Lid Gedeputeerde Staten SrnrËN F. Vermeulen Contact 070 441 71 12 f.vermeulen@pzh.nl '?JffHorreND Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Provinciale Staten Datum Ons kenmerk 0I DEC 2016 DOS-201 6-0008666 Uw kenmerk Bijlagen Verslag Metropolitaan Debat Onderwerp MIRT Onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag Geachte Statenleden, ln de vergadering van commissie VenM van 23 november jl. zijn drie toezeggingen gedaan met betrekking tot het MIRT onderzoek bereikbaarheid Rotterdam - Den Haag. ln deze brief wordt hierop ingegaan. Toezegging l: Verslag Metropolitaan Debat van 29 november Het was een goede bijeenkomst met een grote opkomst waarin de 4 perspectieven van het onderzoek zijn besproken. Een aantal opvallende uitspraken die dag: "de wegenstructuur is min of meer af", "OV heeft nog veel potentie", "groen is een belangrijke vestigingsplaatsfactor", "de circulaire economie waarin iedereen een baan kan vinden is belangrijk", "speel meer in op de veranderingen die momenteel gaande zijn", "niet alle woningwensen kun je in de stad kwijt", "meer aandacht voor de sociale onvrede". Zie de bijlage voor het verslag van de bijeenkomst. Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Tram 9 en de buslünen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt. Toezegging 2: Meenemen van genoemde onderzoeken en rapporten Tijdens de vergadering is een aantal onderzoeken en rapporten genoemd die meegenomen moeten worden in het onderzoek. Dit is reeds doorgegeven aan de projectorganisatie met als doel deze informatie op de juiste wijze te venruerken in het onderzoek. Toezegging 3: lnzicht in de planning van het onderzoek Tot nu toe stond het onderzoek in het teken van breed ophalen en divergeren. Nu gaat de fase aanbreken van convergeren op weg naar het gewenste toekomstperspectief voor de regio, incl. concrete oplossingsrichtingen. Stapsgewijs wordt toegewerkt van vier naar één of twee perspectieven voor de centrale ambitie voor de regio: het vergroten van de agglomeratiekracht. Het bestuurlijk overleg van 12 december jl. is benut om bestuurlijke richting op te halen voor trechtering van de huidige vier perspectieven. Het betrof nadrukkelijk nog geen formele
@ e' "j 'jttorland Ons kenmerk besluitvorming. Rond de jaarwisseling starten de analyses om te trechteren naar één of twee nieuwe perspectieven, via expertsessies, modellen en een afweegkader. Op basis van de uitkomsten daarvan wordt in het bestuurlijk overleg komend voorjaar gevraagd richtinggevende uitspraken te doen over de nieuwe perspectieven met bijbehorende oplossingsrichtingen. ln april/mei 2017 vindt hierover een tweede Metropolitaan Debat plaats, waarvoor u zult worden uitgenodigd. Daarna is bestuurlijk overleg over de definitieve uitkomsten van het onderzoek voorzien in juli 2017. Dan kan op verzoek ook behandeling in Raden en Staten plaatsvinden. Vervolgens is het BO MIRT van najaar 2017 nodig voor besluitvorming over het vervolg, gekoppeld aan afspraken over de programmatische aanpak. Hoogachtend Vermeulen 2t2
Verslag Metropolitaan Debat MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam - Den Haag d.d.29 november 2016 Op woensdog 29 november heeft het Metropolitoon Debat ploatsgevonden. Bij het debot woren zo'n 775 mensen aanwezig: veel ombtenaren en een diversiteit von bestuurders, roods- en Statenleden, burgers, ondernemers, wetenschoppers, mootschappelijke organisaties, koepel- en belangenorgonisoties en marktportijen. Doel van de bijeenkomst wos om de perspectieven te toetsen bij de stokeholders: wot zijn sterke en zwokke punten en ontbreken er nog zaken? Tijdens het plenaire programmo reflecteerde een panel bestaonde uit Morc Rosier (Zoetermeer/MRDH), Mark Frequin (tenm), Gemmo Smid-Marsmon (PZH), Leo Freriks (siemens) en Derk Loorbach (EUR/DRIFT) op het MIRT-onderzoek en de perspectieven. Aqnwezigen gingen met elkaor in debat over de sterke en zwokke punten van de perspectieven. Doarnaost woren er deelsessies waarin aonwezigen in kleiner comité met elkqar in gesprek gingen over specifieke onderwerpen. Het dagvoorzitterschap was in honden von Dorien de Wit (Beuk). Dit verslog geeft een weergove von de bevindingen uit het Metropolitaon Debot. t. Kort interview met Marc Rosier, Gemma Smid-Marsman en Mark Frequin No een korte toelicht ng op het onderzoek door projectleiders Bert Kingma (lenm) en Gert Jon Polhuijs (MRDH) bevroagt de dagvoorzitter Morc Rosier, Gemmo Smid-Morsman en Mork Frequin kort op hun visie op en betrokkenheid bij het MlRT-onderzoek. De dagvoorzitter geeft aan dat de MRDH een echte metropoolregio wil zijn en vraagt aan Marc Rosier wat dat eigenlijk is. Hij geeft aan dat het er om gaat dat 23 gemeenten samenwerken vanuit de doelstelling kansen te pakken en kansen te bieden. Het laatste jaar is die gemeenschappelijke focus steeds beter zichtbaar. Als voorbeeld noemt hij light rail. Op dat vlak vragen gemeenten zích af of daar wellicht een kans voor hen allemaal ligt: of ze daar met z'n allen van kunnen profiteren. Marc Rosiergeeft aan dat sprake is van een urgent vraagstuk: OESO laat zien dat de zachte verbindingen met o.a. bedrijfsleven en kennisinstellingen in de regio nog veel beter moeten. Als we nu niets doen, gaat het nooit lukken. De dagvoorzitter vraagt aan Gemma Smid-Marsman wat voor PZH het belang is van het onderzoek. Gemma Smid-Marsman geeft aan dat PZH een breder perspectief toevoegt aan het onderzoek: PZH kijkt niet alleen binnen de grenzen van de MRDH maar naar de gehele as Leiden - Dordrecht. Ze geeft aan dat alle opdrachtgevers van het MIRT-onderzoek proberen weg te blijven bij het klassieke bereikbaarheidsdenken, maar juist denken vanuit economisch- en verstedelijkingsperspectief op de lange termijn. Daarnaast geeft zij aan dat PZH mede-trekker is van een MIRT-onderzoek naar green- en mainport. Daardoor kan PZH verschillende M I RT-onderzoeken aa n elkaar verbinden. Gemma Smid-Marsma n benadrukt het belang van het aan tafel krijgen van meer disciplines dan alleen verkeer en vervoer en het betrekken van marktpartijen en kennisinstellingen. De dagvoorzitter vraagt Mark Frequin vanuit welk soort enthousiasme het Rijk is aangehaakt bij het MIRT-onderzoek. Mark Frequin geeft aan dat duidelijk is dat we gezamenlijk één doel nastreven en dat we hebben afgesproken een gebiedsbenadering te kiezen. Maar hij signaleert ook - bijvoorbeeld in de Tweede Kamer - dat men toch vooruitlopend op een 7
gezamenlijke programma-aanpak blijft vragen om losse projecten zoals meer asfalt en nieuwe oeververbindingen. Hij geeft aan dat het van belang is gezamenlijk tot keuzes te komen. De dagvoorzitter vraagt wat er voor nodig is om de middag tot een succes te maken. Mark Frequin geeft aan dat het een beetje 'pijn' moet doen; het is nu eenmaal niet mogelijk keuzes te maken waar iedereen zich in kan vinden. Marc Rosier hoopt dat aanwezigen ook lol hebben; humor mag. Gemma Smid-Marsman roept op om alle perspectieven een kans te geven en brederte kijken dan alleen het eigen belang. 2. Stellingen De dagvoorzitter legt olle oonwezigen een aontol stellingen voor en vroogt enkelen von hen hun keuze toe te lichten. Stelling: "Aantrekkelijk groen ís van groot belang voor de economie." De overgrote meerderheid is het hier mee eens. Zij geven aan dat groen een belangrijke economische component heeft en dat 'de MRDH kan inpakken als ze dit niet oppakken'. Tegenstanders van de stelling geven aan dat aantrekkelijk groen van groot belang is voor het geluk en welzijn van mensen, maar dat dat niet direct onderdeel is van economie; groen gaat niet over geld verdienen. Stelling: "De fiets is het beste vervoermíddel om in te investeren." lets minder dan de helft van de aanwezigen is het hiermee eens. Zij geven aan dat fietsen duurzaam is, goed voor de gezondheid en goed voor het geluk. ledereen wordt er beter van en met de fíets kan je veel meer vervoersbewegingen maken dan met de auto. Tegenstanders van de stelling benadrukken het belang van breder kijken dan alleen personenvervoer; goederenvervoer is ook van belang en daarin speelt de fiets geen rol. Daarnaast geven tegenstanders aan dat een fiets voor de wat langere afstanden geen optie is. Stelling: "De files nemen toe, er zijn meerwegen nodig." De overgrote meerderheid is het hier niet mee eens. Één persoon haalt het voorbeeld van de A4 Delft-Schiedam aan: als gevolg daarvan staat men 'dubbel zo lang' in de file tussen Delft en Leiderdorp. Kortom: nieuwe wegen helpen niet maar maken het probleem juist erger. Andere tegenstanders van de stelling geven aan dat we in Nederland te veel auto's hebben en dat we daar nu eenmaal mee moeten leren leven, en dat het netwerk in Nederland klaar is en we het wat efficiënter moeten gebruiken. Voorstanders van de stelling geven aan dat congestie het bedrijfsleven grote schade berokkent. Het aanleggen of verbreden van wegen is niet de enige manier om congestie tegen te gaan, maar wel noodzakelijk. Stelling: "Er mogen geen woningen meer worden gebouwd buiten het stedelijk gebied." De meerderheid van de aanwezigen is het hier nret mee eens. Voorstanders van de stelling zeggen dat groen belangrijk is voor de economie. Als we dat groen gaan bebouwen, slachtofferen we het groen en daarmee de economie. 3. Reflectie expertpanel op perspectieven Doan Zandbelt (De Zwarte Hond) en Thomos Straotemeijer (Goudappel Coffeng) geven een toelichting op de perspectieven. Daorno vroogt de dogvoorzitter het expertpanel op de perspectieven te reflecteren. 2
Derk Loorbach vindt het opvallend dat slechts één of twee mensen van kennisinstellingen aanwezig zijn. Het is hem niet duidelijk welke opgave het M RT-onderzoek nu probeert op te lossen. Hij signaleert dat o.a. de golf van populisme, de sociale spanning en het gebrek aan vertrouwen in de overheid een grote impact zal hebben op de samenleving. Wat hem betreft is de vraag hoe we van een lineaire economie waarin externe effecten niet beprijsd zijn en zaken oneerlijk verdeeld zijn, komen naar een economie die inclusief en duurzaam en volhoudbaar is. De vervolgvraag is dan welke rol mobiliteit daar in speelt. Wat hem betreft is er in de perspectieven nog te weinig aandacht voor extreme nieuwe ontwikkelingen. Leo Freriks roept gemeenten op breder te kijken dan de eigen gemeentegrenzen: we willen verstedelijking en voor een buitenstaander is het hele plangebied één grote stad. Leo Freriks beschouwt duurzaamheid als een zeer belangrijke opgave en signaleert dat digitalisering veel nieuwe kansen met zich meebrengt. Hij beschouwt de tegenstelling in de perspectieven als wat gemaakt: geen van de vier ambities is misbaar en ze moeten coherent en samen opgepakt worden. Marc Rosier roept op niet in grenzen te denken, zowel in termen van thema, tijd als fysiek. Gemma Smid-Marsman roept op om integraal te denken en niet te focussen op één onderwerp. Mark Frequin geeft aan dat scenario's net zo zijn als peilíngen: ze komen nooit uit. 4. Reflectie op perspectieven door alle aanwezigen De aonwezigen zitten verdeeld over vier vokken. Elk vok krijgt één perspectief toegewezen. De dogvoorzitter vraagt de oanwezigen orgumenten voor het hen toegewezen perspectief en tegen de andere perspectieven don te drogen. Proef-Tuin-Stad - Argumenten voor: o ln de meeste perspectieven is zeer sterk ingezet op binnenstedel jk bouwen. Echter: het is erg lastig om ontwikkellocaties in de steden te vinden en er is - mede daardoor - sprake van een onrendabele top die niet uit de markt komt. Het is dan ook maar de vraag of de ambitie op het gebied van binnenstedelijk bouwen haalbaar is. Proef-Tuin-Stad zet minder dan de andere perspect even in op binnenstedelijk bouwen. o Proef-Tuin-Stad spreekt aan op de individuele samenleving en past daarom bij de huidige tijdsgeest. - Argumenten tegen: o De voetganger is in Proef-Tuin-Stad vergeten. Dat is een groot gemis want je komt nooit waar je wezen wilt zonder dat je loopt. Compact & Groen Argumenten voor: o De druk op de ruimte in de stad is in Compact & Groen heel beperkt omdat vooral wordt ingezet op voetgangers en OV-systemen. o Grondstoffen, afualstromen en circulaire economie-stromen worden in heeldicht stedelijk gebied het best geconcentreerd. 3
o Compact & Groen biedt de meest duurzame oplossing voor het vervoersysteem dat nodig is voor verstedelíjking. Argumenten tegen: o Vanuit ecologisch oogpunt en klimaatadaptatie is het de vraag of concentratie zoals in Compact & Groen weleen goed idee is. o Grote concentratie zoals in Compact & Groen leidt tot een disbalans in de kwalitatieve vraag en het kwalitatieve aanbod van wonen: niet iedereen wil in de stad wonen. o De regio moet zich doorontwikkelen en innovatie stimuleren. Daarvoor zijn op veel plekken in de regio aangrijpingspunten. Het economisch netwerk wordt niet sterker als je alleen inzet op de as Rotterdam - Den Haag. o Er komen met Compact & Groen meer auto's in de stad. Clusters in Contact Argumenten voor: o Clusters in Contact kijkt vanuit een economische invalshoek naar de landschappen. De landschappen zijn een belangrijke economische drager. Dat is een goede reden om de landschappen te beschermen en te behouden. o Clusters in Contact geeft veel ruimte om gebieden waar het nu niet goed mee gaat in transitie te brengen. o Clusters in Contact biedt veel ruimte voor verschillende woonmilieus en dat is belangrijk want de (woon)wensen van mensen zijn divers. o Clusters in Contact is het enige perspectief dat duidelijk rekeníng houdt met logistieke vervoersstromen. Argumenten tegen: o Clusters in Contact belooft OV op rails, maar OV op rails kan in zo'n verspreid perspectief helemaal niet uit. lnclusieve Stad: - Argumenten voor: o Als de steden verdicht worden, moet dat met beleid gebeuren. ledereen moet meegenomen worden en kansen moeten worden vergroot zodat onderlinge verschillen worden verkleind. Banlieus zijn onwenselijk. lnclusieve Stad zorgt ervoor dat zich geen banlieus ontwikkelen. o De fietsinfrastructuur moet aangepast worden aan de nieuwe fiets. Denk aan stallingen voor bakfiets en e-bike. lnclusieve Stad biedt daar kansen voor. o Het sociale aspect is de afgelopen tijd schromelijk verwaarloosd. Laten we het plangebied nu het voorbeeldgebied laten zijn waar de economie sterk gaat veranderen. lnclusieve Stad biedt daar kansen voor. - Argumenten tegen: o Misschien is het wel helemaal niet nodig om mensen zo veel en ver te vervoeren. We kunnen ook inzetten op minder verplaatsingen. 5. Voorkeur van alle aanwezigen voor perspectieven in kaart brengen De dogvoorzitter vraagt oanwezigen te gaan stoon bij het pespectief dot hen het meest aanspreekt. 4
Een groot aantal mensen heeft een voorkeur voor lnclusieve Stad. Compact & Groen komt in termen van populariteit op de tweede plek en Clusters in Contact op de derde plek. Enkelen hebben een voorkeur voor Proef-Tuin-Stad. 6. Verdieping in deelsessies De oanwezigen goan uiteen in negen groepjes om een aontal onderwerpen noder te bespreken. Hierna volgt een beknopte weergove van de belangrijkste uitkomsten uit deze deelsessies. Smart mobility. Nadat er vooral veel in oplossingen vanuit de huidige mogelijkheden is gedacht, blijkt dat Smart Mobility veel meer 'concept-denken' is dan het denken in oplossingen die nu al bestaan of in ontwikkeling zíjn. We moeten de vrijheíd gunnen aan technische ontwikkelingen en díe innovatie niet doodslaan door nu de oplossingen vast te leggen in beleid. De concepten die de boventoon voeren en die mobiliteit de komende decennia kunnen beïnvloeden zijn (i) Mobility as a Service, waarbij vraaggericht mobiliteit wordt aangeboden door de hele keten van mobiliteit en (ii) Mobility as a Need, waarbij wordt ingespeeld op de steeds veranderende behoefte en mobiliteit niet als doel, maar als mogelijke schakel fungeert in de keten van 'leven' die ook op andere wijze is in te vullen. Bijvoorbeeld door wonen en werken te combineren of met virtual reality. Battle of the modes. Bij de deelnemers aan het Metropolitaan Debat is weinig draagvlak voor flink investeren in uitbreiding van wegcapaciteit voor de auto; men roept vooral op tot inzetten op slim benutten. Daarnaast beveelt men aan ínvesteringen te doen in de fysieke infrastructuur, vooral in lopen, fietsen en met name openbaar vervoer. Vanuit de wens om vooral te verdichten in de steden zou de aandacht nu naar het openbaar vervoer moeten gaan. Aandachtspunt is dat positieve aspecten van het investeren in openbaar vervoer nu niet goed in de MKBA zitten (denk aan minder ruimte nodig voor auto's in de stad, sociale aspecten). Van de metropoolregio een topregio maken. De circulaire economie is belangrijk en een belangrijke kans voor de metropool om zích naar toe te ontwikkelen. De regio is pas echt een goede regio wanneer er voor iedereen in de toekomst een passende baan is (mede gelet op de robotisering). Het succes van de RandstadRail moet uitgerold worden. Groen is een belangrijke vestigingsplaatsfactor. En ten slotte: vergeet de rest van de Randstad niet maar zoek aansluiting. Aantrekkelijk leefmilieu en bereikbaarheid. De definitie van leefkwaliteit is aan discussie onderhevig. Nabijheid van OV en voorzieningen vindt men belangrijk in relatie tot leefkwaliteit. Het is goed wonen in de stad met al haar voorzieningen maar het is ook fijn dat "buiten" in de buurt is. Landschappen moeten worden beschermd. Men vraagt zich af of we in de toekomst wellicht minder mobiliteit krijgen. Ten aanzien van de perspectieven doet men een aantal aanbevelingen: (i) besteed (meer) aandacht aan de energietransitie en klimaatadaptatie, aan 'blauw' en aan thema's als gezondheid en welzijn, (ii) kijk niet alleen naar woonmilieus, maar ook naar het werkaanbod, (iii) zoek naar een balans tussen verschillende type maatregelen; van belang daarbij is wel dat voor de haalbaarheid van maatregelen voldoende massa nodig is, (iv) vanuit geluidseffecten zijn er meer no regrets denkbaar, zoals elektrisch vervoer en het toepassen van st l asfalt en (v) bouw voldoende momenten in om je toekomstscenario bij te kunnen stellen. 5
Kansen voor mensen en bereikbaarheid. De deelnemers zien een sterke relatie tussen bereikbaarheid en kansen voor mensen, maar vinden dat er nog het nodige aan gedaan kan worden om dit te verbeteren. Vraag van deelnemers is hoe de toekomst er in 2040 uitziet: wat zijn dan de behoeften van mensen, wat is hun gedrag, hoe zien de jongeren van nu de toekomst? Het advies is om uit te gaan van verschillende doelgroepen; iedere groep vraagt een andere oplossing/aanpak. Vraag daarbij vooral wat de mensen zelf willen en verwachten en vul dit niet te veel in vanuit de overheid. Bereikbaarheid is breder dan van A naar B reizen; het gaat er in de toekomst om dat je bereikbaar bent (en dat hoeft geen fysieke infrastructuur te zijn). Het is nodig om daarbij te denken buiten de bestaande (vervoers)systemen. Het collectieve vervoer zal bijvoorbeeld een andere invulling krijgen. Maak daarbij vooral gebruik van innovatieve en technologische ontwikkelingen en experimenteer. En wees flexibel: de samenleving verandert snel. Het perspectief Clusters in Contact lijkt volgens de deelnemers het meest te passen bij kansen voor mensen. Ruimtelijk-economische structuur versterken. Er is een belangríjke en significante samenhang tussen ruimtelijk-economische structuur. Hier is veel te behalen als je verder optimaliseert. Het is een uitdaging voor dít onderzoek om daar meer aan / mee te doen. Het is wel erg veel mobiliteit en verstedelijking, en (te) weinig werklocaties en logistiek. De groep kan niet heel duidel'ljk kiezen tussen één van de perspectieven maar Proef-Tuin-Stad wordt het niet. Men zit het meest op (raakvlakken tussen) lnclusieve Stad en Clusters in Contact maar ook Compact & Groen biedt aanknopingspunten. Nederland of onze regio kan op het gebied van logistiek wel heel veel aanpassen en vooruitstrevend zijn maar omliggende landen zijn nog niet zo ver. Er klinkt geen pleidooi voor meer asfalt. Durf ook meer te investeren in innovatie. Ook adaptiviteit is een uitdaging: je weet echt niet wat de toekomst brengt qua (next) economie. Verstedelijkingsmodel. Qua verstedelijkingsmodel was er een voorkeur voor het concept van de lnclusieve Stad en Clusters in Contact als tweede. Deze twee modellen geven t.o.v. Proef-Tuin-Stad en Compact & Groen beter harmonieus richting aan de benodigde interactie tussen wonen, werken, voorzieningen, groen/blauw en infrastructuur in het hele metropoolgebied en bieden tegelijk voldoende ruimte voor meer differentiatie en spreiding in het huidige (beperkte) aanbod in woonmilieus; niet alles stedelijk. Synergie en allergie tussen stad en regio. Synergie bereik je alleen met z'n 23-en. De regio kan profiteren van de stedelijke voorzieningen volgens het borrowed síze principe. Hiervoor zijn goede verbindingen wel een voorwaarde. De regio als geheel biedt diverse woonmilieus met eigen kwaliteiten en kenmerken. Risico is dat alle gemeenten met eigen visies concurreren om inwoners van dezelfde metropoolregio. Er is behoefte aan een regionale visie waar rekening wordt gehouden met vragen uit de markt en de identiteit van de gemeenten en aan regie op de uitvoering hiervan. Werken aan het voorkeursperspectief. De regio is meer dan alleen de as Den Haag - Rotterdam; de rest van de regio is ook belangrijk. ln dit onderzoek zullen we breed moeten kijken naar de gehele regio, maar wél moeten kiezen en focus moeten aanbrengen. Clusters in Contact is te breed en zonder focus. Het ideale perspectief is als volgt opgebouwd: 45% Clusters in Contact,35% Compact & Groen, 15% lnclusieve Stad en5% Proef-Tuin-Stad. Daarnaast kwam naar voren dat de term 'infrastructuur' in Clusters in Contact niet alleen om wegen hoeft te gaan, maar ook betrekking kan hebben op kabels en leidingen (internet, warmtenetwerk, etc.). 6
7. Reflectie op deelsessies door expertpanel Drie leden von het expertpanel hebben rondgelopen bij de verschillende deelsessies. De dogvoorzitter vraogt hen noor hun bevindingen. Leo Freriks signaleert het volgende: o Er is een tegenstelling zichtbaar: enerzijds zijn we nog nooit zo mobiel geweest als nu, anderzijds is er sprake van vervoersarmoede. o Niemand kan het meer alleen; markt en overheid hebben elkaar nodig. Er is steeds meer publiek-private samenwerking nodig om de grote problemen op te pakken. o We willen alles. Én groen én duurzaam én economie én auto én OV én fiets... Convergeren wordt nog een uitdaging. o De regio probeert tot een coherente aanpak te komen en dat is positief. De overheid moet oor hebben voor de noden van de markt en de markt moet niet direct weglopen als het even tegenvalt. o Bedrijven hebben een rol om mee te denken over wat er kan maar ook over wat er nog niet kan. Derk Loorbach signaleert het volgende: o We maken een denkoefening vooruit om ons op verschillende toekomsten voor te bereiden. Vanuit de transitiemethodiek kijkt men anders: waar willen we in 2040 zijn? En van daar uit via back-casting terug redeneren wat dat voor nu betekent. o Mensen willen investeren in koppelen, knooppunten en fietsen en niet in grote wegen. o De budgetten van het Rijk zijn te ver vooruit vastgelegd waardoor er niet in slimme oplossingen wordt geinvesteerd. En hoe zorgen we dat de nieuwe dingen die er zijn voorrang krijgen in plaats van dat we het oude systeem laten doorebben? o Ga van vervoersarmoede naar mobiliteitsgeluk. Uiteindelijk kunnen we mobiliteit veel beter inzetten voor onze maatschappelijke behoefte, maar dat vraagt een duidelijke keuze van beleidsmakers. o De netwerken die we hebben gecreëerd bevoordelen het bestaande. Probeer de regels van het dominante spel te veranderen. Marc Rosier signaleert het volgende: o Er zijn veel concrete wensen geuit: van speed pedelec tot meer light rail tot het verbinden van knopen. o ledereen ziet het belang van de (stedelijke) as Leiden - Dordrecht, maar ook dat daarbuiten nog een heel gebied is waar kansen en opgaven liggen. o De kans die we nog moeten pakken is de regie op woningbouw; niemand pakt die regie op. Kennelijk willen we heel veel in dit gebied, maar we moeten wel zorgen dat het goed gebeurt. o De overheid moet openstaan voor vernieuwing. Als we die houding niet aannemen, komen we als regio geen stap verder. 8. Vervolg en afsluiting Bert Kingmo en Gert Jon Polhuijs geven een toelichting op het vervolgproces. 7