IJburgcollege Wiskunde C september 2017 Logica Opgavenboek 2 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 2)

Vergelijkbare documenten
IJburgcollege Wiskunde C september 2017 Logica Opgavenboek 1 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 1)

Antwoorden Logisch redeneren v 2.1

Logisch redeneren. Deel 1. vwo wiskunde C, domein F: Logisch redeneren. Uitwerkingen

IJburgcollege Wiskunde C september 2018 Logica Opgavenboek 3 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 3)

Logisch redeneren. Onderwerpen: Puzzels Kenmerken van redeneringen De taal van de logica: niet, en, of, als-dan Contradictie en Paradox Venndiagrammen

Naam:... Logisch redeneren

Logisch redeneren. in 101 vraagstukken. Anton Roodhardt en Michiel Doorman

Naam:... Logisch redeneren

Logisch redeneren deel 1

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Propositionele logica

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma

Pijlenklokken Wiskunde B-dag

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens

In figuur 1 zie je de eerste twee plaatjes van een cartoon die enige tijd geleden in de Volkskrant stond.

Formeel Denken. Herfst 2004

3 Kermis aan de hemel

Raar is leuk Klein Orkest

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Uitwerkingen Sum of Us

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

De Keukentafel Uitdaging

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Wat ga je in deze opdracht leren? Antwoorden bekijken met voorbeelden van toetsvragen

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Lesbrief Je bent een engel

Wiskunde C: Logisch redeneren, hoe (on)logisch is dat?

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 2

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

De ontwikkelde materialen per unit.

Rekenen aan wortels Werkblad =

Caleidoscoop: Logica

DONOR IN HART EN NIEREN

wiskunde C vwo 2019-I

achtergronden en lessuggesties voor Logisch redeneren

TI1300: Redeneren en Logica, Practicum 2 Deadline: 1 oktober 2010, 10:45 uur

2. In de klassen 2A en 2B is een proefwerk gemaakt. Je ziet de resultaten in de frequentietabel. 2A 2B

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

1. Schrijf of plak hier de naam (titel) van je krant. 5. Schrijf of plak hier wat onder de foto staat (onderschrift) ...

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Grofweg zijn er twee typen redeneervraagstukken. A. Gedrag van een formule verklaren. B. Het doorzien van de structuur van de formule.

General information of the questionnaire

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 maandag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Discrete Wiskunde

9. Schrijfopdrachten

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

renzen van het leven - Ik ging er optimistisch mee om omdat ik weet dat niemand goed is in alles / omdat ik wel goed kan tekenen /

Enkele valkuilen om te vermijden

2 Pretpark aan de hemel

Handout Natuurlijke Deductie

Gezond thema: DE HUISARTS

BLOED GEVEN EN KRIJGEN

Spelregels: Als de kaartjes wel bij elkaar horen, neemt de speler deze uit het spel en mag hij nog een keer proberen.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 5 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd.

Oefeningen met de belangrijke woorden

TI1300: Redeneren en Logica. TI1300 Redeneren en Logica College 1: Inleiding en Bewijstechnieken. Blackboard: enroll!

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

opgaven formele structuren deterministische eindige automaten

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

(5) Handleiding verhalen invoeren

Oplossingen oefeningen logica en eindige automaten 12 december Het bestand oplnoef12dec.zip bevat de.sen en.fa bestanden met de oplossingen.

Wat kun je doen als je baby huilt? Kijk mee hoe de vader en moeder van Sam dat doen...

Hoe? Taal 1. Waar? Tijd? Extra? SPEL DENK

Eindexamen vwo wiskunde C pilot I

De beoordeling Het gaat bij deze opdracht niet om het enige goede antwoord ; dat is er niet! Bij de beoordeling wordt met name gelet op:

Voorwaarden SNS Jeugd Betalen

Lessuggesties Tijgerlezen

Autobiografi sch schrijven Waarnemen en beschrijven STAP 6 123

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).

leven met een chronische ziekte

Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Actualiteit? Beeld je in! Malala

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

NAAM: DATUM: KLASNUMMER:

Logische Schakelingen

Blindedarmontsteking bij kinderen

Elke groep van 3 leerlingen heeft een 9 setje speelkaarten nodig: 2 t/m 10, bijvoorbeeld alle schoppen, of alle harten kaarten.

Logica in het (V)WO. Barteld Kooi

Samenwerking met techniek kan mooie houten puzzels opleveren.

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

Voorbeeldexamen Alfa-toetsen

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Denken over taal: ontleden #2.0

Proposities. Hoofdstuk 2

Workshop Tweede Kamerverkiezingen

SPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE

Transcriptie:

IJburgcollege Wiskunde C september 2017 Logica Opgavenboek 2 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 2) 3. Implicatie. Opdracht 3.1: Er zijn veel varianten van als-dan-redeneringen. Schrijf onderstaande teksten in de vorm A B. a. Als de lichten in het centrum uitgaan, schiet de criminaliteit omhoog. b. Mensen die hun spaargeld beleggen in aandelen, nemen de verkeerde beslissingen als zij zich door hun emoties laten leiden. c. Je werkt levenslang hard en spaart wat geld waarover je belasting betaalt. Als je daarvan iets wilt nalaten aan je kinderen, komt de fiscus nogmaals langs om de helft van dat geld op te halen. Opdracht 3.2: Onderstreep de proposities en geef ze een nummer. Noteer welke nummer-koppels een implicatie weergeven. a. Wanneer een tot het Gerecht gericht verzoekschrift of ander processtuk bij vergissing wordt neergelegd bij de griffier van het Hof van Justitie, wordt het onverwijld doorgezonden naar de griffier van het Gerecht. (Bron: Europese grondwet) b. Indien voor bepaalde grondstoffen een gemeenschappelijke ordening in het leven wordt geroepen voordat er een gemeenschappelijke ordening voor de overeenkomstige verwerkte producten bestaat, mogen de betrokken grondstoffen die gebruikt worden voor de producten welke voor de uitvoer naar derde landen zijn bestemd van buiten de Unie worden ingevoerd. Opdracht 3.3: De positie van (niet) heeft gevolgen voor een bewering. Vergelijk de volgende drie zinnen: a. Als de appel groen is, dan is hij niet rijp. b. Als de appel niet groen is, dan is hij rijp. c. Het is niet zo dat een appel rijp is als hij groen is. Opdracht 3.4: De drie zinnen uit 3.3 zijn als volgt te schrijven in de taal van de logica: a. G R b. G R c. (G R) Ga met de waarheidstafels na dat de drie beweringen niet gelijkwaardig zijn. Opdracht 3.5: Laat met waarheidstafels zien dat de zin A B onder dezelfde condities waar is als de zin A B.

Opdracht 3.6: Hieronder staan vier kaartjes afgebeeld. Op het eerste kaartje zie je een abstract schilderij, op het tweede een figuratief werk (een boom). Op de achterkant van deze kaartjes staat het jaar waarin het werk is gemaakt. De rechter twee kaartjes liggen met het jaartal boven, op hun achterkant staat een schilderij afgebeeld dat in dat jaar is gemaakt door Mondriaan. Een kunsthistoricus beweert dat al het figuratieve werk van Mondriaan van vóór 1915 is. Om deze bewering te controleren mag je twee kaartjes omdraaien. Welke kaartjes draai je om (en vooral: waarom)? Opdracht 3.7: Bekijk de volgende uitspraak: Als het regent, gaat Jona met de bus naar school. Wat kun je in de volgende situaties zeggen over het vervoer van Jona naar school of over het weer? a. Jona komt met de bus naar school. b. De zon schijnt. c. Het regent. d. Jona komt met de fiets naar school. Opdracht 3.8: Als een zeug meer dan 30 dagen geleden gebigd heeft, dan is de melkproductie per dag minder dan 5,5 kilogram. Deze uitspraak is waar zolang je met deze opgave bezig bent. In de volgende situaties weet je iets over het aantal dagen geleden dat er gebigd is of over de grootte van de melkproductie. Probeer telkens iets te concluderen met behulp van bovenstaande uitspraak. a. De zeug heeft 35 dagen geleden gebigd. b. De zeug heeft 23 dagen geleden gebigd. c. De melkproductie is 5 kilogram per dag. d. De zeug heeft 8 dagen geleden gebigd. e. De melkproductie is meer dan 5,5 kilogram per dag. f. De zeug heeft minder dan 30 dagen geleden gebigd.

Opdracht 3.9: Ontleed de volgende tekst. (van uitgangspunten via redeneerstappen naar conclusie) a. Een onderdeel van de redenering is: Als mensen gestrest zijn, dan krijgen ze een hoge bloeddruk. Beschrijf ook de overige onderdelen van de redenering in zo n vorm, en laat zien wat de uitgangspunten van het geheel zijn en hoe de conclusie daaruit volgt (volgens de redenering). b. Wat vind jij van de redenering? c. Waarom heeft de journalist het woord mogelijk in de kop gezet? Opdracht 3.10: Uit een advertentie voor een automatisch horloge: Maak hiervan een volledige redenering. Opdracht 3.11: Eerste uitgangspunt: Als de lonen omhoog gaan, zullen de prijzen stijgen. Tweede uitgangspunt: De lonen gaan omhoog. Conclusie: De prijzen zullen stijgen. Deze conclusie is logisch gerechtvaardigd. Vervang de tweede premisse en de conclusie achtereenvolgens door de volgende uitspraken en onderzoek of de redenering dan nog steeds logisch correct is. (gebruik eventueel een waarheidstabel) a. Tweede uitgangspunt: De prijzen stijgen. Conclusie: De lonen zijn omhoog gegaan. b. Tweede uitgangspunt: De lonen gaan niet omhoog. Conclusie: De prijzen stijgen niet. c. Tweede uitgangspunt: De prijzen gaan niet omhoog. Conclusie: De lonen zijn niet omhoog gegaan.

Opdracht 3.12: Een dokter zegt: Als je mijn medicijn slikt, dan word je beter. DUS: a. Als je beter bent, dan heb je zijn medicijn geslikt. b. Als je zijn medicijn niet slikt, word je niet beter. c. Als je niet beter bent, dan slikte je niet zijn medicijn. Wat volgt er WEL, wat volgt er NIET uit de bewering van de dokter? Maar let op: Als iemand koorts heeft, dan voelt hij warm aan. Als de arts vindt dat je warm aanvoelt, zal hij denken dat je koorts hebt. Koorts is een mogelijke en voor de hand liggende oorzaak. Deze redeneervorm wordt vaak gebruikt in de medische discipline! Opdracht 3.13: Bekijk onderstaande afbeelding: De directrice zegt: Een olifant kan tegen een stootje, maar een kind is geen olifant. Is dit een geval van modus nonsens?

4. Redeneringen. Opdracht 4.1: Hieronder staan nog een keer een tekst uit hoofdstuk 1. Geen enkel land van het Amerikaanse continent kun je democratisch noemen, want alle landen van het Amerikaanse continent zijn kapitalistische landen en in geen enkel kapitalistisch land is de democratie consequent verwezenlijkt. a. Zet deze redenering in een vorm met hokken en een hieruit-volgt-pijl. b. Formuleer de tekst nog eens maar met een ander woord dan want, Opdracht 4.2: In de volgende zinnen staan verschillende voegwoorden. Schrijf deze zinnen in de taal van de logica. Laat daarmee duidelijk zien wat de conclusie is en onder welke voorwaarde die bereikt wordt. a. Bezwaarschriften worden niet in behandeling genomen, tenzij deze tijdig worden ingeleverd. b. U krijgt in de maand april bericht over eventuele belastingteruggave, mits u het daartoe strekkende aanvraagformulier tijdig indient. c. Zij laat nooit verstek gaan, behalve als ze echt ziek is. d. Je hebt recht op een versnapering, als je tenminste een consumptiebon bij je hebt. e. Het leven is zo prachtig wanneer alles goed gaat. Opdracht 4.3: Yvonne Keuls schreef het boek MEVROUW MIJN MOEDER over haar Indische wortels en de repatriëring naar Nederland. Hiernaast zie je een citaat uit het boek. Beschrijf hoe de logica van de moeder verschilt van die van vriendin Willie.

Opdracht 4.4: Een groot ruimteschip is geland op een verre planeet. De dampkring heeft zoveel overeenkomst met die van de aarde dat het dragen van een ruimtepak niet nodig is. De mensen kunnen zich weer eens echt aards bewegen. Na 2 weken is er een aantal mensen met overwegend huidklachten. Gelukkig zijn die ongemakken na een dag of vier weer voorbij. Maar dan, ongeveer 1 maand na de landing, komen er mensen met ernstige kwalen: doofheid, blindheid en verlamming van de ledematen. Nu blijken de slachtoffers veertien dagen geleden allerlei klachten te hebben gehad die misschien als symptomen van die ernstige kwalen beschouwd kunnen worden. Deze symptomen zijn: gereduceerde transpiratie, ontkleuring van de huid, sterke haaruitval en leerachtige huid. De artsen beschikken eigenlijk over te weinig waarnemingen over het verband tussen symptomen en kwalen. En het weinige dat ze weten lijkt wel eens tegenstrijdig. Maar toch maken ze een voorlopige balans op: I. Als iemand doof wordt, dan heeft hij gereduceerde transpiratie en geen ontkleuring van de huid. II. Als iemand niet doof wordt, maar wel verlamming van de ledematen krijgt, dan heeft hij een leerachtige huid. III. Als iemand niet blind wordt, maar wel een verlamming van de ledematen krijgt, dan heeft hij gereduceerde transpiratie en sterke haaruitval. IV. Als iemand blind wordt en dat samen gaat met doofheid of met normaal blijven van de ledematen, dan heeft hij geen gereduceerde transpiratie, maar wel een leerachtige huid. Om deze regels in te voeren in de boordcomputer, moeten ze eerst vertaald worden in de taal van de logica. a. Doe dat door voor de kwalen te gebruiken K1, K2 en K3 en voor de symptomen S1, S2, S3, en S4. Iemand heeft ontkleuring van de huid, maar beslist geen sterke haaruitval en ook geen leerachtige huid. De transpiratie is een twijfelgeval. b. Onderzoek wat de computer kan meedelen over de eventuele kwalen van de deze ruimtevaarder, als alleen de regels I, II en III gebruikt worden. c. Als de regels I, II en III aangevuld worden met regel IV, dan ontstaan er tegenstrijdigheden. Toon dat aan. Opdracht 4.5: a. Beredeneer of laat met waarheidstafels zien dat de volgende drie uitspraken equivalent zijn: A B en A B en B A. b. Illustreer met een voorbeeld dat deze drie samenstellingen equivalent zijn door het voorbeeld op drie manieren te beschrijven. c. Gebruik je voorbeeld om aan te tonen dat A B niet equivalent is met B A. d. Onderzoek of A B en A B equivalent zijn.

Opdracht 4.6: Hieronder zie je een strip van Vader en Zoon in vier plaatjes. De zoon beschrijft in de eerste twee plaatjes een redenering van de vader. a. Geef deze redenering van de vader. Gebruik in deze redenering Als... dan... b. Na de opmerking van de zoon maakt de vader in het vierde plaatje een tegenstelling tussen dolgelukkig en niet thuis. Leg uit waarom deze redenering niet juist is Stelling 1: Als de buren geen geluid maken, dan zijn ze gelukkig. Stelling 2: Als de buren gelukkig zijn, dan maken ze geen geluid. c. Leg uit dat als stelling 1 waar is, dit niet automatisch betekent dat stelling 2 ook waar is.