Scriptie Geschiedenis Verzet in Nederland tegen de Joden Scriptie door een scholier 1956 woorden 28 mei 2002 7 113 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Het ontstaan van het verzet in Nederland. Vrijdag 10 mei trokken de Duitse troepen Nederland onverwacht binnen. Dit was onderdeel van een Duits aanvalsplan voor West-Europa. Het Nederlandse leger was in verhouding groter, maar was slecht bewapend en het was niet voorbereid op een moderne oorlog. De Nederlandse regering was al 'gevlucht' naar Londen tot 1945. Hitler nam de volledige macht over in ons land en benoemde allerlei functionarissen om ons land te leiden. Nederland was neutraal totdat de Duitsers Nederland binnen trokken. Seyss- Inquart werd rijkscommissaris. Hij was een van de mannen die rechtstreeks onder Hitler stond. De Duitsers voerden in Nederland allemaal Duitse ambtenaren en regels in. De Duitse bezetters hadden bij hun bestuur 2 doeleinden: - Nederland inschakelen in de oorlogsvoering. - De Nederlandse bevolking winnen voor het Nationaal-Socialisme (Nazificatie). Al vanaf het begin van de bezettingsperiode kwamen de mensen in verzet tegen de Duitsers. Jongenmannen moesten vanwege de "Arbeitseinsatz" ingezet worden in bijvoorbeeld de fabrieken in Duitsland. Daarom doken zij onder in Nederland. De nazi's pakten systematisch de joden op, wijk voor wijk en zetten de joden op transport. Deze transporten eindigden bijna altijd in een concentratiekamp, waar het grootste gedeelte direct bij aankomst vergast werd. Wanneer een Jood nog van enige betekenis voor de nazi's kon zijn, werd zijn leven (tijdelijk) gespaard. Doordat er vooral op joden gejaagd werd doken veel joden onder, om zo niet in handen van de Duitsers te vallen. De hulp aan geallieerde vliegers, ondergedoken joden, vluchtelingen, verzetsstrijders, mannen die weigerden om in Duitsland te gaan werken en andere vervolgden maakte het noodzakelijk om deze mensen naast een onderduikadres ook te helpen aan vervalste papieren en bonnen. Daarom kwam er al gauw behoefte om het verzet te bundelen in landelijke organisaties, zoals de LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers) en de KP (Knokploegen). De KP overviel distributiekantoren, kantoren van de burgerlijke stand en politiebureaus. Ook ontstonden er illegale drukkerijen zodat er meer mensen van de gruweldaden van de nazi's zouden horen de zich bij het verzet aansloten. Tijdens al deze acties werden veel verzetsstrijders opgepakt, in concentratiekampen opgesloten of ter dood gebracht. De nazi s pakten mensen op waarvan ze dachten dat ze iets wisten. Informatie waar ze iets mee konden. Ze dwongen mensen dingen te zeggen over onder anderen: joden, zigeuners, homoseksuelen, jehova getuigen en anderen waar ze iets tegen hadden, zodat ze die konden oppakken. Pagina 1 van 5
Dit dwingen deden ze doormiddel van extreme handelingen zoals martelingen. Manieren van verzet Actief verzet: Het actieve verzet is je verzetten tegen de overheerser door geweld. Zij probeerden hoe en waar dan ook de Duitsers de voet dwars te zetten, die zich erop voorbereidden hun land te bevrijden en samenwerkten met de Geallieerden. Ze kwamen in heel Europa voor o.a. in: Tsjecho-Slowakije, Polen, Noorwegen, België, Nederland, Joegoslavië en Griekenland. Actieve verzetters deden dingen zoals hieronder genoemd. 1) Maken en verspreiden van illegale bladen 2) Staken 3) Spionage 4) Contact met Engeland 5) Valse papieren maken 6) Aan bonkaarten komen 7) Joden in je huis laten onderduiken 8) Overvallen en liquidaties 9) Sabotage Er is ook een groep actieve verzetters die het zonder geweld deden. Zij deden dingen zoals vervolgden te helpen, bedreigden te beschermen of te verzorgen, en bijvoorbeeld eten langs de deuren brengen. Passief verzet: Het passieve verzet, dat was wanneer je de berichten van de illegale pers las, het luisteren naar verboden radio uitzendingen en het niet inleveren van koper dat in de tweede wereldoorlog allemaal ingeleverd moest worden. Collaboratie: Samenwerking met de bezetter was strafbaar. De meest voorkomende vorm was het vrijwillig in dienst treden bij de vijandelijke krijgsmacht. 6806 mensen zijn hiervoor veroordeeld. Er zijn ook veel mensen veroordeeld op het feit dat ze bewaker waren bij Duitse concentratiekampen. De meest typische vorm van collaboratie is de politieke: Het streven om Nederland tot een nationaal - socialistische land te maken onder de leiding van Hitler. A. A. Mussert was de leider van de nationaal - socialistische partij in Nederland en hij is hiervoor veroordeeld en geëxecuteerd. Zijn plaatsvervanger, van Geelkerken, en het hoofd van de politie (de Nederlandse politie heeft ook samengewerkt met de Duitse politie), J. J. Schrieke, hebben allebei levenslang gekregen. De bekende radiospreker Max Blokzijl is ter dood veroordeeld en geëxecuteerd om het voeren van propaganda voor de bezetter en voor zijn politiek systeem. Verder hebben ook veel Nederlandse autoriteiten hulp aan de vijand verleend. Dit was eigenlijk onvermijdelijk, want als je niet wou meewerken moest je ontslag nemen. Er was een groep in de Nederland die de NSB-ers genoemd werden. Die groep speelde allerlei informatie aan de bezetter door, daarom moest je dus in de oorlog goed opletten wat je tegen iemand zei. Je had ook economische samen werking, wie dit gedaan heeft is het moeilijk om te bepalen na de oorlog wat wel en wat niet als strafbare Pagina 2 van 5
hulpverdeling gerekend moet worden. Want wie op economisch gebied werkzaam was vrijwel steeds aangewezen op de Duitse markt. Dus het was misschien wel onterecht om die mensen te straffen want als ze dat niet gedaan hadden dan hadden ze ontslag moeten nemen maar dan hadden ze geen inkomen meer gehad, want ander werk was er moeilijk te krijgen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zijn na de oorlog 1344 veroordelingen uitgesproken omdat mensen elkaar verraden hadden. Er waren bijvoorbeeld mensen die bij het verzet probeerden te komen en informatie die ze daar kregen aan de Duitsers doorspeelden of als ze vertelden wie bij het verzet zaten. Deze mensen hebben ook veel mensen zoals joden, en anderen onderduikers verraadden zodat zij werden opgepakt en naar Duitsland getransporteerd werden. Wat deed het verzet? Om te voorkomen dat men als jood in een concentratiekamp terecht kwam, doken sommige onder bij nietjoodse gezinnen. Alle gezinnen kregen een aantal voedselbonnen, hoe meer mensen in huis hoe meer bonnen. De onderduikers waren natuurlijk niet geregistreerd, dus deze kregen ook geen bonnen. Zonder de bonnen konden zij geen eten halen. Daarom had het verzet de KP (knokploegen) opgezet. De KP-ers overvielen distributiekantoren om aan extra voedselbonnen te komen, die werden verdeeld onder de gezinnen met onderduikers. De KP zorgden er ook voor dat de bevolkingsregisters vernietigd werden en dat politiebureaus werden leeggeroofd om aan wapens te komen. Als de Duitsers erachter kwamen dat je in de KP zat, werd je opgepakt. Om dit te voorkomen had men schuilnamen en moest iedereen zweren dat ze bij martelingen niks vertelden. De Nederlanders hadden voor de oorlog al een Identiteitskaart: Iedere Nederlander boven de 14 jaar moest een persoonsbewijs (PB) hebben, om zich te legitimeren. Op de voorkant van die kaart werden de gegevens van de betrokken inwoner vermeld, op de achterkant die van de eventuele echtgenoot en kinderen. De kaart werd bewaard in het bevolkingsregister van de gemeente waar de inwoner woonde. Verhuisde hij naar een andere gemeente, dan kreeg het bevolkingsregister van die andere gemeente zijn kaart toegezonden. De eerste gemeente hield daar een afschrift van. Persoonskaarten van overledenen, van mensen die het land blijvend verlaten hadden, maar ook van iedereen die geen vaste woonplaats had (de meer dan 25.000 schippers met hun gezinsleden bijv.), werden bewaard in een 'centraal bevolkingsregister'. De persoonsregistratie was in 1940 dus goed geregeld. De Duitsers namen dit systeem gewoon over, de joden kregen 2 grote J's op hun persoonsbewijs. De Duitsers gebruikten dit register ook om Joden te vinden als ze nog niet ondergedoken waren. Doordat steeds meer Nederlanders (voornamelijk mannen) onderdoken en steeds meer valse persoonsbewijzen in omloop kwamen, werd de identificatieplicht ingesteld. De bezetters zinden op een tegenactie. Zij brachten de onderduikers en de verzetsorganisaties in een moeilijke positie met de invoering van de Tweede distributiestamkaart en het controlezegel op het PB. Iedere Nederlander moest in 1944 zijn PB laten controleren, anders werd geen distributiestamkaart uitgereikt. Was het persoonsbewijs in orde, dan werd er naast de foto een nieuwe controlezegel geplakt. Pas daarna kreeg men de Tweede distributiestamkaart uitgereikt. Zonder het controlezegel was het PB waardeloos en zonder dit distributiestamkaart kon men geen bonnen, en dus geen eerste levensbehoeften, meer krijgen. Dankzij een grote inspanning van zowel het verzet als een groot aantal 'goede' ambtenaren, heeft deze maatregel gelukkig weinig schade veroorzaakt. Pagina 3 van 5
Om de bevolking op de hoogte te houden van vorderingen in de oorlog werden er over het hele land illegale kranten en pamfletten gedrukt. De normale kranten werden gecontroleerd door de Duitsers. Er mocht niets negatiefs in staan over de Duitsers of de vorderingen van de oorlog., dat zou de bevolking aan kunnen zetten tot verzet. In totaal zijn er in Nederland zo'n 1300 illegale kranten verschenen. Aan het drukken van illegale kranten zat een groot risico verbonden. Een drukpers maakt veel lawaai, dit konden de Duitsers met gemak horen. Dan zouden de drukkers op heterdaad betrapt worden en daar staat natuurlijk de doodstraf op om andere verzetstrijders af te schrikken. Ook het verspreiden van de kranten was erg gevaarlijk. De bekendste verzetsgroepen in Nederland waren: O.D.(orde dienst) Een militaire organisatie die het leer illegaal intact probeerde te houden. L.O.- L.K.P. Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers (L.O.) en Knok Ploegen (K.P.). Opgericht in het najaar van 1942 met het doel hulp aan de onderduikers te verlenen. R.V.V. (Raad van Verzet) Hield zich hoofdzakelijk bezig met sabotage, werkte in sommige sectoren samen met L.O.- L.K.P. N.C.V (Nationaal Comité van Verzet) Verzorgde de coördinatie van de verzetsactiviteiten. N.S. (Nationaal Steunfonds) financierde gezinnen van zeelieden die buiten het bezette gebied verbleven. Het N.S. was de geldschieter. Leningen werden gegarandeerd door de Nederlandse Regering in ballingschap. B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten) Prins Bernhard voerde het bevel over de militaire bundeling van O.D., K.P. en R.V.V. Hoeveel mensen deden er mee? Terwijl in Nederland met zijn bevolking van ca. 9 miljoen inwoners ruim 150000 inwoners het nationaal socialisme aanhingen was de verzetsgeest groot. In het algemeen wees de bevolking de ideeën van de bezetter af. Ongeveer 25000 mannen en vrouwen namen op zeer creatieve wijze deel aan de ondergrondse strijd. Velen van hen waren bereid het verzet te steunen door het opnemen van onderduikers en het verlenen van ook allerlei andere verdiensten. Als je dit omrekent in procenten deed 17% van de totale bevolking mee aan het verzet. Voorbeelden Een voorbeeld van verzet was ook de nationale treinstaking, in de winter van 1944, 1945. De geallieerden verloren de slag om Arnhem van de Duitsers, het zuiden van het land was dus al bevrijd. In het noorden gingen de nationale spoorwegen staken, om het de Duitser extra moeilijk te maken. Zij hadden alleen niet voorzien dat ook de Nederlander nu geen eten en brandstof toevoer meer hadden. De winter van 1944-1945, werd daarom ook wel de hongerwinter genoemd. - Februari staking: Deze staking kwam voort omdat zij het er niet mee eens waren hoe de joodse medeburgers behandeld werden. - Lente 1943: In de lente van 1943 bij de laatste dagen van april en de eerste dagen van mei ging Nederland staken. Dit is de grootste staking geweest die Nederland ooit heeft gekend. Deze kwam toen de bezetter in 1943 poogde de voormalige Nederlandse krijgsmacht in krijgsgevangenschap af te voeren. Pagina 4 van 5
Gevolgen: Zo n 250.000 Nederlanders kwamen om in de 2e Wereldoorlog. Voor de overlevenden heeft de oorlog ook grote gevolgen: lichamelijk en psychische problemen. Economisch was een grote schade aangericht. Berechting van mensen die hadden samengewerkt met de Duitsers (collaboratie) was moeilijk om de goede straf te geven. Er is geen neutraliteitspolitiek meer teruggekeerd. Er moest een nieuwe samenleving worden opgebouwd. Deze had 3 hoofdrichtingen: - Einde aan de verzuiling in Nederland - Meer socialistische samenleving - Meer autoritaire regering. Politieke partijen en verzuilde omroepen keerden meestal terug, soms met een andere naam. Op korte termijn waren de gevolgen groot, op lang termijn waren deze gevolgen minder groot. Per persoon was dit natuurlijk verschillend, maar dankzij oorlogsmonumenten en de jaarlijkse dodenherdenking blijven de sporen, nagedachtenis en herinnering van de oorlog bij ons. Pagina 5 van 5