Rapportage Intelligentieonderzoek WISC III



Vergelijkbare documenten
Rapportage Intelligentieonderzoek WISC III

3 Hoogbegaafdheid op school

Rapportage Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst (NPV-J)

Basisschooladvies. Oki-doc. (Extra) ondersteuning. Basisschooladviezen in Amsterdam. Een dubbeladvies STAP 1

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Kinderen en Jeugd. Drs. Yèrma van Egeraat Registerpsycholoog NIP

CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar

ACT Algemene Intelligentie

OVERDRACHTSFORMULIER. en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is).

Testdatum 17 maart 2015 Naam deelnemer. Johanna Aartsen Geboortedatum 28 juni 2003 Deelnemersnummer

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Dag van intelligentie. Selma Ruiter De Waarde van het IQ

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar

Bijsluiter bij het onderzoek naar leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

COMPACTEN & VERRIJKEN GROEP 9

CHC Werkdocument Benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML tussen 2 en 7 jaar

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Intelligentie-onderzoek volgens het CHC-model. IB/directiedagen SWV Rijnstreek 21 en 23 november 2017 Judith de Vries

Intelligentieonderzoek bij Edu & ik

Geen idee wat je iq is? Snel duidelijkheid met intelligentietesten van Pluryn

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

Datum: 5 september 2014

Leerlingprofielen in het voortgezet onderwijs

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Spreekbeurt hoogbegaafdheid.

Huiswerkbeleid op basisschool De Leerlingst

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Samen rekenen... alleen!

Observeren en herkennen van kinderen met execu3eve func3eproblemen in de (klas- )prak3jk. Wendy Peerlings

Huiswerkbeleid. Cluster Itter. Basisschool de Schakel Basisschool Sint Lambertus

Informatie voor ouders

Adviseer het Van Lodenstein College als ouders van harte achter de identiteit van deze school staan.

IRENESCHOOL WAGENINGEN

Thema Kinderen en school

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

TOELICHTING OUDERS BIJ DE DYSLEXIERAPPORTAGE

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Informatie voor ouders

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

dia Informatie voor ouders

Plaatsing van leerlingen in de brugklas op Scala

02 SCNL: Cursus Het oplossen van een Sudoku met de juiste hoeveelheid informatie

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-M) Demo Kandidaat

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-H) Dhr. Demo.

De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over

Informatie voor ouders

Dit geeft aan dat Kevin duidelijk meer problemen heeft met het verwerken en onthouden van auditieve informatie.

Huiswerkbeleid Daltonschool Meander

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ADVIES, CITO-TOETS EN HOE VERDER?? Een aantal spannende maanden tegemoet

3,3. Praktische-opdracht door een scholier 2249 woorden 27 maart keer beoordeeld. Wiskunde A. Intelligentiequotiënt (IQ)

Naar welke opleiding kan mijn kind?

V O O R L I C H T I N G. Drs. Fernando Cunha Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist

Adviseer het Van Lodenstein College als ouders van harte achter de identiteit van deze school staan.

Eindtoets op twee niveaus Nieuw

Dag van intelligentie. Lindsay Vanhecke Intelligentiemeting met WISC-V-NL en RAKIT-2

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

IQ weten? Doe de test! Sterker in de samenleving.

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Intelligentieonderzoek bij Edu & ik

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

dia Informatie voor ouders

Enquête oudertevredenheid onderbouw DL feb.15

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

VOORTGEZET ONDERWIJS MBO

Troubadourtje SCHOOLGIDS NIET VERGETEN!! Verwachtingsgesprekken. Agenda: AFSCHEID NEMEN

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage Capaciteiten. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 4 8 jaar

Boys & Girls strategieën voor onderwijs aan jongens en meisjes in het basisonderwijs. Martijn Smoors Onderwijs Maak Je Samen

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek

team De gelukkige groep

Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven)

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

\hoe verder?? Wat is de voorbereiding? Een aantal spannende maanden tegemoet. Vanaf eind november starten we met het oefenen van Cito-toetsen

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

AANMELDINGSFORMULIER OUDERS VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN DYSLEXIE

Hoogbegaafdheid en onderpresteren

Transcriptie:

Rapportage Intelligentieonderzoek WISC III Cruciaal Tauro Trade Center Europalaan 16 2408 BG Alphen aan den Rijn 0172-479796 www.cruciaaljunior.nl Naam : Adrie Noniem Geboortedatum : 22 mei 1999 Datum onderzoek : 9 april 2010 Doelstelling : Intelligentieonderzoek Vertrouwelijk en persoonlijk Voorkomen wordt dat onbevoegden de rapportage inzien. De bevindingen uit het rapport zijn slechts enkele jaren geldig. Omdat personen en vooral kinderen zich ontwikkelen, neemt de actualiteit van de bevindingen af. Het is dan ook niet raadzaam de rapportage een lange periode te gebruiken. Dit onderzoek werd uitgevoerd door drs. Tineke Spruijt, Psycholoog NIP Pagina 1

Inhoudsopgave 1. Het kind en zijn omgeving 3.1 De thuissituatie 3.2 Ontwikkeling tot nu toe 3.3 Het kind op school 3 2. Reden van dit onderzoek 4 3. Aanpak van het onderzoek 4 4. Gedragsobservaties 4 4.1 Contact 4 4.2 Werkhouding 4 4.3 Reactie op succes en falen 5 5. Uitslagen intelligentietest WISC III 5 5.1 Algemeen intelligentieniveau gekoppeld aan schoolniveau 5 5.2 Harmonisch of disharmonisch profiel 7 5.3 De scores op de 11 verschillende subtesten 8 5.4 Uitslagen op 3 factoren 11 6. Conclusies 13 7. Adviezen 13 Bijlage 17 Pagina 2

1. Het kind en zijn omgeving.1 De thuissituatie Adrie is een tienjarige jongen die in een samengesteld gezin woont met een broertje van 9 en een zusje van 7 jaar oud (tweeling). In zijn vrije tijd speelt Adrie buiten als het mooi weer is, maar liever speelt hij op zijn eigen kamer, waar hij zich bezighoudt met boeken lezen of met computerspelen. Adrie heeft een tijdje op voetbal gezeten, maar dat vond hij niet zo leuk. Zijn moeder vertelt dat hij geen teamplayer is. Nu zit hij op zwemles en oefent voor zijn diploma C. 1.2 Ontwikkeling tot nu toe In motorisch opzicht heeft Adrie zich vlot ontwikkeld. Hij kon als baby vrij snel zijn hoofdje omhoog houden en omrollen. Voordat hij een jaar oud was, liep Adrie al. Wat betreft zijn sociaal-emotionele ontwikkeling is Adrie zonder problemen naar de peuterspeelzaal gegaan. Hij had nooit moeite met het afscheid nemen, waarbij meespeelde dat zijn eigen oma de hoofdleidster was. In groep 1 kreeg zijn moeder te horen dat Adrie sociaal nog niet helemaal goed functioneerde. Hij kon wel met iedereen opschieten, maar was wat vluchtig in het contact. Het contact met de kinderen op school op dit moment, vindt moeder perfect. Het laatste jaar ergeren vriendjes zich er weleens aan dat Adrie meer kan dan zij. Adrie lijkt zich hier niet al te veel van aan te trekken, maar reageert relativerend ( laat ze maar ). Het contact met de leerkrachten is altijd goed geweest, maar volgens zijn moeder wat oppervlakkig; Adrie neemt leerkrachten niet echt in vertrouwen, vertelt ze. Inzake zijn cognitieve ontwikkeling, leerde Adrie snel praten. Hij was nog geen twee jaar oud toen hij alle automerken al uit zijn hoofd wist. Op school rolde hij gemakkelijk door de leerstof heen. Voor proefwerken hoeft hij niet te leren om ze foutloos te maken. Een zorg van zijn moeder is of Adrie op deze manier wel zijn best leert te doen. Vanaf het tweede semester van dit schooljaar verveelt Adrie zich op school. Hij vindt het niet leuk meer om naar school toe te gaan. 1.3 Het kind op school Pagina 3

Adrie zit in groep 7 van basisschool de Verrekijker in Amsterade. Tot groep 4 is het goed gegaan met Adrie op school, daarna kreeg hij het gaandeweg minder naar zijn zin. Zijn leerprestaties zijn in orde. In het tweede semester heeft hij moeilijker huiswerk gekregen en daar is Adrie blij om. Hoewel hij zich verveelt op school, krijgt hij in de klas niet meer complexe opdrachten. Adrie gaat op dit moment niet graag naar school toe. Het komt voor dat hij op school meldt dat hij ziek is, wanneer hij dan wordt opgehaald, is er eenmaal thuis niets meer aan de hand. Zijn leerkracht vindt zijn motivatie niet optimaal en waarschuwt dat hij op basis daarvan wellicht een lager advies krijgt voor de middelbare school. Het gevolg daarvan zou nog meer verveling zijn. 2. Reden van dit onderzoek De moeder van Adrie wil graag antwoord op de volgende vragen: - Welk intelligentieniveau heeft Adrie? - Hoe kan Adrie het beste begeleid worden, zodat hij met plezier naar school gaat en niet gaat onderpresteren? 3. Aanpak van het onderzoek Met behulp van een intakegesprek met de moeder van Adrie, gedragsobservaties en de intelligentietest (WISC III) is een beeld verkregen van het intelligentieniveau en de sterke- en minder sterke kanten van Adrie. Op basis daarvan worden adviezen gegeven over op welke wijze Adrie het beste begeleid kan worden, zodat hij zich optimaal kan ontwikkelen èn zich prettig voelt. 4.Gedragsobservaties 4.1 Contact Het ijs is snel gebroken en Adrie vertelt spontaan het een en ander over wat hem bezighoudt, zoals zijn dieren: 3 konijnen, een puppy en een papagaai. Hij is gezellig en onderhoudend in het contact. Opvalt dat hij ook vrij snel persoonlijke dingen vertelt over de samenstelling van het gezin en hoe dat zo gekomen is. In die zin houdt hij zich bezig met volwassen onderwerpen. Zelf maakt hij ook een oudere indruk dan zijn kalenderleeftijd door zijn bijzonder rustige en kalme uitstraling. Hij benadert kwesties zeer nuchter, verstandig en realistisch, waaruit op te maken valt dat hij goed nadenkt over dingen. Behulpzaam ruimt Adrie uit zichzelf voor mij materialen op. Al met al maakt hij een prettige en vriendelijke indruk. Pagina 4

4.2 Werkhouding Adrie heeft weinig uitleg nodig voor de verschillende opdrachten van de WISC III, hij snapt de opdrachten snel. Hij werkt geconcentreerd aan de taken en zet zich goed in. Zijn uithoudingsvermogen is in orde, want hij heeft geen pauzes nodig. Wanneer het moeilijk wordt, stelt hij zichzelf gerust ( dat heb ik gisteren nog gehoord ). Ook begeleidt hij zichzelf bij het maken van de opdrachten, met woorden ( eerst die, dan die ), dit is een goede strategie voor hem. Opvallend is dat Adrie zich niets aantrekt van tijdsdruk; ook als er bij de opdrachten een klokje wordt gebruikt, doet hij het heel rustig aan. Ik moedig hem daarom aan om wat sneller te werken. Dat helpt wel, maar hij blijft beduidend meer zorgvuldig dan snel in zijn manier van werken. Bij de subtest Woordkennis valt op dat hij genuanceerd woorden probeert te omschrijven ( hoe leg ik dat uit? ). Gezien het foutenpatroon waarbij het aantal fouten ongeveer recht evenredig toeneemt met de moeilijkheidsgraad, is er geen reden om onderpresteren op de testdag te vermoeden. Bij kinderen die onderpresteren, valt namelijk op dat ze de ene keer een gemakkelijke opdracht (zogenaamd) niet kunnen, terwijl ze vervolgens een veel lastigere opgave moeiteloos doen. 4.3 Reactie op succes en falen Adrie doet zijn werk op ontspannen wijze, in zijn eigen tempo. Er is geen sprake van faalangst. Adrie blijft namelijk gewoon goed presteren, ook als hij een foutje heeft gemaakt. Wanneer hij een foutje maakt, stelt hij zichzelf gerust ( het is pas het eerste foutje ). Uit zichzelf gaat hij niet direct onderzoeken wat hij verkeerd heeft gedaan, in die zin leert hij weinig van zijn vergissingen. Als ik hem hiertoe aanmoedig, doet hij dit overigens wel. Wanneer hij opdrachten goed doet, is er sprake van ingetogen plezier. Aan het einde van de testdag vertelt Adrie dat hij het leuk heeft gevonden om te doen. Met andere woorden: er is zeker sprake van werkplezier wanneer hij taken uitdagend vindt. 5. Uitslagen intelligentietest WISC-III 5.1 Algemeen intelligentieniveau gekoppeld aan schoolniveau De Wechsler Intelligence Scale for Children is de meest gebruikte intelligentietest in Nederland en in veel andere landen. In dit onderzoek zijn 11 opdrachten, subtesten genoemd, gebruikt, die verschillende vaardigheden meten. Pagina 5

Adrie behaalt over het geheel van de 10 subtesten - die het IQ bepalen - een algemeen IQ van 123. Zoals te zien is in het schema op de volgende pagina, betekent dit dat hij geplaatst kan worden in de categorie begaafd. IQ scores totale test Betekenis >130 Zeer begaafd 120-129 Begaafd 100-119 Bovengemiddeld 90-99 Gemiddeld 80-89 Benedengemiddeld 70-79 Laag begaafd/moeilijk lerend 50-69 Licht verstandelijke beperking 35-49 Matige verstandelijke beperking Het totale IQ hangt samen met te verwachten schoolprestaties. Zou Adrie op dit moment voor een keuze van een middelbare school staan, dan zou hij qua intelligentie ruim het VWO aankunnen (zie totaal IQ) in het schema. Totaal IQ Schooladvies 75-80 basisberoepsgerichte leerweg 81-89 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Pagina 6

90-93 kaderberoepsgerichte leerweg 94-96 kaderberoepsgerichte leerweg en gemengd/theoretische leerweg 97-101 gemengd/theoretische leerweg 102-105 gemengd/theoretische leerweg en havo 106-108 Havo 109-113 havo/vwo 114 en hoger Vwo Aan onderstaande tabel is te zien dat bij hoger onderwijs het Verbale IQ hoger oploopt dan het Performale IQ, ook bij Adrie is dit het geval. Gemiddelde IQ-scores per onderwijstype in Nederland LWOO VMBO MBO MAVO HAVO VWO (inclusief gymnasium ) Performaal IQ 85 94 97 100 106 109 Verbaal IQ 81 91 99 97 106 117 Totaal IQ 81 92 97 98 107 116 5.2 Harmonisch of disharmonisch profiel Een deel van de intelligentietest WISC III meet verbale vaardigheden; hoe goed is het kind in het redeneren met taal en symbolen? Een ander deel meet performale taken; hoe handig is het kind in praktische taken die om visueel en ruimtelijk inzicht vragen? De verbale IQ score van Adrie is 130, de performale IQ score is 107. De score op het verbale IQ duidt op een begaafd niveau, de score op het performale IQ duidt op een gemiddeld niveau. Het verschil van 23 punten (verbaal IQ- performaal IQ) is groot, er is sprake van een disharmonisch profiel. Dit betekent dat de spreiding zo groot is dat zijn totale IQ (123, begaafd) niet zoveel zegt over het gehele cognitieve functioneren. Anders gezegd: het totale IQ valt niet goed te interpreteren. Bij een disharmonisch profiel is het niveau van een kind lastiger te schatten. Pagina 7

Verbaal IQ > Performaal IQ: - Gesproken informatieverwerking is beter ontwikkeld dan visuele informatieverwerking (leren door middel van een praatje gaat beter dan leren door middel van een plaatje ) - Door ervaring verworven kennis is beter ontwikkeld dan onmiddellijke probleemoplossende vaardigheden - Het kunnen ophalen van verbale informatie uit het lange termijn geheugen is beter ontwikkeld dan onmiddellijke probleemoplossende vaardigheden - Sterker in de verbale schoolvakken: lezen, rekenen en vreemde talen dan in de performale schoolvakken: algemene vakken als aardrijkskunde en geschiedenis, praktische vakken als tekenen en handvaardigheid, exacte vakken als wiskunde, scheikunde, natuurkunde en informatiekunde 5.3 De scores op de 11 verschillende subtesten In de twee schema s hierna staan de scores die Adrie heeft behaald op de verbale en performale subtesten. De maximale score is 19 en het gemiddelde ligt rond de 10. Betekenis score Verbale subtesten Score Informatie 11 Overeenkomsten 15 Rekenen 16 Woordkennis 15 Begrijpen 16 Gemiddeld Goed Goed Goed Goed Pagina 8

Betekenis score Performale subtesten Score Onvolledige Tekeningen 14 Substitutie 10 Plaatjes Ordenen 8 Blokpatronen 13 Figuur Leggen 10 Bovengemiddeld Gemiddeld Benedengemiddeld Bovengemiddeld Gemiddeld Symbolen Vergelijken (deze test telt nooit mee voor de bepaling van het totale IQ en het performale IQ, maar meet de factor Verwerkingssnelheid (zie 5.4)). 10 Gemiddeld Hieronder worden de verbale subtesten beschreven. 1. Informatie: Adrie is gemiddeld op de hoogte van gebeurtenissen, dingen, plaatsen en mensen. 2. Overeenkomsten: Adrie is goed in taalkundig abstract en logisch nadenken. 3. Rekenen: zijn rekenvaardigheid en zijn vermogen om te onthouden wat hij hoort zijn goed ontwikkeld. 4. Woordkennis: Adrie is goed op de hoogte van de betekenissen van allerlei woorden. 5. Begrijpen: hij heeft een goed inzicht in dagelijkse sociale situaties. Hieronder worden de performale subtesten beschreven. 6. Onvolledige tekeningen: Adrie is bovengemiddeld in visuele detailwaarneming. 7. Substitutie: hij is gemiddeld in het verbanden kunnen zien en onthouden, snelheid en oog-hand-coördinatie (visueel associatief geheugen). Bij deze subtest is sprake van automatiseren. 8. Plaatjes ordenen: Adrie is benedengemiddeld in het onderscheiden van oorzaak en gevolg in sociale situaties. 9. Blokpatronen: hij is bovengemiddeld in het zich voorstellen van een zinvol geheel vanuit delen (visuele analyse en synthese). 10. Figuur leggen: Adrie is gemiddeld in staat om een beeld voor zich te kunnen zien dat vanuit delen is opgebouwd (visualisatie, patroonherkenning). Pagina 9

11. Symbolen Vergelijken: Adrie is gemiddeld in het in een hoog tempo vergelijken van verschillende visuele stimuli, waarbij geen sprake is van leereffect of automatiseren (elke opgave is in principe helemaal nieuw). Zowel de verbale schaal, als de performale schaal zijn intern inconsistent, dit betekent dat beiden een net wat minder goede maat zijn voor het verbale en het performale functioneren. Bij de verbale schaal wijkt de subtest Informatie (score 11) sterk af van het schaalgemiddelde (14,6). Bij de performale schaal wijken de subtests Onvolledige tekeningen (score 14) en Plaatjes ordenen (8) sterk af van het schaalgemiddelde (11). Hieronder worden de betekenis van deze afwijkingen besproken: Informatie < Begrijpen: het kind heeft relatief weinig kennis opgedaan maar de kennis die het heeft, weet het goed te benutten. Er kan sprake zijn van onderstimulatie. Informatie < Woordkennis: het kunnen omschrijven van de betekenis van woorden is beter ontwikkeld dan de algemene kennis. De kennis is dus meer beperkt, maar de vaardigheid om te verwoorden wat er aan kennis aanwezig is, is goed. Plaatjes ordenen < Onvolledige tekeningen: het waarnemen van details gaat het kind beter af voor taken waarbij de juiste volgorde en een ordening er niet toe doen. Dit duidt op enige moeite met het aanbrengen van volgorde, oorzaak-gevolg denken. Figuurleggen < Blokpatronen: het kind heeft meer moeite met concreet en betekenisvol materiaal (een herkenbaar figuur leggen, maar zonder voorbeeld dat structuur biedt) dan met betekenisloos materiaal (patroon leggen zonder betekenis,maar met voorbeeld dat structuur biedt). Daarnaast heeft hij meer moeite om van losse delen naar een geheel toe te werken dan andersom: van een geheel naar losse delen toewerken. Figuur leggen biedt geen voorbeeld van een correcte eindprestatie en is in die zin structuurlozer. Er wordt dus een groter beroep gedaan op planningsvaardigheden. Pagina 10

Pagina 11

5.4 Uitslagen op 3 factoren Naast het verbale en performale IQ en de subtesten worden nog 3 factoren afgeleid uit de WISC III. Hiertoe is ook de elfde test afgenomen: Symbolen Vergelijken. De drie factoren staan in het onderstaande schema aangegeven. Percentiel IQ-score Interval 95% betrouwbaarheids- Verbaal 130 120-136 Performaal 107 96-116 Totaal* 123 114-129 Verbaal begrip 127 116-133 Perceptuele organisatie 108 96-117 Verwerkings- 98 68 94 96 70 Snelheid 99 89-110 47 *Er is sprake van een disharmonisch profiel daarom valt het totale IQ niet zo goed te interpreteren. Toelichting termen: IQ : de ruwe scores zijn vergeleken met een grote groep leeftijdsgenoten, waar een IQ-score uitkomt. Het gemiddelde ligt tussen 90 en 110 95% betrouwbaarheidsinterval : met 95% zekerheid is te zeggen dat de werkelijke score op dat onderdeel tussen die twee waarden in ligt. Percentiel: Een percentielscore is een getal tussen de 0 en 100 dat aangeeft hoeveel procent van de kinderen een IQ-score behaalt die lager is dan de score van het onderzochte kind. Pagina 12

Omschrijving van de 3 factoren: 1.Factor Verbaal Begrip: het vermogen om verbale kennis op te nemen en om te zetten in handelen en om zich te uiten. De factor Verbaal Begrip = Verbale schaal Rekenen. Bij Adrie komt deze factor op een begaafd niveau uit, namelijk op 127. Het verschil met het verbale IQ (130) is dat de subtest Rekenen nu niet meeweegt. Dit maakt zichtbaar dat zijn goede score op Rekenen +3 IQ punten verschil uitmaakt (van 127 naar 130). 2.Factor Perceptuele Organisatie: het analyseren en structureren van informatie, problemen of situaties en het concentratie-aspect. De factor Perceptuele Organisatie = Performale schaal Substitutie. Deze factor is bij Adrie 108, wat gemiddeld is. Het verschil met het performale IQ (107) is dat de subtest Substitutie niet meeweegt. Dit maakt zichtbaar dat de gemiddelde score op de subtest Substitutie weinig, - 1 IQ punt verschil uitmaakt (van 108 naar 107). - Factor Verwerkingssnelheid: Gemeten wordt de snelheid waarmee visuele informatie wordt verwerkt, maar ook de concentratie op de taak, aandacht voor details, het zich snel kunnen richten op nieuwe stimuli, visueel-motorische controle, reflexiviteit en impulsiviteit. - De Factor Verwerkingssnelheid = Substitutie + Symbolen Vergelijken. Op deze factor heeft Adrie een gemiddelde score van 99 behaald. Pagina 13

6.Conclusies De moeder van Adrie wil graag antwoord op de volgende vragen: - Welk intelligentieniveau heeft Adrie? - Hoe kan Adrie het beste begeleid worden, zodat hij met plezier naar school gaat en niet gaat onderpresteren? Er is sprake van begaafdheid, Adrie behaalt een algemeen IQ van 123. Het criterium om tot een Leonardoschool te worden toegelaten is dat het totale IQ > 130. Aan dit criterium voldoet Adrie dus niet. Hij heeft een disharmonisch profiel. Het logische gevolg is dat het lastig schatten is wat Adrie cognitief aankan. Wat betreft het verbale IQ (ook het rekenen behoort hiertoe) is er sprake van begaafdheid, bijna hoogbegaafdheid (we spreken van hoogbegaafdheid bij een IQ dat groter is dan 130). De verbale leerstof is voor hem te gemakkelijk en leidt daardoor tot verveling in plaats van tot uitdaging. Voor kinderen als Adrie, die zeer leergierig zijn, is het uiterst frustrerend dat hij zich niet op zijn eigen niveau kan ontwikkelen. Vanuit deze verveling kan het kind zich storend gaan gedragen (afreageren), of zelfs depressief worden of psychosomatische klachten krijgen. Het is dus belangrijk dat Adrie op het talige vlak (lezen, rekenen en taal) flink wordt uitgedaagd, zodat hij gemotiveerd blijft en niet gaat onderpresteren. Het aanbieden van complexere opdrachten is belangrijk voor het aanleren van een goede werkhouding en het opbouwen van frustratietolerantie (doorzetten als het moeilijk wordt). (Hoog)begaafde kinderen hebben minder uitleg en repetitie nodig. In de tijd dat andere kinderen repeteren, kunnen zij meer complexe opdrachten maken. Zo leert het kind ook werken en moeite doen en om te gaan met falen. Bovendien leert Adrie dan sterke en zwakke kanten van zichzelf kennen, wat later een beroepskeuze vergemakkelijkt. Pagina 14

Hoe Adrie verder het beste gestimuleerd en begeleid kan worden, is terug te vinden in het volgende hoofdstuk: adviezen. 7. Adviezen Waardeer op school en thuis niet alleen de geleverde prestaties (het eindproduct), maar besteedt vooral ook positieve aandacht aan het feit dat er geleerd is (het proces). Gebleken is namelijk dat het zich richten op leren (leeroriëntatie), leidt tot een betere ontwikkeling dan wanneer puur prestaties ten doel worden gesteld (prestatieoriëntatie). Geef Adrie en andere kinderen vooral complimenten voor hun inzet en minder voor het resultaat. Dit stimuleert elk kind om het beste uit zichzelf te halen! Van belang is dat de meer complexe opdrachten van (hoog)begaafde kinderen net zo streng worden beoordeeld als het werk van de andere kinderen. Wanneer het vrijblijvend eraan toe gaat, het werk wordt bijvoorbeeld niet nagekeken, heeft het geen effect: deze kinderen hebben dat feilloos door en zullen dan wellicht minder hun best gaan doen. Het tijdschrift Vooruit bevat aanvullende lessen in opklimmende moeilijkheidsgraad op het gebied van rekenen, ruimtelijk/creatief, sociaal-emotioneel, praktisch en andere interessante onderwerpen. Te verkrijgen bij uitgever Kluwer. Op de website www.dedigitaletopschool.nl staat ook uitdagend verrijkingsmateriaal. Leerkrachten die meer willen weten over (hoog)begaafde kinderen kunnen terecht bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zij bieden studiemiddagen en meerdaagse cursussen op dit gebied. Voor de school is het versterken van het adaptieve onderwijs een goede manier om zich positief te profileren zowel naar ouders als naar de onderwijsinspectie. Zie ook: (http://www.ru.nl/socialewetenschappen/cbo). Wanneer een kind eerst al het gewone werk moet doen voordat zij aan het verrijkingsmateriaal kan beginnen is de werklast te hoog. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat kinderen hier hoofdpijnklachten en dergelijke door krijgen. Praktisch vertaald kan de leerkracht een korte en een lange uitleg geven. De kinderen die genoeg hebben aan de korte uitleg beginnen eerder en maken bijvoorbeeld alleen een paar van de moeilijkste opdrachten van het reguliere werk om te kijken of ze het begrepen hebben. Zo ja, dan gaan ze verder met verrijkingsmateriaal, zo nee dan krijgen ze meer gewoon werk. Een voorbeeld op het gebied van taal: Pagina 15

Gewone werk inkorten Verdiepen Verrijken Kort controledictee afnemen De tijd die over is, besteden aan een oefening naar keuze: - Maak een omschrijving van de 10 moeilijkste woorden (mag met behulp van het woordenboek) - Maak een oefenkaart voor je medeleerlingen - Maak een woordzoeker voor je medeleerlingen De vrijgekomen tijd besteden aan creatief schrijven: - Werkboeken van Ajadact - Methode: Wie schrijft, die blijft Een voorbeeld op het gebied van rekenen: Gewone werk inkorten Verdiepen Verrijken Pagina 16

- -Bekijken welke oefenstof essentieel is en schrappen overbodige oefenstof. - -Nagaan: blijft er een logische opbouw van de leerstof over? - - Schrappen van herhalingswerk. De tijd die over is, besteden aan een oefening naar keuze: aan: - -Plustaken rekenen groep 7 - -Rekentoppers groep 7 - -Werkboek van Ajodact - -Opdrachten van kennisnet/ rekennet - -Somplex - -VOORUIT rekenopgaven - -Stenvert rekenbloks realistisch rekenen - -CD roms m.b.t. rekenen De vrijgekomen tijd besteden -wiskunde opgaven www.allestelt.nl -Stenvert rekenbloks rekenmeesters groep 7 Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat het spelen van een muziekinstrument de integratie bevordert en dit is dus bij uitstek geschikt voor kinderen met een disharmonisch profiel, zoals Adrie. Fouten maken is niet erg, als er maar lering wordt getrokken uit fouten. Stimuleer kinderen om hun fouten te onderzoeken en ervan te leren. Een tijdsinstructie helpt Adrie om door te werken. Het is goed om deze regelmatig te herhalen, omdat Adrie geneigd is te vergeten dat er tempo gevraagd wordt. Ook kan het helpen om bij hem gebruik te maken van een klokje, of hem een horloge te laten dragen. Om hem te helpen oorzaak en gevolg te onderscheiden in sociale situaties (Plaatjes ordenen) is het raadzaam om de volgorde waarin dingen gebeuren te benoemen. Bijvoorbeeld: als we nu boodschappen gaan doen (oorzaak) kunnen we straks wat lekkers nemen bij de thee (gevolg). Zijn algemene kennis kan gestimuleerd worden door hem veel te vertellen over gebeurtenissen, dingen, plaatsen en mensen. Ook kan Adrie lid worden van de bibliotheek en samen met zijn moeder wat informatieve boekjes lezen over onderwerpen als: dieren, andere landen en hoe kinderen daar leven et cetera. Internet en educatieve televisieprogramma s (jeugdjournaal, klokhuis) zijn ook leuk om samen te bekijken en te bespreken. Pagina 17

Adrie kan zichzelf verbeteren op het gebied van plannen en organiseren. Elke vrijdag kan hij zijn huiswerk voor de hele week plannen in zijn agenda en daarbij een schatting maken hoe lang hij over elke taak gaat doen. De rest van de week heeft hij dan dagelijks houvast aan zijn agenda. Voorkom dat Adrie zich teveel bezighoudt met volwassen kwesties, zodat hij te snel kind-af is. Wanneer het kind geneigd is een volwassen rol (parentificatie) op zich te nemen, leert hij te weinig zijn eigen behoeften kennen. Hij kan dan het gevoel krijgen altijd degene te moeten zijn die sterk is en helpt. Het wordt dan moeilijk om te ontvangen van anderen. Drs. Tineke Spruijt Psycholoog NIP Pagina 18

Bijlage: IQ percentie l IQ percentie l IQ percentie l IQ Percentie l 45 0,01% 71 3% 97 42% 123 94% 46 0,02% 72 3% 98 45% 124 95% 47 0,02% 73 4% 99 47% 125 95% 48 0,03% 74 4% 100 50% 126 96% 49 0,03% 75 5% 101 53% 127 96% 50 0,04% 76 5% 102 55% 128 97% 51 0,05% 77 6% 103 58% 129 97% 52 0,07% 78 7% 104 61% 130 98% 53 0,09% 79 8% 105 63% 131 98% 54 0,1% 80 9% 106 66% 132 98% 55 0,1% 81 10% 107 68% 133 99% 56 0,2% 82 12% 108 70% 134 99% 57 0,2% 83 13% 109 73% 135 99% 58 0,3% 84 14% 110 75% 136 99,2% 59 0,3% 85 16% 111 77% 137 99,3% 60 0,4% 86 18% 112 79% 138 99,4% 61 0,5% 87 19% 113 81% 139 99,5% 62 0,6% 88 21% 114 82% 140 99,6% 63 0,7% 89 23% 115 84% 141 99,7% 64 0,8% 90 25% 116 86% 142 99,7% 65 1% 91 27% 117 87% 143 99,8% 66 1% 92 30% 118 88% 144 99,8% 67 1% 93 32% 119 90% 145 99,9% 68 2% 94 34% 120 91% 69 2% 95 37% 121 92% 70 2% 96 39% 122 93% Een percentielscore is een getal tussen de 0 en 100 dat aangeeft hoeveel procent van de kinderen een IQ-score behaalt die lager is dan de score van het onderzochte kind. De vermelde percentielscores horen bij IQ-scores zoals gemeten met de WISC-III en zijn niet toepasbaar op andere tests. Pagina 19