LED. Wegwijzer. Oriëntatie en mobiliteit voor doofblinde mensen



Vergelijkbare documenten
LED. Wegwijzer. Tolken, begeleiders en vrijwilligers voor doofblinde mensen

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor volwassenen met een visuele beperking

Iedereen wordt graag respectvol behandeld, dus ook de persoon met een handicap. Enkele algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap:

Met desteunvan br ailletiga ~k * \

Omgaan met mensen met een beperking

Doofblinde cliënten in een Audiologisch Centrum. Steffie Hendriks-Buurman, 2014

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Wegwijzer naar de AWBZ

Veilig in het verkeer

Nieuwsbrief Informatievoorziening Usher 2

Centrum voor doofblinden

Toegankelijkheid bibliotheken tbv visueel gehandicapten De eisen op een rijtje

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Algemene brochure. voor mensen met een beperking. MEE maakt meedoen mogelijk

Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Vraag: Mijn revalidatie valt nu onder de AWBZ, waar valt dat straks onder?

Een goede conditie helpt vallen voorkomen. Praktische tips om gezond en fit te blijven

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Advies over leven, leren, wonen en werken met een visuele beperking

Aangeboren doofblindheid

Mensen met afasie hebben moeite met taal, maar zij zijn niet gek!

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Fysiotherapie na heupoperatie

Dagbesteding Psychogeriatrie

Zelfstandig van A naar B met een visuele beperking. 5 de Themadag Oog en Werk, 8 maart 2013, Amersfoort Else Havik

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Gebruikersgids doven, slechthorenden en mensen met spraakproblemen en/of taalproblemen. Algemene informatie Informatie per zorgzwaartepakket (ZZP)

Koninklijke Visio voor mensen die slechter zien door glaucoom

Doven, slechthorenden en mensen met spraakproblemen en/of taalproblemen

Unal College. Professionele zorg, aandacht voor culturele achtergrond

Low Vision & revalidatie spreekuur

Hoe is deze brochure tot stand gekomen?

DE WET GELIJKE BEHANDELING OP GROND VAN HANDICAP OF CHRONISCHE ZIEKTE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET OPENBAAR VERVOER

Classificatie. Bij kinderen met cerebrale parese

Doofblind: Dobberen in de zee van de hulpverlening

Problemen met zien? Laat u verrassen door de mogelijkheden

Blinden en slechtzienden

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Ik heb hulp en ondersteuning thuis

Afasie. Wat is afasie? Hoe ontstaat afasie?

Beter door de dag met doofheid of hoorproblemen

Gebruikersgids blinden en slechtzienden Algemene informatie Informatie per zorgzwaartepakket (ZZP)

Ik heb hulp en ondersteuning thuis. Wat verandert er in 2015?

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Adviezen na totale heupoperatie

Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

ADVIES OVERSTEEKPLAATSEN DEN HAAG

ACTIVITEITEN EN WERK VOOR MENSEN MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP EN/OF NIET-AANGEBOREN HERSENLETSEL

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

jaqueline van der veen

Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel. Informatie voor verwijzers

Waarom classificeren? Wat is een classificatiesysteem? Welke classificatiesystemen? MACS GMFCS CFCS

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor kinderen en jongeren met een visuele beperking

Praktisch aan de slag met. Ergotherapie. thuis in de buurt op het werk

Zorg na uw ziekenhuisopname

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

5Ondersteunen bij het verplaatsen

Het Low Vision & Revalidatie spreekuur

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Slechtziend zijn. ervaar het maar!

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo INFORMATIE 2012

Mobiel blijven. óók met een beperking

Voorzieningen en Aanpassingen

Hebt u zorg nodig? Informatie over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het aanvragen van zorg

Na een medische ingreep actief revalideren met alle zorg die u nodig heeft.

Individueel verhuisprofiel en verhuisplan

Kinderen met Multipele Sclerose:

Verwijsindex risico s jeugdigen Utrecht

Voorbereiden op het keukentafelgesprek?

Zelfstandig, Zelfredzaam, Zorgzaam Eén loket voor ondersteuning en voorzieningen

Naar school met de schoolbus of taxi(bus) Spelregels voor ouders, kinderen en vervoerders

Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen

zorg- en dienstencentrum Lunteren Verzorgd leven achter uw eigen voordeur Opella Lunteren kan u van dienst zijn!

Ondersteuning bij (het zoeken naar) werk

HULP BIJ ZORG VOOR EEN ANDER

AutO-Mobiliteit: Veilig en verantwoord autorijden met maculadegeneratie

In dit e-book geef ik je een aantal tips en oefeningen die je heel gemakkelijk kunt toepassen in jouw dagelijks leven. Probeer ze maar snel uit!

Ik heb hulp en ondersteuning thuis. Wat verandert er in 2015?

Koninklijke Visio voor mensen die slechter zien door een (erfelijke) netvliesaandoening

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE

Zorgprofiel-Productenboek Lichamelijk Gehandicapten (LG)

De Kopgroep in Nieuwegein. Praten over en omgaan met uw dementie

School Lesbrief 2015

Oplossingen om te communiceren voor doofblinden

Wonen en zorg. Leystromen biedt mogelijkheden

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

H Zorg voor kwetsbare ouderen

Wat als ik niet meer beter word...

Zorg na ziekenhuisopname

Visio Het Loo Erf Intensieve revalidatie voor slechtziende en blinde mensen

Patiënteninformatie. Goed geregeld. Informatie over hulp en zorg na ontslag uit Tergooi

ONDERSTEUNING VAN KINDEREN MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP EN/OF NIET-AANGEBOREN HERSENLETSEL EN HUN OUDERS

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Second Opinion. Wat is een second opinion? Waarover kunt u een second opinion vragen? Over de diagnose. Vóór de behandeling

Het indicatiebesluit

Kennismaking met Verpleeghuis

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

Transcriptie:

LED Landelijk Expertisecentrum Doofblindheid Wegwijzer Oriëntatie en mobiliteit voor doofblinde mensen Tips voor mensen met een visuele en auditieve handicap en hun omgeving over begeleidingsmogelijkheden, communicatie en professionele ondersteuning. Tel: 0343-44 27 44 - Fax/Teksttel: 0343-44 32 32 info@doofblind.nl - www.doofblind.nl

Colofon Copyright: 2005, Landelijk Expertisecentrum Doofblindheid (LED) Idee: LED Projectleiding: Karin van den Heuvel (LED) Tekst en eindredactie: Karin van den Heuvel Fotografie: Karin van den Heuvel Vormgeving: LED Drukwerk: Vandenberg drukwerken, Maarn Met dank aan: Roland van Grinsven (Sensis), Hilleke van Gils (Kalorama), Saskia Biesterbos (Visio), Nicole Dinjens (Viataal), Jos Tra (Viataal), Maaike Swennenhuis (Bartiméus), Martin IJsseldijk (Visio) voor hun kritische blik op deze wegwijzer. Speciale dank aan Rene Kever (doofblinde, Kalorama) voor zijn bijdrage aan de foto s. Deze wegwijzer is verkrijgbaar bij het LED. Telefoonnummer: 0343-442744, teksttelefoon/fax: 0343-443232, mail: info@doofblind.nl Voor meer informatie over doofblindheid zie: www.doofblind.nl 2

Inhoudsopgave 1 Inleiding: waarom deze brochure? 4 2 Welke invloed heeft een auditieve én visuele beperking op de oriëntatie in de ruimte en veilig verplaatsen? 5 3 Aanwijzingen voor begeleiding van doofblinde mensen in binnen- en buitensituaties 6 A. Algemene richtlijnen voor het maken van contact 6 B. Richtlijnen voor de communicatie 7 C. Begeleidingstechnieken 8 D. Verschillende begeleidingssituaties 10 Gebruik van het waarschuwingsteken 10 Begeleiden door smalle doorgangen en deuren 10 Trappen op- en afgaan 10 Instappen en uitstappen in auto, bus en trein 11 Een zitgelegenheid aangeven 12 Oriënteren in een ruimte 12 E. De begeleidersvoorziening 13 4 De dienstverlenende organisaties 14 5 Adressen 16 3

1. Inleiding: waarom deze brochure? De wegwijzer heeft tot doel: doofblinde mensen en hun omgeving informeren over begeleidingsmogelijkheden, communicatie en professionele ondersteuning bij het zelfstandig en veilig verplaatsen, zowel binnenshuis als buitenshuis. Op de voorpagina staan de begrippen Oriëntatie en Mobiliteit. Oriëntatie betekent dat u weet waar u bent en welke richting u uit moet gaan. Mobiliteit staat voor veilig verplaatsen, met of zonder gebruik van een hulpmiddel. De wegwijzer is voor doofblinde mensen en hun omgeving (familie, begeleiders en vrijwilligers). Doofblinde mensen zijn mensen met een auditieve én visuele beperking, zij kunnen niet (goed) horen én niet (goed) zien. De combinatie van een auditieve én visuele beperking valt onder de internationaal erkende verzamelnaam: doofblindheid. Het LED hanteert de volgende definitie: Doofblindheid is de gecombineerde zintuiglijke handicap doof-/slechthorendheid en blind-/ slechtziendheid die ertoe leidt dat mensen zodanig belemmerd zijn in hun communicatie, het verkrijgen van informatie en hun mobiliteit, dat zij aangewezen zijn op doofblind-specifieke hulpverlening. Tot slot enkele opmerkingen: In deze wegwijzer wordt de term doofblinde mensen gehanteerd. Daar waar hij wordt gebruikt, wordt ook zij bedoeld. De wegwijzer vervangt niet het werk (onderzoek, training en advies) door professionals! Dat zijn mensen die werkzaam zijn binnen de dienstverlenende organisaties voor doven, blinden en doofblinden (zie voor meer informatie over deze organisaties hoofdstuk 4). 4

2. Welke invloed heeft een auditieve én visuele beperking op de oriëntatie in de ruimte en veilig verplaatsen? Als u deze dubbele zintuiglijke beperking hebt, zult u hinder ondervinden met de oriëntatie en het veilig verplaatsen, zowel binnen in huis als buiten op straat. Oriëntatie wordt bemoeilijkt door: niet (goed) kunnen zien. U kunt niet goed zien waar u bent. U weet dan ook niet goed welke richting u uit moet gaan. U kunt daardoor verdwalen. niet (goed) kunnen horen. U kunt moeilijk op geluiden afgaan, geluiden die kunnen aangeven waar u of anderen zich bevinden. Oversteken wordt ernstig bemoeilijkt. Verplaatsen wordt bemoeilijk door: niet (goed) kunnen zien. U kunt kleine en grote obstakels moeilijk waarnemen, u loopt een grotere kans op struikelen of botsen. niet (goed) kunnen horen. U kunt minder goed reageren op nieuwe situaties en dreigende risico s waardoor (het gevoel van) onveiligheid toeneemt. Juist doordat u slecht ziet én hoort wordt het oriënteren en verplaatsen in de omgeving buitengewoon lastig. Dat vraagt veel van uw energie. Het vraagt om een nog grotere concentratie en zelfvertrouwen dan wanneer u alleen doof of blind zou zijn. Slechtziende en blinde mensen kunnen hun beperking compenseren door vooral het horen en slechthorende en dove mensen kunnen hun beperking compenseren door het zien. U kunt dat moeilijk, want u mist informatie van beide zintuigen waardoor compensatiemogelijkheden wegvallen. Dit levert problemen op bij het waarnemen van de omgeving, communicatie met de omgeving en veilig en zelfstandig verplaatsen in die omgeving. 5

3. Aanwijzingen voor begeleiding van doofblinde mensen in binnen en buitensituaties. De omgeving (familie, begeleiders en vrijwilligers) van doofblinde mensen en dienstverlenende organisaties kunnen een grote rol spelen bij het veilig en zelfstandig (leren) verplaatsen. In dit hoofdstuk vindt u tips over begeleidingsmogelijkheden en communicatie voor uw omgeving. In hoofdstuk 4 vindt u informatie over wat dienstverlenende organisaties voor u kunnen betekenen. Uw familie, begeleider of vrijwilliger gaat vaak samen met u op stap. Om veilig en comfortabel op stap te kunnen gaan, is het belangrijk voor de begeleidende personen om te weten hoe zij u het beste kunnen helpen. Daarom geven wij in deze wegwijzer een aantal tips. Wij gebruiken bij deze tips de term begeleider, hiermee bedoelen wij zowel familie als begeleider en vrijwilliger. A. Algemene richtlijnen voor het maken van contact De begeleider maakt contact met een doofblinde persoon door voor hem te gaan staan en zijn arm aan te raken. De begeleider spreekt de eigen naam langzaam en duidelijk uit of maakt zich bekend door middel van vingerspellen in de lucht of in de hand of door het maken van een naamgebaar. De begeleider vraagt aan de doofblinde persoon hoe hij het liefst begeleid wil worden. De begeleider geeft geen ongevraagde hulp. De begeleider let bij contact op de positie van de doofblinde persoon ten opzichte van het raam. De doofblinde persoon kan hinder ondervinden van tegenlicht. De begeleider vermijd zoveel mogelijk achtergrondlawaai. De begeleider meldt ook afwezigheid en laat nooit zomaar een doofblinde persoon ergens achter. 6

B. Richtlijnen voor de communicatie De begeleider vraagt aan de doofblinde persoon of hij informatie over de omgeving wil. Zo ja, geef als begeleider informatie over het verkeer, de gebouwen, de drukte, de natuur, evenals over de mensen die aanwezig zijn (aantallen, verhouding man/vrouw, het onderwerp waarover ze praten). Er zijn verschillende manieren om met een doofblinde persoon te communiceren. De wijze waarop de communicatie verloopt, is afhankelijk van de doofblinde persoon zelf. Is hij slechthorend? Doof? Slechtziend? Blind? De mogelijkheden: Met elkaar praten. Articuleer duidelijk en spreek langzaam. Kies altijd een rustige omgeving, zonder achtergrondlawaai. Door zwart schrift. Schrijf duidelijk, met een dikke zwarte stift en met grote blokletters. Door schrijven in zwartschrift onder een beeldschermloupe. Door schrijven op een laptop of computer met aanpassingen (vergrotingen, braille, spraak). Door middel van een screenbraille. Door middel van het schrijven van blokletters in de hand. Door middel van Lorm. Door middel van vingerspellen in de hand of in de lucht. Door middel van gebaren of door 4-handengebaren. Voor informatie over deze communicatiemogelijkheden verwijzen wij u naar de dienstverlenende organisaties. De adressen van deze organisaties vindt u achter op deze brochure. 7

Als de begeleider met een doofblinde gaat wandelen, kan beter worden gestopt als er gecommuniceerd moet worden. Laat de doofblinde persoon in de looprichting staan, zodat zijn oriëntatie niet verandert. Dit is echter wel afhankelijk van de weersomstandigheden, het zonlicht en de verkeerssituatie. De begeleider draait zich naar de doofblinde persoon toe voor een goede positie tot communicatie. C. Begeleidingstechnieken Er zijn verschillende technieken of grepen mogelijk bij het begeleiden. Voor het begeleiden van een doofblinde persoon is het handig als de begeleider de handen vrij heeft voor de communicatie. Immers: het is niet altijd mogelijk om verbaal te communiceren. De doofblinde geeft zelf aan hoe en aan welke zijde hij begeleid wil worden. Als de doofblinde persoon een geleidehond gebruikt, dan is het handig als de begeleider rechts van de doofblinde persoon gaat lopen. De doofblinde persoon houdt de arm van de begeleider net boven de elleboog vast. De elleboog geeft steun en informatie en waarschuwt bij op- en afstapjes. De begeleider loopt daardoor iets voorop (zeker een halve pas). Zo kan de doofblinde persoon zich voorbereiden op wat komen gaat. De begeleider heeft bovendien de handen vrij voor bijvoorbeeld communicatie. 8

De doofblinde persoon en zijn begeleider lopen gearmd. Dit is intiemer en biedt nog meer steun. De begeleider heeft echter de handen niet meer vrij en kan deze vorm als belastend ervaren. De doofblinde persoon kan zich minder goed instellen op wat komen gaat. De doofblinde persoon legt zijn hand op de schouder van de begeleider. Dit is functioneel bij kleinere begeleiders en/of lange doofblinde personen. Het contact wordt makkelijker verbroken en kan door de begeleider als belastend worden ervaren. De begeleider en doofblinde persoon kunnen minder gemakkelijk manoeuvreren. De doofblinde persoon en zijn begeleider lopen hand in hand. Voorbehouden aan goede bekenden of verzorgers met kinderen. 9

D. Verschillende begeleidingssituaties Gebruik van het waarschuwingsteken Bij een gevaarlijke situatie bijvoorbeeld in het verkeer zet de begeleider een groot kruisteken op de rug van de doofblinde persoon. De doofblinde persoon dient dan onmiddellijk te stoppen, geen vragen te stellen. De doofblinde persoon wordt in veiligheid gebracht. Op een veilige plek kan de begeleider dan uitleggen wat er is gebeurd. Dit waarschuwingsteken dient de doofblinde persoon te kennen. Begeleiden door smalle doorgangen en deuren De begeleider stemt hoogte en breedte af op twee personen. Bij een smalle doorgang of wanneer er obstakels op de weg liggen, gaat de arm van de begeleider naar achteren, zodat de doofblinde persoon automatisch ook achter gaat lopen. De arm geeft een boodschap af. Bij het gebruik van deuren opent de begeleider de deur waarna deze, na passeren, door de doofblinde persoon wordt gesloten of losgelaten. Goede communicatie of afspraken hierover is belangrijk. Trappen op- en afgaan Als er een trap wordt genaderd, loopt de begeleider recht op de trap af en houdt even de pas in om aan te geven dat aandacht vereist is. Nadat is gemeld dat het een trap betreft, wordt de hand van de doofblinde naar de trapleuning begeleid. De leuning geeft informatie over 10

begin en eind van de trap en biedt steun bij het traplopen. Als de doofblinde persoon een taststok gebruikt, kan deze daarbij behulpzaam zijn. Instappen en uitstappen in auto, bus en trein Auto: De begeleider begeleidt de doofblinde persoon naar de auto. De begeleider brengt de hand van de doofblinde persoon naar de deurklink zodat deze kan worden geopend. Zonodig wordt ook de instaphoogte en/of zitplaats aangegeven door de hand van de doofblinde daar op te leggen. 11

Bus: Elke busentree heeft een leuning. De begeleider legt de hand van de doofblinde persoon, als bij een trap, op de leuning. Binnen begeleidt de begeleider de doofblinde persoon naar een zitplaats. Trein: De treinentree heeft vaak een leuning of in het midden een stang. De begeleider legt de hand van de doofblinde persoon daarop. Binnen begeleidt de begeleider de doofblinde persoon naar een zitplaats. Een zitgelegenheid aangeven De begeleider legt de hand van de doofblinde persoon op de rugleuning van de stoel. De doofblinde persoon zal dan zelf weten hoe hij kan gaan zitten. Bij oudere doofblinde personen kan het van belang zijn zover terug te lopen dat ze de zitting tegen hun benen voelen. Indien mogelijk laat de begeleider ook de leuning voelen voor extra steun. Oriënteren in een ruimte Als de begeleider samen met de doofblinde persoon een nieuwe ruimte wil verkennen (bijvoorbeeld een hotelkamer), dan wordt een vast punt, bijvoorbeeld de deur, als vertrekpunt genomen. Met de rug naar de deur, kan de inrichting worden besproken en verkend. De doofblinde gebruikt beide handen voor oriëntatie en bescherming, één op borst/hoofdhoogte en één op heuphoogte. De handen kunnen ook worden gebruikt om langs de muur of meubilair te lopen. Herhaal totdat de doofblinde zich enigszins vertrouwd voelt. 12

E. De begeleidersvoorziening De begeleidersvoorziening is een voorziening voor doofblinde mensen waarbij doofblinde mensen in contact worden gebracht met begeleiders. De begeleidersvoorziening is voor alle mensen in Nederland die doofblind zijn. Zie het adres van de begeleidersvoorziening bij Adressen. Voor 208 uren per jaar kunt u als doofblinde persoon één of meerdere begeleiders inhuren die u kunnen begeleiden bij verschillende activiteiten, zoals winkelen, reizen, naar het zwembad, wandelen. De begeleider krijgt betaald voor het werk wat hij met u doet. U hoeft niets te betalen, dat geld komt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Via de AWBZ is iedere Nederlander verzekerd voor zorg en ondersteuning bij ziekte, handicap of ouderdom. Voordat de AWBZ deze begeleidersvoorziening voor u gaat betalen dient u eerst een indicatiestelling aan te vragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of u in aanmerking komt voor de begeleidersvoorziening. Als u een besluit heeft ontvangen, dan gaat u met het besluit naar uw zorgkantoor en dit zorgkantoor regelt dan de zorg waar u recht op heeft. Het adres van CIZ vindt u bij Adressen. 13

4. Dienstverlenende organisaties Er zijn 5 landelijke en regionale organisaties die u hulp kunnen bieden wanneer u problemen ondervindt bij de oriëntatie in de ruimte en het veilig verplaatsen, zowel binnen als buiten. De adressen vindt u achter op deze wegwijzer. Het merendeel van deze organisaties voor hulpverlening, revalidatie en onderwijs aan slechtziende en blinde en doofblinde mensen, heeft door het land regionale instellingen en centra. Daar werken ergotherapeuten, zelfstandigheidsbegeleiders en mobiliteitsinstructeurs die u kunnen leren hoe u zich zelfstandig en veilig kunt verplaatsen als voetganger, als passagier in het openbaar vervoer, als fietser. Deze centra doen onderzoek, verzorgen trainingen en geven advies. Onderzoek Onderzoek van uw gezichtsvermogen en gehoor kan nodig zijn om vast te stellen in welke mate uw gezicht- en gehoorresten nog bruikbaar zijn. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door gespecialiseerde afdelingen. Training Training kan helpen om (opnieuw) te leren betekenis te geven aan de beperkt hoorbare en zichtbare omgeving. U kunt bijvoorbeeld leren: uw eigen omgeving veilig en overzichtelijk in te richten diverse routes te gebruiken i.v.m. werk, boodschappen, vrije tijd gebruik te maken van het openbaar vervoer winkelen omgaan met hulpmiddelen Advies Advies en instructie van hulpmiddelen kan een bijdrage leveren aan de veiligheid in de omgeving. Niet elk hulpmiddel is voor u geschikt. De mobiliteitsdeskundige zoekt samen met u naar het juiste hulpmiddel om uw veiligheid en zelfstandigheid te vergroten. Om u een idee te geven van de hoeveelheid hulpmiddelen die momenteel in gebruik zijn: Loophulpmiddelen: dat zijn witte taststokken, herkenningstokken, steunstokken en rollators. 14

De blindengeleidehond. Communicatieve hulpmiddelen: dat zijn hulpmiddelen zoals o.a. de memo- of de cassetterecorder en reliëfplattegrond. Zij kunnen het aanleren van een bepaalde route ondersteunen. Optische hulpmiddelen: dat zijn hulpmiddelen bedoeld voor het oog, zoals de gewone brillen, hulpmiddelen die de helderheid en het licht regelen, bijvoorbeeld speciale zonnebrillen, zijklepjes, zaklamp, kijkersystemen en prisma s die het gezichtsveld kunnen vergroten. Elektronische hulpmiddelen zijn o.a. de Trekker (navigatiehulpmiddel) en de UltraCane (een elektronische stok die objecten waarneemt op hoofdhoogte). De techniek staat niet stil. Regelmatig komen er nieuwe hulpmiddelen op de markt. De dienstverlenende organisaties blijven op de hoogte van deze ontwikkelingen en kunnen samen met u bekijken welk hulpmiddel het beste bij u past. Indien u hulpmiddelen wilt bekijken, dan kunt u terecht bij de dienstverlenende organisaties. Indien u in het bezit wilt komen van een hulpmiddel dan dient u daartoe een aanvraag in te dienen bij uw zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar vergoedt niet alle hulpmiddelen. De dienstverlenende organisaties kunnen u vertellen welke hulpmiddelen worden vergoed en kunnen u ook ondersteunen bij uw aanvraag. Als u in aanmerking wilt komen voor hulp van deze organisaties, dan dient u hiervoor ook geïndiceerd te worden door het CIZ. Maar u kunt u altijd aanmelden voor hulp bij deze organisaties zonder dat u een indicatie heeft. De indicatieaanvraag kan dan later plaatsvinden. Voor de adressen van de leveranciers van hulpmiddelen en de scholen voor blindengeleidehonden verwijzen wij u door naar de dienstverlenende organisaties of naar www.handicap.nl. De adressen van de dienstverlenende organisaties vindt u op de volgende pagina. 15

5. Adressen A. Begeleidersvoorziening Viataal i.s.m. Kalorama Postvak 69 - Theerestraat 42 5271 GD Sint-Michielsgestel Telefoon: 073-558 82 82 Fax: 073-558 82 39 Teksttelefoon: 073-558 82 79 E-mail: begeleidersproject@ivd.nl Internet:www.leefwijzer.nl/doofblinden/begeleidersvoorziening B. De dienstverlenende organisaties Bartiméus Oude Arnhemsebovenweg 3 3941 XM Doorn Telefoon: 030-6986923 E-mail: info@bartimeus.nl Internet: www.bartimeus.nl (Bartiméus heeft verschillende vestigingen verspreid over Nederland) Kalorama, Centrum voor Doofblinden Nieuwe Holleweg 12 6573 DX Beek-Ubbergen Telefoon: 024-684 77 77 Fax: 024-684 77 88 Teksttelefoon: 024-684 77 99 E-mail: info.cvdb@kalorama.nl Internet: www.kalorama.nl Sensis St. Elisabethstraat 4 - Postbus 54 5360 AB Grave Telefoon: 0486-471 00 3 Fax: 0486-472 44 1 E-mail: info@sensis.nl Internet: www.sensis.nl (Sensis heeft verschillende vestigingen verspreid over Nederland) Viataal - Bureau Externe Ondersteuning (BEO) Postbus 7 - Theerestraat 42 5270 BA Sint-Michielsgestel Telefoon: 073-558 87 55 Fax: 073-551 21 57 Teksttelefoon: 073-558 87 55 E-mail: info@viataal.nl Internet: www.viataal.nl Visio Amersfoortsestraatweg 180 1272 RR Huizen Telefoon: 035-698 57 11 Fax: 035-693 84 56 E-mail: info@visio.nu Internet: www.visiolooerf.nl (Visio heeft verschillende vestigingen verspreid over Nederland) C. Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Het CIZ kent diverse regiobureaus. Voor de adressen van deze bureaus zie de website van CIZ. U kunt ook een mailtje sturen. E-mail: info@ciz.nl Internet: www.ciz.nl 16