REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

Vergelijkbare documenten
REGELING PROFILERINGSFONDS

Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit

INFORMATIE REGELING PROFILERINGSFONDS PROTESTANTSE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Profileringsfond Codarts versie 1.0. REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG

Regeling Profileringsfonds RUG

Reglement profileringsfonds HZ. Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences;

Reglement Profileringsfonds

Regeling profileringsfonds hogeschool Van Hall Larenstein-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding

Regeling profileringsfonds Hogeschool VHL-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding

Regeling profileringsfonds Hogeschool

Reglement profileringsfonds HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht en promotiestudenten, RUG

Uitvoeringsregeling Profileringsfonds Financiële Ondersteuning Studenten

Regeling Profileringsfonds

Reglement Profileringsfonds. Financiële ondersteuning studenten

Regeling financiële ondersteuning 2010 Universiteit Leiden

U I T S P R A A K

Regeling financiële ondersteuning studenten Deel I Overmacht Deel II Bestuur

1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs.

Regeling financiële ondersteuning 2012

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam

Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland

Regeling Bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling Bindend Studieadvies

U I T S P R A A K

Regeling Profileringsfonds. Hogeschool de Kempel. September 2017 (versie 1.1)

Bijlage 2 Regeling Financiële Ondersteuning Studenten

PROFILERINGSFONDS 2019

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Algemene informatie

U I T S P R A A K

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

PROFILERINGSFONDS GERRIT RIETVELD ACADEMIE

Regeling faciliteiten studenten/topsporters

Studentenstatuut Deel 1

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland

STUDENTENSTATUUT DEEL 1

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Regeling Profileringsfonds

Toelichting bij het formulier Beëindiging inschrijving

Regeling Financiële Ondersteuning Topsport- Student Stenden Hogeschool Profileringsfonds

PROFILERINGSFONDS. Vrije Universiteit

Regeling Profileringsfonds

FINANCIELE ONDERSTEUNING IN VERBAND MET BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN

REGELING PROFILERINGSFONDS Artikel 1 Indeling Deze regeling bestaat uit de volgende paragrafen:

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING STUDENTEN (FONDS) Geldig van 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2018

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

PROFILERINGSFONDS. Vrije Universiteit

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf

Reglement Financiële Ondersteuning Studenten Saxion

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

U I T S P R A A K 07 73

Bijlage 2 Regeling Financiële Ondersteuning Studenten

U I T S P R A A K

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

U I T S P R A A K

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies

U I T S P R A A K

Regeling faciliteiten studenten/topsporters

Beëindiging inschrijving Graag in blokletters invullen; lees eerst de toelichting.

U I T S P R A A K

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Bijlage 2 Regeling Financiële Ondersteuning Studenten

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

U I T S P R A A K

Reglement Opleidingscommissie Master in Pensions

U I T S P R A A K

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden

U I T S P R A A K

1. Met inachtneming van de bepalingen van dit reglement kan erkenning worden afgegeven:

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Regeling. Profileringsfonds Studenten Universiteit Maastricht

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Regeling Studiekeuzecheck en studiekeuzeadvies

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Regeling Profileringsfonds RUG

REGLEMENT KWALITEITSREGISTER VERLOSKUNDIGEN

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Transcriptie:

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn Preambule. Het college van bestuur heeft deze regeling getroffen op grond van artikel 7.51 1 van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). VOORWAARDEN 1. Het fonds is ingesteld voor financiële ondersteuning van de student die: a. aan de Theologische Universiteit Apeldoorn is ingeschreven voor een opleiding waarvoor aan hem/haar nog geen graad verleend is en wettelijk collegegeld verschuldigd is, b. in verband met de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid de opleiding niet of niet geheel volgt, en voor de opleiding aanspraak heeft of heeft gehad op prestatiebeurs hoger onderwijs als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000, en c. studievertraging heeft opgelopen of naar verwachting zal oplopen als gevolg van de bijzondere omstandigheden, of d. is ingeschreven voor een opleiding waarop het college van bestuur artikel 7.4a, achtste lid, heeft toegepast, of e. is ingeschreven voor een opleiding waaraan niet opnieuw accreditatie is verleend en waarvoor aan hem nog geen graad is verleend, en f. heeft voldaan aan de procedurevoorschriften die zijn opgenomen in deze regeling. 2. De bijzondere omstandigheden die gelden als voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze ondersteuning zijn: a. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, een opleidingscommissie, het bestuur van een opleiding als bedoeld in artikel 9.17, de universiteitsraad, b. activiteiten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar het oordeel van het instellingsbestuur mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt, c. ziekte of zwangerschap en bevalling van betrokkene, d. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van betrokkene, e. bijzondere familieomstandigheden, f. een onvoldoende studeerbare opleiding, g. overige door het college van bestuur met in achtneming van het derde lid vastgestelde bijzondere omstandigheden waarin een student verkeert en h. andere dan de in a t/m g genoemde omstandigheden die, indien een daarop gebaseerd verzoek om financiële ondersteuning door het college van bestuur niet zou worden gehonoreerd, zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 3. Het college van bestuur kan voorzieningen treffen voor de financiële ondersteuning van een student die aan de universiteit is ingeschreven voor een opleiding waarvoor aan hem nog geen graad is verleend, en noch tot een van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000 behoort, noch de Surinaamse nationaliteit bezit. 4. Een verzoek om financiële ondersteuning en de vaststelling van de hoogte van de aanspraak worden aan de volgende criteria getoetst: a. de bijzondere omstandigheid moet tot studievertraging hebben geleid; b. de student heeft in redelijkheid de studievertraging niet kunnen voorkomen, bijvoorbeeld door zich tijdig tijdelijk te laten uitschrijven; 1 Geldend vanaf 1 1

c. de student heeft in redelijkheid gebruik gemaakt van door of vanwege de universiteit aangeboden begeleiding om de studievertraging te beperken; d. de werkelijke studievertraging die, gelet op de onderwijsprogrammering, als gevolg van de bijzondere omstandigheid is opgelopen; e. de tijd die nodig is om de studievertraging in redelijkheid in te lopen gelet op de onderwijsprogrammering; f. de studievertraging beloopt tenminste twee maanden of g. de studievertraging is minder dan twee maanden maar leidt er toe dat de betrokkene als gevolg van die vertraging zich niet voor 1 juni zal kunnen uitschrijven. 5. Elke studievertragende bijzondere omstandigheid die kan leiden tot een aanspraak op financiële ondersteuning moet zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen vijf maanden na het ontstaan van de bijzondere omstandigheid, worden gemeld bij het college van bestuur. 6. Het overschrijden van de termijn van vijf maanden, genoemd in lid 5, anders dan door aantoonbare overmacht, wordt geïnterpreteerd als een tekortkoming in het kader van lid 7 en kan, op grond van lid 4.c, leiden tot nadere afwegingen bij de beoordeling van de aanspraak op financiële ondersteuning. 7. Zodra duidelijk wordt dat een gemelde bijzondere omstandigheid leidt tot een aanzienlijke studievertraging, dient de student in overleg met de studieadviseur, die hierover contact onderhoudt met de rector, in redelijkheid bindende afspraken te maken om de studievertraging zoveel mogelijk te beperken. 8. De duur van de studievertraging als gevolg van een bijzondere omstandigheid wordt voor elke aanvraag afzonderlijk bepaald met inachtneming van de volgende criteria: a. indien de aanvrager studievertraging heeft opgelopen door ziekte, zwangerschap, functiestoornissen of familieomstandigheden, wordt de studievertraging vastgesteld aan de hand van het aantal studiepunten dat hij had kunnen behalen gedurende de periode dat de bijzondere omstandigheid zich voordeed, alsmede aan de hand van de tijd die hij redelijkerwijs nodig heeft om deze studiepunten alsnog te behalen; b. indien de aanvrager studievertraging heeft opgelopen als gevolg van een onvoldoende studeerbare opleiding, wordt de termijn vastgesteld aan de hand van het aantal studiepunten dat hij redelijkerwijs had kunnen behalen wanneer de opleiding beter zou zijn ingericht. 9. Als studievertraging als gevolg van bijzondere omstandigheden zich heeft voorgedaan tijdens de inschrijving voor een opleiding aan een andere instelling voor hoger onderwijs, voorafgaand aan de inschrijving bij de Theologische Universiteit Apeldoorn, komt die studievertraging alleen voor erkenning in aanmerking als: a. de vertraging ook is vastgesteld en erkend tijdens de inschrijving aan die andere instelling, en b. die andere instelling voor de vertraging nog geen financiële ondersteuning heeft uitgekeerd, en c. de vertraging is gemeld aan de studieadviseur van de Theologische Universiteit Apeldoorn. Een dergelijke aanspraak op financiële ondersteuning wordt door het college van bestuur overgenomen, met dien verstande dat de duur van de studievertraging, de voorwaarden bij toekenning van ondersteuning en de hoogte en wijze van uitkeren van ondersteuning opnieuw kunnen worden vastgesteld conform deze regeling. 2

AANVRAAGPROCEDURE 10. Het verzoek om financiële ondersteuning wordt ingediend bij het college van bestuur. Het verzoek bevat in elk geval: a. opgave van de naam, voornamen en adresgegevens van de aanvrager, alsmede de opleiding waarvoor de aanvrager is ingeschreven; b. de bijzondere omstandigheden die de studievertraging hebben veroorzaakt; c. de periode(n) waarin de genoemde omstandigheden zich hebben voorgedaan; d. een verklaring van de studieadviseur dat de melding tijdig gedaan is en de student aan eventuele afspraken om de studievertraging te beperken voldoende medewerking heeft gegeven. 11. Bij de aanvraag worden verder de volgende stukken meegezonden: a. bij ziekte, zwangerschap, functiestoornissen of bijzondere familieomstandigheden: een verklaring van de studieadviseur dat de aanvrager tijdig, dat wil zeggen zo spoedig mogelijk na het intreden van de desbetreffende omstandigheid als redelijkerwijs van hem kon worden verlangd, advies heeft ingewonnen over te nemen maatregelen om de studievertraging zo veel mogelijk te beperken; b. bij ziekte, zwangerschap of bijzondere familieomstandigheden: een verklaring van een (behandelend) arts, psycholoog, verloskundige of ander bevoegde hulpverlener, waaruit blijkt gedurende welke periode de omstandigheden optraden; c. bij familieomstandigheden: schriftelijke bewijsstukken waaruit de bijzondere familieomstandigheden blijken; d. bij een aanvraag op grond van lid 2. d of lid 2.e: een beschrijving van de omvang van de activiteiten en van het orgaan waarvoor activiteiten verricht zijn, een instemmingverklaring met betrekking tot het verrichten van die activiteiten en de door aanvrager verantwoorde omvang daarvan; e. Bij de toekenning van financiële ondersteuning op grond van een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis wordt rekening gehouden met een eventuele compensatie die de aanvrager reeds ontvangt voor de studievertraging op grond van een lichamelijke, zintuiglijke of ander functiestoornis in de vorm van een extra beurs. f. bij een verzoek op grond van lid 2.g (c.q. lid 3) of 2.h.: een nadere motivering waarom de genoemde grond de gevraagde financiële ondersteuning billijkt. 12. Het college van bestuur geeft de aanvrager binnen 2 weken bericht van ontvangst. Tevens wordt daarin aangegeven of de aanvraag volledig is. Indien een aanvraag onvolledig is krijgt de aanvrager 6 weken de tijd om het ontbrekende te leveren. Indien de aanvraag niet binnen deze termijn is aangevuld, wordt de aanvraag verder niet behandeld. De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld. BELEID TOEKENNING EN AFWIJZING 13. Het college van bestuur neemt uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na ontvangst van de aanvullende gegevens als bedoeld in lid 12, het besluit in de vorm van een met redenen omklede beslissing op de aanvraag. Het besluit bevat tenminste een motivatie waarom toekenning van financiële ondersteuning wordt verleend of wordt geweigerd. Het college van bestuur houdt zich het recht voor deze periode met maximaal 4 weken te verlengen, indien de noodzaak hiertoe aanwezig is. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. 3

14. De beslissing van het college van bestuur bevat: a. Of financiële ondersteuning wordt verleend of geweigerd; b. Bij toekenning de hoogte van de toegekende financiële ondersteuning; c. Bij toekenning het tijdstip waarop de financiële ondersteuning ingaat; d. Bij toekenning de duur van de financiële ondersteuning; e. een verwijzing naar de mogelijkheid van bezwaar voor het geval de aanvrager zich niet met het besluit van het college van bestuur kan verenigen en f. Bij toekenning de gemaakte bindende afspraken om de studievertraging te beperken. HOOGTE EN NORMERING 15. De hoogte van de financiële ondersteuning is niet hoger dan de studiefinanciering die betrokkene geniet uit hoofde van hoofdstuk 3 van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel zou hebben genoten, indien hij daarop aanspraak zou kunnen maken of zou hebben mogen maken. Het college van bestuur kan beslissen dat een aanvulling op de in de eerste volzin genoemde hoogte van de ondersteuning nodig en redelijk is. Deze aanvulling wordt in de beslissing benoemd als voorziening voor aanvullende ondersteuning. 16. Financiële ondersteuning wordt in overleg met de student uitgekeerd in gelijke maandelijkse termijnen, nadat een verzoek omtrent toekenning is gehonoreerd. Een termijn wordt uitbetaald aan het einde van de maand waarop zij betrekking heeft. DUUR ONDERSTEUNING 17. De financiële ondersteuning eindigt: a. na afloop van de periode waarover financiële ondersteuning is toegekend, of b. met ingang van de eerste maand na het behalen van het afsluitend examen van de opleiding ten behoeve waarvan de ondersteuning is toegekend, of c. met ingang van de eerste maand nadat de student de inschrijving aan de Theologische Universiteit Apeldoorn heeft beëindigd, of d. het college van bestuur kan besluiten de ondersteuning stop te zetten, als voortzetting niet meer redelijk wordt geacht. 18. Ingeval de duur van de financiële ondersteuning, na afloop van de toegekende periode, in redelijkheid niet voldoende blijkt te zijn om de gemaakte afspraken na te komen, kan het college van bestuur op verzoek van de student een verlenging van de financiële ondersteuning toekennen. 19. Bij wijziging van deze regeling worden de omvang en de duur van een eerder toegekende aanspraak op een financiële ondersteuning geëerbiedigd, indien deze gunstiger is voor de student, mits wet- en regelgeving zich daar niet tegen verzet. 20. Het college van bestuur kan eisen dat de student feitelijk studerende is en gedurende de looptijd van de financiële ondersteuning voortgang boekt. 21. Degene die ondersteuning ontvangt dient het college van bestuur op te hoogte te brengen van veranderde omstandigheden die consequenties hebben voor de hoogte en/of duur van de ondersteuning. 22. Indien de wettelijke regeling van de hoogte van de studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 verandert, is het college van bestuur met ingang van hetzelfde tijdstip bevoegd de ondersteuningen overeenkomstig aan te passen. 4

23. Indien door verandering in de bijzondere omstandigheden de toegekende ondersteuning kennelijk onbillijk is, kan degene aan wie die ondersteuning is toegekend het college van bestuur verzoeken de toekenning aan te passen. 24. Studenten kunnen in bepaalde gevallen aanspraak maken op andere financiële ondersteuning. Zie OER- en Studentenstatuut onderdeel B paragraaf 1. 25. Studenten hebben recht op rechtsbescherming volgens de geldende procedures (via geschillencommissie en cbho), zie rechtsbescherming TUA. Aldus vastgesteld door het College van Bestuur Ir. W.J.A. Hanekamp, voorzitter college van bestuur Apeldoorn, oktober 2016 5