Nederlandse Geologische Vereniging



Vergelijkbare documenten
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

Aquiferkaarten van Nederland

De interne structuur van de stuwwal b. Hollandsche Rading 112 GRONDBOOR & HAMER

NL3D. Inleiding. Werkwijze. Boringen. Geologisch raamwerk

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Roestig land. De Wijstgronden

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

1 De groeve bij Loenermark

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK

Eén topsysteem. Water- en bodembeheer. Voor alle geodisciplines. TNO Kennis voor zaken

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

1 Karlich. 1.1 Algemeen. 1.2 Locatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Scheemda afzettingen. 1 Algemene lithologie

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Mysteries van het Rijnland. Gilles Erkens e.a.

DE NOORDZEE. Algemeen

Bijlage 4. Quickscan archeologie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

De nieuwe lithostratigrafische indeling van afzettingen in de ondergrond van Nederland

Matrix modelgebieden versus geologische eenheden

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Bijlage III. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch bureauonderzoek

De Oostrivier. Inleiding

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het landschap onder de. - Rivieren in de steentijd. Henk Weerts

Urk afzettingen. 1.1 Algemeen. 1.2 Lithologie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Titel van de presentatie :24

Groundwater Technology B.V. Syncera IT Solutions B.V. D06B0126 F:\data\project\Info06\D06B0126\Quickscan ondergrond Lisse_v3.doc

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Notitie. Onderwerp Aandachtspunten DGM versie v2.2, stand 1 september Inleiding

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

De polders van Nederland een geologisch succesverhaal

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Vroeger, toen hier ijs lag...

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

Zaterdagmiddag 3 sept 2016 Studie van de afzettingen uit het Trias. Buntsandstein en Muschelkalk.

Achtergrond Oervondstchecker. Bedenkers: Onno van Tongeren Wil Borst

Matrix modelgebieden versus geologische eenheden

N76, Zwartberg, gemeente Genk

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Kustlijn van de Noordzee

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

LESBRIEF BOVENBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

De geologische grondslag van het geohydrologisch onderzoek in Nederland

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -'

De Onder-Pleistocene Formatie van Enschede aan maaiveld in een Gooise stuwwal.

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

EXCURSIE TE RHENEN OP 13 OKTOBER 1990 van de LANDELIJKE WERKGROEP STEENTIJD

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

DENEMARKEN ALGEMEEN PALEOCEEN EOCEEN

Workshop 1 Ondergrondgegevens slim benutten

Plaats binnen WBI. Stochastische Ondergrond Schematisatie (SOS) Globale SOS. Marc Hijma (Deltares)

1 De leeftijd van het Belvedèrien

Voor het resultaat van ons onderzoek vragen wij in dit artikel uw aandacht. Jonny Offerman-Heykens

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

Ontdek de ondergrond. 3D informatie toegepast in het veenweidegebied Roula Dambrink, Jan Stafleu

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Archeologische Quickscan

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

De Rijn. Algemeen. Chronologisch signaal

Hoe oud zijn de Nederlandse strandfossielen? Frank Wesselingh, Tom Meijer, Anton Janse & Peter Moerdijk

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Transcriptie:

NR 3 2010 Jaargang 64 Nederlandse Geologische Vereniging Ovale vennen in Drenthe Geologie van de Needse Berg Een rudist uit het Cenomaan van Cap Blanc Nez Stuwwalfasering en kame-afzettingen in het Gooi Glaciale tongbekken van Steenwijk Triasafzettingen ten oosten van Winterswijk GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 1 1 22-07-2010 17:07:58

GRONDBOOR & HAMER is de tweemaandelijkse uitgave van de Nederlandse Geologische Vereniging. http://www.geologischevereniging.nl info@geologischevereniging.nl. Leden van de NGV ontvangen van elk nummer van Grondboor & Hamer één exemplaar kostenloos. Losse exemplaren zijn, voor zover nog voorradig, bij voorkeur via e-mail of brief te bestellen bij Eise Boonstra Noord 15 2931 SJ Krimpen aan de Lek 0180-515244 bodeko@planet.nl COLOFON INHOUD 62 76 REDACTIE Hoofdredactie: Wim Hoogendoorn Eindredactie: Emile Gevers Beeldredactie: Emile Gevers Redactie: Ronald van Balen, Cees Laban, Rieks van der Straaten en Geert-Jan Vis. KOPIJ Graag per-mail of cd-rom opsturen naar het tijdelijke redactiesecretariaat: Emile Gevers Jonkerswijk 10 9422 TA Smilde tel. 0592 415462 e.gevers@hccnet.nl. Het tekstbestand moet geschreven zijn in Word en niet worden opgemaakt. De illustraties dienen apart en dus niet in het tekstbestand te worden aan geleverd, in een kwalitatief goede vorm (minimaal 300 dpi bij 10 x 15 cm). De hoofdredacteur bepaalt de geschiktheid voor plaatsing. Een of twee redactieleden bewerken het artikel, inhoudelijk en tekstueel, in overleg met de auteur. Tips en richtlijnen voor auteurs kunnen op verzoek door het redactiesecretariaat worden toegezonden. FOTO OMSLAG Een laatste groet van het BOHO-team uit de Eifel. Vulkanisme en tektoniek leveren dit prachtige totaalbeeld op in de Eppelsberg. BOHO-team. 2010 Grondboor & Hamer, Nederlandse Geologische Vereniging. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie mag niets uit dit tijdschrift worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke andere wijze dan ook. EXTRA INFORMATIE G&H Regelmatig wordt extra informatie (boek besprekingen, lange literatuurlijsten etc.) op de website van de NGV (www.geologischevereniging.nl) in de rubriek Grondboor & Hamer Extra geplaatst. 61 62 68 76 81 90 96 WIM HOOGENDOORN EVEN AFMELDEN WIM DE GANS OVALE VENNEN IN DRENTHE HARM JAN PIERIK, FREEK BUSSCHERS, ALEID BOSCH & KIM COHEN GEOLOGIE VAN DE NEEDSE BERG TOM KOOPS EEN RUDIST UIT HET CENOMAAN VAN CAP BLANC NEZ GERARD RUEGG & SANDER KOOPMAN STUWWALFASERING EN KAME-AFZETTINGEN IN HET GOOI EDUARD KOSTER AARDKUNDIG EXCURSIEPUNT 37 GLACIALE TONGBEKKEN VAN STEENWIJK HENK OOSTERINK AARDKUNDIG EXCURSIEPUNT 38 TRIASAFZETTINGEN TEN OOSTEN VAN WINTERSWIJK 81 VORMGEVING Room for ID s, Nieuwegein. DRUK Grafisch Compleet, Capelle aan den IJssel. 96 68 GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 2 2 22-07-2010 17:08:01

HARM JAN PIERIK 1, FREEK BUSSCHERS 2, ALEID BOSCH 2 & KIM M. COHEN 3,4 1 MSc student Physical Geography, Universiteit Utrecht 2 TNO - Geological Survey of the Netherlands 3 Universiteit Utrecht, Departement Fysische Geografie 4 Deltares BGS Applied Geology and Geophysics Correspondentie naar: hj.pierik@gmail.com GEOLOGIE VAN DE NEEDSE BERG De Needse Berg is een kleine stuwwal in het noordelijk deel van de Achterhoek. Deze 15 m hoge heuvel maakt deel uit van een complex van stuwwallen dat gevormd is tijdens de voorlaatste ijstijd. Er is veel onduidelijk over de exacte ontstaanswijze van dit complex en vooral over de volgorde waarop de verschillende stuwwallen gevormd zijn. De Needse Berg vertegenwoordigt in dit grotere geheel een speciaal puzzelstukje vanwege zijn centrale ligging tussen de duidelijke tongbekkens van het IJsseldal en het Nordhorn Bekken. Hierdoor kan de Needse Berg interessante informatie opleveren over de glaciale geschiedenis van Oost-Nederland. Een ander interessant aspect van de Needse Berg is het voorkomen van klei die er door de Rijn is afgezet, tijdens het Holsteinien-interglaciaal of het laatste interglaciaal van het Cromerien. De Needse berg is vooral bekend om de winning van deze Needse Klei en het klassieke Needien interglaciaal (Van der Vlerk & Florschütz, 1950) dankt haar naam dan ook aan de klei-ontsluitingen in deze stuwwal. Rijnkleien uit vroegere interglacialen zijn in Nederland slechts op weinig plekken bewaard gebleven en zijn zeldzaam ontsloten. Daarom is de Needse Berg niet alleen een belangrijke plek voor de Saalien ijstijd, maar ook voor de geschiedenis van de Rijn van vóór het Saalien. Met dit artikel willen wij een overzicht geven van de actuele geologische kennis over de Needse Berg (Afb. 1). We bespreken kort de geologische ontwikkeling van het gebied in het Tertiair en Vroeg-Pleistoceen. Vervolgens concentreren we ons op de ontwikkelingen in het gebied tijdens de aanwezigheid van de Rijn en de stuwinggeschiedenis van het Laat-Saalien (Afb. 2). We maken daarbij gebruik van gepubliceerd materiaal (o.a. geologische kaarten en toelichtingen, Van den Berg et al., 2000) en een nieuw geologisch profiel gemaakt met boorgegevens van TNO (DINO, 2009) en beschikbare groevefoto s uit de eerste helft van de vorige eeuw toen de Needse kleigroeves nog in bedrijf waren (archief TNO / voormalige RGD). De naamgeving van geologische formaties volgt de nieuwe indelingssystematiek van Westerhoff et al. (2003). Geologie van centraal Oost-Nederland In het centrale deel van Oost-Nederland komen in de ondiepe ondergrond veel mariene afzettingen uit het Tertiair en het Vroeg-Pleistoceen voor (Afb. 3). De mariene afzettingen bestaan veelal uit fijne zanden, lemen en kleien die vaak rijk zijn aan glimmers en 68 GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 68 68 23-07-2010 09:47:41

Formatie van Breda Locatie: dagzoomt overal in de Needse Berg. Textuur: fijn tot zeer fijn zand en silt; glimmerrijk. Kleur: geel tot rood, als gevolg van geoxideerde glauconietkorrels. Ouderdom: Mioceen Lokaal zijn schelpenbanken, botten van walvissen en haaientanden aangetroffen (Buter, 1994; Bosch, 1999). Het betreft een ondiep-mariene afzetting. De bovenste twee laagpakketten (Laagpakket van Zenderen en Laagpakket van Delden) zijn relatief fijnzandig. Op grotere diepte (beneden 6 m +NAP) bevindt zich een kleiiger laagpakket (Laagpakket van Eibergen) met daaronder het Laagpakket van Aalten. Onder de Formatie van Breda ligt de Formatie van Rupel uit het Oligoceen (Afb. 4) die is afgezet in iets diepere mariene milieus. Afbeelding 1. Overzichtskaart van Oost-Nederland. De stuwwallen zijn roze en de tongbekkens zijn blauw. De locatie van de Needse Berg, in het noorden van de Achterhoek, is aangegeven met een oranje cirkel. De ligging van het profiel in afbeelding 4 is weergegeven met een zwarte lijn. glauconiet en worden gerekend tot de Formaties van Dongen (Do; Eoceen), Rupel (Ru; Oligoceen), Breda (Br; Mioceen), Oosterhout (Oh; Plioceen) en Maassluis (Ms; Vroeg-Pleistoceen). In het oosten komen de Tertiaire formaties dicht onder het maaiveld voor (Afb. 3). Deze lagen hellen zwak naar het westen. Iedere kilometer naar het westen komen ze ongeveer 6 meter dieper te liggen. Dit is het gevolg van een snellere tektonische daling in het westen ten opzichte van het oosten. De Needse Berg ligt namelijk op de rand van het actief dalende Noordzeebekken. Hierdoor viel het hogere gebied ten oosten van de Needse Berg makkelijker ten prooi aan erosie dan het westelijk deel. In het westen vond juist netto sedimentatie plaats; hier zijn de Tertiaire mariene afzettingen bedekt door de Pliocene en Vroeg-Pleistocene Formatie van Peize, afgezet door een Baltisch riviersysteem. Het stroomgebied van deze reuzenrivier Eridanos was enorm groot en reikte wel tot in Noord-Rusland (Overeem et al., 2001; Bijlsma, 1981). De toenemende intensiteit van de ijstijden in het Midden-Pleistoceen tastte het stroomgebied van de Eridanos sterk aan, waardoor dit riviersysteem uiteindelijk helemaal verdween. Hierna werd de Rijn de voornaamste leverancier van materiaal voor het actief dalende Noordzeebekken. De rijnzanden in het gebied worden gerekend tot de Formatie van Sterksel en Urk (Van den Berg et al., 2000). In tegenstelling met de Formatie van Sterksel, komen in de Formatie van Urk grote hoeveelheden van het vulkanische mineraal augiet voor die afkomstig zijn van de vulkaanuitbarstingen in de Eifel vanaf ongeveer 450.000 jaar geleden. De verspreiding in het gebied van beide formaties laat zien dat de Rijn haar dal in het Midden-Pleistoceen verbreedde tot aan de bekkenrand (Afb. 3). De Formatie van Sterksel vormt een hoger gelegen terras in het oostelijk deel van de Achterhoek. Ten westen daarvan ligt het lagere en jongere terras van de Formatie van Urk, waarvan de oostelijke grens langs de westelijke rand van de Needse Berg loopt. In het gebied wordt binnen de Formatie van Urk de eenheid Ur2Ho onderscheiden. Deze eenheid staat ook bekend als de Needse Klei (Van den Berg et al., 2000). De klei Afbeelding 2. Geologische tijdschaal van het Midden en Laat- Pleistoceen, met de naamgeving van de tijdvakken (chronologie) en de belangrijke lokale gebeurtenissen. De twee mogelijke ouderdommen voor de Needse Klei zijn weergegeven. Zie kader voor meer informatie. Afbeelding 3. Op deze afbeelding zijn de voorkomens van diverse Midden-Pleistocene en oudere formaties in de ondergrond van Oost-Nederland te zien (DINO, 2009). Hierbij zijn de jongere formaties er als het ware afgepeld. De terrassen van de Formatie van Sterksel en de Formatie van Urk zijn goed te zien. De Needse berg is in zwart aangegeven en ligt precies op de rand van het Urk-terras. De kaart toont ook de stuwwallen die tijdens de Drentheijstijd zijn gevormd. De rode lijnen in de ondergrond stellen breuken voor. GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 69 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 69 69 22-07-2010 17:08:12

Afbeelding 4. Geologisch profiel door de Achterhoek van de Lochemse Berg naar Haaksbergen uit Van den Berg et al. (2000). Afbeelding 1 geeft de locatie van dit profiel aan. In het profiel is goed te zien hoe de Tertiaire mariene formaties naar het westen hellen. Bij Haaksbergen en net ten oosten van de Needse Berg zijn twee subglaciale dalen te zien. Verder zijn in het profiel de rijnafzettingen van voor de Drentheijstijd (Formatie van Urk) en na deze periode (Formatie van Kreftenheye) goed zichtbaar, evenals de dekzanden uit de laatste ijstijd (Formatie van Boxtel). komt ongestuwd aan de voet van de Needse Berg voor en hogerop in de Needse Berg in gestuwde positie (Afb. 4 en 5). De stuwing van de Needse klei vond plaats tijdens de ijsbedekking in het Laat-Saalien, ergens tussen 160.000 en 140.000 jaar geleden (Afb. 2; Busschers, 2008). Op en rondom de Needse Berg werden de pakketten verder bedekt door keileem en smeltwaterafzettingen, afzettingen die worden gerekend tot de Formatie van Drente. Vermoedelijk kwam het ijs in eerste instantie uit het NO en later uit het NNW (Van den Berg & Beets, 1987). Tussen de stuwwallen ontstonden op enkele locaties tongbekkens (zoals het IJsseldal en het Nordhorn Bekken, Afb. 1). Na het afsmelten van het ijs (tussen 140.000 en 130.000 jaar geleden) zorgde de Rijn voor sedimentatie in het het IJsseldal (Formatie van Kreftenheye). Op veel plekken werd in het Weichselien dekzand afgezet (Afb. 4; Formatie van Boxtel; Bx). De vorming van stuwwallen De stuwwalcomplexen in Midden- en Oost-Nederland en het aangrenzende deel van Duitsland zijn bijzonder door hun grootte en interne complexiteit (Van der Wateren, 1995; Bakker, 2006). Hun ontstaan lijkt nauw verband te houden met de regionale gesteldheid van de ondergrond (Van den Berg & Beets, 1987), zoals de aanwezigheid van relatief grove rivierafzettingen met daarin ingeschakelde kleilagen (Midden-Pleistocene formaties) en onderliggend fijnzandiger materiaal (Vroeg-Pleistocene en Tertiaire formaties). Precies op de plaatsen waar de fijnzandigere Tertiaire formaties dichter aan het oppervlak komen zijn opvallend veel stuwwallen gevormd. Naast de opbouw van de ondergrond, speelt ook de aanwezigheid van permafrost een rol bij de vorming van stuwwallen. Op plaatsen waar de ondergrond geschikt was, kon het ijs de aanwezige sedimenten herhaaldelijk opdrukken tot stuwwallen uit steeds dieper wordende tongbekkens. De stuwrichting is vastgesteld uit helling- en strekkingmetingen die verricht zijn aan de interne structuur van een stuwwal. In het algemeen komen in stuwwallen met veel grof materiaal vooral overschuivingen voor. In stuwwallen met fijner materiaal komt vooral een combinatie van plooien en overschuivingen voor (Van der Wateren, 1995). Interessant is de vraag hoe de situatie in de Needse Berg is: is er sprake van overschuivingen, plooien, of een combinatie van beide? Lokale geologie en structuur van de Needse Berg De Needse Berg is een kleine stuwwal in het noorden van de Achterhoek die deel uitmaakt van een stuwwallencomplex uit de voorlaatste ijstijd 70 GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 70 70 22-07-2010 17:08:14

Formatie van Urk: Grofzandige pakketten Locatie: dagzoomt aan de westzijde van de Needse Berg. Textuur: grindhoudend, grof zand. Kleur: bont. Ouderdom: Midden-Pleistoceen: Elsterien t/m Saalien, mogelijk laat Cromerien t/m Saalien (Afb. 2) Deze afzettingen komen zowel boven als onder de Needse Klei voor. De laag onder de Needse Klei betreft 1) beddingafzettingen uit het Elsterien of laat Cromerien of 2) beddingafzettingen die gevormd zijn door dezelfde rivier die de Needse Klei afzette (Afb. 2). Het bovenste pakket is 6-8 meter dik en wordt geïnterpreteerd als afzettingen van een vlechtende rivier, gevormd tijdens een van de koudere perioden tussen het laatste interglaciaal van het Cromerien of Holsteinien-interglaciaal en de Drenthe-glaciatie (ijsbedekking), mogelijk zelfs pas vlak voor de ijsbedekking. In beide lagen komen tanden van de woelrat Arvicola voor (Van der Vlerk & Florschutz, 1950). Afbeelding 5. Geologisch profiel door de Needse Berg. Afbeelding 6 geeft de locatie van dit profiel weer. In dit profiel is te zien dat de afzettingen van de Tertiaire Formatie van Breda in de Needse Berg geplooid zijn. De Needse Klei en de grove Rijnafzettingen waar de klei tussen ligt (Formatie van Urk, Ur) zijn eveneens geplooid aanwezig, echter alleen in het westelijk deel van de Needse Berg. Aan de westflank van de Needse Berg is tijdens en na de stuwing keileem afgezet (Formatie van Drente, Dr), en in de laatste ijstijd dekzand (Formatie van Boxtel, Bx). Voor de verklaring van de overige afzettingen, zie de legenda van afbeelding 4. (de Drenthe-ijstijd in het Laat-Saalien, Afb. 2). De stuwwal heeft een hoogte van 30 m boven NAP en reikt tot 15 m boven zijn directe omgeving. Vanwege de centrale ligging tussen de duidelijke tongbekkens van het IJsseldal en het Nordhorn Bekken vormt de Needse Berg een interessante locatie om de glaciale geschiedenis te reconstrueren. Om een goed overzicht te krijgen van de samenstelling en de structuur van de Needse Berg hebben we gebruikt gemaakt van een fotodocumentatie over de Needse Berg (TNO - Geological Survey of the Netherlands / archief voormalig RGD, districtskantoor Lochem) en de boorgegevens uit de digitale database van TNO (DINO, 2009). De meeste foto s zijn uit de jaren 20 en 30 toen de groeves nog volop in gebruik waren. Op enkele van deze foto s zijn interessante geologische vormen en structuren te zien. Het bleek echter moeilijk om van iedere foto de exacte locatie en oriëntatie te achterhalen. Met behulp van de boringen is een profiel gemaakt dat inzicht geeft in de geologie van de Needse Berg. Uit deze profielen konden we eventueel aanwezige overschuivingen en plooien afleiden. Hieronder bespreken we aan de hand van de foto s en de profielen de afzettingen en de interne structuur van de Needse Berg. Meer informatie over afzettingen in de Needse Berg is te vinden in de kaders. Formatie van Urk: Needse Klei Locatie: dagzoomt aan de westzijde van de Needse Berg. Textuur: klei met humeuze lagen, houtresten en kalkconcreties. Kleur: grijs tot grijsbruin. Ouderdom: Midden-Pleistoceen, het Holsteinien interglaciaal of het laatste interglaciaal uit het Cromerien (Afb. 2) De Needse Klei is de bekendste afzetting in de Needse Berg. Het betreft klei die door de Rijn is afgezet onder interglaciale omstandigheden, in een milieu vergelijkbaar met de Holocene Rijn-Maas delta in Midden-Nederland. Lokaal kan de Needse Klei zes meter dik zijn (Bosch, 1999). De klei bevat interessante fossielen, zoals de zoetwaterschelp Viviparus diluvianus (Van der Vlerk & Florschutz 1950; Meijer, 1972). Ook zijn kiezen van een woudolifant Hesperoloxodon antiquus aangetroffen (Buter, 1994). Een uitgebreide beschrijving van deze faunarestanten is te vinden in het klassieke werk van Van der Vlerk & Florschutz (1950). Afbeelding 5 laat zien dat het grootste deel van de Needse Berg is opgebouwd uit de fijne zanden van de Formatie van Breda (BrDe, BrZe). De hoogte van het grensvlak tussen het Laagpakket van Eibergen (BrEi) en het Laagpakket van Zenderen (BrZe), de overgang van klei naar zand, verschilt tussen de boringen. Dit is een aanwijzing voor glaciale verstoring. Op de foto van afbeelding 7 is de overgang van de Formatie van Breda naar de Formatie van Urk te zien. Deze overgang vertoont een helling die vermoedelijk eveneens is toe te schrijven aan stuwing door het ijs. Deze foto is genomen in 1924. Afbeeldingen 3 en 4 laten zien dat de Formatie van Urk alleen ten westen van de Needse Berg voorkomt en in de zuidwesthoek van de Needse Berg. Opvallend is dat de klei in de berg hoger ligt (tot maximaal 23 m boven NAP) dan de klei verder naar het westen (7 m boven NAP). GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 71 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 71 71 22-07-2010 17:08:18

Afbeelding 6. Gedetailleerde hoogtekaart van de Needse Berg en omgeving (AHN). De boemerangachtige vorm van de berg en de groeves aan de westrand zijn duidelijk te zien. De rode lijn geeft de ligging van het profiel van afbeelding 5 weer. De groeves van de Needse Berg In de periode 1860 tot ongeveer 1968 zijn er enkele groeves in de Needse Berg geweest, met name aan de westkant. Aanvankelijk won men vooral de Needse Klei, later ook het Miocene zand. De Needse Klei verwerkte men in dakpannen en tegels en het Miocene zand gebruikte men als vormzand in de ijzergieterij. Vanaf de jaren 20 ging men de Miocene zanden op grotere schaal opgraven en in de ijzergieterij verwerken. Dit materiaal stond ook wel bekend als pêle-mêle. Aan de westrand van de Needse Berg waren inmiddels enkele langwerpige groeves gegraven waarin men mijnspoortjes aanlegde om het gewonnen materiaal te transporteren. Vanaf 1937 verminderden deze activiteiten en vulde men veel ongebruikte groeves op, sinds 1968 zijn de groeves definitief gesloten. Tegenwoordig liggen de restanten van de meeste groeves nog zichtbaar in het landschap (Afb. 6). Sinds 1995 is er een geologisch wandelpad langs deze groeves. Twee mogelijke ouderdommen voor de Needse Klei De Marine Isotope Stages (MIS) zijn tijdstratigrafische eenheden gebaseerd op de verhouding tussen zuurstofisotopen 16 O en 18 O in de kalkschaal van microfossielen in diepzeesedimenten. Deze verhouding is een indicatie voor de hoeveelheid ijs op aarde en indirect ook voor de temperatuur op het land. Deze diepzee isotoop-eenheden zijn nauwkeuriger absoluut te dateren dan de Pleistocene tijdvakken op het land (glacialen en interglacialen). Om terrestrische sedimenten van NW Europa uit deze tijdvakken te dateren zijn ze gecorreleerd met de diepzeecurve. Over de correlatie in het Midden- Pleistoceen bestaat enige discussie, de meest recente versie van Litt (2007) is weergegeven in afbeelding 2. Het is niet geheel zeker of de locale afzettingen van de Needse Klei gecorreleerd kunnen worden met het in Duitsland gedefinieerde Holsteinien (MIS 9: 350.000 320.000 jaar; Afb. 2 scenario 1), ze zouden ook afgezet kunnen zijn in het laatste interglaciaal van het Cromerien (MIS 11: 420.000 370.000 jaar; Afb. 2 scenario 2). Ook de grofzandige pakketten van de Formatie van Urk liggen in de Needse Berg weer op een hoger niveau dan aan de westrand. Op de foto van afbeelding 8 is de Needse Klei met daarin gedeformeerde humeuze lagen goed te zien. Deze opname is rond 1933 in de Ten Bokkel Huinink groeve genomen en komt uit Van der Vlerk & Florschutz (1950, plaat X). De klei ligt hier op een hoogte van ongeveer 18 m boven NAP. Op de klei liggen zanden met grootschalige scheve gelaagdheid waarvan de sets naar het noorden hellen. Deze sets zijn waarschijnlijk gevormd in een migrerende zandbank van een vlechtende rivier. Alternatieve scenario s voor de opbouw van de Needse Berg Naast stuwing door het ijs zijn er nog twee andere verklaringen te bedenken voor de hoge voorkomens van de Needse Klei in het noordwestelijk deel van de Needse Berg. Het gaat om de volgende twee scenario s (Afb. 9 en 10): Erosierestant (Afb. 9) De rijnafzettingen ten westen van de Needse Berg kunnen oorspronkelijk veel dikker zijn geweest en de Needse Berg zou eigenlijk meer als een erosierestant van rivierafzettingen langs de bekkenrand dan als een stuwwal gezien moeten worden. Het is duidelijk dat de Needse Klei door de Rijn is afgezet, maar het is onduidelijk of dit gebeurd is als een geulopvulling (diep onder maaiveld van rivierdal) of als een overstromingsklei (op maaiveld van rivierdal), en of dat op alle locaties hetzelfde is. Dieper aangetroffen afzettingen kunnen geulopvullingen zijn, terwijl hoger aangetroffen voorkomens overstromingsklei kunnen zijn. In dat geval is de stuwing veel minder groot geweest. Verschillende kleilagen (Afb. 10) Er kan sprake zijn van twee kleilagen uit hetzelfde afzettingsmilieu, maar van iets verschillende ouderdom, ieder gevormd aan de top van een terras. Beide zouden dan tijdens een warmere periode afgezet zijn. Deze scenario s lijken echter niet waarschijnlijk, omdat er nergens in de buurt aanwijzingen zijn voor erosieproducten uit het Saalien met grote hoeveelheden omgewerkt rijnsediment. Bovendien bieden de foto s voldoende aanleiding te veronderstellen dat de hoogste voorkomens van de Needse Klei in de Needse Berg daar door stuwing terecht zijn gekomen. Dit neemt niet weg dat een combinatie van scenario s ( een gestuwde terrasrest ) wel een mogelijkheid is. Conclusies en stappen voor vervolgonderzoek In combinatie met boorgegevens geven de oude foto s van de groeves in de Needse Berg een goed beeld van de opbouw en de interne structuur van de Needse Berg. De Needse Berg bestaat voornamelijk uit Tertiaire zanden. Aan de westrand komen Rijnzanden uit het Midden- Pleistoceen voor, samen met de Needse Klei. De meeste van deze afzettingen zijn geplooid. Overschuivingen zoals in de grote stuwwallen van Midden-Nederland komen er niet in voor. Dit is in overeenstemming met de, in vergelijking met Midden-Nederland, fijnzandige opbouw van de ondergrond van de Needse Berg en de geringe dikte van de Rijnafzettingen met daarin slechts 72 GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 72 72 22-07-2010 17:08:19

één kleilaag (de Needse Klei). Alhoewel de plooi- en scheefstellingsstructuren duidelijk laten zien dat de afzettingen glaciaal verstoord zijn, is de originele stratigrafische volgorde van oud naar jong wel intact gebleven. De vorm en de interne structuren van de Needse Berg doen stuwing door een ijslob vanuit het noordoosten vermoeden. Afbeelding 11 geeft schematisch weer hoe de riviersedimenten vóór de stuwing zijn afgezet en hoe de Needse Berg vervolgens gestuwd is. Op welke manier de Needse Klei in de sequentie bewaard heeft kunnen blijven is een vraag die nog onbevredigend beantwoord is. Afzettingen uit interglacialen zijn namelijk relatief schaars in de Midden-Pleistocene ondergrond van Nederland. Dit komt doordat breed uitdijende vlechtende rivieren in de daarop volgende glacialen, die bij de lage zeespiegelstand ook een lage erosiebasis hadden, het materiaal uit het voorgaande interglaciaal erodeerden. Met name aan de bekkenrand van een dal kunnen interglaciale afzettingen als onderdeel van de hoger gelegen rivierterrassen bewaard zijn gebleven. Deze verklaring is voor de Needse Berg op dit moment niet uit te sluiten, maar ook niet te bevestigen. De belangrijkste volgende stap die moet worden gezet is het maken van enkele ondiep-seismische profielen of grondradarprofielen om de structuur van de Needse Berg beter te kunnen zien. Met dergelijke gegevens kunnen we vaststellen of er in de Needse Berg inderdaad alleen plooien te vinden zijn of dat er toch ook overschuivingen voorkomen. Ook kan dan de oriëntatie van de plooi-as worden vastgesteld en indirect de stuwingsrichting van het ijs. Daarnaast zullen deze gegevens waarschijnlijk meer duidelijkheid geven over de relatie tussen de Needse Klei en de onderste zanden in de Formatie van Urk en locaties opleveren waar de Needse Klei opnieuw bemonsterd kan worden. Nieuwe analyses van de stuifmeelkorrels en mollusken die in de klei worden aangetroffen kunnen dan vervolgens bevestigen of de Needse Klei op alle aangetroffen locaties hetzelfde afzettingsmilieu en dezelfde ouderdom weer spiegelt. Zo kan bepaald worden of de Needse Klei uit één of uit twee kleilagen bestaat. Verder zou het dateren van de Rijnzanden boven en onder de Needse Klei een bijdrage kunnen leveren aan een beter begrip van de paleogeografie van deze regio. Het dateren van het onderste pakket grove rijnzanden zou kunnen helpen om vast te stellen met welk interglaciaal en welke afzettingen langs de Rijn in Duitsland de Needse Klei precies correleert (het interglaciaal van 420.000-370.000 jaar geleden, of toch dat van 350.000-320.000 jaar geleden?). Het dateren van het bovenste pakket grove Rijnzanden kan uitsluitsel geven over de vraag of de Rijn in dit gebied aanwezig was tot vlak voor de Drenthe-ijstijd, of dat deze loop al eerder verlaten was. Dankwoord Onze dank gaat uit naar Ans Velders, voor de interessante rondleiding over de Needse Berg en het ter beschikking stellen van diverse literatuur. Afbeelding 7. Contact tussen de Formatie van Breda en de Formatie van Urk. De vermoedelijke locatie is weergegeven in afbeelding 7b. GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 73 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 73 73 22-07-2010 17:08:20

Afbeelding 8. Ontsluiting langs de Bergweg waar de Needse Klei te zien is. De locatie van deze foto staat in afbeelding 8B aangegeven. Zie de tekst voor een nadere toelichting. LITERATUUR Bakker, M.A.J., 2006. The internal structure of pleistocene push moraines - a multidisciplinary approach with emphasis on ground penetrating radar. ph.d. dissertation, University of London. TNO build environment and geosciences geological survey of The Netherlands. Berg, M.W. van den, Houten, C.J. van & Den Otter, C., 2006. Geologische kaart van Nederland 1:50.000, Blad Enschede West (34W) en Enschede Oost/Glanerbrug (34O/35) Korte toelichting, TNO NITG. Berg, M.W. van den & Beets, D.J., 1987. Saalian glacial deposits and morphology in The Netherlands. In: Van der Meer, J.J.M. (Ed), Tills and Glaciotectonics. A.A. Balkema Rotterdam, pp. 235 251. Bosch, H.C.J., 1999. De Needsche Berg: de vondst van een kleine walvisschedel, Cranium 16-2. Bijlsma, S., 1981. Fluvial sedimentation from the Fennoscandian area into the north-west European Basin during the Late Cenozoic, Geologie & Mijnbouw, 60-4, pp. 337-345. Busschers, F.S., Balen, R.T. van, Cohen, K.M., Kasse, C., Weerts, H.J.T., Wallinga, J. & Bunnik, F.P.M., 2008. Response of the Rhine Meuse fluvial system to Saalian ice-sheet dynamics, Boreas 37-3, pp. 377-398. Hs. 4 In: Busschers, F.S., 2008. Unraveling the Rhine. Geology of the Netherlands 1, Dissertatie Vrije Universiteit Amsterdam, pp. 96-126. Buter, A., 1994. Zee- en landleven in de Needse Berg, Historische Kring Neede. Dino, 2009. Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond, www.dinoloket.nl, Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO. Litt, T., 2007. Stratigraphie von Deutschland Quartär. Eiszeitalter und Gegenwart, 56(1/2), pp. 1 138, Stuttgart 2007. 74 GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 74 74 22-07-2010 17:08:21

Afbeelding 9. Scenario voor het ontstaan van de Needse Berg en het voorkomen van de Needse Klei op twee verschillende hoogtes. Volgens dit scenario is het lagere voorkomen van de Needse Klei het restant van een restgeulopvulling, en het hogere voorkomen een restant van een overstromingsafzetting. Stuwing speelt een minder belangrijke rol. De legenda en schaal zijn te vinden bij afbeelding 11. Afbeelding 10. Scenario voor het ontstaan van de Needse Berg en het voorkomen van de Needse Klei op twee verschillende hoogtes. Volgens dit scenario is de Needse Klei op beide hoogtes ontstaan als overstromingsafzetting van twee verschillende fasen, waarbij de hoogste klei het jongst is. Stuwing speelt een minder belangrijke rol. De legenda en schaal zijn te vinden bij afbeelding 11. Meijer, T., 1972. Enkele Mollusken uit de Klei van Neede, Med. Werkgroep, Kwart. Geol. Vol. 9, pp. 87-88. Overeem, I., G. J. Weltje, C. Bishop-Kay & Kroonenberg, S.B., 2001. The Late Cenozoic Eridanos delta system in the Southern North Sea Basin: a climate signal in sediment supply? Basin Research 13, pp. 293 312. Rappol, M., 1993. De landijsbedekking in het Saalien. Hs. 7 in Rappol, M., (Red.) In de Bodem van Salland en Twente. Linqu Terrae Amsterdam. pp. 121-140. Vlerk, van der & Florschutz, 1950. Nederland in het IJstijdvak De geschiedenis van flora, fauna en klimaat toen de aap en mammoet ons land bewoonden. Wateren, D.F.M. van der, 1995. Structural geology and sedimentology of push moraines: processes of soft sediment deformation in a glacial environment and the distribution of glaciotectonic styles. Mededelingen Rijks Geologische Dienst 54. Westerhoff, W.E., Wong, T.E. & Geluk, M.C., 2003. De opbouw van de Ondergrond. Deel III in De Mulder, E.F.J., e.a. (Red). De Ondergrond van Nederland. Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, Geologie van Nederland 7, pp. 247-352. Afbeelding 11. Het meest waarschijnlijke scenario voor het ontstaan van de Needse Berg. Op de tektonisch scheefgestelde Tertiaire afzettingen worden in het laat Cromerien of Elsterien grove Rijnzanden afgezet, waarbij de huidige Needse Berg de oostrand vormt van het Rijnterras (a). In het laatste interglaciaal van het Cromerien of het Holsteinien wordt de Needse Klei afgezet (b), vervolgens worden er in het Saalien vóór de ijsbedekking opnieuw grove Rijnzanden afgezet (c). Tijdens de Drenthe-ijstijd treedt stuwing op vanuit het noordoosten en worden de aanwezige afzettingen geplooid (d). GRONDBOOR & HAMER NR 3-2010 75 GRO10P13 - Grondboor & Hamer #3 75 75 22-07-2010 17:08:21