Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

p1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q q 2 Budgetlijn.

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

Samenvatting Economie H1 t/m H3

Vwo 4. Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

Economie. Boekje Crisis Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Samenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3)

Hoofdstuk 1: Schaarste

UIT geld en banken

UIT VWO geld en banken

TENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

5,7. Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni keer beoordeeld

De spanning tussen de beperkte middelen (tijd en geld) en de oneindige behoeften van de mens = keuzestress.

Thema 1 Pizzeria ANTWOORDEN

Thema 1 Pizzeria. Deel 1 Consumptie

- Alle nuttige economielinks bij elkaar!

De koopkracht van je inkomen bepaald hoeveel goederen of diensten je kunt kopen, de koopkracht hangt af van je inkomen en van de prijzen.

Samenvatting Economie Module 1 + 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

UIT de budgetlijn

1.5 Consumeren of sparen. Bij hun afweging speelt een rol of ze het geld later nodig denken te hebben of niet.

Vervangende les 2 Wat is geld waard?

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

UIT arbeidsdeling

Hoofdstuk 1 Kredietcrisis

ECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Eco samenvatting; hs 2 + 5

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan.

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

OnDeRDeel 1 Schaarste en ruil

1.1 Elke generatie kiest opnieuw

ECONOMIE. Begrippenlijst H1 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Hoofdstuk 1 KIEZEN EN RUILEN

ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

5.1 Het speelkwartier

Goeden en tijd zijn alternatief aanwendbaar (je kunt ze op verschillende manieren gebruiken)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

H1: Economie gaat over..

HET BEROEP VAN MAKELAAR IN ONROEREND GOED VIND IK ONTROEREND GOED!!!!!

[MONEY, MONEY, MONEY,

Economie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

Module 4: docentenhandreiking. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie

7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld

Datum :4juni 2012 Tijd : uur. Onderwijzer : Drs J.G.M. de Vries (VRJ) ALGEMENE ECONOMIE TENTAMEN

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

twee$monetaire$sprookjes bij$katern$ Waarde$van$de$Munt

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Samenvatting Economie Module 1 en 2

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

4,6. Uw financiële situatie. Werkstuk door een scholier 1976 woorden 8 april keer beoordeeld 1. HOE SLUIT JE EEN HYPOTHEEK AF?

Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Winst: overproductie, werkloosheid

Examen VWO. Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl)

Hoofdstuk 2: Kom je ermee uit?

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Samenvatting Economie Module 2

UIT balans en resultatenrekening

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Ruilen over de tijd (havo)

De economische crisis en Oud-West

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:

Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland


SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Module 6: Geld; met klinkende munt

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Transcriptie:

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting door Martijn 1605 woorden 29 oktober 2015 6,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: kiezen en ruilen Schaarste is de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in die behoeften te voorzien. Behoeften, ieder mens heeft behoeften. Denk daarbij aan primaire behoeften zoals voedsel en onderdak, maar ook aan de behoefte aan luxegoederen zoals een vakantie of een ipod. Bij het voorzien van behoeften moet je je behoeften in een volgorde van dringendheid zetten. In de loop van de tijd veranderen behoeften. Vroeger was een vakantie naar de Veluwe al heel wat, later naar de Belgische Ardennen en later weer naar Spanje. Goederen, om in behoeften te voorzien heb je goederen nodig. Goederen zijn niet alleen maar tastbare dingen (auto s, meubelen etc.) maar ook diensten (kappers, notarissen en leraren). Veel goederen zijn alternatief aanwendbaar wat betekend dat je ze op verschillende manieren kunt gebruiken. à Op een stuk grond kan je huizen bouwen maar ook gebruiken als sportveld. Water kan je drinken maar ook gebruiken om de auto mee te wassen Tijd is ook alternatief aanwendbaar. Je kan je zaterdag gebruiken om in de winkel te werken, maar ook om een dagje op het strand te liggen. Schaarste als spanning tussen behoeften en middelen Verwar schaarste niet met zeldzaamheid. Want producten als aardappelen en brood zijn niet zeldzaam, maar in economische zin wel schaars. Hoe meer je in je behoeften kunt voorzien, hoe welvarender je je voelt. Je kunt ook zeggen dat het gevoel van welvaart toeneemt naarmate de schaarste wordt teruggedrongen. 1 van de manieren om de schaarste terug te dringen is het produceren van steeds meer goederen en diensten. Hoe meer je in je behoeften kunt voorzien, hoe welvarender je je voelt. Je kunt ook zeggen dat het gevoel van welvaart toeneemt naarmate de schaarste wordt teruggedrongen. 1 van de manieren om de schaarste terug te dringen is het produceren van steeds meer goederen en diensten. < >Je kan wel meer gaan produceren maar als je steeds meer behoeften ontwikkeld neemt je welvaart niet meteen toe Het produceren van goederen en diensten kunnen ook tegeneffecten hebben: als er meer verkeer op de weg is gaat het CO2 gehalte omhoog en er is meer lawaai. Welvaart is een subjectief begrip: iedereen ervaart welvaart op https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-1-2-87744 Pagina 1 van 5

zijn eigen manier. Als Petra haar gehele budget aan belminuten besteedt is dat 300/ 0,25=1200. Geeft ze haar hele budget uit aan kleding is dat 300/ 50=6. Ze kan natuurlijk ook beide kopen. Dan krijg je bijvoorbeeld: 300/2 kledingstukken= 200. Het aantal belminuten dat ze kan kopen is 200/ 0,25= 800. Je kan de mogelijkheden ook in een diagram zetten. Daarbij moet je het aantal maximale mogelijkheden van kleding op de horizontale as zetten. En het aantal maximale mogelijkheden van beltegoed op de verticale as. Alle combinaties links van de budgetlijn kan ze allemaal kiezen. Alle combinaties rechts van de budgetlijn zijn onbereikbaar. Opofferingskosten In de volgende maand wil Petra 3 kledingstukken kopen in plaats van 2. Dan kan ze natuurlijk minder belminuten kopen. Het extra kledingstuk kost Petra 50. Dit betekend dat ze voor 50 minder belminuten kan kopen. Oftewel: het aantal belminuten dat Petra opoffert om één extra kledingstuk te kunnen kopen is: 50/ 0,25=200 belminuten In dit geval zijn die 200 belminuten dus de opofferingskosten. 1.3 Arbeidsdeling Het komt in onze samenleving niet vaak voor dat degene die een product consumeert dezelfde is als degene die dat product heeft gemaakt. Maar er zijn uitzonderingen à een boer die de melk van zijn eigen koeien gebruikt, een volkstuinder die de sperziebonen van zijn eigen moestuin eet. Maar over het algemeen is er een scheiding tussen productie en consumptie. Zonder scheiding tussen productie en consumptie is er bijna geen ruimte voor specialisatie of arbeidsdeling (je legt je toe op een klein deel van het hele productieproces). Arbeidsdeling in huishoudens In het huishouden is er ook een verdeling. Vooral vroeger was het zo dat de man voor het inkomen zorgt en de vrouw thuis op de kinderen past. Maar de laatste 50 jaar is dat verandert en mannen gaan steeds meer in het huishouden doen. Hoewel de vrouw daar wel dominant blijft. Mannen verdienen meer salaris dan vrouwen als ze werken. En daar zijn verschillende oorzaken voor: < >Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in lagere functies In hogere functies werken 3x zoveel mannen als vrouwen Vaak onderbreken vrouwen hun carrière als er kinderen komen, dat kost salaris Vrouwen werken meestal in de gezondheidszorg en die verdienen meestal minder Vrouwen werken vaker parttime dan mannen en maken daardoor minder snel promotie Vrouwen hebben vooralsnog een minder hoge opleiding dan mannen Wie? Casco aftimmeren Bedrading aanbrengen Ton https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-1-2-87744 Pagina 2 van 5

100 uur 50 uur Theo 120 uur 40 uur Ton doet 100 uur over het aftimmeren Theo doet 120 uur over het aftimmeren In die tijd kan hij 100/50=2 boten niet bedraden In die tijd kan hij 120/4=3 boten niet bedraden De opofferingskosten van Theo zijn hoger dan die van Ton. Het ligt dus voor de hand dat Ton de casco s gaat timmeren en Theo de bedrading gaat doen. Ton doet 50 uur over het aanbrengen van de bedrading In die tijd kan hij 50/100= 0,5 casco niet aftimmeren Theo doet 40 uur over het aanbrengen van de bedradingin die tijd kan hij 40/120=0,3 casco niet aftimmeren Ook hier volgt de conclusie dat Ton de casco s moet gaan aftimmeren en Theo de bedrading moet aanbrengen. Als Ton op 1 schip de bedrading aanbrengt kan hij 0,5 casco niet aftimmeren. Als Theo op 1 schip de bedrading aanbrengt, zou hij het aftimmeren van 0,3 casco moeten opofferen. Voor Theo liggen de opofferingskosten van het aanbrengen van de bedrading dus lager. Degene die de laagste opofferingskosten heeft doet het 1.4 Ruil, eigendom en transactiekosten Ruil Als je een paar schoenen koopt vindt er ruil plaats: geld wordt geruild tegen een bepaald product. Vroeger ruilde men goederen tegen goederen. Dat is directe ruil. In moderne samenlevingen worden goederen eerst tegen geld geruild. Vervolgens wordt het geld weer voor goederen of diensten geruild. Dat is indirecte ruil. Een makelaar ruilt zijn diensten voor geld, dat hij vervolgens weer aan goederen en diensten kan uitgeven. Eigendomsrechten De aankoop van een product betekend dat je eigenaar van het product wordt. Je kunt (binnen de grenzen van de wet) alles doen met je eigendom wat je wilt. Je kunt een auto die je eigendom is bijvoorbeeld weer verkopen. Het is dan wel belangrijk dat je de eigendomsrechten goed hebt vastgelegd. Het kan voorkomen dat je een product krijgt aangeboden waarvan je kunt vermoeden dat de verkoper niet de eigenaar is. Als je op een internetveiling bijvoorbeeld een fiets krijgt aangeboden van 30, kan je ervan uitgaan dat die fiets gestolen is. Koop je die fiets toch dan kun je van heling worden beschuldigd en moet je de fiets teruggeven aan de rechtmatige eigenaar. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-1-2-87744 Pagina 3 van 5

Transactiekosten Er vinden elke dag miljarden transacties plaats. Deze transacties zijn niet kosteloos. Natuurlijk moet je het product betalen. Maar je moet ook extra kosten betalen voor het tot stand komen van de transactie. Deze kosten noemen we transactiekosten. Vaak valt het met de transactiekosten wel mee. Als je een nieuwe jas wilt kopen, moet je wat tijd besteden aan het bezoeken van winkels. De zoektijd is in veel gevallen de enige vorm van transactiekosten. De woningmarkt is daarentegen heel erg berucht om de transactiekosten: < >Informatie inwinnen over te koop staande huizen Eventueel inschakelen van makelaar Onderhandelen tussen koper en verkoper Eventueel opstellen van een technisch rapport Inschakelen van een notaris Betalen van overdrachtsbelasting Registratie door het Kadaster Hoofdstuk 2 Geld 2.1 Wat is geld? Geld is een ruilmiddel. Geld is alles wat in een samenleving als algemeen aanvaard wordt als ruilmiddel. Het is belangrijk om te weten dat geld alleen kan functioneren op basis van vertrouwen. Als burgers geen vertrouwen hebben, dan wordt het niet meer algemeen aanvaard. In feite houdt geld dan op geld te zijn. Dan kunnen bijvoorbeeld de prijzen heel erg snel stijgen à hyperinflatie. Technische vereisten < >Het moet grote waarde in klein bestek bezitten. Het ruilmiddel moet als het ware in de binnenzak passen Het moet gemakkelijk deelbaar zijn. Het ruilmiddel moet geschikt zijn voor allerlei transacties, grote en kleine Het moet houdbaar zijn. Als een ruilmiddel niet houdbaar is, zou de bezitter ervan armer worden naarmate hij het langer in zijn bezit heeft. Het mag niet reproduceerbaar zijn. Als het geld gemakkelijk in grote hoeveelheden na te maken is, verliest het snel zijn functie. Chartaal Geld, dat bestaat uit munten en bankbiljetten Giraal Geld, dat bestaat uit direct opeisbare tegoeden bij de banken. Een bankbalans Activa (bedragen 1 miljoen) Passiva Kasmiddelen 10 Rekeningcouranttegoeden 600 Tegoed Centrale bank 50 Debiteuren 150 Een gedeelte van een bankbalans De balansposten: < >De Kasmiddelen bestaan uit het chartale geld dat de bank bezit. Een bepaalde voorraad chartaal geld is nodig, omdat mensen geregeld via de geldautomaat een deel van hun girale tegoeden omzetten in chartale vorm Banken hebben een rekening bij de Centrale bank. Het bedrag van die rekening vind je onder Tegoed centrale bank. Debiteuren zijn de vorderingen die de bank op anderen heeft. Als de bank geld uitleent, moet die schuld natuurlijk worden terug betaald. Dat geld wat moet worden terugbetaald vind je onder Debiteuren. De Rekeningcouranttegoeden vormen het girale geld. De rekeninghouders kunnen op elk gewenst moment over die https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-1-2-87744 Pagina 4 van 5

tegoeden beschikken, bijvoorbeeld door geld op te nemen via de geldautomaat of door overschrijving naar een andere rekening. Geldschepping is een toename van de maatschappelijke geldhoeveelheid https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-1-2-87744 Pagina 5 van 5