Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarbericht 2011

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Terugblik 2011 in cijfers

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Verkort jaarverslag

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Het jaarverslag 2014 samengevat

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Verkort jaarverslag 2013

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

Jaarverslag verkorte versie STICHTING BEROEPSPENSIOENFONDS LOODSEN

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Extra informatie pensioenverlaging

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Persbericht ABP, tweede halfjaar 2007

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Warandelaan 2 4904 PC Oosterhout Postbus 19, 4900 AA Oosterhout Tel.: +31 (0)162-48 00 30 Fax.: +31 (0)162-48 00 99 Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken onder nummer 32077105 Verslag over het boekjaar 1-1-2011 t/m 31-12-2011

2

Inhoud Pagina Meerjarenoverzicht 5 Bestuursverslag Pensioenen algemeen 7 Beleggingen algemeen 10 Fondsspecifieke ontwikkelingen 14 Risicoparagraaf 17 Herstelplan 21 Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan 22 Premiebeleid 25 Toeslagbeleid 28 Beleggingsbeleid 29 Pensioenbeleid 40 Financiële positie van het Pensioenfonds 42 Bestemming van het saldo 44 Verslag van het Verantwoordingsorgaan Verklaring Verantwoordingsorgaan 45 Reactie van het bestuur 46 Jaarrekening Balans per 31 december 48 Staat van baten en lasten 50 Kasstroomoverzicht 52 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 53 Toelichting op de balans per 31 december 56 Toelichting op de staat van baten en lasten 62 Risicoparagraaf 68 Overige gegevens Resultaatbestemming 79 Actuariële verklaring 80 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 82 Bijlagen Beleggingsoverzicht 85 Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 3

4

Meerjarenoverzicht 2011 2010 2009 2008 2007 Aantallen Deelnemers 2.076 2.099 2.103 2.186 2.259 Gewezen deelnemers 1.176 1.158 1.131 1.085 1.117 1) Pensioengerechtigden 1.047 947 880 804 952 1) Fluitgerechtigden 168 207 209 207 176 Totaal 4.467 4.411 4323 4282 4504 Financiële gegevens (in duizenden euro) Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds 453.185 395.444 358.255 1) 352.860 282.832 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 110 142 757 835 882 453.295 395.586 359.012 353.695 283.714 Overige technische voorzieningen Voorziening langdurig zieken 986 936 2.348 1.946 0 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 36.318 36.030 32.550 27.959 27.763 Reserves Algemene reserve -25.041 5.862 674-34.979 23.147 Beleggingsreserve 0 0 0 0 49.015 Reserve solvabiliteitsopslag BPR-modules 374 242 250 0 0-24.667 6.104 924-34.979 72.162 1) Inclusief een opslag op de voorziening pensioenverplichting van 4%, vooruitlopend op de nieuw te publiceren AG prognosetafel. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 5

2011 2010 2009 2008 2007 Bijdragen voor risico fonds 21.657 21.296 19.274 17.807 17.789 Pensioenuitkeringen 18.064 17.630 16.438 14.711 12.957 Beleggingen voor risico fonds Belegd vermogen 1) 421.192 387.894 342.180 290.428 342.946 Beleggingsopbrengsten 25.642 38.641 40.228-38.067 57 Rendement o.b.v. total return 2) 6,60% 10,90% 14,00% -10,80% 0,62% FTK Dekkingsgraad 3) 94,48% 101,48% 100,19% 90,11% 125,51% Vereiste FTK dekkingsgraad 115,60% 114,70% 115,40% 117,80% 115,70% 1) Dit is exclusief lopende intrest en liquiditeiten (2011: 8.572; 2010: 14.502) en inclusief de onder de kortlopende schulden gepresenteerde beleggingen met een negatieve waarde op balansdatum. 2) Total return houdt in dat niet alleen wordt gekeken naar de directe opbrengsten, zoals uitkering van rente en dividenden, maar ook naar de zogenoemde indirecte opbrengsten in de vorm van waardeveranderingen van beleggingen (koersresultaten). 3) De dekkingsgraad werd tot en met boekjaar 2007 als volgt berekend: reserves plus voorziening pensioenverplichting eigen rekening en overige technische voorzieningen gedeeld door voorziening pensioenverplichting eigen rekening en overige technische voorzieningen. Met ingang van boekjaar 2008 wordt het totaal van de reserves plus de technische voorzieningen voor risico fonds (incl. herverzekerd deel) gedeeld door de technische voorzieningen voor risico fonds. 6

Bestuursverslag Pensioenen algemeen Ontwikkelingen in 2011 Contouren van een nieuw pensioenstelsel In juni 2011 hebben sociale partners en de overheid het pensioenakkoord gepresenteerd. Met de maatregelen uit het akkoord zouden de noodzakelijke stappen kunnen worden gezet om het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig te houden met behoud van de huidige kenmerken collectiviteit, solidariteit en verplichtstelling. In het pensioenakkoord wordt een aantal belangrijke wijzigingen voorgesteld: Invloeden als langere levensverwachtingen of ontwikkelingen op de financiële markten zullen niet automatisch leiden tot een premiestijging. De pensioenleeftijd zal van de levensverwachting af hangen, zoals momenteel ook voor de AOW wordt voorgesteld. De sociale partners hebben de keuze tussen twee soorten contracten, waarbij voor beide contracten een ander toezichtregime zal gelden: Een contract waarin ontwikkelingen op de financiële markten directer naar de pensioenopbouw en de ingegane pensioenen door wordt vertaald; of Een contract conform het huidige type pensioencontract. Het pensioenakkoord dient echter nog op belangrijke onderdelen nader uitgewerkt te worden, waarna een raamwerk resteert voor de sociale partners om tot nieuwe pensioenregelingen te komen. De invloed van de politieke ontwikkelingen in 2012 zal hier wellicht zijn weerslag op hebben. Verwacht wordt dat het gehele traject op zijn vroegst in 2013 afgerond zal zijn. Ingang van AOW-pensioen naar de verjaardag Uitgangspunt van het pensioenakkoord is onder meer een integrale benadering in de AOW en de aanvullende pensioenregelingen van de pensioenleeftijd, flexibilisering van de pensioeningangsdatum en de stijging van de levensverwachting. Echter, in tegenspraak hiermee, kwam het kabinet in het verslagjaar met een andere ingangsdatum van het AOW-pensioen, te weten de dag waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. In de desbetreffende wetswijziging werd het aanvullende pensioenterrein ongemoeid gelaten. Vastgesteld moet worden dat het door de betreffende maatregel veroorzaakte AOW -gat niet tot de verantwoordelijkheid van de pensioenfondsen kan worden gerekend en dat buiten hen om naar eventuele compenserende maatregelen moet worden gezocht. Financieel crisisplan De krediet-, schulden- of eurocrisis heeft de besturen van de meeste pensioenfondsen genoodzaakt tot het opstellen van herstelplannen. Dit proces, alsmede de maandelijkse monitoring van de financiële situatie en de jaarlijkse evaluatie van de plannen, hebben De Nederlandsche Bank ertoe gebracht om de besturen op grond van een beleidsregel te verplichten een financieel crisisplan op te stellen. Deze verplichting is, zonder nadere wetgeving, opgelegd op grond van het bestaande voorschrift van het voeren van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 7

Alle fondsen met uitzondering van de volledig herverzekerde pensioenfondsen moeten over een financieel crisisplan beschikken. Hierin staat onder meer beschreven wanneer het bestuur vindt dat er sprake is van een crisissituatie en op welke wijze en met welke maatregelen deze crisis zal worden bestreden. De lopende herstelplannen Ondertussen bleef ook in het onderhavige verslagjaar het herstel van de financiële situatie van de pensioenfondsen, langs de uitgezette herstelpaden en in het beoogde tempo, van de besturen alle aandacht vragen. De lage stand van de rente en de volatiliteit van de financiële markten van aandelen en obligaties, aangewakkerd door rapportages over de gedaalde kredietwaardigheid van overheden en particuliere bedrijven, dwongen tot grote alertheid. In dit verband wordt het bestaande wettelijke toezichtkader als knellend ervaren en niet langer toegeschreven op de realiteit. Tevens moet echter worden vastgesteld dat het bestaande, wettelijke regime voor De Nederlandsche Bank weinig mogelijkheden biedt voor afwijkingen. In het verslagjaar heeft De Nederlandsche Bank desondanks getoond oog te hebben voor de positie van de pensioenfondsen. Zo is bijvoorbeeld het premiebeleid tijdens herstel nader gedefinieerd en werd toegestaan dat de premies in 2011 niet bijdroegen aan het herstel. De eis van kostendekkendheid stond niet ter discussie. Voorts heeft de toezichthouder in het kader van de op te leveren evaluaties van de herstelplannen besloten een correctie toe te passen op de rentetermijnstructuur ultimo december 2011 en de voorgenomen kortingen in percentage te maximeren. De evaluaties moeten worden gebaseerd op de gemiddelde rente over het laatste kwartaal van 2011, terwijl de aan te kondigen, noodzakelijke kortingen mogen worden beperkt tot 7%. In de pensioensector blijft de opvatting overheersen dat grote behoefte bestaat aan meer structurele maatregelen. Voorts wordt om een soepeler opstelling door De Nederlandsche Bank gevraagd in de aanloopjaren naar de invoering van de reële pensioencontracten. Alternatieve bestuursmodellen en het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya/Blok De kamerleden Koşer-Kaya en Blok hebben zich sterk gemaakt om het gepensioneerden mogelijk te maken plaats te nemen in de besturen van pensioenfondsen. Door de minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid is hierop het wetsvoorstel Wet versterking bestuur pensioenfondsen ingediend. Hierin zijn twee bestuursmodellen opgenomen: Het eerste model is een aanpassing van de bestaande bestuursvorm waarin werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden zijn vertegenwoordigd. Daar kunnen ook externe deskundigen aan worden toegevoegd. Het tweede model is nieuw en houdt in dat een pensioenbestuur volledig bestaat uit externe beroepsbestuurders. Dit bestuur wordt gecontroleerd door een belanghebbendenorgaan, bestaande uit werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden. Vergunningen voor PPI s In het verslagjaar kwamen de vergunningen van De Nederlandsche Bank af met betrekking tot de oprichting van premiepensioeninstellingen (PPI s). Hiermee wordt deze nieuwe uitvoeringsvorm -voorlopig alleen ten behoeve van beschikbare premieregelingen- steeds meer werkelijkheid. Wijzigingen in de Pensioenwet In het verslagjaar is de Pensioenwet gewijzigd en zijn enkele knelpunten van merendeels technische aard aangepakt. Zo zijn de wettelijke belemmeringen weggehaald voor het behoud van partnerpensioen op risicobasis in geval van een baanwisseling. Verder wordt op korte termijn het kapitaalcontract tussen pensioenfondsen en hun herverzekeraars afgeschaft. Tenslotte is een ministeriële bevoegdheid gecreëerd om bijbetalingsverplichtingen van de werkgever bij inkomende waardeoverdrachten te mitigeren. Staatssecretaris Weekers van Financiën wijzigde de fiscale wetgeving zodanig dat vervroegde pensionering vanaf de 60-jarige leeftijd mag worden gecombineerd met het verrichten van arbeid. 8

Toezichtontwikkelingen Met betrekking tot het toezicht vallen in het verslagjaar geen nieuwe toezichtontwikkelingen te melden, anders dan die welke reeds waren gepubliceerd in het speerpuntenoverzicht 2010-2014. De Nederlandsche Bank herinnert de fondsbesturen voortdurend aan de onderzoeksrapporten en aanbevelingen van de Commissie Frijns. Met name wijst de prudentieel toezichthouder op de noodzaak van het vergroten van het inzicht in de beleggingen, het beleggingsproces en op het ontwikkelen van een beter risicomanagement. De Autoriteit Financiële Markten publiceerde in het verslag de resultaten van een specifiek onderzoek naar de inzichtelijkheid in en transparantie van de uitvoeringskosten van pensioenfondsen, waaronder de kosten van het vermogensbeheer. Voorts vroeg de gedragstoezichthouder aandacht voor de kwaliteit van de administratie, met name voor de juistheid en volledigheid van de uniforme pensioenoverzichten (UPO s). Beide toezichthouders hebben als schot voor de boeg reeds aangekondigd stevig toezicht te gaan houden op de nakoming van de verplichtingen onder het regime van reële pensioencontracten. Zij verlangen in dit kader heldere normen voor de financiële opzet en de communicatie over risico s. Internationale ontwikkelingen Internationale regelgeving wordt voor het Nederlandse pensioenstelsel steeds belangrijker. Er zijn momenteel internationaal verschillende voorstellen die een grote invloed op de pensioenfondsen in Nederland kunnen hebben. Dit betreft bijvoorbeeld de herziening van de Europese Pensioenfondsenrichtlijn, de omgang met derivatentransacties en de Financial Transaction Taks. Het is van belang dat de Europese Unie bij de vormgeving van het beleid en de regelgeving rekening houdt met de speciale rol van pensioenfondsen en de verschillen tussen pensioensystemen in de verschillende lidstaten. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 9

Beleggingen algemeen Ontwikkelingen in 2011 Het jaar 2011 was een jaar met veel dynamiek. Het jaar begon voor veel landen met leading indicators op relatief hoge niveau s, waardoor de zorgen over een double dip scenario en zelfs de Euro schuldencrisis naar de achtergrond waren verdreven. De motor achter de wereldeconomie leek weer kracht te krijgen na het ongekend ineen klappen van de economieën en beleggingsmarkten in 2008 en 2009. Ook de inflatie en de hoge olieprijzen bevestigden deze trend aan het begin van het jaar. In de Emerging Markets landen was de inflatie fors opgelopen in combinatie met een hoge economische groei. In deze landen werd daarom een verkrappend monetair beleid doorgevoerd. Ook in Europa verhoogde de ECB de beleidrente in twee etappes van 25 basispunten in april en juni naar 1,5% om de inflatie te remmen. In de loop van het eerste kwartaal hadden de leading indicators in veel landen weer een daling ingezet. De purchasing manager index in zowel Europa als in de Verenigde Staten zijn in 2011 elk kwartaal gedaald. Ook het consumenten- en het producentenvertrouwen daalden in de loop van het jaar. De ingezette groeivertraging werd gedurende de zomer nog eens extra versterkt op de wereldeconomie door de opgelopen inflatie en de gevolgen van de drievoudige ramp (aardbeving, tsunami en nucleaire ramp) in Japan van medio maart. Dit leidde direct tot een recessie in Japan en zorgde in de rest van de wereld voor stagnaties in de aanvoer van onderdelen voor met name de auto- en elektronica industrie. Mede als gevolg hiervan kreeg de wereldeconomie vanaf het tweede kwartaal van 2011 te maken met een groeivertraging. Deze groeivertraging werd versterkt door de gevolgen van de Arabische Lente in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en de daarmee samenhangende stijging van de olieprijzen. In de loop van de het jaar trad de crisis rond de overheidsfinanciën in de eurozone steeds meer op de voorgrond en sloeg deze onrust in toenemende mate over op de reële economie in de regio. Door deze onrust en de aantasting van het consumentenvertrouwen in Europa zijn uiteindelijk diverse Europese landen in het derde en vierde kwartaal in een recessie terecht gekomen. De Amerikaanse economie stond tot in het derde kwartaal in het teken van de groeivertraging met de hoge inflatie en de gevolgen van de Japanse ramp als extra handicap. Zelfs de Amerikaanse arbeidsmarkt leek tot stilstand te komen. Toen in de zomer de groeicijfers van voorgaande kwartalen neerwaarts werden herzien, nam ook voor de Amerikaanse economie de angst voor een recessie sterk toe. In het vierde kwartaal veerden de leading indicators echter op en ook op de arbeidsmarkt hervatte de groei in de Verenigde Staten. In China had de groeivertraging in de rest van de wereld zijn consequenties voor de exportgroei. Om de opgelopen inflatie in China onder controle te krijgen werd de rente verhoogd en hogere reservevereisten ingevoerd voor banken. De economische groei zakte daardoor weg. Het krappe monetaire beleid had echter het beoogde effect en met het inzakken van de inflatie werd aan het eind van het jaar weer een start gemaakt met het versoepelen van de monetaire condities. Schuldencrisis In het tweede kwartaal begon de onrust over de financiële crisis in Europa weer toe te nemen, met name rond de toekenning van het tweede steunpakket van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds voor Griekenland, maar ook doordat Portugal zich bij het noodloket meldde. Gedurende de zomer escaleerde deze onrust en werd openlijk gezinspeeld op een mogelijk vertrek van Griekenland uit de euro. Hierdoor kwam de stabiliteit van de gehele muntunie ter discussie, wat geleidelijk aan zijn repercussies had voor de rentes van landen als Italië en Spanje. In de Verenigde Staten ontstond in juli een impasse over de aanpak van de tekorten aldaar. Pas op het allerlaatste ogenblik werd het plafond voor de Amerikaanse staatsschuld met enige kunstgrepen verhoogd, maar het kwaad was al geschied. De verlaging van de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten door Standard & Poor s van AAA naar AA+ begin augustus bracht een laatste slag toe aan het sentiment op de financiële markten. Dit alles leidde tevens tot het scherp oplopen van de rentetarieven voor de staatsschuld van de perifere landen van de Eurozone. Dit bleef niet meer beperkt tot alleen Griekenland en Portugal maar in toenemende mate kwamen ook Spanje en Italië op de radar, terwijl de onrust over Ierland juist geleidelijk wegebde. Voor de ECB was dit begin augustus aanleiding Italiaanse en Spaanse obligaties 10

op te kopen om de markten enigszins te kalmeren. Dit had korte tijd effect, maar al snel liepen de spanningen opnieuw op. Eind oktober werd op een Europese top een drieledig plan gepresenteerd, waarin banken een afschrijving van 50% op Griekse schuld zullen accepteren, het EFSF noodfonds sterk wordt uitgebreid en banken hun vermogenspositie zullen versterken. De afgedwongen afschrijvingen op Griekse staatsschuld werken in feite averechts op de kwaliteit van overige perifere schuld, waardoor de rentespreads op recordhoogtes blijven. Intussen ruimen de Griekse en Italiaanse regeringen het veld en worden vervangen door technocraten. Pas als op een nieuwe top van 9 december deze afschrijvingen expliciet beperkt worden tot de Griekse schuld en nieuwe afspraken gemaakt worden over het vastleggen van fiscale regels in Europese en nationale wetgeving keert de rust weer enigszins terug. Financiële markten Vastrentende waarden De goede economische gang van zaken leidde aanvankelijk tot opwaartse druk op de geldmarktrentes, anticiperend op een verhoging van de beleidsrente. In april en juni werd de rente ook daadwerkelijk verhoogd naar 1,5%. In het eerste kwartaal zetten de Duitse en de Nederlandse obligatierentes de stijging voort, waarbij de Duitse 10-jaars rente een niveau van 3,5% bereikte. Een belangrijke reden voor de stijging was de gestaag oplopende inflatie. In de periferie van de Eurozone zagen we in Portugal, Ierland en Griekenland de renteverschillen met Duitsland verder oplopen. In de loop van het tweede kwartaal zette in alle grote valutablokken een daling van de lange rente in. Dat deze daling zich niet alleen voordeed in (de harde kern van) de Eurozone, geeft aan dat de wereldwijd ingezette groeivertraging hier mede debet aan was. De onrust over de solvabiliteit van de zwakke eurolanden kwam vooral tot uiting in het oplopen van de rente en het verder oplopen van verzekeringspremies op hun obligaties (CDS spreads). In de loop van het derde kwartaal leidde de grote onzekerheid over de betrouwbaarheid van perifere staatsschuld (en bij tijd en wijle kwam ook Franse en Belgische staatsschuld onder druk) tot een vlucht naar het staatspapier van veilige landen als Duitsland en Nederland, waardoor de effectieve rendementen hierop verder daalden. Ook in het vierde kwartaal bleven de rentes op een historisch uitzonderlijk laag niveau. Dat zelfs de kernlanden van de zone echter niet helemaal onder de radar bleven, bleek wel uit het feit dat een Duitse emissie van 10-jaars obligaties niet geheel vlekkeloos verliep. Ook de waarschuwing van kredietbeoordelaar S&P dat de kernlanden mogelijk hun hoogste kredietstatus kunnen verliezen, gaf te denken. Onder aanvoering van een nieuwe president verlaagde de ECB in november en december haar herbeleningstarief met in het totaal 50 basispunten terug naar 1%. Daarmee waren de verhogingen eerder in het jaar ongedaan gemaakt. Met de verlagingen gaf de centrale bank de economie een steun in de rug en dat was geen overbodige luxe gezien de duidelijk inzakkende conjunctuur. In december konden banken zelfs voor het eerst ongelimiteerd lenen bij de ECB voor een periode van 3 jaar. Voorts versoepelde de centrale bank de voorwaarden waaraan onderpand moet voldoen en ook werden de reservevereisten verlaagd. Banken deden massaal een beroep op de kredietfaciliteiten van de centrale bank. Dit gaf vooral aan dat de interbancaire markt slecht functioneerde. Zakelijke waarden Het jaar begon optimistisch, ondanks de opstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en de vernietigende aardbeving in Japan. Het doorzettend economisch herstel en de aanhoudende winstgroei gaven hierbij de doorslag. De indices voor veel opkomende landen bleven echter achter onder invloed van monetaire verkrappingsmaatregelen die daar ter beteugeling van de inflatie werden genomen, terwijl uiteraard de Japanse beurs veel te lijden had van de drievoudige ramp die het land in maart trof. De zorgen namen gedurende het tweede kwartaal toe door enerzijds de groeivertraging die blijkens de meeste leading indicators ingezet was in de Verenigde Staten, Europa en China. Anderzijds werd duidelijk, zoals hierboven beschreven, dat de crisis in de Eurozone allesbehalve onder controle was. In de zomer staken daarbij zorgen over de Amerikaanse economie de kop op en gaven ook Amerikaanse politici een brevet van onvermogen af wanneer men er niet in slaagde het eens te worden over verhoging van het schuldenplafond en de langetermijn oplossing voor de Amerikaanse schuldenproblematiek. De afwaardering van de Amerikaanse kredietwaardigheid door Standard & Poor s brak het vertrouwen onder beleggers en aandelenmarkten zetten een duikvlucht in die in ruim twee weken tijd leidde tot koersdalingen van 20% of meer in het derde kwartaal. Pas in oktober trad weer wat herstel in onder Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 11

invloed van betere economische cijfers, met name in de Verenigde Staten. Voorafgaand aan de Europese top begin december stak de onzekerheid opnieuw de kop op, maar de uitkomst van deze top en aanhoudende meevallende economische cijfers resulteerde nog in een kleine eindejaarsrally. De Amerikaanse beurzen presteerde per saldo het best, terwijl Europese beurzen en Emerging Markets sterk achterbleven. In onderstaande tabel zijn de verschillende aandelenindices opgenomen. Het beeld van de hierboven beschreven aandelenmarkten is terug te vinden in de onderstaande indices rendementen. Het indexrendement van de Verenigde Staten (Dow Jones en Nasdaq) is beter dan de Europese en de Aziatische rendementcijfers. Rendement Index Q4 10 Q1 11 Q2 11 Q3 11 Q4 11 2011 Dow Jones 8.661,9 8.682,0 8.555,7 8.114,6 9.427,1 8,8% Nasdaq 1.984,8 1.959,9 1.911,5 1.796,0 2.010,2 1,3% MSCI Europa 1.168,6 1.187,1 1.170,6 959,8 1.026,5-12,2% MSCI Azie 103,0 95,7 93,0 84,1 87,9-14,7% MSCI World 957,7 940,8 917,4 820,9 912,5-4,7% Nikkei 225 94,4 83,0 84,0 83,9 84,7-10,2% Shanghai 318,8 315,1 294,5 274,8 269,4-15,5% Grondstoffen De grondstoffen lieten een wisselend patroon zien in 2011. De olieprijs won sterk aan kracht met het uitbreken van de Arabische lente, zeker toen deze ook olieproducent Libië bereikte en de productie aldaar stil kwam te liggen. Eind april werd een top van $126 per vat Brent bereikt. Daarna zette een gestage daling in, naarmate de rust in het gebied weer terugkeerde en de groeicijfers voor de wereldeconomie geen aanleiding gaven voor verdere stijging. Aan het eind van het jaar stabiliseerde de olieprijs zich in een range van $105- $110. Van de edelmetalen heeft goud in 2011 een prijsstijging laten zien van circa 13%. Dit was met name het gevolg van de vlucht naar veilige havens. De basismetalen lieten een gemengd beeld zien, maar overwegend zijn deze grondstoffen in waarde gedaald als gevolg van de groeivertraging in 2011. Valutamarkten In 2011 waren de valuta s de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse yen veilige havens. De Amerikaanse dollar werd in 2011 sterker ten opzichte van de Euro. Het valutapaar bereikte een laagste stand eind 2011 van 1,2858. De daling werd ondersteund door overwegend beter dan verwachte Amerikaanse macrocijfers ten opzichte van Europa. Het Britse pond liet in 2011 een flinke daling ten opzichte van de euro zien. Dit was niet het gevolg van de goede prestaties van de Britse economie, maar door partijen die vanwege de Europese schuldencrisis de euro de rug toekeerden. Als positief punt voor de Japanse munt wordt het handelsoverschot van het land gezien, waardoor de schulden eenvoudig kunnen worden gefinancierd. 12

Vooruitzichten Economische groei De verwachting is dat de economieën in Europa en de Verenigde Staten zullen vertragen in 2012, waardoor de groei onder het lange termijn gemiddelde zal uitkomen. Voor Europa wordt een milde recessie verwacht, maar de aangekondigde bezuinigingspakketten in diverse landen voorspelt weinig goeds over de koopkracht van de burgers. Hoe diep en hoe lang de recessie zal zijn, is ook afhankelijk van de ontwikkeling van de Euro staatschuldencrisis, die in 2012 verder lijkt te escaleren door de situatie in Griekenland en in toenemende mate Spanje. De verwachting voor de Verenigde Staten is dat daar wellicht geen recessie zal optreden. De opkomende markten zullen getroffen worden in de export door de afnemende economische wereldgroei. Vastrentende waarden De verwachting is dat de ECB de beleidsrente laag zal houden. De ontwikkeling van de lange rente is afhankelijk van de voortgang in de Euroschuldencrisis en de risicobereidheid van de beleggers. De zoektocht van beleggers naar hoog renderende beleggingen zullen bij een ongewijzigde risicobereidheid een steun blijven voor bedrijfsobligaties en obligaties in emerging markets. Deze categorieën zullen echter volatiel blijven. Zakelijke waarden De aandelenmarkten zullen in 2012 het volatiele karakter behouden door de snel wijzigende risicobereidheid van beleggers. De waarderingen zijn relatief laag en daarom is de categorie aantrekkelijk om in te beleggen. De balansen van ondernemingen zijn sterk en de winstmarges blijven vooralsnog op peil. Zodra de consumentenbestedingen onder druk komen te staan door bijvoorbeeld de aangekondigde bezuinigingspakketten door de overheden kunnen de winstmarges echter aangetast worden. Grondstoffen Door de slechte economische omstandigheden verwachten analisten dat grondstoffen het komende jaar onder druk komen te staan. In Europa heerst nog steeds de euroschuldencrisis en ook de Chinese economie toont tekenen van afkoeling. Met name de conjunctuurgevoelige grondstoffen zullen hiervan het dupe worden. Traditioneel conjunctuurgevoelige grondstoffen zijn bijvoorbeeld olie, aluminium en koper. Met name de laatste grondstof wordt gezien als een conjunctuurindicator. In het geval van olieprijs spelen echter ook andere factoren een belangrijke rol. Voor de olieprijs is de relatie tussen Iran en de Verenigde Staten zeer belangrijk. Voor wat betreft de olie (Brent) verwachten analisten dat de prijs gedurende 2012 zal dalen tot beneden de USD 110 per vat. Pas in 2014 zou de olie volgens analisten weer het niveau van USD 120 bereiken. Valuta Het regelmatig terugkerend thema van quantitative easing in de Verenigde Staten kan de EUR/USD sterk gaan beïnvloeden. Bij tegenvallende cijfers inzake de Amerikaanse economie, neemt de kans op nieuwe opkoopprogramma s voor staatsleningen immers toe. Door het verwachte aanbod van nieuwe dollars, kan de Amerikaanse munt onder druk komen. Het Britse pond zal in 2012 gevoelig kunnen blijven voor de ontwikkelingen in de eurozone. Een verslechtering van de situatie in Europa kan het pond verder versterken. Mochten de economische fundamenten weer een rol gaan spelen, dan zou de markt kunnen gaan speculeren over een verlaging van de AAA-rating van de UK. Het pond kan dan onder druk komen. Mocht de risicobereidheid in de markt weer toenemen, dan kan de yen onder druk komen te liggen. Dit is positief voor de concurrentiepositie van het op exporten gerichte land. Analisten zien op lange termijn ook een verzwakking van de yen. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 13

Fondsspecifieke ontwikkelingen Profiel en organisatie De Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland (hierna het Pensioenfonds) is opgericht op 24 november 1999 en statutair gevestigd te Eindhoven. Het Pensioenfonds is sinds begin 2011 kantoorhoudend in Oosterhout. Het Pensioenfonds heeft ten doel het uitvoeren van pensioenovereenkomsten conform de statuten en de aan de pensioenrechten en aanspraken ten grondslag liggende pensioenreglementen, alsmede de uitvoering van andere uitkeringsovereenkomsten in relatie tot de pensioenovereenkomsten. Het Pensioenfonds voert deze taken uit voor de volgende aangesloten ondernemingen: Ondernemingen Smurfit Kappa Elcorr B.V. Smurfit Kappa GSF Verpakkingen B.V. Smurfit Kappa MNL Golfkarton B.V. Smurfit Kappa Nederland B.V. Smurfit Kappa Orkopak B.V. Smurfit Kappa Paper Recycling B.V. Smurfit Kappa Paper Services B.V. Smurfit Kappa RapidCorr Eindhoven B.V. Smurfit Kappa Roermond Papier B.V. Smurfit Kappa Solid Board B.V. Smurfit Kappa Trimbach B.V. Smurfit Kappa Trobox B.V. Smurfit Kappa TWINCORR B.V. Smurfit Kappa Van Dam Golfkarton B.V. Smurfit Kappa Vandra Golfkarton B.V. Smurfit Kappa Zedek B.V. Vestigingsplaats Etten-Leur Oude Pekela Eerbeek Oosterhout Zwolle Eindhoven Roermond Eindhoven Roermond Bad Nieuweschans, Coevorden en Oude Pekela Bergen op Zoom Oosterhout Hoogeveen en Nieuwe Pekela Helmond Oosterhout Deventer Voor de genoemde ondernemingen wordt het Smurfit Kappa Pensioenpakket uitgevoerd, dat bestaat uit: het Basispakket; het Beleggingspakket; het Extra Beleggingspakket; en het Pluspakket. Dit is het twaalfde jaarverslag van het Pensioenfonds (en haar voorgangers). Het jaarverslag heeft betrekking op het boekjaar 2011. Bestuur en Directie Het Pensioenfonds staat onder leiding van een Bestuur, dat paritair is samengesteld uit werkgevers en werknemers. De werknemersvertegenwoordigers worden benoemd door de Centrale Ondernemingsraad; de Raad van Commissarissen van Smurfit Kappa Nederland B.V. benoemt de werkgeversvertegenwoordigers. 14

Op 31 december 2011 bestond het Bestuur uit de volgende leden: Functie Naam Namens Vanuit Aftredend Voorzitter G.P.F. Beurskens werkgever n.v.t. 2012 Algemeen lid H.H. Siebring werkgever Smurfit Kappa Solid Board B.V. 2012 Algemeen lid S. Stoffer werkgever Smurfit Kappa Nederland B.V. 2012 Algemeen lid E.C.P. Vervoort werkgever Smurfit Kappa Nederland B.V. 2012 Secretaris J.A. van Gestel werknemer n.v.t. 2012 Algemeen lid M.P.C. van den Heuvel werknemer Smurfit Kappa Nederland B.V. 2012 Algemeen lid P.R. van Dijk werknemer n.v.t. 2012 Algemeen lid W.J. Brantjes werknemer pensioengerechtigden 2012 De heer M.A. Kiewiet is directeur van het Pensioenfonds en uit dien hoofde belast met de uitvoering van het vastgestelde beleid. De heer Kiewiet wordt daarbij ondersteund door mevrouw E. van Dasselaar, die pensioenspecialist is van het Pensioenfonds. Het Bestuur wordt steeds benoemd voor een periode van vier jaar. Het huidige Bestuur heeft een zittingsperiode tot ultimo 2012. Na afloop van deze termijn kunnen de leden terstond opnieuw worden voorgedragen dan wel worden herkozen, en vervolgens worden herbenoemd, zodat de continuïteit voldoende is gewaarborgd. In het eerste kwartaal van 2011 hebben de volgende bestuursmutaties plaatsgevonden. De heer H.H.J.M. Schoenmakers is vervangen door de heer M.P.C. van den Heuvel, en de heer G. Nuus is vervangen door de heer H.H. Siebring. De bestuursleden worden niet betaald voor het uitoefenen van hun functie. Wel wordt aan gepensioneerde bestuurs- en commissieleden een vacatie- en een onkostenvergoeding verstrekt. De vacatievergoeding is vastgesteld op 225 per bijeenkomst. Het Bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar en verder zo vaak als de voorzitter of twee andere leden van het Bestuur dit wenselijk achten. In 2011 is het Bestuur op 17 februari, 28 april, 16 juni, 15 september en 15 december bij elkaar geweest. Beleggingscommissie Het Bestuur laat zich bij het beleggen van de gelden bijstaan door een beleggingscommissie waarvan de leden door het Bestuur worden benoemd en ontslagen. De commissie bestaat uit vijf leden: twee bestuursleden namens de werkgever (de heren G.P.F. Beurskens en S. Stoffer), twee bestuursleden namens de werknemers (de heren J.A. van Gestel en P.R. van Dijk) en de directeur van het Pensioenfonds (de heer M.A. Kiewiet). De beleggingscomissie stelt in opdracht van het Bestuur een beleggingsbeleidsplan op met richtlijnen voor het vermogensbeheer. Daarnaast houdt de commissie contact met de diverse vermogensbeheerders. Zij wordt geadviseerd door Prof. Dr. R.M.M.J. Bauer van Rob Bauer Consultants en verder ondersteund door Montesquieu Finance & Treasury en door NewMont voor onder meer de financiële verslaglegging en rapportage. Verantwoordingsorgaan Het Bestuur heeft met ingang van 1 januari 2008 een Verantwoordingsorgaan ingesteld, bestaande uit drie leden. De inrichting en bevoegdheden zijn vastgelegd in de statuten en in een reglement. In het Verantwoordingsorgaan worden actieve deelnemers, pensioengerechtigden en werkgever gelijkelijk vertegenwoordigd door één lid. Het Bestuur zal verantwoording afleggen aan het Verantwoordingsorgaan over het beleid en uitvoering daarvan en over naleving van de zogenaamde Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes van het Bestuur aan de hand van onder meer het jaarverslag. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het Verantwoordingsorgaan ten aanzien van het door het Bestuur in 2011 gevoerde beleid. Het verantwoordingsorgaan bestaat momenteel uit de heren E.T.E.M. van den Bos, F. H.J. Machiels en H. C. Nieuwbeerta. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 15

Intern toezicht Het Bestuur zorgt voor de organisatie van transparant intern toezicht. Het intern toezicht betreft het kritisch bezien van het functioneren van het Bestuur door onafhankelijke deskundigen, ten minste één maal in de drie jaar. Intern toezicht zal plaatsvinden door middel van visitatie. De Visitatiecommissie rapporteert aan het Bestuur. Het Bestuur bespreekt het rapport met het Verantwoordingsorgaan en de bevindingen worden in het jaarverslag van het fonds vermeld. De inrichting en bevoegdheden van de Visitatiecommissie zijn vastgelegd in de statuten en in een reglement. De Visitatiecommissie beoordeelt de beleids- en bestuursprocedures en -processen en checks en balances, de wijze van aansturen, en de omgang met risico s op langere termijn. De Visitatiecommissie is in de loop van 2009 ingesteld en heeft zijn werkzaamheden in het derde en vierde kwartaal van 2010 voor het eerst uitgevoerd. De bevindingen van de Visitatiecommissie zijn vastgelegd in een rapportage die is gedateerd op16 december 2010. In de rapportage wordt een aantal aanbevelingen gedaan, die alle in 2011 zijn opgevolgd. Balansrisicomanager Het Bestuur heeft een gespecialiseerde balansrisicomanager NewMont aangesteld teneinde de balansdynamiek en de risico s die hieruit voortvloeien te kunnen monitoren en daarbij de benodigde acties te kunnen nemen. De balansrisicomanager is met name verantwoordelijk voor: Het in kaart brengen van de balansrisico s en het aandragen van oplossingen ten behoeve van de mitigering van eventuele risico s; Het uitvoeren van derivatentransacties ten behoeve van de derivatenportefeuille op basis van het verleende mandaat; Het rapporteren over de derivaten portefeuille; Het uitvoeren van Asset Liability Management -studies gericht op de beleggingen; en Het geven van het strategisch beleggingsadvies op basis van voornoemde Asset Liability Management -studie. Compliance officer De compliance officer bewaakt dat het fonds voldoet aan de voor het fonds van toepassing zijnde actuele wet- en regelgeving op het gebied van compliance, zoals opgenomen in de gedragscode en de klachten- en geschillenregeling. In het verslagjaar zijn door de compliance officer geen bijzonderheden gemeld. Externe dienstverleners Het voeren van de deelnemers-, de financiële en de uitkeringsadministratie is uitbesteed aan AZL N.V. te Heerlen. AZL N.V. verzorgt voor meerdere pensioenfondsen de administratie waarbij gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerd systeem. Belangrijke kenmerken van het door AZL N.V. gebruikte systeem zijn dat alle verrichte werkzaamheden aantoonbaar gecontroleerd worden en dat er duidelijke functiescheidingen zijn. AZL N.V. verstrekt jaarlijks een ISAE-3402-rapportage. Het betreft een rapportage over de resultaten van een ISAE-3402-audit die bij AZL N.V. heeft plaatsgevonden en die gericht is op de opzet en het bestaan van de beheersen controlemaatregelen, processen en procedures van AZL N.V. De administratie van het vermogensbeheer wordt gevoerd door Kasbank. Het vermogen van het Pensioenfonds wordt belegd door vermogensbeheerders van goede naam en standing. Het vermogen van het Pensioenfonds wordt deels actief belegd. Per 31 december 2011 was het grootste deel van het vermogen belegd via Aegon, BlackRock, BNP Paribas, Kempen, Morgan Stanley, Robeco en Sarasin. De afspraken met de vermogensbeheerders zijn vastgelegd in beheerovereenkomsten. Deze overeenkomsten bevatten de regels met betrekking tot de beleggingen en het beheer daarvan: het beleggingsbeleid, de doelstellingen terzake, de beperkingen en de activiteiten van de vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn bevoegd binnen de afgesproken risicokaders van het beleggingsbeleid zonder voorafgaande opdracht of toestemming alle handelingen te verrichten die gewenst of noodzakelijk voorkomen. De uitvoering van de beschikbare premie modules is eveneens opgedragen aan een vermogensbeheerder. 16

De pensioenverplichtingen van het Pensioenfonds worden geheel in eigen beheer gehouden. Alleen ten aanzien van de risico s van overlijden en arbeidsongeschiktheid wordt gebruik gemaakt van herverzekering: het arbeidsongeschiktheidsrisico bestaat uit de premievrije voorzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid; en het overlijdensrisico betreft het risicokapitaal bij overlijden. De herverzekering vindt plaats door middel van een overeenkomst met Zwitserleven die per 1 januari 2010 aangegaan is voor een periode van 5 jaar. Het eigen risico van deze herverzekering is gelijk aan 125% van de verwachte schadelast gedurende de contractsperiode. Het Bestuur van het Pensioenfonds benoemt een externe accountant, een externe adviserend actuaris en een externe certificerend actuaris. De externe accountant is PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De accountant controleert jaarlijks de jaarrekening en de jaarstaten voor De Nederlandsche Bank. Verder doet de accountant jaarlijks verslag van zijn controlewerkzaamheden door middel van een controleverklaring en een mondelinge en schriftelijke toelichting. Het Bestuur heeft Towers Watson benoemd als externe adviserend en certificerend actuaris. De certificerend actuaris toetst onder andere jaarlijks de mate waarin de verplichtingen van het Pensioenfonds door aanwezig vermogen worden afgedekt, maakt jaarlijks een actuarieel rapport en certificeert de actuariële verslagstaten voor De Nederlandsche Bank. De adviserend actuaris adviseert het Bestuur verder bij actuele pensioenzaken. Binnen Towers Watson is de functie van certificerend actuaris gescheiden van die van adviserend actuaris. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 van de Pensioenwet heeft Towers Watson een door De Nederlandsche Bank goedgekeurde gedragscode die de onafhankelijkheid van de certificerend actuaris waarborgt. Het Bestuur vraagt advies aan de accountant en de actuaris in alle gevallen waarin het dit nodig oordeelt. Verder vraagt het Pensioenfonds indien nodig adviezen met betrekking tot het beleggingsbeleid bij een externe partij. Zelfevaluatie Bestuur Overeenkomstig de Principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het Bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde zijn eigen functioneren, zowel van het Bestuur als geheel als van de individuele bestuursleden, periodiek te evalueren. Het resultaat van deze zelfevaluatie wordt meegenomen bij de samenstelling van het nieuwe Bestuur eind 2012. Deskundigheidsbevordering Daarnaast besteedt het Bestuur actief aandacht aan bevordering van deskundigheid van Bestuur en Verantwoordingsorgaan. Het Bestuur heeft in het tweede kwartaal van 2012 een opleiding gevolgd met betrekking tot vermogensbeheer, risicomanagement en actuele onderwerpen (zoals het Pensioenakkoord). Risicoparagraaf De verplichtingen die voortkomen uit de pensioenregelingen van het Pensioenfonds brengen risico s met zich mee die kunnen worden onderscheiden in financiële en niet-financiële risico s. De belangrijkste risico s die door het Pensioenfonds worden onderscheiden, worden hierna omschreven. Matchingrisico Het matchingrisico is het risico dat de looptijd en rentegevoeligheid tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen niet op elkaar zijn afgestemd. Wanneer een Pensioenfonds aan zijn verplichtingen moet voldoen (pensioenen uitbetalen), dienen daarvoor op tijd de beschikbare middelen vrij te komen. Een Pensioenfonds kan zowel het nominale als het reële renterisico trachten af te dekken. Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 17

Asset LiabilityManagement (ALM) is een instrument wat kan worden gebruikt om de optimale soort en/of mate van matching te bepalen. De maatregelen van het Pensioenfonds om dit risico te beheersen staan hierna omschreven bij (met name) Renterisico en Liquiditeitsrisico. Verzekeringstechnisch risico Naast de financiële risico s staat het Pensioenfonds bloot aan verzekeringstechnische risico s, waarvan het langlevenrisico het belangrijkste is. Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen worden prudente veronderstellingen gehanteerd waaronder de verwachte toekomstige verbetering van de levensverwachting. Andere verzekeringstechnische risico s zijn kortlevenrisico, arbeidsongeschiktheidsrisico en looninflatie. Het kortlevenrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn afgedekt door middel van een herverzekeringsovereenkomst met Zwitserleven. Inflatierisico Het inflatierisico heeft betrekking op de (eventuele) indexering van de verplichtingen. Bij een voldoende hoge nominale dekkingsgraad zal de nadruk gelegd worden op het afdekken van indexatie door middel van bijvoorbeeld inflatiegerelateerde beleggingen. Beleggingsrisico s Beleggingsrisico s betreffen renterisico, koersrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, valutatrisico en concentratierisico. Renterisico is het risico dat het saldo van de marktwaarde van de portefeuille vastrentende waarden en de nominale pensioenverplichtingen op marktwaarde verandert door veranderingen in de marktrente. Het structurele renterisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Integrale beheersing van de balansrisico s is onderdeel van de financiële opzet van het Pensioenfonds, hetgeen ondermeer tot uitdrukking komt door de toepassing van balansrisicomanagement. Ten aanzien van de beleggingen heeft het Pensioenfonds de rentegevoeligheid in belangrijke mate afgestemd op die van de verplichtingen, teneinde de totale mismatch van de waarde ontwikkeling van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen te reduceren. Koersrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het koersrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het koersrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De activa worden door het Pensioenfonds naar behoren gediversificeerd, zodat een bovenmatige afhankelijkheid van of vertrouwen in bepaalde activa, of een bepaalde emittent of groep van ondernemingen en risicoaccumulatie in de portefeuille wordt vermeden. Kredietrisico hangt samen met de beleggingen in verhandelbare schuldpapieren en op tegenpartijen. Kredietrisico op verhandelbare schuldpapieren wordt beschouwd als koersrisico. De beheersing van deze vorm van kredietrisico is geïntegreerd in het beleggingsproces, door middel van een richtlijn over de maximale belegging per kredietklasse. Tegenpartijrisico betreft het risico dat tegenpartijen hun verplichtingen aan het fonds niet meer kunnen nakomen, bijvoorbeeld door faillissement. Het tegenpartijrisico wordt beheerst door selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten, al dan niet in combinatie met zekerheidstellingen. Het Pensioenfonds beperkt de risico s doordat enerzijds de portefeuille hoofdzakelijk wordt belegd in degelijke ondernemingen met een investment grade status. Over het beperkte deel van de portefeuille dat wordt belegd in below investment grade, wordt brede spreiding over debiteuren nagestreefd. Liquiditeitsrisico is het risico dat het fonds onvoldoende liquide middelen heeft om betalingen, waaronder de pensioenuitkeringen, te verrichten. Bij het fonds is sprake van een jaarlijkse netto-instroom; de ontvangen premies zijn hoger dan de betaalde uitkeringen. 18

De waarschijnlijkheid van het liquiditeitsrisico en de impact daarvan is derhalve momenteel klein. Het liquiditeitsrisico wordt ook beperkt door de invulling van het cashmanagement. De Directie ziet toe op een juiste afstemming van de inkomende en uitgaande cashstromen van het fonds. Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Valuta s worden niet beschouwd als een afzonderlijke beleggingscategorie. Valutaposities zonder dat die volledig gekoppeld zijn aan een onderliggende positie in obligaties, aandelen, onroerend goed of grondstoffen zijn niet toegestaan, tenzij valuta posities uitdrukkelijk in het mandaat geaccordeerd zijn. Uit het oogpunt van risicoreductie is een beleidsstandpunt bepaald met betrekking tot het actief afdekken van valutarisico s. Strategisch is besloten om de beleggingen die luiden in Britse Pond, Zwitserse Franc en Japanse Yen strategisch voor 100% af te dekken. De bandbreedte is in 2011 gewijzigd naar een bandbreedte van 47,5%-105% om tactisch beleid te kunnen uitvoeren. Beleggingen die luiden in US Dollar worden strategisch voor 50% afgedekt met een bandbreedte van 45%-55%. Uit oogpunt van actief valutabeleid kan gekozen worden om één of meerdere valuta s bij onderwaardering tijdelijk niet volledig af te dekken. Eind 2011 bedroeg de tactische afdekking rond de 50%. De valuta-afdekking wordt maandelijks getoetst aan de hand van de beleggingsoverzichten van de vermogensbeheerders en indien nodig bijgesteld. Voor de valuta-afdekking worden transparante en eenvoudige derivaten ingezet. In de beleggingscommissie wordt periodiek het beleid en positie van de verschillende valuta s behandeld. Concentratierisico heeft betrekking op grote posten. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Door de diversificatie die het Pensioenfonds in het beleggingsbeleid toepast is dit risico beperkt. Beleggingsrisico s alternatieve beleggingen Alternatieve beleggingen zijn net als beleggingen in de traditionele categorieën (waaronder aandelen) onderhevig aan risico s. Risico s worden veroorzaakt doordat beleggers zekere bedragen (hun initiële investeringen) opgeven in ruil voor onzekere inkomsten in de toekomst. Voorbeelden van algemene risico s zijn ondermeer debiteurenrisico (tegenpartij kan failliet gaan) en inflatierisico (geldontwaarding). Alternatieve beleggingen zijn daarnaast onder te verdelen in diverse categorieën, waarvan de risico-profielen onderling aanzienlijk kunnen variëren en dus ook de beleggingsrisico s. Het Pensioenfonds maakt geen gebruik van alternatieve beleggingen. Operationele risico s (waaronder interne beheersing, IT en integriteitsrisico) Het operationeel risico is het risico op verlies als resultaat van inadequate of foutieve interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Operationele risico s hebben een negatieve impact op een goede uitvoering van de pensioenregeling. Voor deze operationele risico s geldt wel dat een verregaande reductie onevenredig veel inspanning en kosten met zich mee kan brengen. De operationele uitvoering geschiedt door AZL. Deze partij heeft een ISAE-3402-rapportage. Door het overleggen van deze verklaring toont AZL aan het Pensioenfonds én aan de accountant van het Pensioenfonds aan, dat de uitvoering in control is. Het overleggen van de ISAE-3402-rapportage komt tevens tegemoet aan de Beleidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen waarin De Nederlandsche Bank heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Het Pensioenfonds bestudeert de ISAE-3402-rapportages en treedt indien nodigmet de betreffende partij in overleg. Uitbesteding en de risico s die hiermee samenhangen Het Bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het Bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het Bestuur heeft verder geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op administratieve processen, zoals uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen en Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarverslag 2011 19

dergelijke. Daardoor ontbreekt eveneens zicht op de werkelijke uitvoeringskosten. Het Bestuur erkent verder dat aan de uitbesteding het risico is verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening door AZL. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het fonds zich volledig aan de regelgeving van De Nederlandsche Bank op het gebied van uitbesteding. Het fonds beschikt voor iedere extern uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de Pensioenwet bepaalde. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement. Hierin worden tenminste ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie, de autorisatie en procuratiessystemen en de interne controle van de uitvoerende organisatie. Juridische risico s Het Pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden. Eén risico is dat de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Een ander risico is dat men als fondsbestuurder in persoon kan worden aangesproken. Een derde risico betreft het niet in voldoende mate vorm geven aan consistent beleid, dit maakt het fonds kwetsbaar indien het hierop wordt aangesproken. Een vierde risico betreft het niet of onduidelijk communiceren naar partijen. Een vijfde risico betreft aansprakelijkheid door het niet of niet goed uitvoeren door partijen die het Pensioenfonds heeft ingehuurd. Teneinde de juridische risico s te beperken heeft het Pensioenfonds in ieder geval de volgende maatregelen genomen: de Directie van het Pensioenfonds toetst bij wetswijzigingen de fondsstukken en stelt waarnodig wijzigingen voor aan het Bestuur; de Werkgever heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor het Bestuur afgesloten; het Pensioenfonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van dit beleid kunnen volgen; het Pensioenfonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Naast deze vereisten heeft het Pensioenfonds eigenstandige communicatiedoeleinden. Middels het planmatig uitvoeren wordt bewaakt dat aan de eisen van de wet en consistentie van de uitingen wordt voldaan; met alle ingehuurde partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft het Pensioenfonds activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor er een mechanisme ontstaat van controle van de ene door de andere partij; jaarlijks vinden er controles plaats door actuaris en accountant op de betrouwbaarheid van de jaarrekening en de verslagstaten voor De Nederlandsche Bank; jaarlijks vindt er controle plaats door de actuaris of voldaan wordt aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet; het Bestuur draagt er zorg voor dat zij voldoende kennis en kunde bezit om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen; De hierboven genoemde risico s zijn niet limitatief maar de juiste afdekking van deze genoemde risico s geven wel een indicatie over de juridische weerbaarheid van het Pensioenfonds. Beheersing van de risico s Het Pensioenfonds besteedt doorlopend aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing van risico s. Het Bestuur heeft de risico s van het Pensioenfonds geanalyseerd en een beschrijving c.q. analyse van deze risico s opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Pensioenfonds. Het Bestuur wordt maandelijks voorzien van managementinformatie met betrekking tot de status van de beleggingen en de verplichtingen van het Pensioenfonds. Verder wordt het Bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico s en fondssituatie goed te monitoren. 20