Omzendbrief MOW/2009/03 Omzendbrief MOW/2009/03 Aan departement MOW, Agentschap Wegen en Verkeer, nv De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal NV, Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn Vlaamse lokale en provinciale besturen Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen Koolstraat 35, 1000 Brussel Tel. 02 552 63 00 - Fax 02 552 63 01 kabinet.vanbrempt@vlaanderen.be Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel Tel. 02 553 71 24 Fax 02 553 71 08 mobiliteit.verkeersveiligheid@vlaanderen.be Datum: 13 maart 2009 Betreft: Evaluatie (met sneltoets) en bijsturing van het gemeentelijk mobiliteitsplan Trefwoorden: gemeentelijk mobiliteitsplan, sneltoets, bijsturing. 1. Inleiding De laatste 10 jaren hebben bijna alle Vlaamse steden en gemeenten een mobiliteitsconvenant met de Vlaamse overheid afgesloten. Door middel van die overeenkomst (moederconvenant) hebben de lokale besturen zich ertoe verbonden om een mobiliteitsplan voor hun grondgebied op te stellen, dat conform te laten verklaren door de Provinciale Auditcommissie (PAC) en bij gemeenteraadsbesluit te bekrachtigen. Voor heel wat steden en gemeenten is die hele procedure al een tijd achter de rug. Andere gemeenten hebben nog maar pas een conformverklaard mobiliteitsplan en een kleine minderheid moet zijn mobiliteitsplan nog finaliseren en laten conform verklaren. Op 1 januari 2007 zijn in alle steden en gemeenten de lokale besturen opnieuw samengesteld. Ongetwijfeld vragen die besturen zich af of hun conformverklaard mobiliteitsplan kan blijven gelden als een valabele basis voor het gemeentelijk mobiliteitsbeleid gedurende de nieuwe legislatuur. Gelet op de specifieke voorgeschiedenis van elk mobiliteitsplan zullen de antwoorden zeer variëren: van een resoluut ja tot een ongenuanceerd neen, met vele mogelijke antwoorden daartussenin. De ambities, de kwaliteit, de realisatiegraad en de actualiteitswaarde van de gemeentelijke mobiliteitsplannen zijn dus verschillend. Daarom heeft de Vlaamse overheid een methode ontwikkeld die anticipeert op die variabiliteit van de plannen. Bovendien laat de methode toe, met een minimum aan nieuwe planlasten, elk mobiliteitsplan opnieuw te optimaliseren, te actualiseren en de ambities ervan aan te scherpen.
2 De eerste stap is de evaluatie van het bestaande mobiliteitsplan met de sneltoets. Afhankelijk van de resultaten van die sneltoets, wordt daarna een geschikt spoor gekozen voor het gemeentelijk mobiliteitsplan in kwestie (zie 2.4). 2. De sneltoets De sneltoets (inclusief beknopte toelichting) vindt u op de website Mobiel Vlaanderen (www.mobielvlaanderen.be/convenants, doorklikken naar Mobiliteitsplan Sneltoets). In essentie staat de sneltoets voor een korte, relatief eenvoudige evaluatie van het conformverklaarde mobiliteitsplan. Die evaluatie gebeurt aan de hand van een vragenlijst, waarbij drie vragen worden overlopen: 1. Hoe is de planningscontext veranderd sinds de conformverklaring van het mobiliteitsplan? Zijn er andere beleidsdomeinen/-plannen (van de lokale én hogere overheden) waarop er moet worden afgestemd? 2. Kunnen de actoren zich nog vinden in de doelstellingen van het beleidsplan? Staan ze nog nadrukkelijk en onverdeeld achter de realisatie van dat plan? 3. Zo ja, zijn er dan thema s, deelaspecten die in het bestaande mobiliteitsplan onbehandeld gebleven zijn en/of onvoldoende zijn uitgewerkt? Welke? 2.1 Welke gemeentelijke mobiliteitsplannen komen voor een sneltoets in aanmerking? De conformiteit van een gemeentelijk mobiliteitsplan verstrijkt vijf jaar na datum van de conformverklaring. De bepaling van die termijn is gebaseerd op het feit dat conformiteit niet eeuwig kan duren. Ook het mobiliteitsbeleid van de Vlaamse overheid zelf moet immers van tijd tot tijd bijgestuurd worden, onder impuls van nieuwe uitdagingen, doelstellingen en verwachtingen. De sneltoets komt in de plaats van de vroeger bepaalde vijfjaarlijkse bijsturing. Daarom wordt aan de lokale besturen gevraagd om de sneltoets en haar uitkomst voor advies voor te leggen aan de PAC, ten laatste vijf jaar na de conformverklaring van het (eerste) gemeentelijke mobiliteitsplan. Is het advies over de gepresenteerde sneltoets gunstig, dan wordt de conformiteit van het mobiliteitsplan automatisch verlengd voor een duur die afhankelijk is van het te volgen spoor (zie punt 3 voor de termijnen van verlengde conformiteit per spoor). Een sneltoets die ongunstig wordt geadviseerd, moet worden overgedaan. 2.2 Wanneer wordt de sneltoets het best uitgevoerd? Het is de bedoeling om het gemeentelijk mobiliteitsplan nauwer te laten aansluiten bij de andere sectorale beleidsplannen die de Vlaamse overheid van de lokale besturen verwacht. Die plannen zijn legislatuurgebonden. Een lokaal bestuur voert het best zo spoedig mogelijk bij de aanvang van een nieuwe legislatuur de sneltoets uit. Door de sneltoets weet het bestuur of het gemeentelijk mobiliteitsplan moet worden bijgestuurd of kan worden bevestigd (zie 2.4).
3 Zijn er andere aanleidingen om het gemeentelijk mobiliteitsplan te sneltoetsen? Ook op een ander ogenblik tijdens de legislatuur kan de planningscontext zo grondig veranderen dat een toetsing van het gemeentelijk mobiliteitsplan aan de nieuwe planningscontext aangewezen is. Een nieuwe planningscontext kan bijvoorbeeld ontstaan door: de inwerkingtreding van een gemeentelijk planningsdocument in een ander beleidsdomein dat interfereert met mobiliteit, zoals een Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP), enz ; een nieuw bovenlokaal planningsinstrument; de komst van een grootschalig, strategisch project; 2.3 Wie voert de sneltoets uit? De sneltoets wordt uitgevoerd in de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC). De vragenlijst kan vooraf voorbereid worden door de gemeentelijke mobiliteitsambtenaar, die voor omkaderende begeleiding altijd een beroep kan doen op de mobiliteitsbegeleider van de Vlaamse overheid (afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid). Gemeenten die het onderscheidingsniveau van de Samenwerkingsovereenkomst Milieu (thema Mobiliteit) hebben of wensen te onderschrijven, krijgen punten indien hun milieuof duurzaamheidsambtenaar actief meewerkt aan de opmaak van de sneltoets. Over de belangrijke vragen uit de sneltoets wordt naar consensus gestreefd tussen de belangrijke actoren van de GBC. 2.4 Welke uitkomst kan de sneltoets opleveren? De bespreking van het conformverklaarde gemeentelijk mobiliteitsplan in de GBC aan de hand van de sneltoets kan resulteren in drie sporen die kunnen worden gevolgd met het oog op het toekomstig gemeentelijk mobiliteitsplan: Spoor 1: Spoor 2: Spoor 3: Vernieuwen. Minstens één van de partners in de GBC staat niet meer nadrukkelijk en onverdeeld achter het beleidsplan. Een aantal strategische keuzes wordt in vraag gesteld. De conclusie is dan dat het hele beleidsplan aan herziening toe is. Verbreden/Verdiepen. De partners staan nog wel nadrukkelijk en onverdeeld achter het beleidsplan. Ze zijn van oordeel dat bepaalde relevante mobiliteitsthema s in het plan niet aan bod gekomen zijn of alleszins te oppervlakkig werden behandeld. Ze willen de ontbrekende thema s aan het plan toevoegen of de slechts oppervlakkig behandelde thema s verder uitdiepen. We spreken dan over verbreding (= thema s toevoegen) of verdieping (= thema s verder uitwerken) van het mobiliteitsplan. Bevestiging van het beleidsplan - Actualisering van het actieprogramma. De GBC stelt vast dat het beleidsplan nog gedragen wordt door alle partners en nog voldoende krachtig en actueel is. Alleen het actieprogramma moet worden geactualiseerd (sommige acties hebben wat vertraging opgelopen of moeten opnieuw begroot worden).
4 2.5 Wat doet de Provinciale Auditcommissie (PAC)? De auditcommissie gaat na of de sneltoets correct werd uitgevoerd en of de partners van het mobiliteitsconvenant consensus bereikt hebben over het te volgen spoor. De auditcommissie neemt ook kennis van de afspraken m.b.t. het gekozen spoor dat de GBC voor ogen heeft met het gemeentelijk mobiliteitsplan (zie 2.4). Zij brengt een advies uit over de sneltoets, inclusief het gekozen spoor. De auditcommissie licht daarnaast het verdere planningsproces door en brengt per fase een advies uit over de inhoud van de overeenkomstige nota, de procedure en de termijnen voor de volgende fase in het planningsproces: - bij spoor 1: de oriëntatienota, de synthesenota en het beleidsplan - bij spoor 2: de verkenningsnota, de uitwerkingsnota en het beleidsplan - bij spoor 3: het geactualiseerd beleidsplan In 2009 geldt een overgangsmaatregel voor de openbaar vervoerprojecten opgenomen in het netmanagementprogramma 2009. Als de lokale overheden niet meer over een conform verklaard mobiliteitsplan beschikken omdat de termijnen bedoeld in 2.1 (mobiliteitsplan van meer dan 5 jaar oud) en 3 (vernieuwen, verbreden/verdiepen of actualiseren van het mobiliteitsplan) zijn overschreden, kan de auditor het project toch positief adviseren wanneer wordt aangetoond dat het project inpasbaar is in het planproces. Hij/zij wint daartoe een bijkomend advies van de planauditor in, die nagaat na of het project in overeenstemming is met de keuzes die op dat moment al zijn gemaakt m.b.t. het gemeentelijk mobiliteitsplan. 2.6 Wordt de sneltoets gesubsidieerd door de Vlaamse overheid? De sneltoets is een relatief eenvoudige procedure die niet veel tijd vergt. De basis ervoor zijn de visies en principes van het lokale bestuur zelf. Dit instrument kan dan ook gemakkelijk door de gemeenten zelf worden gebruikt, zonder de ondersteuning van een studiebureau. Om die redenen werd beslist geen subsidiëring te verbinden aan het uitvoeren van de sneltoets. 3. De verdere procedure na de sneltoets Afhankelijk van het gekozen spoor, wordt een geëigend planningsproces doorlopen voor het gemeentelijk mobiliteitsplan. SPOOR 1. De uitkomst van de sneltoets was: niet alle actoren staan nog onverdeeld achter het beleidsplan. Het hele plan is aan vernieuwing toe. De procedure hiervoor is grotendeels identiek aan de ondertussen goed gekende procedure voor de opmaak van een gemeentelijk mobiliteitsplan (voor de eerste keer), met dien verstande dat de oriëntatie- en synthesenota van het oude plan als uitgangs- en referentiepunt kunnen worden gebruikt. Meer informatie over de procedure voor vernieuwing van het gemeentelijk mobiliteitsplan vindt u op de website Mobiel Vlaanderen (www.mobielvlaanderen.be/convenants, doorklikken naar Mobiliteitsplan Spoor 1 - Vernieuwing).
5 In vele gevallen zal de lokale overheid een beroep doen op een studiebureau om haar mobiliteitsplan te vernieuwen. Maar dat kan evengoed gebeuren door een eigen plannings- of mobiliteitsambtenaar van de gemeente, of door een combinatie van beide mogelijkheden. Hoe dan ook hangt er een prijskaartje aan het vernieuwen van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Door het ondertekenen van een nieuwe module 1 kan de lokale overheid zich verzekeren van een financiële bijdrage van de Vlaamse overheid. De rol van de GBC en de PAC in deze procedure is dezelfde als in de klassieke totstandkoming van een gemeentelijk mobiliteitsplan. Vanaf de datum dat de PAC haar advies heeft uitgebracht over de sneltoets, beschikt de lokale overheid per fase over een termijn van maximaal 9 maanden en overeenkomstig het advies van de planauditor (zie 2.5) om de betreffende nota en finaal het vernieuwd mobiliteitsplan conform te laten verklaren door de PAC (12 maanden voor de steden Gent en Antwerpen). Tot zolang blijft het eerste mobiliteitsplan conform. Als de gemeente de hierboven genoemde termijnen overschrijdt, dan vervalt de conformiteit van het oude plan, maar van zodra de oriëntatie- of synthesenota door de PAC conform is verklaard, wordt de conformiteit voor 9 maanden hersteld. SPOOR 2. De sneltoets leidt tot verbreden en/of verdiepen van het mobiliteitsplan, d.w.z. dat de GBC bij consensus beslist welke relevante thema s aan het plan moeten worden toegevoegd of welke behandelde thema s verder moeten worden uitgewerkt. Meer uitleg over de procedure verbreden/verdiepen van het gemeentelijk mobiliteitsplan vindt u op de website Mobiel Vlaanderen (www.mobielvlaanderen.be/convenants, doorklikken naar Mobiliteitsplan Spoor 2 - Verbreden/verdiepen). Ook voor het verbreden/verdiepen kan een module 1 worden ondertekend. Het proces verbreden/verdiepen van het gemeentelijk mobiliteitsplan mondt uit in de opmaak van een bijgestuurd beleidsplan en actieprogramma. De GBC debatteert en streeft naar consensus over het verbrede/verdiepte mobiliteitsplan. De PAC geeft in eerste instantie een advies over de stappen één tot vier van de procedure verbreden/verdiepen, resulterend in de verkenningsnota (zie stappenplan verbreden/verdiepen te raadplegen onder de hierboven genoemde rubriek van de website). Nadien verklaart de PAC het verbrede/verdiepte mobiliteitsplan, de uitwerkingnota inclusief het bijgewerkte beleidsplan en actieprogramma, conform. Net als bij Spoor 1 Vernieuwing beschikt de lokale overheid per fase over een termijn van maximaal 9 maanden en overeenkomstig het advies van de planauditor (zie 2.5), om de betreffende nota en finaal het bijgewerkte mobiliteitsplan conform te laten verklaren door de PAC (12 maanden voor de steden Gent en Antwerpen). Wanneer de lokale overheid er voor kiest om tussentijds ook de uitwerkingnota voor advies voor te leggen aan PAC, geeft dit aanleiding voor een bijkomende fase van maximaal 9 maanden (12 maanden voor de steden Gent en Antwerpen). Tijdens deze termijnen blijft het eerste mobiliteitsplan conform. Als de gemeente de hierboven genoemde termijnen overschrijdt, dan vervalt de conformiteit van het oude plan, maar van zodra de verkennings- of uitwerkingsnota door de PAC conform is verklaard, wordt de conformiteit voor 9 maanden hersteld.
6 SPOOR 3. De sneltoets bevestigt het conformverklaarde gemeentelijke mobiliteitsplan als een bruikbaar, krachtig en actueel beleidsplan. Alleen het actieprogramma is toe aan een actualisering (omdat sommige acties/projecten vertraging hebben opgelopen, andere onvoldoend nauwkeurig geraamd waren, enz ). Meer info over het actualiseren van het actieprogramma vindt u op de website Mobiel Vlaanderen (www.mobielvlaanderen.be/convenants, doorklikken naar Mobiliteitsplan Spoor 3 -Actualiseren van het actieprogramma). Het actualiseren van het actieprogramma is een relatief eenvoudige planningsactiviteit die door de gemeentelijke mobiliteits-/planningsambtenaar kan worden voorbereid. De mobiliteitsbegeleiders van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid staan ter beschikking voor verdere informatie en methodologische ondersteuning. Na gunstig advies van de PAC over Spoor 3 - Actualiseren van het actieprogramma beschikt de lokale overheid over een termijn van maximaal 12 maanden en overeenkomstig het advies van de planauditor (zie 2.5) om het geactualiseerd beleidsplan conform te laten verklaren door de PAC. Als die termijn verstrijkt, vervalt de conformiteit van het oude gemeentelijke mobiliteitsplan. 4. Jaarlijkse voortgangsrapportering en vijfjaarlijkse bijsturing De procedure sneltoets vervangt de vijfjaarlijkse bijsturing zoals die beschreven was in de Omzendbrief OW 2001/4 van 20 december 2001. De lokale overheden hoeven evenmin nog jaarlijks te rapporteren over de uitvoering van hun actieprogramma. Het blijft wel aangewezen dat zij minstens één keer, bijvoorbeeld halfweg de legislatuur, een balans zouden opmaken van de acties/projecten uit hun mobiliteitsplan die in de praktijk werden gebracht en daarover rapporteren aan de Vlaamse overheid. 5. Slotbepaling Deze omzendbrief gaat onmiddellijk van kracht en vervangt de omzendbrief MOW 2007/03 van 25 april 2007. Deze omzendbrief is van toepassing voor alle lopende en nieuwe planprocessen. De overgangsmaatregel m.b.t. openbaar vervoerprojecten opgenomen in 2.5 vervalt op 31 december 2009.
7