Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel

i. 18 bedrijven met 50% regeling; ii. 16 bedrijven zonder 50% regeling; c. bij normenset 2: 26 bedrijven:

Luchthygiëne, onderzoek en advies Versie 4-29 maart 2010

Veelgebruikte termen in geurhinderonderzoek

Vaststelling beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

Beleidsnota Geurhinderbeleid Provincie Zuid-Holland

Geuronderzoek Indië-terrein te Almelo.

Van geur naar hinder

Nr. 2009/74 27 april 2009 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het Landgoed Lijftogtsheide te Hengelo (Gld) (gemeente Bronckhorst)

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid

Complexe milieusituatie, met name op het gebied van geur en geluid

Wat weet u over GEUR in de varkenshouderij

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Sessie Geur GGD-richtlijn en risicocommunicatie. Ontmoetingsdag GGD-OD, 26 maart 2015

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op twee percelen aan de Eltenseweg ongenummerd in Beek (gemeente Montferland)

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

GEURBELEVINGSONDERZOEK BROUWHUIS HELMOND

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Hengelderweg 6 en 10 in Didam (gemeente Montferland)

Bepalen geurbelasting en geurhinder

KLOOSTERDIJK 13 AALTEN

Jaarverslag project GeurinZicht 2016

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

GEURBEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN MER SCHIPHOL Augustus 2001

Onderzoek omgekeerde werking in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2017 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

Noblesse Proteins BV

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Buro Blauw B.V. Nude 54A 6702 DN Wageningen Tel: Fax: Internet:

ONTWERP Beleidsregels geur bedrijven (niet-veehouderijen) Gelderland 2016

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : --

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Onderzoek Geurhinder Veehouderijen V-Stacks Gebied en V-Stacks Vergunning

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Kansen voor Geurradar GTL congres, 8 november Luc Verhees

GEURBELASTING BENTFIELD TE HILLEGOM. Voorstel voor een acceptabel hinderniveau

Indiener zienswijze Samenvatting inhoud zienswijze Beantwoording. Gemeente Helmond Afdeling Ondernemen & Ontwikkelen 24 januari 2017

vergelijking VStacks vs. Stacks berekening geurbelasting veehouderijen provincie Noord-Brabant AH AH266-18/ ing. S.

Bijlage Handhaving: behandeling van klachten. Klachten binnen kantoortijden Klachten buiten kantoortijden Aandachtsbedrijven Aandachtspunten

vergelijking VStacks vs. Stacks berekening geurbelasting veehouderijen provincie Noord-Brabant AH AH266-18/ ing. S.

Beleidsregels Geurhinder industriële bedrijven Helmond 2017

PROVINCIAAL BLAD. In het eerste hoofdstuk wordt de doelstelling en de afbakening van het beleid geformuleerd en wordt het juridisch kader uiteengezet.

Centraal Bureau voor de Statistiek

Locatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geuronderzoek locatie 1A/1B

kennis genomen hebbende van de punten uit de voorbereidende vergadering op 12 mei 2015, Aldus besloten in de raadsvergadering van dinsdag 12 mei 2015

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2010

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

NOTITIE GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Noblesse Proteins BV

Gemeente Zaanstad Zaans Geurbeleid 2015

Onderzoek geurbelasting. Opdrachtgever: maatschap Otten Parallelweg PB IJSSELMUIDEN. Datum: 15 november Status: definitief (aangepast)

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Notitie. Centrale Gelderland laagfrequent geluid. GvL/ EB/ / FF NO. d a t u m : 20 december 2013

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

Geur Versie 1, mei 2017

Mestvergister Eneco / Energy Park Veendam auteur:

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Gemeente Zaanstad. Concept Zaans Geurbeleid 2014

Voornemen opleggen maatwerkvoorschriften Schaap CV te Tirns

De Marke III te Hengevelde

Betreft: crematorium Mariënwaard 61 Maastricht Barneveld, 20 december 2016 Referentie: r Bijlagen: 4

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Datum: 28 januari 2011 Opdrachtgever: Gemeente Utrecht, StadsOntwikkeling FrontOffice & Vergunningen

EVENEMENTEN IN LANSINGERLAND

Geuronderzoek Uitvaartcentrum Den Helder. FATE13A2, februari 2013 PRA Odournet bv

Kansen voor Geurradar. Luc Verhees en Hans Erbrink

Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk:

GEURONDERZOEK PAARDENHOUDERIJ TE MEPPEL. Geurimmissieconcentratie op nabijgelegen geurgevoelige locaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ter Steege Almelo Indië bv. Beoordeling geursituatie RWZI Vissedijk ten behoeve van bestemmingsplan Indiëterrein te Almelo.

Verspreidingsberekeningen ten behoeve van toetsing aan het aanvaardbaar geurhinderniveau

Lozingen vanuit tandartspraktijken

Memo Houtrook GGD Fryslân, team Medische Milieukunde. Auteur: Tim Nonner

Raadsvoorstel 14 Vergadering 7 maart Gemeenteraad

Toelichting. Bestemmingsplan. 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 -

Waar ligt de regio Eemsmond - Delfzijl?

Smog in zomer van 5

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Mogelijkheden windenergie

Geuronderzoek op basis van de Bijzondere Regeling Diervoeders i.h.k.v. een aanvraag omgevingsvergunning

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

Ontwerp-beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant


Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

ffi STnTEN '?"ffjhorrand ETfiE Lid Gedeputeerde Staten Onderzoek onder omwonenden ter validatie van het rekenmodel

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S /N0003/902610/Nijm

Gelders geurbeleid. voor. milieuvergunningen. Achtergrond. Beleidsregels

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID

Transcriptie:

Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht Toepassing hindersystematiek Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NeR) De Afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht veroorzaakt met name in Sliedrecht klachten over geuroverlast. In het verleden zijn naar aanleiding van het groot aantal klachten meerdere onderzoeken naar de geuroverlast uitgevoerd, die geresulteerd hebben in emissiebeperkende maatregelen. Ondanks de inspanningen is er nog steeds sprake van een situatie waarbij een groot aantal klachten over geuroverlast worden geuit. Het vaststellen van de omvang van de geuremissies en het aanwijzen van de veroorzaker(s) is in een complex bronnengebied niet eenvoudig. De geurbeleving kan bij een zelfde belasting bij verschillende respondenten variëren. Ook is het denkbaar dat emissies van diverse bronnen een versterkend of juist verzwakkend effect vertonen op de hinderbeleving. Het monitoren van de geurhinder in een complex bronnengebieden en het vaststellen van de veroorzakers van de hinder te Sliedrecht worden in dit artikel dan ook nader beschouwd. Voor het evalueren van de oorzaken van de klachten en voor het vaststellen van het acceptabel hinderniveau in Sliedrecht is in de periode van september 2001 tot maart 2002 een onderzoek uitgevoerd. Het bestond uit het meten van de geuremissie van de Afvalberging, de geurbelasting en de geurhinder in Sliedrecht. De auteurs gaan in dit artikel in op de resultaten. Het onderzoek stelt het bevoegd gezag in staat het acceptabel hinderniveau vast te stellen in een complex bronnengebied. De klachtenregistratie in de woonbebouwing te Sliedrecht is daarbij een bruikbaar instrument gebleken om de geurhinder te monitoren, mits het identificeren van de bron door gekwalificeerd personeel wordt uitgevoerd. Frits van Arkel Frans de Bree Inleiding Naar aanleiding van een groot aantal klachten over geuroverlast te Sliedrecht zijn in de afgelopen jaren meerdere onderzoeken verricht naar de emissies en verspreiding van geur en toxische stoffen afkomstig van de Afvalberging Derde Merwedehaven 1,2. De effecten op de gezondheid en op de hinderbeleving zijn daarbij onderzocht 3. Op basis hiervan zijn maatregelen genomen, maar ondanks dat houden de klachten over de geuroverlast aan. De provincie heeft Buro Blauw opdracht verleend voor het uitvoeren van onderzoek naar de geuremissies en de omvang van de geurhinder die door de Afvalberging worden veroorzaakt. De aanbevelingen genoemd in voorgaande onderzoeken zijn daarbij overgenomen. De doelstelling van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de aard van de klachten, de ervaren geurhinder in Sliedrecht, de geuremissie van de Afvalberging en de onderlinge relatie. Het inzicht in de geurhindersituatie stelt het bevoegd gezag (beter) in staat om een acceptabel hinderniveau vast te stellen en het geurhinderniveau te monitoren. In Dordrecht vinden tal van industriële activiteiten plaats, met name aan de zuidzijde van de rivier de Beneden Merwede. Eén van de gevestigde inrichtingen is de Afvalberging. De industriële activiteiten leiden met name in Sliedrecht, aan de noordzijde van de rivier, tot hinder bij omwonenden. Figuur 1 geeft een overzicht van de Afvalberging en de woonbebouwing te Sliedrecht.

Industriegebied Afvalberging Derde Merwedehaven Figuur 1. Overzicht over de Afvalberging en de woonomgeving te Sliedrecht. Ten westen van de afvalberging ligt een industriegebied, waar diverse bedrijven waaronder een afvalwaterzuivering, chemische industrie en verbrandingsinstallaties zijn gevestigd. Er is sprake van een complex bronnengebied. De geurbelasting veroorzaakt door de diverse industrieën zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden, door de typische geurkarakteristieken. Zo wordt bijvoorbeeld de geur afkomstig van de afvalwaterzuivering geassocieerd met de typische rioollucht. Aan de tegenoverliggende oever van de Afvalberging begint op circa 250 meter vanaf de afvalberging de woonbebouwing. In de directe omgeving van de Afvalberging liggen enkele geurgevoelige objecten, waaronder voorzieningen voor dagrecreatie. Beknopte omschrijving van het onderzoek Het onderzoek 4 bestond uit een aantal onderdelen, te weten: 1. De registratie van geurklachten gedurende zes maanden in Sliedrecht (klachtenregistratie) 2. Het monitoren van de geurhinder gedurende een periode van acht weken (dagboekregistratie); 3. Het uitvoeren van zes snuffelploegmetingen te Sliedrecht (snuffelploegonderzoek); Uit de beoordeling van de aard van geuren blijkt het geurtype dat in potentie de meeste hinder in de omgeving veroorzaakt. De stankpotentie van het type geur wordt vastgesteld. Onder de stankpotentie wordt de eigenschap van een geur verstaan, waarmee de kans dat deze geur aanleiding kan geven tot geuroverlast in de woonomgeving wordt beschreven. De stankpotentie wordt vastgesteld met de geurconcentratie en de sensorische geurschalen intensiteit en hedonische waarde. De geurintensiteit wordt gemeten op een schaal van 0 tot 3, geen geurwaarneming tot sterk waarneembaar. De hedonische waarde wordt vastgesteld op een schaal van -4 tot +4, van uiterst onaangenaam tot uiterst aangenaam. Klachtenregistratie & bronidentificatie Het doel van het onderzoek naar klachten is het evalueren van de klachtensituatie en het vaststellen van de veroorzaker(s) van de verstoring. De registratie van klachten is uitgevoerd door gekwalificeerde waarnemers 5. Gedurende zes maanden werden de geurklachten die gemeld werden bij de provinciale milieutelefoon geregistreerd. De klachten zijn binnen 10 minuten na melding door een in Sliedrecht gepositioneerde medewerker geregistreerd. De actuele weersituaties van meteorologische stations werden geraadpleegd, er is een lokaal meteorologisch station geïnstalleerd. De omschrijving van de geur, de intensiteit en de hedonische waarde (aangenaamheid) werden vastgesteld.

Bij het bepalen van de veroorzaker van de klachten zijn alleen die geuren waarbij minimaal een geur is waargenomen nader beschouwd. De omschrijving van de geuren bepaalt voor een belangrijk deel de herkomst van de geur, waarbij eventuele opmerkingen van de meldpostmedewerkers worden betrokken. De locale windrichting ten tijde van de geurwaarneming, de locatie van geurwaarneming en verdere meteorologische omstandigheden worden geregistreerd. Aan de hand van de windrichting en geuromschrijving is tenslotte de veroorzaker geïdentificeerd. In het totaal zijn er 708 klachten over geuroverlast geregistreerd, waarvan bij 78% van de klachten de bron kon worden geïdentificeerd. Bij 15% van de klachten werd geen geur waargenomen en 3% van de klachten is afkomstig van geuren die vanuit de directe omgeving van de waarnemer zijn waargenomen. Bij de overige 4% van de klachten kon geen bron worden geïdentificeerd, omdat deze klachten bijvoorbeeld in de nachtelijke uren kenbaar zijn gemaakt. Van de door de gekwalificeerde waarnemers genoemde klachten is na bronidentificatie 67% toe te wijzen aan de Afvalberging. Het merendeel van de klachten is afkomstig uit de dichtst bij de Afvalberging gelegen woonkern (43%). Klachten over de Afvalberging treden op bij wind uit zuidoostelijke tot westelijk richting. Na bronidentificatie blijkt dat 8% van de klachten over geuren van de overige bedrijven afkomstig zijn. Dagboekregistratie De dagboekregistratie heeft tot doel de hinderbeleving te monitoren in een leefsituatie die prominent in de publiciteit is. Bij de dagboekregistratie is gekozen voor een methode waarbij s ochtends en s avonds naar de beleving van diverse aspecten wat betreft de geurhinderbeleving werd gevraagd. De vragen zoals weergegeven in figuur 2 werden voorgelegd aan het bevolkingspanel. De hinderlijkheid wordt conform telefonisch leefsituatie onderzoek (TLO) 6 vastgesteld op een driepunt schaal van 0 tot 2, van nauwelijks hinder tot ernstige hinder (zie dagboekregistratie). Bij de omschrijving van het geurtype is zoveel mogelijk aangesloten bij de door de bevolking gehanteerde benamingen, die zijn ontleend aan de maandelijkse klachtenoverzichten afkomstig van de provincie Zuid-Holland. Voor de werving zijn 1200 mensen middels een brief benaderd voor deelname aan het onderzoek. Bij de start van het onderzoek zijn de deelnemers geïnformeerd over doel en opzet van het onderzoek. Figuur 2. Overzicht van een pagina uit het dagboek geurhinderbeleving.

De dagboekregistratie 7 is gedurende acht weken uitgevoerd in de periode tussen 12 september en 7 november 2001. In dit onderzoek zijn 254 mensen, verdeeld over drie clusters op verschillende afstanden van de Afvalberging in Sliedrecht aselect geworven voor deelname aan het onderzoek. Het bevolkingspanel bleek een afspiegeling van de Nederlandse bevolking ten aanzien van een aantal demografische gegevens. De respons in het bevolkingspanel vanuit de woonomgeving nabij de Afvalberging bedroeg 82%. Verder van de afvalberging vandaan was de respons 70%. De respons was constant gedurende de meetperiode en is voldoende om statistisch betrouwbare uitspraken over het percentage door geur gehinderden te geven. Uit de dagboekregistratie blijkt dat de geuren afkomstig van de Afvalberging voornamelijk gedurende 10 minuten tot enkele uren achtereen worden waargenomen. Rioollucht wordt vooral één tot enkele uren waargenomen. De chemische lucht wordt korter dan één uur waargenomen en voor diesel kan uit de resultaten geen typische waarnemingsduur worden afgeleid. Het dagelijks verloop in de geurhinder geselecteerd op geurtype afkomstig van de Afvalberging wordt gepresenteerd in figuur 3. 50.0% 30 % hinder in woonomgeving nabij Afvalberging 40.0% 30.0% 20.0% 10.0% % totale hinder 20 10 0 0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 0.0% windrichting (graden) 9/12/01 9/19/01 9/26/01 10/3/01 10/10/01 10/17/01 10/24/01 10/31/01 minimum maximum geur afkomstig van de Afvalberging Figuur 3a. Dag tot dag verloop - het percentage door geur gehinderden. Figuur 3b. Percentage gehinderden door de Afvalberging als functie van de windrichting. In figuur 3a is een gemiddeld geurhinderniveau van 10-20% zichtbaar met pieken oplopend tot 41% hinder. De hinder afkomstig van de Afvalberging in Sliedrecht is zoals verwacht het hoogst bij wind vanaf de Afvalberging (figuur 3b). Hoewel er een duidelijke dag tot dag variatie is, die samenhangt met de windrichting, varieert de weekgemiddelde hinder slechts in geringe mate. Van de respondenten die de geur hebben waargenomen heeft 70% er hinder van ondervonden, 25% werd hierdoor ernstig gehinderd. Er komt duidelijk naar voren dat de geurhinder in Sliedrecht voornamelijk wordt veroorzaakt door de Afvalberging en wel met name door het ontwijken van stortgas. Ondanks de op enig dagdeel hoge geurhinder is een grote meerderheid van het panel tevreden over de kwaliteit van de woonomgeving. Van het panel is 3 tot 8 procent duidelijk ontevreden over de leefsituatie. Snuffelploegonderzoek Het doel van een snuffelploegonderzoek is het kwantificeren en kwalificeren van de geuremissiesituatie op basis van de beoordeling van de waarneembaarheid en de aangenaamheid (hedonische waarde) van geuren door panelleden. De metingen zijn uitgevoerd volgens de zogenaamde loopmethode beschreven in het Document Meten en Rekenen Geur 8. De loopmethode is het benedenwinds benaderen van de relevante geurbron. Op diverse afstanden van de geurbron wordt loodrecht op de windrichting een aantal geurwaarnemingen verricht. De snuffelgrens wordt vastgesteld, waaronder wordt verstaan dat de helft van de panelleden de geur op die afstand tot de bron heeft waargenomen. De geurconcentratie op de snuffelgrens wordt per definitie vastgesteld op één snuffeleenheid per kubieke meter (se.m -3 ). Met behulp van modelmatige berekening wordt vervolgens de geuremissie van de bron vastgesteld. De gemeten gemiddelde geuremissie van de Afvalberging bedraagt 636*10 6 se.uur -1. Het 95 procent betrouwbaarheidsinterval ligt tussen de 364*10 6 en 1.113*10 6 se.uur -1. De verhoogde

geuremissie wordt daarbij gekenmerkt door het naar alle waarschijnlijkheid ontwijken van stortgas. Resultaten relatie geurhinder en geurklachten Zowel bij de klachtenregistratie als bij het hinderonderzoek is geconstateerd dat de overlast te Sliedrecht met name is toe te schrijven aan de Afvalberging. De relatie tussen de geurhinder en het bij gelijktijdig en op hetzelfde dagdeel geregistreerde aantal klachten veroorzaakt door het vrijkomen van geuren afkomstig van de Afvalberging wordt beschreven in figuur 4. Er wordt hierbij uitgegaan van een cluster omwonenden het dichtst bij de Afvalberging. 40 30 % totale hinder 20 10 0 Figuur 4. 0 10 20 30 40 aantal klachten Percentage hinder bij gelijktijdig en op hetzelfde dagdeel geregistreerde klachten in het dichtst bij de Afvalberging Derde Merwedehaven gelegen woongebied. Uit de figuur blijkt dat in situaties waarin geen klachten voorkomen nog 4% van de omwonenden gehinderd wordt. Er blijkt een lineaire relatie te bestaan tussen het aantal klachten en de ondervonden hinder voor omwonenden tot 750 meter van de Afvalberging. De klagers vanuit de woonomgeving klagen niet meer dan één maal per dag. Resultaten relatie geurbelasting en geurhinder Voor het vaststellen van de relatie tussen de geurbelasting en de geurhinder is de gemiddelde geurbelasting op verschillende afstanden van de Afvalberging berekend. In tabel 1 is de relatie tussen de geurbelasting, uitgedrukt in het 98 percentiel van de geurconcentratie en het percentage gehinderden weergegeven. Tabel 1 Relatie tussen de geurconcentratie en het percentage gehinderden door geuroverlast van stortgas. Afstand (m) tot rand Afvalberging Max. geurconcentratie (se.m -3 ) als 98 percentiel % gehinderden door geur ~ 250 750 2,7 9,2 ~ 750 1.150 1,1 1,9 ~ 1.150 1.650 0,8 1,1 Uit de tabel blijkt dat zoals verwacht de geurhinder toeneemt met de geurbelasting. Literatuur 1. Kliest, J.J. en anderen, 1999 Geurhinder als gevolg van de stortplaats Derde Merwedehaven te Dordrecht: evaluatie van de maatregelen en het klachtenpatroon. RIVM rapportnummer. 609023002 2. Oonk, H., 2000 Stortplaats 3 e Merwedehaven: -emissies van geur en specifieke componenten: -evaluatie van genomen maatregelen tegen geuroverlast. TNO-MEP rapportnummer R2001/089

3. Mennen, M.G. en anderen, 2000 Emissie en verspreiding van geur en toxische stoffen in de omgeving van de Tweede en Derde Merwedehaven te Dordrecht en de hiermee samenhangende gezondheidsaspecten. RIVM rapportnummer 609021018 4. Bree, F.B.H. de, en anderen, 2002 Evaluatie geuremissie en geurhinder van Afvalberging Derde Merwedehaven. Eindrapport. BL2002.1995.05, Buro Blauw te Wageningen. 5. Nederlands Normalisatie Instituut, 1995 NVN2820. Luchtkwaliteit. Sensorische geurmetingen met een olfactometer. 6. Arkel, F.Th., F.B.H. de Bree en C.W. de Gier, 2002 Evaluatie geuremissie en geurhinder van Afvalberging Derde Merwedehaven. Monitoren geurhinder met dagboekjes. 7. Ministerie VROM, 1996 Stabiliteitsonderzoek Telefonische Leefsituatie Onderzoek. Publikatiereeks Lucht & Energie nr. 121. 8. Ministerie VROM, 1994 Document meten en rekenen geur. Publicatiereeks Lucht & Energie nr. 115. Over de auteurs: De auteur zijn beide werkzaam bij Buro Blauw te Wageningen. Frits van Arkel is werkzaam als onderzoeksmedewerker en Frans de Bree is werkzaam als directeur projecten van Buro Blauw. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ons bureau. Buro Blauw tel. 0317-425200 www.buroblauw.nl E-mail: info@buroblauw.nl