuinvlindertelling

Boeren voor bijen. Bijensymposium 22 oktober Pieter Verdonckt inagro vzw

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

Witjes in Waasland Noord

VLIEGEN, BIJEN EN ZALTBOMMEL WESPEN IN DE UITERWAARDEN ROND MENNO REEMER & FRANK VAN DER MEER 2002

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

Landelijk meetnet vlinders

Verslag inventarisatie bijen en angeldragende wespen (Hymenoptera: Aculeata) in Westduinpark en Bosjes van Poot 2015

Insecten in Maïsranden 2010

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 6 september 2017, Kronenberg

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers

Liefhebbers van open zand

Donkere rimpelrug (Andrena bimaculata) in roggeakkers op de Duivelsberg

INVENTARISATIE DAGVLINDERS AWZI 2012

Diversiteit van bestuivers behouden en bevorderen

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 24 januari 2018, Zwartewaal

Wilde bijen in natuur- en groenbeheer. Ivo Raemakers Menno Reemer

Inpassingsplan Kavel B (zuidelijke kavel) Leiweg VM aanleg 3000 m 2 natuur

DAGVLINDERS WOUDSE BOS 2013 VLINDERMONITOR

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

De Wiershoeck- Schoolwerktuin, woensdag 13 november 2013

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

BIJEN IN LEEUWARDEN. Thijs Gerritsen & Bart Franken

Bij-vriendelijk Beheer

Landelijk Meetnet Vlinders

Jaarverslag 2009 Samenstelling: Henk Wagenaar

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 27 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

Nulmeting vlinders en bijen in graslanden van midden-fryslân

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

Keuzedeel: De levende tuin. 6: fauna

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 8 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

FAB2 Onderdeel Bovengronds

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

Insecten in de duinen

Landelijk meetnet vlinders

Jaarverslag 2008 Samenstelling: Henk Wagenaar

Bijen en volkstuinen

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

Wat hebben bijen nodig?

Jaaroverzicht Dagvlindermonitoring 2018

Van Akkerranden tot Functionele-Agro-Biodiversiteit. Dave Dirks, 26 januari 2017, Maasbree

Negentien jaar zweefvliegen in een tuin in Appingedam: een methodologische en ecologische analyse

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

Oevers 2x maaien Oever 2

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster,

Hans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013

Sprinkhanen en krekels

Een impressie over zweefvliegen in het Waasland. Marc Bogaerts 24 november 2012

Kleurkeur: keurmerk voor goed bermbeheer. Context: steeds minder insecten. -76% insectenbiomassa Anthonie Stip

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 november Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Jaarverslag 2012 Samenstelling: Henk Wagenaar

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Blije bijen ontdekkingsroute

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

MET DE VLINDERWERKGROEP NAAR DE HEEMTUIN RUCPHEN

Spelen met apps. Groepsdiscussie

Bermenplan Assen. Definitief

VERSLAG DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS VLINDERROUTE boomblauwtje

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

EIKENPROCESSIERUPS EN BIODIVERSITEIT. Hellingman Onderzoek en Advies BV

Typische Brabantse bijen. Menno Reemer, Ivo Raemakers, Tim Faasen & John Smit EIS Kenniscentrum Insecten & Ecologica

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Jaarverslag 2010 Samenstelling: Henk Wagenaar

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Gemeente Heusden Quick-scan Wethouder van Buulweg Nieuwkuijk

DAGVLINDERS: WOUDSE BOS 2009

Inspiratiemiddag W&T: De wereld van planten

BIJENGIDSJE. Ontdek de bijen en hommels die in het voorjaar in de tuin vliegen. Wat zoemt er in jouw achtertuin?

Transcriptie:

Insecten van de Goese Heggen 2004

Insecten Onderzoeksbureau Baaijens Onderzoek en advies Insecten van de Goese Heggen 2004 A.M. Baaijens Inhoud 1. Inleiding.. 1 2. Geselecteerde insectengroepen 1 2.1 Functie van insecten 1 3. Werkmethode.. 2 4. De resultaten van het eerste jaar (2004).. 2 5. Verwachting voor de komende jaren.. 4 Tabel 1 Dagvlinders en dagactieve nachtvlinders: route Wilhelminapolder 5 Tabel 2 Dagvlinders en dagactieve nachtvlinders: route s Heer Arendskerke.. 6 Tabel 3 Wespen en Wilde bijen: route Wilhelminapolder.. 7 Tabel 4 Wespen en Wilde bijen: route s Heer Arendskerke. 8 Tabel 5 Zweefvliegen: route Wilhelminapolder.9 Tabel 6 Zweefvliegen: route s Heer Arendskerke..10 Tabel 7 Sprinkhanen: route Wilhelminapolder. 11 Tabel 8 Sprinkhanen: route s Heer Arendskerke.. 11 Literatuur 12

1. Inleiding In 2004 is het Project Goese Heggen van start gegaan. Rondom de gemeente Goes is op diverse landbouwpercelen een totale lengte van 8,6 km aan heggen aangeplant. De inheemse struiken zijn geplant in drie rijen. Daarnaast is een strook kruiden en een strook gras ingezaaid (zie front). Gedurende 8 jaar (2004-2011) zal de ontwikkeling van de entomofauna (insecten) van de Goese Heggen gevolgd worden. Daarvoor zijn twee route s geselecteerd van 500 meter lengte. Er is gekozen voor een route in het oude kleinschalige landschap en een route in een jonge grote polder. De eerste route is gelegen op een klein perceel in oudland gebied bij s-heer Arendskerke. De tweede route is gelegen aan de rand van een groot perceel in de relatief jonge Wilheminapolder tussen Goes en Wolphaarsdijk. route Wilhelminapolder (boven) route s Heer Arendskerke (onder) 2. Geselecteerde insectengroepen De geselecteerde insectengroepen zijn actueel in natuurbeheer en overheidsbeleid. De status van de soorten van de geselecteerde groepen is in Nederland goed bekend en van dagvlinders, sprinkhanen en wilde bijen zijn zelfs Rode Lijsten beschikbaar. Diverse soorten staan bekend als belangrijke kwaliteitsindicators. Van dagvlinders bestaat al vanaf 1990 een landelijk monitorring-meetnet. 2.1 Functie van insecten Dagvlinders hebben een hoge aaibaarheidsfactor. Voor dagvlinders is landelijk een monitorring-methode ontwikkeld om de ontwikkeling van soorten in Nederland te kunnen volgen. Inrichting en beheer van terreinen kunnen aan de hand daarvan worden aangepast. Wilde bijen (bijvoorbeeld hommels) kunnen een belangrijke rol spelen bij de bestuiving van gewassen, het is een kritische groep met veel Rode Geselecteerde groepen 1. Dagvlinders 2. Dagactieve nachtvlinders 3. Wilde bijen 4. Wespen 5. Zweefvliegen 6. Sprinkhanen Lijstsoorten.Wespen zijn jagers die belangrijk kunnen zijn bij het reguleren van plaaginsecten. De volwassen dieren eten zelf veelal stuifmeel of nectar van bloemen maar verzamelen prooien (ander insecten zoals luizen, vliegen, cicaden en kevers ed.) om hun larven mee te voeden.van de zweefvliegen leeft het larve stadium van 44% van de soorten van bladluizen, een ander groot deel leeft als bacterie zevende larve in water. Van zweefvliegen kan veel ecologische informatie verzameld worden omdat er veel verschillende soorten zijn. Sprinkhanen vormen een belangrijke voedselbron voor zoogdieren en vogels. De meeste sprinkhanen zijn herbivoor (eten voornamelijk grassen); enkele soorten zijn carnivoor en eten andere insecten. 1

3. Werkmethode Er zijn 10 meetmomenten per jaar gepland: 1x in april; 2 x in mei; 2x in juni, 2 x in juli; 2 x in augustus en 1 x in september. Er is voor tweewekelijkse monitorring gekozen vanaf april vanwege de verschillende vliegtijden van de diverse soorten insecten door het seizoen heen. Voor het onderzoek aan dagvlinders wordt gebruik gemaakt van de Handleiding Landelijk Meetnet Vlinders. Voor het onderzoek aan dagvlinders langs de Goese Heggen worden zoveel mogelijk de richtlijnen gevolgd van de genoemde handleiding. Dit om de resultaten eventueel te kunnen vergelijken met andere onderzoeksgegevens over dagvlinders. Een belangrijke richtlijn is het onderverdelen van de routes in secties van 50 meter. Er mag alleen geteld worden bij gunstig weer, d.w.z. bij een temperatuur tussen 13 en 17 C wordt alleen geteld als er minder dan 50% bewolking is en minder windkracht dan 5 Beaufort. Bij een hogere temperatuur mag ook geteld worden als er meer dan 50% bewolking is. Tijdens de telling loopt men rustig in een rechte lijn de route, waarbij 2,5 meter van opzij aan beide kanten en 5 meter voor en boven de vlinders geteld worden. Verschil met de landelijke methode is dat er niet wekelijks maar tweewekelijks geteld wordt. De grotere en op zicht herkenbare soorten worden geteld, voor kleinere en op zicht niet te herkennen soorten wordt met een insectennet regelmatig door de begroeiing gesleept om de insecten te verzamelen. Bij de analyse van de gegevens zal worden gekeken naar de biotoopvoorkeur van de soorten en relatie met planten en bloemen. Bij vlinders worden, hoewel er soms overlap is, drie ecologische groepen onderscheiden: bossoorten, graslandsoorten en soorten van cultuurlandschap. Bij zweefvliegen is er een ecologische indeling (Barendrecht 2001) te maken in bos/zoom-, grasland/moeras en soorten die overal te vinden zijn (cultuur/ruderaal). De verdeling van zweefvliegen naar ecologische groepen gebaseerd op larvale microhabitat en larvale voeding is eveneens interessant: carnivoor (larven eten bladluizen op planten), fytofaag (larven in planten), saproxylisch (larven in dood hout), aquatisch (larven leven van micro-organismen in water). Sprinkhanen worden geïnventariseerd op geluid en in een enkel geval op zicht. De meeste insecten worden per stuk geteld maar bij zweefvliegen worden vaak hoge aantallen gezien die moeilijk exact te tellen zijn. Een schatting maken en daarbij een indeling in enkele categorieën maken is daarom overzichtelijker. Met de waarden 1-4 wordt de aantallenwaarde (talrijkheid) van zweefvliegen aangeduid: 1 exemplaar = 1 2-10 = 2 11-100 = 3 meer dan 100 = 4 Bij de overige groepen (behalve vlinders) wordt mogelijk voor de komende jaren dezelfde berekening gehanteerd. Dit hangt af in welke aantallen de soortpopulaties zich ontwikkelen in de komende jaren. In ieder geval wordt het aantal soorten en de talrijkheid gemeten. Bij dagvlinders wordt het gemiddeld aantal vlinders per sectie van 50 meter berekend (aantallenwaarde). 4. De resultaten van het eerste jaar (2004) Daar de heggen in 2003, een deel pas in 2004, aangeplant zijn en de kruidenranden pas in 2004 zijn ingezaaid kon er in dit eerste jaar voor het eerst pas in juni geteld worden. Tot die tijd was er alleen nog maar kale grond en kleine struikjes die hard hun best deden om aan te slaan. Dit betekende voor 2004 een onvolledige telling van 6 rondes i.p.v de beoogde 10. Het eerste jaar is dus onvolledig, maar leverde wel al interessante informatie op. Er werd een nieuwe sprinkhaan voor Zeeland waargenomen: de sikkelsprinkhaan (Phaneroptera falcata). Mogelijk is deze in het eistadium meegekomen met plantmateriaal. De grote vraag is of er meer exemplaren zaten en vervolgens of de soort zich heeft voortgeplant. Sprinkhanen waren verder nog nauwelijks aanwezig, niet vreemd omdat zij minder mobiel zijn dan de gevleugelde insecten. Aan de Wilhelminapolder werden slechts van 3 soorten enkele zingende mannetjes gehoord, bij s heer Arendskerke slechts één soort. Op de akker bij s-heer Arendskerke was een behoorlijke kolonie aanwezig van het parkbronsgroefbijtje (Halictus tumulorum) met de bijbehorende koekoeksbij Specodes ephippius (bosbloedbij). De bosbloedbij is zelfs een Rode Lijstsoort (kwetsbaar). De parkbronsgroefbijtjes waren zeer geïnteresseerd in de massaal aanwezige kamillebloemen. Opvallend regelmatig was ook het vliegen vangende graafwespje Lindenius albilabris aanwezig. De drie bovengenoemde soorten zijn misschien wel typische akkersoorten. De ondergrondse nestjes liggen waarschijnlijk aan de ongestoorde slootkant. Zeer opvallend was de massale aanwezigheid op beide akkers van de zweefvlieg Cheilosia vernalis (kust-gitje). De larven leven in de stengels van kamilleplanten, gezien de massale aanwezigheid van kamille dus goed te verklaren. 2

De Goese Heg in de Wilhelminapolder op 29 juni 2004: de eerste telronde voor insecten Dankzij de ingezaaide rolklavers heeft het icarusblauwtje zich al op beide kruidenranden gevestigd. Op de (witte)klavers van de Wilhelminapolder werd van de zeldzame klaverdikpoot (een bij van de Rode Lijst) zelfs 5 exemplaren geteld. In de Wilhelminapolder was aan twee langs vliegende oranje luzernevlinders te zien dat vlinders graag de structuur van de heg volgen. De resultaten van de Goese Heggen bij Wilhelminapolder waren beter dan die bij s Heer Arendskerke. Op de akker van de Wilhelminapolder waren klavers ingezaaid tussen de struiken, wat mogelijk de reden is voor de afwijkende resultaten. Opvallend was het hoge aandeel zweefvliegen waarvan de larve aquatisch leeft. Vooral bij de Wilhelminapolder werden hoge aantallen gezien. De directe nabijheid van de Oosterschenge en mogelijk ook de (vochtige) graslanden van de Heerenpolder en De Poel zijn daar waarschijnlijk debet aan. Goese heg bij s Heer Arendskerke op 29 augustus 2004: de geelbloeiende rolklavers trekken al veel insecten 3

5. Verwachting voor de komende jaren Persoonlijk heb ik wat betreft de insectenfauna van de Goese Heggen voor de toekomst hoge verwachtingen. Door aanwezigheid van structuur en beschutting in de vorm van heggen zullen veel soorten zich ook daadwerkelijk vestigen. Een tweede positief punt is dat diverse soorten specifiek gebonden zijn aan inheemse struiksoorten als wilg, sleedoorn en braam welke juist in het de heggen volop aanwezig zijn. Met name voor dagvlinders en zweefvliegen worden soorten onderverdeeld in ecologische groepen. Vooral de verschuivingen in de ecologische groepen is interessant. Door de heggen zullen bos- en zoomsoorten zich gaan vestigen of toenemen. Van dagvlinders is in 2004 nog geen enkele bossoort geteld, maar van zweefvliegen hebben de eerste soorten zich al gemeld. In de vervolgjaren zal steeds goed gekeken welke planten- en struiksoorten welke betekenis hebben voor de diverse soorten. Op 17 september 2004 zagen de kruidenranden er bijzonder fraai uit 4

Tabel 1 Dagvlinders en dagactieve nachtvlinders: route Wilhelminapolder route Wilhelminapolder 10 secties a 50 meter Soorten dagvlinders: 8 soorten dagactieve nachtvlinders: 3 soorten Dagvlinders 1 Zwartsprietdikkopje 1 12 4 17 0.56 Grasland 2 Icarusblauwtje 1 1 18 1 2 23 0.46 Grasland 3 Oranje zandoogje 125 2 1 2 130 3.25 Grasland 4 Bruin zandoogje 18 1 2 21 0.7 Grasland 5 Groot koolwitje 2 2 0.2 Cult/rud. 6 Klein koolwitje 2 3 20 5 9 39 0.78 Cult/rud. 7 Klein geaderd witje Cult/rud. 8 Oranje luzernevlinder 2 2 0.2 Cult/rud. 9 Atalanta 2 0.2 Cult/rud. Dagactieve nachtvlinders 10 Klaverspanner 2 1 3 0.15 Grasland 11 Jacobsvlinder 1 1 0.1 Grasland 12 Gamma-uil 14 1 6 2 23 0.56 Cult/rud. Dagvlinders: Grasland: 4 soorten Cultuur/ruderaal: 5 soorten Bos: geen Aantallenwaarde cumulatief: 6.35 Dagactieve nachtvlinders: Grasland: 2 soorten Cultuur/ruderaal: 1 soort Aantallenwaarde cumulatief: 0.81 exemplaren aantallenwaarde biotoop 5

Tabel 2 Dagvlinders en dagactieve nachtvlinders: route s Heer Arendskerke route s-heer Arendskerke 10 secties á 50 meter Soorten dagvlinders: 10 soorten dagactief: 3 soorten Dagvlinders 1 Zwartsprietdikkopje 4 27 5 36 1.2 Grasland 2 Icarusblauwtje 8 2 10 0.5 Grasland 3 Oranje zandoogje 3 3 0.3 Grasland 4 Bruin zandoogje 5 1 6 0.3 Grasland 5 Groot koolwitje 1 1 2 0.1 Cult/rud. 6 Klein koolwitje 1 2 2 1 1 7 0.14 Cult/rud. 7 Klein geaderd witje 1 1 1 3 0.1 Cult/rud. 8 Atalanta 1 1 0.1 Cult/rud. 9 Distelvlinder 2 1 3 0.15 Cult/rud. 10 Kleine vos 3 3 0.3 Cult/rud. Dagactieve nachtvlinders 11 Klaverspanner 3 3 0.3 Grasland 12 Jacobsvlinder 1 1 0.1 Grasland 13 Gamma-uil 1 11 2 2 16 0.4 Cult/rud. exemplaren aantallenwaarde biotoop Dagvlinders: Grasland: 4 soorten Cultuur/ruderaal: 6 soorten Bos: geen Aantallenwaarde cumulatief: 3,19 Dagactieve nachtvlinders: Grasland: 2 soorten Cultuur/ruderaal: 1 soort Aantallenwaarde cumulatief: 0,8 6

Tabel 3 Wespen en Wilde bijen: route Wilhelminapolder route Wilhelmina polder 10 secties á 50 meter Soorten wespen: 5 soorten bijen: 15 soorten Wespen Nederlandse naam 1 Ancistrocerus spec metselwesp 1 1 2 2 Vespula germanica duitse wesp 1 1 3 Crossocerus wesmaeli 1 4 Lindenius albilabris 1 1 1 3 Rhopalum gracile 5 Trypoxylon attenuatum pottenbakkerswesp 1 1 Mimumesa unicolor Wilde bijen 1 Andrena spec. zandbij soort 1 1 2 Andrena spec. zandbij soort 1 1 3 Andrena bicolor tweekleurige zandbij 1 1 2 4 Andrena flavipes grasbij 2 2 5 Apis mellifera* honingbij 2 20 100 100 100 50 372 6 Bombus lapidarius steenhommel 3 2 2 7 7 Bombus lucorum veldhommel 2 2 2 6 8 Bombus pascuorum akkerhommel 2 6 6 3 17 9 Bombus terrestris aardhommel 2 2 Bombus bohemicus tweekleurige koekoekshommel Bombus campestris gewone koekoekshommel 10 Colletes fodiens duinzijdebij 2 2 11 Halictus tumulorum parkbronsgroefbij 1 3 4 Lasioglossum spec. Groefbij soort 12 Lasioglossum matte bandgroefbij 1 1 leucozonium 13 Lasioglossum villosulum biggenkruidgroefbij 1 1 2 14 Specodes ephippius bosbloedbij 1 1 15 Melitta leporina klaverdikpoot 5 5 exemplaren Geen ecologische verdeling Rode Lijst soorten: Specodes ephippius, bosbloedbij: RL Kwetsbaar Koekoeksbij van parkbronsgroefbij Melitta leporina, klaverdikpoot: RL kwetsbaar * De honingbij is uiteraard geen wilde bij, maar een gedomesticeerde bij van de imkerij. Honingbijen zullen worden meegeteld tijdens het onderzoek. De aantallen zijn schattingen:100 staat voor meer dan 100 exemplaren 7

Tabel 4 Wespen en Wilde bijen: route s Heer Arendskerke route s Heer Arendskerke 10 secties a 50 meter Soorten wespen: 3 soorten bijen: 12 soorten Wespen Ancistrocerus spec metselwesp Vespula germanica duitse wesp Crossocerus wesmaeli 1 Lindenius albilabris 1 2 1 4 2 Rhopalum gracile 1 1 Trypoxylon attenuatum pottenbakkerswesp 3 Mimumesa unicolor 1 1 Wilde bijen Andrena spec. zandbij soort Andrena spec. zandbij soort 1 Andrena bicolor tweekleurige zandbij 1 1 Andrena flavipes grasbij 2 Apis mellifera* honingbij 5 100 100 100 100 50 455 3 Bombus lapidarius steenhommel 5 1 6 4 Bombus lucorum veldhommel 2 2 4 5 Bombus pascuorum akkerhommel 1 1 2 6 Bombus terrestris aardhommel 2 2 7 Bombus bohemicus tweekleurige koekoekshommel 1 1 8 Bombus campestris gewone koekoekshommel 1 1 Colletes fodiens duinzijdebij 9 Halictus tumulorum parkbronsgroefbij 5 8 2 6 5 26 10 Lasioglossum spec. groefbij soort 1 1 11 Lasioglossum matte bandgroefbij 1 1 leucozonium Lasioglossum villosulum biggenkruidgroefbij 12 Specodes ephippius bosbloedbij 1 1 2 Melitta leporina klaverdikpoot exemplaren Geen ecologische verdeling Rode Lijst soorten Specodes ephippius, bosbloedbij: RL kwetsbaar Koekoeksbij van parkbronsgroefbij * De honingbij is uiteraard geen wilde bij, maar een gedomesticeerde bij van de imkerij. Honingbijen zullen worden meegeteld tijdens het onderzoek. De aantallen zijn schattingen:100 staat voor meer dan 100 exemplaren 8

Tabel 5 Zweefvliegen: route Wilhelminapolder route Wilhelmina polder 10 secties á 50 meter soorten (25 soorten) Wetenschappelijk Nederlandse naam 1 Cheilosia vernalis kust-gitje 2 2 3 3 2 3 fy Zoom kamille 2 Rhingia campestris gewone snuitvlieg 2 or Overal mest 3 Lejogaster metallina gewoon glimlijfje 2 aq Moeras 4 Lejogaster tarsata moeras-glimlijfje 1 2 2 aq Moeras 5 Eristalinus weidevlekoog 2 2 aq grasland sepulchralis 6 Eristalinis aeneus kustvlekoog 2 1 aq zilt 7 Eristalis abusivus kust-bijvlieg 1 1 aq kust 8 Eristalis arbustorum kleine bijvlieg 2 2 2 2 3 aq Overal 9 Eristalis nemorum punt-bijvlieg 1 2 aq Overal 10 Eristalis pertinax kegel-bijvlieg 1 aq Overal 11 Eristalis tenax blinde bij 4 3 3 3 3 3 aq Overal 12 Eumerus strigatus gewone bollenzwever 2 2 1 2 fy Tuin/landbouw Geb. Bollen 13 Syritta pipiens menuet zweefvlieg 2 2 2 2 3 or Overal 14 Pipizella varipes gewone langspriet -platbek 1 ca Zoom 15 Melanostoma gewone driehoekzweefvlieg 2 3 2 2 3 2 ca Overal mellinum 16 Platycheirus mica-platvoetje 1 1 2 ca Bos albimanus 17 Platycheirus snuitplatvoetje 1 ca Zoom manicatus 18 Platycheirus peltatus scheefvlek-platvoetje 1 ca Zoom 19 Pyrophaena klompvoetje 1 ca Grasland (nat) granditarsa 20 Episyrphus balteatus snorzweefvlieg 2 3 2 2 1 ca Overal 21 Eupeodes corollae terrasjes-kommazwever 2 3 2 2 ca Overal 22 Eupeodes luniger grote kommazwever 1 ca Bos (droog) Scaeva pyrastri witte halvemaanzwever ca Overal 23 Spaerophoria scripta grote langlijf 3 3 3 2 ca Overal 24 Syrphus ribesii bessen-bandzwever 2 ca Overal 25 Syrphus vitripennis kleine bandzwever 1 1 1 ca Overal Leefwijze larve biotoop Overal, Tuin/landbouw = Cultuur/ruderaal:14 soorten Aantallenwaarde cumulatief: 102 Moeras,zilt,kust = grasland: 6 soorten Aantallenwaarde cumulatief: 17 Zoom/bos: 6 soorten Aantallenwaarde cumulatief: 23 (waaronder 15 punten van Cheilosia vernalis) Totaal soorten 25 aantallenwaarde:142 Leefwijze larven Fytofaag: 2 soorten; aantallenwaarde: 22 Organisch materiaal: 2 soorten; aantallenwaarde: 13 Aquatisch: 9 soorten; aantallenwaarde 50 Carnivoor: 12 soorten; aantallenwaarde 57 (larve leeft van luizen ed.) 9

Tabel 6 Zweefvliegen: route s Heer Arendskerke Locatie s Heer Arendskerke 10 secties á 50 meter Soorten (19 soorten) Wetenschappelijk Nederlandse naam 1 Cheilosia vernalis kust-gitje 2 3 2 fy Zoom kamille 2 Rhingia campestris gewone snuitvlieg 2 or Overal mest Lejogaster metallina gewoon glimlijfje aq Moeras 3 Lejogaster tarsata moeras-glimlijfje 2 aq Moeras 4 Eristalinus weidevlekoog 2 2 aq grasland sepulchralis Eristalinus aeneus kustvlekoog aq zilt 5 Eristalis abusivus kust-bijvlieg 1 aq kust 6 Eristalis arbustorum kleine bijvlieg 1 2 2 aq Overal 7 Eristalis nemorum punt-bijvlieg 2 aq Overal 8 Eristalis pertinax kegel-bijvlieg 2 aq Overal 9 Eristalis tenax blinde bij 2 2 2 4 2 3 aq Overal 10 Eumerus strigatus gewone bollenzwever 2 1 1 fy Tuin/landbouw Geb. Bollen 11 Syritta pipiens menuet zweefvlieg 2 2 2 2 2 or Overal Pipizella varipes gewone langspriet-platbek ca Zoom 12 Melanostoma gewone driehoekzweefvlieg 1 3 3 2 ca Overal mellinum 13 Platycheirus mica-platvoetje 1 ca Bos albimanus 14 Platycheirus snuitplatvoetje 1 ca Zoom manicatus 15 Platycheirus peltatus scheefvlek-platvoetje 1 ca Zoom Pyrophaena klompvoetje ca Grasland (nat) granditarsa Episyrphus balteatus snorzweefvlieg ca Overal 16 Eupeodes corollae terrasjes-kommazwever 2 1 ca Overal Eupeodes luniger grote kommazwever ca Bos (droog) 17 Scaeva pyrastri witte halvemaanzwever 1 ca Overal 18 Spaerophoria scripta grote langlijf 2 3 3 2 2 ca Overal 19 Syrphus ribesii bessen-bandzwever 1 ca Overal Syrphus vitripennis kleine bandzwever ca Overal Leefwijze larve biotoop Overal, Tuin/landbouw = Cultuur/ruderaal:12 soorten Aantallenwaarde: 66 Moeras,zilt,kust = grasland: 3 soorten Aantallenwaarde: 7 Zoom/bos: 4 soorten Aantallenwaarde: 10 Totaal: soorten 19 aantallenwaarde:83 Leefwijze larven Fytofaag: 2 soorten; aantallenwaarde: 11 Organisch materiaal: 2 soorten; aantallenwaarde: 12 Aquatisch: 7 soorten; aantallenwaarde 31 Carnivoor: 8 soorten; aantallenwaarde 29 (larve leeft van luizen ed.) 10

Tabel 7 Sprinkhanen: route Wilhelminapolder route Wilhelminapolder 10 secties a 50 meter Soorten Sprinkhanen Wetenschappelijk Nederlandse naam 1 Phaneroptera falcata sikkelsprinkhaan 1 2 Metrioptera roeselii greppelsprinkhaan 2 3 Chorthippus bruine sprinkhaan 2 brunneus 4 Chortippus parallelus ratelaar 2 Tabel 8 Sprinkhanen: route s Heer Arendskerke route s Heer Arendskerke 10 secties a 50 meter Soorten Sprinkhanen Wetenschappelijk 1 Chortippus brunneus Nederlandse naam bruine sprinkhaan 1 De sikkelsprinkhaan in de Wilhelminapolder is als nieuwe sprinkhaansoort voor Zeeland aangemeld bij EIS nederland. De sikkelsprinkhaan is een zuidelijke soort die de laatste jaren flink toeneemt in Nederland. 11

Literatuur Baaijens A.M, C. Jol, J. Jol, Wagenaar H. (2003); Dagvlinders in Zeeland Barendregt A. (2001), Zweefvliegentabel Dam van, I., W. Koopman, J. Schaffers (1995); Dagactieve nachtvlinders Groenendijk, D, & M.P van Zuijen (1999) Voorlopige atlas van de dagactieve nachtvlinders. Odé B., G.O. Keijl & G. van Ommering (1999); Bedreigde en kwetsbare sprinkhanen en krekels in Nederland Peeters Theo M. J. & Menno Reemer (2003); bedreigde en kwetbare bijen in Nederland Peeters Theo M. J., Ivo P. Raemakers, Jan Smit (1999); Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen Vlinderstichting, Handleiding Landelijk Meetnet Dagvlinders Wynhoff en C.A.M. van Swaay(1995); Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland 12