Nr (code) Oude code Indicatornaam Definitie Teller/noemer Rationale Waarde Toepassing Opmerkingen

Vergelijkbare documenten
KORT-CYCLISCHE MONITOR CAPACITEIT (CAPACITEITSMONITOR)

Netwerkbijeenkomst Bevolkingsonderzoek darmkanker. 25 juni juni 2018

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2015

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2016

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2017

Toelichting bij registratie van coloscopieverslagen in het kader van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker

Toelatingseisen voor de uitvoering van coloscopieën vanuit het bevolkingsonderzoek darmkanker. Kwaliteitseisen coloscopie.

Rapportage 2014 Landelijke Monitoring & Evaluatie Bevolkingsonderzoek Darmkanker (Erasmus MC NKI / AvL)

Toelichting bij registratie van coloscopieverslagen in het kader van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker

Reeks 12: De eeuwige mens

Bevolkingsonderzoek darmkanker In de (huisartsen)praktijk. februari 2014 Alice Olde Reuver of Briel projectleider darmkankerscreening

Landelijke monitoring van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker: resultaten eerste half jaar 2014

Onderwerp Doel Nr Indicator Omschrijving Kwaliteitse is

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 darmonderzoek - coloscopie

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Jochim Terhaar sive Droste Anneke De Schryver MDL-arts Jeroen Bosch Ziekenhuis

Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen

KWALITEITSRAPPORTAGE DARMONDERZOEK COLOSCOPIE

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)

Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) A. Beschrijving Indicator. DSCA 2014 [2.0.; ] Registratie gestart: 2009

Factsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam

Bevolkingsonderzoek naar dikke darmkanker: September 2013? Prof. dr. J.B.M.J. Jansen

Het BeVolkingsOnderzoek (BVO) Darmkanker

Toetsing endoscopisten

Resultaten landelijke monitoring bevolkingsonderzoek darmkanker 2017

Darmkanker en het bevolkingsonderzoek (en klein stukje erfelijkheid)

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Oplegger indicatorenset Colorectaal Carcinoom (DSCA = DCRA) verslagjaar 2018

1 Aantal patiënten met een colon of rectumresectie. Subindicator

Medische Publieksacademie

Waarom een bevolkingsonderzoek naar darmkanker?

Nederlandse samenvatting

Van Poliep naar colorectaal carcinoom. P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht

PROTOCOL VOOR DE TOELATING EN AUDITING VAN COLOSCOPIECENTRA EN ENDOSCOPISTEN

Process Mining in Ziekenhuizen

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Van darmpoliep tot darmkanker:

1. SO Werkelijke/Beoogde Doelgroep, Restgroep

1. SO Werkelijke/Beoogde Doelgroep, Restgroep

EMR endoscopisch een afwijking in de dikke darm verwijderen

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Stand van zaken. 12 april Yvonne van Oosterhout Manager darmkankerscreening Bevolkingsonderzoek Zuid

Bevolkingsonderzoek darmkanker

COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER. Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie -

CoRPS. Titel. Subtitel

Als er bloed in uw ontlasting. is gevonden. Bevolkingsonderzoek

Ge-FOBT: stront aan de knikker?

Als er bloed in uw ontlasting is gevonden

Als er bloed in uw ontlasting is gevonden

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. EMR Endoscopische Mucosale Resectie. rkz.nl

Bevolkingsonderzoek Darmkanker

5.4 Gastro-intestinaal

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Process Mining in de Zorg. Ngi Dr.ir. Ronny Mans

Coloscopie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Behandelwijzer kwaadaardige poliepen.

Resultaten audits bevolkingsonderzoek darmkanker. Robert Jan van Suylen, RCP regio Zuid JBZ Den Bosch

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Vervolgonderzoek in het ziekenhuis. Polikliniek maag-, darm-, leverziekten

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Samenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie

PROTOCOL. Voor de toelating en auditing van coloscopiecentra en endoscopisten. Bevolkingsonderzoek darmkanker. December 2018 (versie 7)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011

Samen zijn we groot: ééngemaakte dienst sedert 2016

Patiënteninformatie. Sigmoïdoscopie. Sigmoïdoscopie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Informatie. Rectosigmoïdoscopie

Procedure Toelating Pathologen voor Bevolkingsonderzoek

Samenvatting (Summary in Dutch)

WERKWIJZER INTAKE VOOR COLOSCOPIE

Maag-, Darm- en Leverziekten. Sigmoïdscopie.

Sigmoïdoscopie. Endoscopieafdeling Apeldoorn/Zutphen. Wat is een sigmoïdoscopie? Inbrengen van de klysma in het ziekenhuis

Coloscopie in klinische opname

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Transcriptie:

DC-1 DB-nieuw (a) Non-participanten coloscopie Aandeel patiënten dat zich afmeldt voor de afspraak voor Teller 1: aantal eenmalige afmeldingen (naar reden). In kaart brengen in hoeverre een intake voor coloscopie na - coloscopie met een onderscheid naar 1) deze ronde en 2) definitief (naar reden van afmelding). Noemer 1: aantal patiënten waarmee een afspraak voor een positieve ifobt aanleiding vormt om de coloscopie te ondergaan. Wanneer dit onvoldoende het geval is, zal de voorlichting hierover moeten worden aangepast. Teller 2: aantal definitieve afmeldingen (naar reden). Noemer 2: aantal patiënten waarmee een afspraak voor DC-2 DB-nieuw (b) Opt-out coloscopie Aandeel patiënten dat zich na de intake definitief heeft afgemeld voor de coloscopie (naar reden van afmelding). Teller: aantal patiënten dat na de intake heeft aangegeven nooit meer een afspraak voor een coloscopie te willen maken. Noemer: aantal personen in de initiële doelgroep. Deelname aan de aansluitende diagnostiek is vrijwillig. Het besluit tot geen deelname geeft informatie over de keuzevrijheid bij het proces van de aansluitende diagnostiek. De omvang van deze groep is noodzakelijk voor het berekenen van SU-2. DC-3 DB-nieuw (8) No show coloscopie Aandeel patiënten dat niet op de gemaakte afspraak voor coloscopie komt en zich daarvoor niet heeft afgemeld. Teller: aantal patiënten dat niet naar de coloscopie komt zonder zich daarvoor af te melden. Noemer: aantal patiënten waarmee een afspraak voor In kaart brengen in hoeverre een intake voor coloscopie na een positieve ifobt aanleiding vormt om de coloscopie te ondergaan. Wanneer dit onvoldoende het geval is, zal de voorlichting hierover moeten worden aangepast. - DC-4 DB-P12 Deelname(graad) coloscopie totaal Aandeel patiënten met een positieve ifobt dat uiteindelijk een coloscopie ondergaat. Teller: aantal patiënten dat een coloscopie ondergaat. Noemer: aantal patiënten met een positieve ifobt dat tijdens de intake voor coloscopie niet (voor de coloscopie) wordt geexcludeerd. Deze indicator geeft aan welk deel van de patiënten met een positieve ifobt een coloscopie heeft ondergaan. Alleen bij deze patiënten kan screening een gezondheidseffect opleveren. Streefwaarde: maximaal 85% (gebaseerd op pilot) DC-5a DB-nieuw (9) A Doorlooptijd uitslagbrief ifobt verrichting coloscopie Aandeel patiënten met een tijdige doorlooptijd tussen het verzenden van de uitslagbrief (met verwijzing) n.a.v. een positieve ifobt en het verrichten van de coloscopie. Teller: aantal patiënten waarvan het tijdsinterval tussen het verzenden van de uitslagbrief (met verwijzing) n.a.v. een positieve ifobt en het verrichten van de coloscopie maximaal 20 werkdagen bedraagt. Noemer: het aantal patiënten dat een coloscopie heeft ondergaan. De coloscopie moet zo snel mogelijk na een positieve ifobt plaatsvinden om de periode van onzekerheid zoveel mogelijk te beperken. DC-5b DB-nieuw (9) B Gemiddelde (en de spreiding: minimale en maximale) tijdsduur van verzenden positieve ifobt uitslagbrief tot verrichting coloscopie. DC-6a DB-P13 A Doorlooptijd afspraak intake coloscopie afspraak coloscopie Aandeel patiënten met een tijdige doorlooptijd tussen de (primaire) intakeafspraak voor coloscopie en de (primair) geplande afspraak voor de te verrichten coloscopie. Berekening: datum verrichting coloscopie - datum verzending uitslagbrief Teller: aantal patiënten waarvan het tijdsinterval tussen tussen de primaire afspraak voor de intake voor coloscopie en de tijdens de intake gemaakte afspraak voor coloscopie maximaal 10 werkdagen bedraagt. Noemer: het aantal patiënten dat op basis van de primaire intakeafspraak een coloscopie heeft ondergaan. De coloscopie moet zo snel mogelijk na de intake plaatsvinden om de periode van onzekerheid zoveel mogelijk te beperken. Er wordt bij een coloscopiecentrum alleen een afspraak voor intake ingepland als binnen 10 werkdagen na de geplande intakeafspraak een coloscopie kan worden uitgevoerd. Uitgangspunt is dat alleen een afspraak voor intake wordt gemaakt als binnen 2 weken een coloscopie kan worden ingepland. DC-6b DB-P13 B Gemiddelde (en de spreiding: minimale en maximale) tijdsduur van de (primaire) intakeafspraak tot de te verrichten coloscopie Berekening: datum primair geplande coloscopie - datum primair geplande intakeafspraak. DC-7a DB-nieuw (10) A Doorlooptijd intake coloscopie verrichting coloscopie Aandeel patiënten met een tijdige doorlooptijd tussen de intake voor coloscopie en de te verrichten coloscopie. Teller: aantal patiënten waarvan het tijdsinterval tussen de intake voor coloscopie en de te verrichten coloscopie maximaal 10 werkdagen bedraagt. Noemer: het aantal patiënten dat een coloscopie heeft ondergaan. De coloscopie moet zo snel mogelijk na de intake plaatsvinden om de periode van onzekerheid zoveel mogelijk te beperken. DC-7b DB-nieuw (10) B Gemiddelde (en de spreiding: minimale en maximale) tijdsduur van de intake tot de (primair) geplande afspraak voor coloscopie. Berekening: datum coloscopie - datum intake. DC-8 DB-P14 Uitslag coloscopie (endoscopist) Aandeel coloscopieën waarbij door de endoscopist een bepaald type laesie wordt gedetecteerd 1) per 1.000 gescreenden en 2) per 1.000 coloscopieën). Teller 1: aantal keer dat [type laesie] is Noemer 1: aantal deelnemers met een beoordeelbare ifobt. Dit geeft een indicatie van de uiteindelijke opbrengst van het screeningsprogramma. - (Het gaat hierbij om de belangrijkste afwijking per individu.) Teller 2: aantal keer dat [type leasie] is gedectecteer. Noemer 2: aantal uitgevoerde coloscopieën. DC-22 DB-P27 Verdere behandeling noodzakelijk Aandeel patiënten dat op basis van de pathologie verdere behandeling moet ondergaan. Teller: aantal patiënten dat op basis van het pathologisch onderzoek verdere behandeling moet ondergaan. Noemer: aantal patiënten waarbij een poliepectomie/biopsie is verricht. De proportie coloscopieën waarbij geen laesie wordt gedetecteerd geeft een indicatie van de specificiteit van de ifobt. Aan de hand van deze indicator kan worden bepaald in - hoeveel van de gevallen de uitslag van het pathologisch onderzoek aanleiding geeft tot verdere behandeling. Dit geeft inzicht in het aantal vroeg gedetecteerde tumoren. versie 2.0 (d.d. 02-02-2015) pagina 1 van 5

DC-23a DB-nieuw (17) A Overdrachtsperiode naar de zorg Aandeel patiënten met verwijsadvies na een positieve coloscopie dat tijdig wordt overgedragen aan de betreffende zorgprofessional. Teller: aantal patiënten met een positieve coloscopie met verwijsadvies waarvan het tijdsinterval tussen het versturen van de uitslagbrief met verwijsadvies na een positieve coloscopie en de overdracht van de patiënt aan de betreffende zorgprofessional maximaal 4 weken bedraagt. Noemer: het aantal patiënten met een positieve coloscopie met verwijsadvies. Snelheid is geboden bij de overdracht, vooral bij maligniteit. Dit is een gezamenlijke afspraak. maximaal 4 weken is streefwaarde; bij maligniteit 7 kalenderdagen DC-23b DB-nieuw (17) B Gemiddelde (en de spreiding: minimale en maximale) tijdsduur van het versturen van uitslagbrief met verwijsadvies na positieve coloscopie aan patiënt tot de overdracht van de patiënt aan de betreffende zorgprofessional. Berekening: datum overdracht aan zorg - datum uitslagbrief met verwijsadvies aan patiënt. van de streefwaarde. DC-24 DB-nieuw (11) Aantal coloscopieën Het aantal uitgevoerde coloscopieën per endoscopist per jaar. Teller: aantal coloscopieën per endoscopist per jaar. Noemer: 1. De Europese richtlijn adviseert dat iedere endoscopist die deelneemt aan een screeningsprogramma naar darmkanker een minimum van 300 coloscopieën op jaarbasis dient uit te voeren. Eis: minimaal 300. Deze (ervarings)eisen gelden voor alle endoscopisten die coloscopieën in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker uitvoeren (MDL-artsen, internisten). Auditeis: minimaal 300 coloscopieën per jaar. Dit mogen zowel indicatieve coloscopieën als coloscopieën in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn. Indien coloscopieën onder supervisie worden uitgevoerd, tellen deze coloscopieën mee in het aantal uitgevoerde coloscopieën van de supervisor. Alle eisen worden jaarlijks geëvalueerd en in 2014 zal deze eis opnieuw bekeken worden. Dan zal bepaald worden hoeveel coloscopieën na verwijzing vanuit het bevolkingsonderzoek een endoscopist jaarlijks minimaal uit moet voeren. Indien coloscopieen onder supervisie worden uitgevoerd, tellen deze coloscopieen mee in het aantal uitgevoerde coloscopieen van de supervisor. DC-25 DB-nieuw (12) Aantal poliepectomieën Het aantal uitgevoerde poliepectomieën per endoscopist per jaar. Teller: aantal poliepectomieën per endoscopist per jaar. Noemer: 1. Om de belasting voor de deelnemer zo veel mogelijk te beperken is het van belang dat de endoscopist vaardig is in het uitvoeren van poliepectomieën. Gedetecteerde poliepen en adenomen dienen zo veel mogelijk tijdens de primaire coloscopie te worden verwijderd. Eis: minimaal 50. Deze (ervarings)eisen gelden voor alle endoscopisten die coloscopieën in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker uitvoeren (MDL-artsen, internisten). Alleen toelatingseis: minimaal 50 poliepectomieën in het jaar voorafgaand aan de toelating tot de uitvoering. Daarna. DC-26 DB-K2 Detectiecijfer adenomen - MDL Aandeel coloscopieën waarbij (meer dan) één adenoom is DC-nieuw - Detectiecijfer adenomen - PA Aandeel coloscopieën waarbij (meer dan) één adenoom is Teller: het aantal personen waarbij één of meer adenomen is gedetecteerd op basis van het MDL-verslag. Noemer: aantal personen met minimaal één uitgevoerde coloscopie. Teller: het aantal personen met een afgerond PA-verslag waarbij één of meer adenomen is Noemer: aantal personen met minimaal één uitgevoerde coloscopie (afgerond MDL-verslag). DC-27 DB-nieuw (20) MAP Gemiddelde aantal adenomen per coloscopie. Teller: totaal aantal gedetecteerde adenomen. Noemer: aantal personen met een uitgevoerde coloscopie. DC-28 DB-nieuw (21) MAP+ Gemiddelde aantal adenomen per positieve coloscopie. Teller: totaal aantal gedetecteerde adenomen. Noemer: aantal personen met een coloscopie waarbij een afwijking (adenoom, gesereerde poliep of kaner) is geconstateerd (op basis van de PA). Het detectiecijfer voor adenomen is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de coloscopie. Het heeft echter wel de beperking dat het niet het totaal aantal gedetecteerde adenomen meet. Het gemiddelde aantal adenomen per coloscopie (MAP) en het gemiddelde aantal adenomen per positieve coloscopie (MAP+) geven aanvullende informatie over de vaardigheid van de endoscopist.map en MAP+ zijn relatief nieuwe indicatoren. Een goede monitoring is noodzakelijk, voordat eisen aan deze indicatoren kunnen worden gesteld. Eis: minimaal 30%. De PDR en SPDR worden mogelijk in de toekomst toegevoegd als indicator als blijkt dat zij een toegevoegde waarde hebben bij het voorspellen van het optreden van interval carcinomen. We tellen hier (in de teller) het aantal adenomen (tubulair, tubulovilleuze en villeuze). versie 2.0 (d.d. 02-02-2015) pagina 2 van 5

DC-29 DB-K3 Darmvoorbereiding Aandeel coloscopiëen waarbij de colon voldoende schoon Eis: minimaal 90%. is om goed te kunnen inspecteren. DC-30 DB-K4 Coecum intubatie Aandeel coloscopieën met een volledige coecum intubatie (met reden wanneer dit niet het geval is). DC-31 DB-K5 Inspectietijd Aandeel negatieve volledige coloscopieën met een inspectietijd van minimaal 6 minuten. DC-32 DB-nieuw (22) Verwijderingscijfer poliepen Het deel van de gedetecteerde poliepen die tijdens de coloscopie verwijderd worden. Teller: aantal coloscopiëen waarbij de colon voldoende schoon is om goed te kunnen inspecteren. Teller: aantal coloscopiëen met een volledige coecum intubatie. Teller: aantal negatieve volledige coloscopiëen (geen afwijkingen) waarbij de terugtrektijd van coecum tot anus minimaal 6 minuten bedraagt. Noemer: aantal negatieve volledige coloscopiëen (geen afwijkingen). Teller: aantal verwijderde poliepen. Noemer: aantal gedetecteerde poliepen. Wanneer de darmen onvoldoende schoon zijn, is het moeilijker laesies te detecteren. Wanneer dit vaak het geval is, moet de voorlichting en/of de procedure van de voorbereiding worden aangepast. Bij een coloscopie dient de hele dikke darm te worden geïnspecteerd. Deze indicator geeft aan in welke mate dit gebeurt. Deze indicator geeft aan hoe vaak er voldoende tijd wordt genomen om de darmwand te inspecteren. Data van de National Polyp Study Workgroup wijzen op een preventie van intervalkankers van 76-90% door coloscopie en poliepectomie. Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin gedetecteerde poliepen verwijderd worden.. Eis: minimaal 90% Eis: minimaal 90% Het coloscopiecentrum is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de patiënt, waaronder de darmvoorbereiding. De mate van darmvoorbereiding wordt door de endoscopist tijdens de coloscopie geregistreerd naar de BBPS. De BBPS is een vier-punts scoresystematiek toegepast op de drie grote delen van de dikke darm: rechter colon, colon transversum en linker colon. Aan elk van de drie delen wordt één van onderstaande scores toegekend: 0 = niet voorbereid segment van de dikke darm met mucosa niet gezien door vaste ontlasting die niet kan worden verwijderd 1 = gedeelte van de mucosa van het segment gezien, maar andere delen niet als gevolg van vlekken, achtergebleven ontlasting en/of ondoorzichtige vloeistof 2 = kleine hoeveelheid vlekken, fragmenten van ontlasting en/of ondoorzichtige vloeistof, maar mucosa goed te zien 3 = volledige mucosa van het segment goed te zien, zonder vlekken, fragmenten van ontlasting en/of ondoorzichtige vloeistof Vervolgens worden de drie scores bij elkaar opgeteld. Een voldoende schone colon heeft een BBPS score van 6 of meer. - appendix-opening, klep van Bauhin, ileumintubatie - fotografische documentatie van 2 van de 3 landmarks Terugtrektijd van coecum tot anus van minimaal 6 minuten bij negatieve coloscopieën. De auditeis wordt gecorrigeerd voor coloscopieen met hoge aantallen poliepen. Coloscopieen waarbij meer dan 10 poliepen zijn gedetecteerd, worden niet in de berekening van het verwijderingscijfer meegenomen. DC-33 DB-nieuw (23) Verwijderingscijfer poliepen > 5 mm t.b.v. pathologie Het deel van de tijdens de coloscopie verwijderde poliepen met een grootte > 5 mm, dat t.b.v. pathologie verwijderd wordt. Teller: aantal verwijderde poliepen t.b.v. pathologie > 5 mm. Noemer: aantal verwijderde poliepen > 5 mm. Het verwijderen van poliepen ten behoeve van pathologisch onderzoek is van belang om invasieve carcinomen uit te sluiten en daarnaast het interval voor surveillance te kunnen bepalen. Auditeis: minimaal 90% De toelatingseis wordt gemonitord via de benchmark. Voor verwijderde poliepen die niet aangeboden worden aan PA wordt op coloscopieniveau de reden aangegeven, met de keuze uit: - lange procedure - belastend voor de patient - poliep niet teruggevonden - veel poliepen - overig DC-34 DB-nieuw (24) Nieuwe coloscopie (voor poliepectomie) Aandeel coloscopieën waarbij voor het verwijderen van poliepen een nieuwe coloscopie plaatsvindt. Teller: aantal nieuwe coloscopiëen voor poliepectomie. Noemer: aantal coloscopiëen waarbij één of meer poliepen zijn Afgesproken is dat gedetecteerde poliepen en adenomen zo veel mogelijk tijdens de primaire coloscopie verwijderd worden. Deze indicator geeft inzicht in welke mate voor de verwijdering van poliepen een nieuwe coloscopie wordt ingepland. DC-35 DB-nieuw (25) Detectiecijfer kanker Aandeel coloscopieën waarbij (meer dan) één kanker is Teller: het aantal coloscopieën waarbij één of meer carcinomen (CRC) is Noemer: aantal uitgevoerde coloscopieën (met een eindconclusie). We gaan hier uit van de eindconclusie van het MDLverslag: colorectaal carcinoom. Niet meegenomen zijn overige maligniteiten, waaronder: anuscarcinoom, neuroendocriene tumor en metastase van andere primaire tumor. DC-36 DB-nieuw (26) Tatoeage Aandeel geconstateerde kankers (verdenking CRC) voorzien van tatoeage. Teller: aantal geconstateerde kankers (verdenking CRC) voorzien van tatoeage. Noemer: aantal geconstateerde kankers. Tatoeage is een belangrijk hulpmiddel bij de resectie van colorectaal kankers door de chirurg. Met uitzondering van locatie in het: - rectum - distale (4 cm) rectum versie 2.0 (d.d. 02-02-2015) pagina 3 van 5

DC-37 DB-K6 Complicaties coloscopie Aandeel coloscopieën waarbij een complicatie optreedt (naar type en ernst van de complicatie). Teller: aantal coloscopieën met een complicatie tot 30 Noemer: aantal uitgevoerde coloscopieën (MDL-verslag). Een coloscopie kan gepaard gaan met een complicatie. Dit negatieve effect van screening dient zorgvuldig gemonitord te worden. Grote verschillen tussen ziekenhuizen verdienen aandacht. - met een onderscheid naar type complicatie: perforatie, bloeding, restgroep - met een onderscheid naar ernst van de complicatie: gering (geen opname, geen transfusie, geen ingreep), mild ((extra) opname < 4 dagen), matig (opname 4-10 dagen, <4 transfusies,endoscopische of percutane interventies), ernstig (opname >10 dagen, >4 transfusies, angiografische of chirurgische interventie of IC opname), fataal (overlijden) DC-38 DB-nieuw (27) Perforatiecijfer coloscopie Aandeel coloscopieën waarbij een perforatie plaatsvindt. Teller: aantal coloscopieën met een perforatie tot 30 Perforatie van de darmwand kan ontstaan door mechanische verwonding tijdens insertie, over-insufflatie van de colon of als resultaat van een medische ingreep, zoals een biopsie of poliepectomie. Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin perforaties tijdens de coloscopie voorkomen. Met een onderscheid naar ernst van de perforatie: DC-39 DB-nieuw (28) Perforatiecijfer poliepectomie Aandeel coloscopieën met poliepectomie waarbij een perforatie plaatsvindt. Teller: aantal poliepectomieën met een perforatie tot 30 Noemer: aantal uitgevoerde poliepectomieën. De meeste perforaties ontstaan door thermische verwonding bij een poliepectomie. Deze indicator geeft inzich in de mate waarin perforaties tijdens de poliepectomie voorkomen. Met een onderscheid naar ernst van de perforatie: DC-40 DB-nieuw (29) Bloedingen poliepectomie Aandeel coloscopieën met poliepectomie waarbij een bloeding plaatsvindt. Teller: aantal poliepectomieën met een bloeding tot 30 Noemer: aantal uitgevoerde poliepectomieën. Bloedingen zijn de meest voorkomende complicaties na een poliepectomie. Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin bloedingen tijdens de poliepectomie voorkomen. Met een onderscheid naar ernst van de bloeding: Een gecompliceerde bloeding is een bloeding die tijdens of volgend op het handelen van een endoscopist optreedt, die voor de gezondheid van de patiënt zodanig nadelig is dat aanpassing van het (be)handelen noodzakelijk is dan wel dat sprake is van onherstelbare schade. Bloedingen die periprocedureel endoscopisch worden opgelost, worden niet als een gecompliceerde bloeding beschouwd. DC-41 DB-nieuw (30) Comfort score Aandeel coloscopieën waarbij door de deelnemer matig of ernstig ongemak wordt ondervonden. Teller: aantal coloscopieën waarbij door de deelnemer matig of ernstig ongemak wordt ondervonden. Noemer: aantal uitgevoerde coloscopieën met een ingevulde GCS score. Coloscopieën die in het kader van het bevolkingsonderzoek worden uitgevoerd, dienen veilig en van hoge kwaliteit te zijn, waarbij de deelnemer zo weinig mogelijk ongemak ondervindt. De aangepaste Gloucester Comfort Scale, lopend van geen ongemak tot ernstig ongemak, wordt bij deze indicator gebruikt om het door patiënten ervaren ongemak te kwantificeren. Volgens de (aangepaste) Gloucester Comfort Scale: - geen: geen ongemak - minimaal: één of twee voorvallen van mild ongemak, goed te verdragen - mild: meer dan twee voorvallen van ongemak, voldoende te verdragen - matig: aanmerkelijk ongemak, welke verscheidene malen tijdens de procedure wordt ervaren - ernstig: buitengewoon ongemak, welke veelvuldig tijdens de procedure wordt ervaren DC-42 DB-nieuw (31) CO2 insufflatie Aandeel coloscopieën waarbij CO2 insufflatie is toegepast. Teller: aantal coloscopieën waarbij CO2 insufflatie is toegepast. Het ervaren van ongemak tijdens en na de coloscopie kan worden veroorzaakt door het vasthouden van lucht in de colon. Om de ophoping van lucht te reduceren kan CO2 worden toegepast. Eis: 100% Het coloscopiecentrum beschikt bij de start van het bevolkingsonderzoek per coloscopiekamer over de benodigde apparatuur voor het toedienen van CO2. DC-43 DB-K1 Registratie coloscopieën Aandeel coloscopieën met een volledige registratie (naar te rapporteren aspect). Teller: aantal coloscopieën waarbij [aspect] gerapporteerd is. Volledige rapportage is noodzakelijk om de uitslag van een coloscopie goed te kunnen interpreteren en communiceren. Aan de hand van deze gegevens kan tevens onderzoek worden verricht naar de kwaliteit van coloscopie. Eis: 100% DC-44 DB-nieuw (c) Cliëntervaringen coloscopie Aandeel patiënten dat tevreden is over bepaalde aspecten (van de dienstverlening) van de aansluitende diagnostiek. Teller: aantal patiënten dat aangeeft tevreden te zijn met (bepaalde aspecten van) de aansluitende diagnostiek. Noemer: het aantal patiënten dat de vragenlijst heeft ingevuld. Als eis is gesteld dat het coloscopiecentrum de tevredenheid van de patiënt meet en hoe deze de kwaliteit, veiligheid en het comfort van de zorgverlening heeft ervaren. De cliëntervaringen geven aan hoe het bevolkingsonderzoek wordt ontvangen door de doelgroep. / evaluatie Volgens een vooraf landelijk vastgestelde frequentie en methode (vragenlijst). versie 2.0 (d.d. 02-02-2015) pagina 4 van 5

DC-45 DB-nieuw (d) Number needed to scope Aantal patiënten dat een coloscopie moet ondergaan om 1 advanced adenoom/invasieve tumor te detecteren. Teller: aantal patiënten dat een coloscopie ondergaat. Noemer: aantal patiënten waarbij een advanced adenoom/invasieve tumor wordt aangetroffen. Deze indicator geeft inzicht in het effect van screening in relatie tot het aantal personen dat een coloscopie heeft ondergaan. Dit is een proxy voor een groot deel van de nadelige effecten en kosten van screening. DC-46 DB-K9 Volledige endoscopische verwijdering van laesies Aandeel laesies dat volledig endoscopisch verwijderd is (naar type laesie). Teller: aantal [type laesies] dat volledig endoscopisch verwijderd is. Noemer: aantal [type leasies]. Deze indicator geeft aan hoe vaak bepaalde type laesies verwijderd kunnen worden zonder dat daar een belastende, risicovolle en dure operatie voor nodig is. versie 2.0 (d.d. 02-02-2015) pagina 5 van 5