Circulaire 2019/C/47 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2019

Vergelijkbare documenten
Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro

AANGIFTE PB 2019 PERSCONFERENTIE - Alexander De Croo Vice-eersteminister en minister van Financiën Philippe Jacquij Administrateur-generaal van de

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar.

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

Tarieven personenbelasting

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

Circulaire 2018/C/71 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2018

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

BIJLAGE 1 FEDERALE BEPALINGEN Ci

Aftrek voor risicokapitaal

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00)

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

WEBINAR Aangifte 2016

SOFISK 2016 Versie (14/07/2016)

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

Inhoud Inleidende begrippen Deel 1 van de aangifte... 29

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering

Aftrek voor risicokapitaal

BIJLAGE 1 FEDERALE BEPALINGEN Ci.D.28/

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Administratie van Fiscale Zaken

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering

Circulaire 2018/C/108 over de investeringsaftrek

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

SOFISK Voor deze domeinen geldt vanaf 2015 ook de elektronische aangifte.

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken

Instelling. Onderwerp. Datum

Derde Bewerking : Aftrek van vrijgestelde verdragswinsten Aftrek van niet-belastbare bestanddelen

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019)

Lieven Van Belleghem

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties, Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

CIRCULAIRE AAFisc Nr. 17/2014

Aangifte personenbelasting inkomsten 2017

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015


Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy

I. INLEIDING.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

De aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaar 2014 inkomsten 2013

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

Samenvattende tabel inzake PB. Bedragen die gelden voor de aj. 2009, 2010 en 2011.


Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken

p. 1/12 Globaal overzicht

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2

CIRCULAIRE AAFisc Nr. 18/2013

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken

Aangifte PB Persconferentie. Koen Geens Minister van Financiën. Carlos Six Administrateur-generaal van de Fiscaliteit. 29 april 2014 Fedopress

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015)

Gelieve de volledige lijst te doorlopen, aan te vullen, fiches toe te voegen waar nodig en te ondertekenen

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties,Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

Aangifte. Aangifte. Aangifte Aangifte Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009

Indexering aj aj. 2017

Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Lieven Van Belleghem

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, , Art. 144/2, Art. 200, Art en Bijlage IIbis

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

Transcriptie:

Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/47 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2019 Samenvatting : Bespreking van de wijzigingen in de (papieren) aangifte in de personenbelasting, de voorbereiding en de toelichting van aanslagjaar 2019. Trefwoorden : aangifte in de PB, wijziging van de aangifte, aangifteformulier, invulling van de aangifte Datum van het document : 05/06/2019 Datum Fisconet plus : 05/06/2019 Notes Uw notities:... Publiek? Voeg een aantekening toe Circulaire 2019/C/47 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2019 Bespreking van de wijzigingen in de (papieren) aangifte in de personenbelasting, de voorbereiding en de toelichting van aanslagjaar 2019. aangifte in de PB ; wijziging van de aangifte ; aangifteformulier ; invulling van de aangifte FOD Financiën, 05.06.2019 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Personenbelasting Inhoudstafel I. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte II. Indexering III. Voorbereiding van de aangifte IV. Toelichting bij de aangifte I. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte 1. De aangifte in de PB (nr. 276.1) van aj. 2019 (inkomsten van het jaar 2018) bestaat nog altijd uit: - de eigenlijke 'Aangifte in de personenbelasting' (terug te bezorgen aan de belastingdienst als de belastingplichtige zijn aangifte indient op papier) - de 'Voorbereiding van de aangifte' (te bewaren door de belastingplichtige die zijn aangifte indient op papier en te gebruiken als aangifte door de belastingplichtige die zijn aangifte indient via tax-on-web). Het formaat van de bovenvermelde documenten is niet veranderd. Dat geldt ook voor het aantal bladzijden van die documenten behalve wat deel 1 van de 'Voorbereiding van de aangifte' voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft. Die telt één bladzijde meer.

II. Indexering 2. De meeste bedragen in de voorbereiding en de toelichting zijn geïndexeerd (volgens art. 178, 2, 3, eerste lid, 2 of tweede lid, 2 (1), 4 of 6, WIB 92). (1) De in art. 178, 3, tweede lid, art. 535, tweede lid en art. 539, 3, WIB 92, bedoelde bedragen, waarvoor de indexering voor de aj. 2015 tot 2018 bevroren was op het indexeringspeil van aj. 2014, worden vanaf aj. 2019 weer geïndexeerd, zonder dat die bevriezing echter wordt ingehaald. Sommige bedragen zijn echter niet geïndexeerd, nl.: - de bedragen die niet indexeerbaar zijn zoals o.a.: * het maximumbedrag van 11,20 euro per oppasdag en per kind, van de uitgaven voor kinderoppas (zie art. 63 18/8, KB/WIB 92) * het maximumbedrag van 100.000 euro van de betalingen voor het verwerven van nieuwe aandelen van startende ondernemingen (zie art. 145 26, 3, zevende lid, WIB 92) en van groeibedrijven (zie art. 145 27, 2, achtste lid, WIB 92, ingevoegd door art. 30, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie BS 30.03.2018) * het maximumbedrag van 25.000 euro van de minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van private privaks (zie art. 145 26/1, 2, eerste lid, WIB 92, ingevoegd door art. 48, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie) * het maximumbedrag van 25.000 euro van de uitgaven voor behoud of herwaardering van beschermd onroerend erfgoed, die in aanmerking komen voor de Vlaamse belastingvermindering (zie art. 178, 5, 4, WIB 92, zoals het voor het Vlaams Gewest is gewijzigd door art. 3, D 20.04.2018 houdende wijziging van het WIB 92, wat betreft de vermindering van de personenbelasting voor uitgaven voor beschermde goederen BS 16.05.2018) - de maximumbedragen in het kader van de Vlaamse 'woonbonus', die permanent bevroren blijven op het indexeringspeil van aj. 2015 (zie art. 178, 5, 4, WIB 92, zoals het van toepassing is voor het Vlaams Gewest) - de maximumbedragen in het kader van de Waalse 'woonbonus', die permanent bevroren blijven op het indexeringspeil van aj. 2016 (zie art. 178, 5, 4, WIB 92, zoals het van toepassing is voor het Waals Gewest). III. Voorbereiding van de aangifte 3. In deel 1 van de voorbereiding zijn een aantal vereenvoudigingen aangebracht, nl.: - vak IV, A, 16: werknemers die aanspraak maken op het bijzonder kostenforfait voor de verre verplaatsingen (min. 75 km enkel) tussen hun woonplaats en hun plaats van tewerkstelling, moeten niet langer het bedrag van dat forfait vermelden, maar het aantal km (enkel) van die afstand op 1 januari van het aanslagjaar. Het berekeningsprogram-ma zal het toepasselijke forfait voortaan zelf berekenen - vak IX, I, 4, a, 2 (Vlaams en Waals Gewest), vak IX, I, 3, a, 2 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en vak IX, II, B, 4, b, 2: de rubrieken voor de kapitaalaflossingen van vóór 1989 gesloten hypothecaire leningen voor sociale en middelgrote woningen zijn samengevoegd. Die samenvoeging betekent echter niet dat de kapitaalaflossingen voor middelgrote woningen niet meer moeten worden beperkt volgens het aanvangsbedrag van de lening. - vak IX, II, B, 3, a: schrapping van de volgende jaarlijks weerkerende gegevens over hypothecaire leningen waarvan de interesten in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor 'bijkomende interesten': * datum van de lening * bedrag van de lening * aantal kinderen ten laste op 1 januari van het jaar na het jaar van afsluiting van de lening * datum van ingebruikneming van de nieuwe woning of van de voltooiing van de vernieuwingswerken * totale kostprijs van de vernieuwingswerken. De administratie zal die gegevens voortaan automatisch ophalen uit de gegevens van het vorige aanslagjaar. 4. Naast die vereenvoudigingen is de voorbereiding van aj. 2019 inhoudelijk op de volgende punten gewijzigd. 5. Blz. 1, Aanbevelingen: belastingplichtigen die hun aanslagbiljet elektronisch willen ontvangen, kunnen dat niet langer via internetbankieren en Zoomit, maar wel via hun e-box (de elektronische, gepersonaliseerde en beveiligde brievenbus waar

officiële documenten uitgaande van de overheid zijn terug te vinden). 6. Vak V, A, 1, a, 2; b, 2 en c, 2: de overheidspensioenen van december die door een beslissing van de overheid voor de eerste keer in december zijn betaald in plaats van in januari van het volgende jaar, zijn ondergebracht in afzonderlijke rubrieken. Die pensioenen zijn immers afzonderlijk belastbaar zijn tegen de gemiddelde aanslagvoet van de andere (gezamenlijk belastbare) inkomsten van het belastbaar tijdperk (tenzij de gezamenlijke belasting van alle inkomsten voordeliger is) (zie art. 171, 6, vierde streepje, WIB 92, gewijzigd door art. 9, W 11.07.2018 betreffende de betaling van de pensioenen, toelagen en renten van de overheidssector BS 20.07.2018 en zie ook circ. 2018/C/124 van 13.11.2018). 7. Vak VII, A, 1, b: nieuwe rubriek waarin de belastingplichtige de verrekening kan vragen van de RV die is ingehouden op dividenden die in de PB (voor maximaal 640 euro) zijn vrijgesteld. Dat is een gevolg van de invoering van een nieuwe vrijstelling in de PB van de eerste schijf van 416,50 euro (vóór indexering) van bepaalde dividenden (zie art. 21, eerste lid, 14, WIB 92, ingevoegd door art. 104, d, Programmawet 25.12.2017 BS 29.12.2017). Die nieuwe vrijstelling vervangt en verruimt de vrijstelling van: - de eerste schijf van 125 euro (vóór indexering) van de dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen (zie art. 21, eerste lid, 6, WIB 92, opgeheven door art. 104, b, Programmawet 25.12.2017) - de eerste schijf van 125 euro (vóór indexering) van de dividenden van erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk (zie art. 21, eerste lid, 10, WIB 92, gewijzigd door art. 104, c, Programmawet 25.12.2017). In tegenstelling tot die opgeheven vrijstellingen is de nieuwe vrijstelling echter niet van toepassing in de RV (zie art. 261, eerste lid, 1 en 2, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 110, Programmawet 25.12.2017). Om die nieuwe vrijstelling in de PB te verkrijgen, kan de belastingplichtige de RV die op zijn vrijgestelde dividenden is ingehouden, met de PB laten verrekenen door die voorheffing in bovenvermelde rubriek van zijn aangifte te vermelden en de bewijsstukken van de inhouding van de RV ter beschikking te houden van de administratie (zie art. 307, 1/1, derde en vierde lid, WIB 92, ingevoegd door art. 113, 1, Programmawet 25.12.2017, en art. 313, derde lid, gewijzigd door art. 114, 3, Programmawet 25.12.2017, en zie ook de art. 123, tweede lid, en 178/2, KB/WIB 92, ingevoegd door de art. 1 en 2, KB 28.04.2019 tot wijziging van het KB/WIB 92, met betrekking tot de aanvraag tot verrekening en de terugbetaling van de RV op de in artikel 21, eerste lid, 14, WIB 92, bedoelde eerste schijf van dividenden BS 09.05.2019 alsook nr. 2.3, circ. 2018/C/93 van 20.07.2018). 8. Vak VII, A, 1, b, voetnoot 1: inlassing van een voetnoot die verduidelijkt hoe een belastingplichtige die na 15.01.2018 aan de PB onderworpen rijksinwoner geworden is, het in nr. 7 vermelde maximumbedrag van de vrijstelling van dividenden (640 euro) moet beperken en het resultaat van die beperking moet afronden (naar de hogere of lagere euro, naargelang de centiemen 50 bereiken of niet zie art. 129/1, vierde lid, WIB 92, ingevoegd door art. 119, 2, Programmawet 25.12.2017). Die afrondingsregel wijkt immers af van de afrondingsregel voor de andere bedragen die in verhouding tot de duur van het belastbaar tijdperk moeten worden beperkt (afronding naar het hogere of lagere veelvoud van 10 euro, naargelang de eenheid 5 euro bereikt of niet zie art. 129/1, derde lid, WIB 92). 9. Vak VII, A, 2, a: verlaging van het bedrag van de vrijgestelde eerste schijf van de inkomsten van gereglementeerde spaardeposito's (van 1.880 euro naar 960 euro) door de halvering van die vrijgestelde schijf van 1.250 euro naar 625 euro (vóór indexering) (zie art. 21, eerste lid, 5, WIB 92, gewijzigd door art. 104, a, Programmawet 25.12.2017). 10. Vak X, I, A (Vlaams Gewest): aanpassing van de benaming van de rubriek als gevolg van de hervorming van de Vlaamse belastingvermindering voor uitgaven voor beschermde onroerende goederen (zie art. 145 36, WIB 92, zoals het voor het Vlaams Gewest is vervangen door art. 2, Vlaams D 20.04.2018 houdende wijziging van het WIB 92, wat betreft de vermindering van de PB voor uitgaven voor beschermde goederen BS 16.05.2018 en zie ook Vlaams B 23.11.2018 houdende wijziging van het KB van 27.08.1993 tot uitvoering van het WIB 92, het B van de Vlaamse regering van 14.05.2004 tot oprichting van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed en het Onroerenderfgoedbesluit van 16.05.2014, wat betreft de vermindering van de PB voor uitgaven voor beschermde goederen BS 27.12.2018 alsook circ. 2019/C/11 van 01.02.2019). 11. Vak X, I, B (Vlaams Gewest): aanpassing van de benaming van de rubriek als gevolg van de vervanging van de Vlaamse belastingvermindering voor PWA-cheques door een vermindering voor wijk-werkcheques (zie art. 145 21, WIB 92 en art. 63 10, KB/WIB 92, zoals ze voor het Vlaams Gewest zijn gewijzigd door de art. 51 en 52, Vlaams D 07.07.2017 betreffende wijk-

werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming BS 09.08.2017 en zie ook art. 60, B 29.09.2017 van de Vlaamse Regering betreffende wijk-werken BS 31.10.2017 alsook circ. 2018/C/121 van 30.10.2018). Om elke verwarring tussen de Vlaamse wijk-werkcheques en de Waalse en Brusselse PWA-cheques te vermijden, zijn de codes voor de PWA-cheques (3365 en 4365) in het Vlaams Gewest geschrapt en vervangen door nieuwe eigen codes voor de wijkwerkcheques (codes 3363 en 4363). 12. Vak X, I (Vlaams Gewest): de belastingvermindering voor uitgaven voor dakisolatie is geschrapt als gevolg van de opheffing van die maatregel voor het Vlaams Gewest (zie art. 145 47, eerste lid, WIB 92, zoals het voor het Vlaams Gewest is gewijzigd door art. 46, Vlaams D 23.12.2016 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 BS 29.12.2016 en zie ook nrs. 6 tot 13, circ. 2017/C/45 van 13.07.2017). 13. Vak X, II, D: nieuwe rubriek voor de bijdragen en premies die in aanmerking komen voor de nieuwe federale belastingvermindering voor bijdragen en premies voor een aanvullend pensioen voor zelfstandigen (zie art. 145 1, 1 bis, en 145 3/1, WIB 92, ingevoegd door art. 56 en 58, W 18.02.2018 houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen en tot instelling van een aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijk persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers BS 30.03.2018). 14. Vak X, II, H: nieuwe rubriek voor de betalingen die in aanmerking komen voor de nieuwe federale belastingvermindering voor het verwerven van nieuwe aandelen van groeibedrijven (zie art. 145 27, WIB 92, zoals hersteld door art. 30, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook circ. 2018/C/111 van 13.09.2018). 15. Vak X, II, I: nieuwe rubriek voor de minderwaarden die in aanmerking komen voor de nieuwe federale belastingvermindering voor minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van private privaks (zie art. 145 26/1, WIB 92, ingevoegd door art. 48, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook circ. 2018/C/107 van 04.09.2018). 16. Vak X, II, M: nieuwe rubriek voor de nieuwe federale belastingvermindering voor uitgaven gedaan in het kader van een adoptieprocedure (zie art. 145 48, WIB 92, ingevoegd door art. 3, W 11.03.2018 tot wijziging van het WIB 92, teneinde een belastingvermindering voor adoptiekosten in te voeren BS 23.03.2018 en zie ook circ. 2018/C/95 van 20.07.2018). 17. Vak XIII: het vak van de verrekenbare woonstaatheffing is geschrapt doordat alle staten die voorheen zo'n bronheffing ten gunste van de woonstaat toepasten op de inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, verkregen door nietinwoners, inmiddels zijn overgestapt naar het systeem van de automatische gegevensuitwisseling. 18. Vak XIII en vak XVI, B, 1: het belastingstelsel van de inkomsten uit de deeleconomie is vervangen door een nieuw belastingstelsel voor inkomsten uit de deeleconomie, uit occasionele diensten tussen burgers en uit verenigingswerk (zie art. 37bis, 2, art. 90, eerste lid, 1 tot 1 quater en derde lid, art. 90/1, art. 97/1, art. 102ter, art. 129/1, eerste lid, en art.171, 1, a en 3 bis, WIB 92, zoals ze zijn gewijzigd, ingevoegd of opgeheven door de art. 45 tot 50, W 18.07.2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie BS 26.07.2018 en door de art. 74 en 75, W 11.02.2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen BS 22.03.2019). In dat nieuwe belastingstelsel kunnen de bedoelde inkomsten onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen worden vrijgesteld. Doordat bovenvermelde W 18.07.2018 dat nieuwe belastingstelsel echter met terugwerkende kracht heeft ingevoerd voor de inkomsten verkregen vanaf 01.01.2018 is er in 2018 nog een aantal maanden BV ingehouden op inkomsten uit de deeleconomie. Om te vermijden dat belastingplichtigen die geen belastbare inkomsten uit de deeleconomie, uit occasionele diensten tussen burgers of uit verengingswerk hebben verkregen, een deel 2 van de aangifte moeten aanvragen, enkel en alleen om de ingehouden BV op hun inkomsten uit de deeleconomie te laten verrekenen, is de rubriek voor het vermelden van die BV overgebracht van deel 2 (vak XVI, B, 1) naar deel 1 (nieuw vak XIII). 19. Vak XIV, A: de verplichting van de titularis van een buitenlandse rekening om het bestaan van zo'n rekening in de aangifte te melden is uitgebreid tot de beheerder van een buitenlandse rekening op naam van een vereniging die geen winst of baten verkrijgt en die niet aan de Ven.B of aan de RPB onderworpen is (zie art. 307, 1/1, eerste lid, a, WIB 92, ingevoegd door art. 94, Programmawet 25.12.2017, en zie ook nr. 2.2, c, circ. 2018/C/93 van 20.07.2018).

20. Vak XIV, E: nieuwe rubriek waarin de belastingplichtige moet melden dat hij in de periode van 10.03.2018 tot 31.12.2018 titularis is geweest van meer dan één effectenrekening (zie art. 307, 1/1, eerste lid, e, WIB 92, ingevoegd door art. 16, W 07.02.2018 houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen BS 09.03.2018). 21. Vak XVI, B, 1, b: nieuwe rubriek voor de (werkelijke) kosten die de belastingplichtige heeft gedaan of gedragen voor het verkrijgen of behouden van inkomsten uit de deeleconomie, uit occasionele diensten tussen burgers of uit verenigingswerk, die als diverse inkomsten belastbaar zijn (zie art. 97/1 en art. 102ter, WIB 92, zoals hersteld, respectievelijk ingevoegd door art. 74 en art. 75, W. 11.02.2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen). 22. Vak XVIII: vier wijzigingen door de invoering van een wettelijk beroepskostenforfait (van 30 % met een maximum van 2.950 euro (vóór indexering)) voor winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen (zie art. 51, WIB 92, gewijzigd door art. 56, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie en zie ook circ. 2019/C/15 van 08.02.2019): - vak XVIII, 4: de verplichting om de kosten van overdracht rechtstreeks in mindering te brengen van het bedrag van de meerwaarde, geldt alleen voor belastingplichtigen die hun werkelijke kosten bewijzen - vak XVIII, 5: die rubriek (winst die overeenstemt met voorheen afgetrokken kosten van overdracht) moet niet worden ingevuld door belastingplichtigen die kiezen voor het wettelijk kostenforfait - vak XVIII, 7: nieuwe rubriek waarin de verkrijgers van winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen hun sociale bijdragen voortaan afzonderlijk moeten vermelden (doordat het nieuwe kostenforfait wordt berekend na aftrek van de sociale bijdragen) - vak XVIII, 8: die rubriek (bestemd voor de werkelijke beroepskosten): * moet niet worden ingevuld door belastingplichtigen die kiezen voor het wettelijk kostenforfait * mag geen sociale bijdragen bevatten. 23. Vak XXII, 1, a: nieuwe rubriek voor de stopzettingsmeerwaarden die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 10 % (zie art. 171, 1, c; 2, a en 4, a en b, en art. 173, WIB 92, zoals gewijzigd of hersteld door de art. 14 en 15, W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B BS 29.12.2017 en zie ook circ. 2018/C/16 van 05.02.2018). IV. Toelichting bij de aangifte 24. In de toelichting zijn de passages die wezenlijke wijzigingen hebben ondergaan, aangeduid met een rode verticale stippellijn in de linkermarge. Ze hebben hoofdzakelijk betrekking op de wijzigingen besproken in de nrs. 2 tot 23 hiervoor. Daarnaast verdienen ook de volgende nieuwigheden de aandacht. 25. Vak IV, A, 1, b: het bedrag waarboven het tarief van de BV op het vakantiegeld betaald door verlofkassen stijgt van 17,16 % naar 23,22 %, is verhoogd van 1.320 euro naar 1.350 euro (zie nr. 2.21 van Bijlage III van het KB/WIB 92, zoals vervangen door de bijlage bij KB 10.12.2017 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de BV BS 15.12.2017). 26. Vak IV, A, 8: tekstaanpassingen om rekening te houden met het belastingstelsel van de mobiliteitsvergoeding (ook 'cash for car' genoemd) (zie art. 33ter en art. 38, 1, WIB 92, zoals ingevoegd, respectievelijk gewijzigd door de art. 23 en 25, W 30.03.2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding BS 07.05.2018). 27. Vak IV, 18: tekstaanpassing door de verhoging van het wettelijk beroepskostenforfait voor bezoldigingen van werknemers tot 30 % met een maximum van 2.950 euro (vóór indexering) (zie art. 51, tweede lid, 1, en derde lid, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 141, W 26.12.2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht BS 30.12.2015). 28. Vak VII, A, 2, b: aanpassing van de aanslagvoeten voor bepaalde dividenden: - verlaging van de aanslagvoet van 30 % naar 20 of 15 % voor de dividenden van private privaks in de mate dat ze voortkomen uit dividenden die volgens art. 269, 2, WIB 92, zelf tegen 20, respectievelijk 15 % belastbaar zijn (zie art. 171, 3 sexies, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 49, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie) - verhoging van de aanslagvoet van 17 % naar 20 % voor de in art. 171, 3 septies, WIB 92, bedoelde dividenden in de mate dat ze voortkomen uit een aantasting van liquidatiereserves aangelegd vanaf aanslagjaar 2018 (zie art. 171, 3 septies, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 93, 2, Programmawet 25.12.2016 BS 29.12.2016). 29. Vak X, II, E: verduidelijking dat de belastingplichtige in de rubriek van het pensioensparen een bedrag hoger dan 960 euro (maar niet hoger dan 1.230 euro) mag vermelden als hij zijn keuze om in 2018 meer dan 960 euro te sparen vooraf uitdrukkelijk

aan zijn kredietinstelling of verzekeringsonderneming heeft meegedeeld (zie art. 145 8, 1, derde lid, WIB 92, ingevoegd door art. 60, 2, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook circ. 2018/C/72 van 11.06.2018). 30. Vak X, II, G: drie wijzigingen: - het maximum van 100.000 euro geldt voortaan voor de betalingen die in aanmerking komen voor de belastingverminderingen voor het verwerven van aandelen van startende ondernemingen en van groeibedrijven samen (zie art. 145 26, 3, vierde lid, WIB 92, zoals vervangen door art. 28, 3, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook nr. 4, circ. 2018/C/97 van 20.07.2018) - de uitsluiting van investeerders die in de startende vennootschap: * rechtstreeks of onrechtstreeks bedrijfsleider zijn * onrechtstreeks een functie van bedrijfsleider uitoefenen: als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap door tussenkomst van een andere vennootschap waarvan zij aandeelhouder zijn, moet worden beoordeeld op het ogenblik van de kapitaalinbreng, en als investeerders na de kapitaalinbreng bedrijfsleider in de startende vennootschap worden, mogen ze daar geen vergoeding voor ontvangen (zie art. 145 26, 3, derde lid, 2, WIB 92, zoals vervangen door art. 28, 2, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook nrs. 2 en 3, circ. 2018/C/97 van 20.07.2018) - uitbreiding van de voorwaarden voor het behoud van de belastingvermindering met de voorwaarde gesteld in art. 145 26, 3, derde lid, 2, b, WIB 92: om de verkregen vermindering te behouden, mogen investeerders die na de kapitaalinbreng bedrijfsleider worden in de startende vennootschap, daar tot 48 maanden na de volstorting van de aandelen geen vergoeding voor ontvangen (zie art. 145 26, 5, tiende lid, WIB 92, ingevoegd door art. 28, 5, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook nr. 2, circ. 2018/C/97 van 20.07.2018). 31. Vak XIV, C: uitbreiding van de definitie van juridische constructies met de overeenkomsten bedoeld in art. 2, 1, 13, c, WIB 92 (ingevoegd door art. 86, 1, Programmawet 25.12.2017). 32. Vak XVII, 3: de revalorisatiecoëfficiënt die bedrijfsleiders moeten toepassen om het gedeelte van hun huurinkomsten te bepalen dat zij als bezoldigingen van bedrijfsleiders moeten beschouwen, is verhoogd van 4,39 naar 4,47 (zie art. 1, KB/WIB92, zoals gewijzigd door art. 1, KB 24.06.2018 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de revalorisatiecoëfficiënt voor kadastrale inkomens BS 03.07.2018). 33. Vak XVIII, 6, vak XIX, 8 en vak XXII, 4: inlassing van een opmerking over de vrijstelling van de vanaf 01.01.2018 verkregen gewestelijke inkomenscompensatievergoedingen voor ondernemingen die het slachtoffer zijn van hinder door openbare werken (zie art. 67quinquies, WIB 92, ingevoegd door art. 8, W 22.10.2017 houdende diverse fiscale bepalingen I BS 10.11.2017 en zie ook circ. 2017/C/79 van 06.12.2017) 34. Vak XVIII, 14 en vak XIX, 13: verhoging van het percentage van de eenmalige investeringsaftrek (van 8 % of 13,5 %) naar 20 % voor alle in 2018 gedane andere investeringen dan in materiële vaste activa voor de beveiliging van beroepslokalen en hun inhoud of van voertuigen gebruikt voor bezoldigd personenvervoer of voor goederenvervoer (zie art. 69, 1, eerste lid, 1, zoals gewijzigd door art. 12 W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B, en zie ook circ. 2018/C/108 van 06.09.2018). 35. Vak XXI, 3: inlassing van een opmerking voor de meewerkende echtgenoten of wettelijk samenwonende partners van belastingplichtigen die volgens forfaitaire grondslagen van aanslag worden belast. Als de bezoldigingen van de meewerkende echtgenoot of partner voortkomen uit winst (van zijn/haar echtgenoot of partner) die volgens forfaitaire grondslagen wordt belast, heeft de meewerkende echtgenoot of partner geen recht op het wettelijk beroepskostenforfait op zijn/haar bezoldigingen van meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (zie art. 51, vijfde lid, WIB 92, ingevoegd door art. 56, 4, W 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, en zie ook nr. 8, 2, circ. 2019/C/15 van 08.02.2019). Interne ref.: 720.471 TOP