Aan weerszijden van de stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie. Jan De Lepeleire en Manu Keirse (red.) Aan weerszijden van de stethoscoop



Vergelijkbare documenten
Slecht nieuws goed communiceren

3. Rouw en verliesverwerking

HELPEN IN ROUW EN VERDRIET

Omgaan met kanker. Moeheid

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie


Relatie en Intimiteit. Ivonne van Deursen-Oomen AnneMarie Kuijs

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

Samen bouwen aan vertrouwen tussen patiënt, naasten en hulpverleners

LUPUS: HOE GA JE ER MEE OM? Workshop voor de Lupus Patiënten Groep op zaterdag 7 november 2009 door Ditta van Dijk, MSc.

Wat vraag ik aan mijn arts?

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Doelstellingen van PAD

Workshop 1: Communiceren over zelfredzaamheid: daar is mijn volggroep!

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht

Hoe kunt u voor uw bijzondere kleinkind zorgen? Tips voor opa s en oma s. Foto Britt Straatemeier. Deze brochure werd mogelijk gemaakt door:

Depressie bij ouderen

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Communicatie met de patiënt na een vermijdbaar incident: Een weg vol obstakels

Vragenlijst voor patiënt en mantelzorger

H Waar kunt u terecht als u kanker heeft

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Geestelijke verzorging

Afdeling Medische Psychologie

Is iemand in jouw omgeving verslaafd?

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Emoties, wat is het signaal?

Een landelijk netwerk van ervaringsdeskundigen ten behoeve van beleid, onderzoek en onderwijs

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW

Wat is de oorzaak van hyperventilatie?

INDIVIDUEEL ZORGPLAN EPILEPSIE

Verlies, verdriet en rouw

Niveaubepaling Nederlandse taal

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator

patiënteninformatie Dienst neurologie en geriatrie Dementie GezondheidsZorg met een Ziel

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Inknippen van je tongriempje

Dokter, ik heb kanker..

Om na te gaan of je klachtenprocedure zinvol is kan je jezelf de volgende vragen stellen:

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Ik wil dood suïcidaliteit

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

OMGAAN MET DE DIAGNOSE EN DE BEHANDELING HOE MOET HET NU VERDER?

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 2: je bedrijf op orde Les 2: een goed businessmodel

Kan zorg nog beter? Laat het ons weten! Wat betekent CQI? Waar kunnen cliënten terecht bij klachten over de zorg?

3 de bach Geneeskunde. Communicatie: basic skills

Vragenlijst leerlingen Eureka! Oberon & Eureka!, januari 2012

GRIP OP PRIKKELBAARHEID

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog in het ziekenhuis

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Medische Psychologie

telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening 1. Toelichting op de module 2. Doel, doelgroep en tijdsduur 3.

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG

Alvast bedankt voor het invullen!

Chemotherapie. De gespecialiseerd verpleegkundige

Patiënteninformatie. Pijnmeting op de kinderafdeling

De medisch psycholoog

De oncocoach. Marrigje Tielens Digestieve en respiratoire oncocoach ZOL Genk

De pedagogisch medewerker

Klinische Psychologie

INDIVIDUEEL ZORGPLAN EPILEPSIE

Tinnitus / oorsuizen. KNO-heelkunde. Beter voor elkaar

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares

Psychische zorg voor ouderen

Slaapproblemen? Gezonde slaap

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie)

Persoonlijk opleiding plan

Complexiteit van zelfzorg en coping bij mensen met diabetes en nierfalen. Diabetes en nierziekte: het toekomstbeeld.

Als genezing niet meer mogelijk is

Mijn kind heeft een LVB

Ongeneeslijk ziek. Samen uw zorg tijdig plannen

STARR-interview in theorie & praktijk

Medische psychologie en Maatschappelijk werk Kindergeneeskunde. Patiënteninformatie. Kinderpsycholoog. Slingeland Ziekenhuis

Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis

Hoe ontstaat hyperventilatie?

Wegwijzer voor hoofdpijnpatiënten. Deze pdf bevat hyperlinks.

Voorlichtingsgesprek. chemo- en/of doelgerichte therapie. Dagbehandeling Oncologie

Bijlage 3. Effectinstrumenten. 1 De hulp is goed verlopen. 2 Ik heb voldoende geleerd om na de hulp zelf verder te gaan

Wat is niet aangeboren hersenletsel?

Doel van Bijbelstudie

Transcriptie:

Ook al richt het boek zich in eerste instantie tot artsen, het bevat nuttige informatie voor allen die in de gezondheids- en welzijnszorg werkzaam zijn, als zorgverstrekker, opleider of beleidsmedewerker. Jan De Lepeleire is arts en docto reerde in de medische wetenschap pen aan de K.U.Leuven. Hij werkt als huisarts en is als hoogleraar verbonden aan de Faculteit Geneeskunde van de K.U.Leuven. Hij is voorzitter van de werkgroep co ördinerende en raadgevende artsen binnen de Belgische Vereniging voor Geriatrie en Gerontologie. Manu Keirse is klinisch psycholoog en doctoreerde in de geneeskunde aan de R.U.Leiden (NL). Hij werkt als hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde van de K.U.Leuven. Daarnaast is hij voorzitter van de Federale Evaluatiecommissie voor Palliatieve Zorg, van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en van diverse andere voor-zieningen in de zorg. Aan dit boek schreven mee: Jan Craenen, Dominique Dewilde, Jo Goedhuys, Manu Keirse, Geert Pint, Sabine Van Baelen en Mark Van Nuland. ACADEMISCH CENTRUM HUISARTSGENEESKUNDE 9 789033 484827 Aan weerszijden van de stethoscoop Vanuit de expertise van artsen en andere deskundigen biedt dit boek niet alleen theoretische modellen, maar ook een rijkdom aan praktische tips en adviezen. Het is het eerste deel van een reeks van vier en biedt een basis voor het opbouwen van een goed contact met de patiënt, waarin aandacht voor zijn beleving en inzicht in de problematiek hand in hand gaan. Het is een onmisbare handleiding voor al wie kwaliteit wil bieden in een humane gezondheidszorg. Jan De Lepeleire en Manu Keirse (red.) In alle takken van de gezondheidszorg is effectieve communicatie tussen zorgverstrekkers en patiënten en hun naasten essentieel om de best mogelijke behandeling te kunnen bieden. Luisteren naar mensen en praten lijken eenvoudig, maar in de context van de zorgverlening vraagt dit echter om gespecialiseerde vaardigheden. Vaak spelen er immers sterke emoties mee, zoals onmacht, angst, frustratie, ontgoocheling en verdriet. Men moet hier adequaat mee kunnen omgaan in een veelheid van situaties en bij verschillende types van mensen. Veel klachten in de geneeskunde hebben meer te maken met gebrekkige communicatie dan met medisch-technische tekortkomingen. Jan De Lepeleire en Manu Keirse (red.) Aan weerszijden van de stethoscoop Over kwaliteit van zorg en communicatie

De andere zijde van de stethoscoop 37 Cilia, 34 jaar, is erg ongerust. Zij heeft de laatste twee weken heel veel last van een drukkend gevoel in de borst. Ze voelt zich regelmatig duizelig. s Nachts slaapt ze slecht. Ze voelt zich ongelukkig en onwennig. Het is zo dat ze het de laatste tijd erg druk heeft. Onlangs is een vriendin van haar verongelukt in het buitenland. Zijzelf vreest dat zij zoals haar vader misschien een hartprobleem heeft. Haar vader kreeg al op jonge leeftijd een hartinfarct. Schema 2.2 Adequate en inadequate vragen om emoties te laten ventileren. Gevoelens bevragen in de voorwaardelijke wijs: Heb ik goed begrepen dat u dit moeilijk vond? Merk ik hier wat emotie? Dit was een moeilijk moment voor u? Aarzelde u om dat te doen? Dit is belangrijk voor u... Voel ik wat ontgoocheling? Inadequate manieren om gevoelens te bevragen: Daar kon u niet mee om... Dat was te veel voor u. Dat deed de deur dicht. Een oplossing voor mijn probleem? (Expectations) Een derde soort vragen behelst de verwachtingen die men heeft over de wijze waarop men met de klacht kan worden geholpen. Het achterhalen van deze verwachtingen helpt bij het bepalen van de juiste strategie om na het onderzoek een correcte behandeling voor te stellen. Als men weet wat de patiënt verwacht en wat niet, is het eenvoudiger om een behandelingsvoorstel te formuleren dat hiermee rekening houdt, er nuances aan toevoegt, of een andere strategie aan de orde stelt. Is alles juist begrepen? Deze eerste fase van het consultgebeuren wordt afgesloten met een gestructureerde samenvatting en toetsing (schema 2.3), en met de vraag of er nog iets anders is. Men zal de samenvatting zo formuleren dat de patiënt begrijpt dat wat men formuleert, zijn vraagstelling is, aangevuld met zijn

Uitleggen is meer dan informeren 87 van een schets rekening mee houden dat het steeds een schematisering van de werkelijkheid is en dat sommige patiënten dat moeilijk kunnen abstraheren. Voor hen is datgene wat men als arts tekent, de werkelijkheid. Patiëntenfolders zijn wellicht de bekendste en meest gebruikte ondersteunende hulpmiddelen. Uit onderzoek blijkt dat patiënten tevreden zijn en meer zelfredzaam werden na het meegeven van een patiëntenfolder. Het is bovendien een eenvoudige en goedkope strategie (Bombeke et al., 2006). Men moet er wel rekening mee houden dat een folder, zonder mondelinge uitleg vooraf, niet hetzelfde effect ressorteert. Wat is een goede folder? Er zijn acht criteria waaraan een folder moet voldoen om effectief te zijn. Schema 6.1 somt ze op. Schema 6.1 Acht voorwaarden voor de effectiviteit van een folder (De Jong & Schellens, 1995). 1. Contact. De beoogde lezers moeten in contact komen met de tekst en op grond van het uiterlijk ervan geneigd zijn deze te lezen. De folder nodigt uit tot contact (bijvoorbeeld tot lezing, gebruik of toepassing). Voorkant brochure aantrekkelijk, omvang, lay-out niet afschrikwekkend*. 2. Selectie. De beoogde lezers moeten de belangrijkste en voor hen relevante passages in de tekst daadwerkelijk lezen. Leesproces niet afgebroken, passages belangrijk en een aantrekkelijk overzicht. 3. Begrip. De beoogde lezers moeten de geboden informatie begrijpen. Hoofdpunten duidelijk, gemakkelijk volgen van tekst. 4. Acceptatie. De beoogde lezers moeten de geboden informatie accepteren, dat wil zeggen: als juist en realistisch ervaren. Feiten, gedragsaanbevelingen en waardeoordelen begrijpen en beschouwen als juist en realistisch. 5. Relevantie. De informatie in de tekst moet voor de beoogde lezers relevant en effi ciënt zijn. Nieuwswaarde, geen al te veel overbodige informatie bevatten voor leden van de doelgroep (effi- ciency). 6. Volledigheid. De tekst moet op alle relevante vragen van de beoogde lezers een adequaat antwoord geven. Is er behoefte aan extra informatie? 7. Waardering. De wijze waarop de informatie in de tekst wordt gepresenteerd, moet door de beoogde lezers positief gewaardeerd worden. Essentiële informatie, volledigheid, ontbrekende uitleg, gedachtesprongen, verzwegen argumenten, levendig taalgebruik. 8. Toepasbaarheid. De beoogde lezers moeten de geboden informatie (waar nodig) gemakkelijk in hun eigen situatie kunnen toepassen. Snel naar de praktische waarde van informatie kunnen overschakelen, de informatie is bruikbaar. * De gecursiveerde woorden zijn sleutelwoorden bij de begrippen.

118 Slecht nieuws goed communiceren In het verdere verloop van de ziekte en de behandeling is het belangrijk regelmatig te informeren naar hoe de kinderen hiermee omgaan. Langdurig leven met een fatale aandoening vraagt continue bespreekbaarheid en openheid. Men zal de ouders ook moeten leren hoe ze hun kinderen kunnen informeren over de verschillende behandelingen. Kinderen denken immers dat de zieke naar het ziekenhuis gaat om beter te worden en ze kunnen erg ontgoocheld zijn als deze dan minder kan dan voorheen. Als ze niet begrijpen wat er gebeurt, en als niemand dat uitlegt, kan dat hun vertrouwen in de geneeskunde aantasten. Slecht nieuws aan de telefoon Slecht nieuws aan de telefoon moet men vermijden als dat enigszins kan. Een belangrijke handicap is dat men elkaars lichaamstaal niet kan zien. Als men een uitslag van een belangrijk onderzoek verwacht, maakt men het best vooraf meteen bij het plannen van het onderzoek een afspraak om de uitslag te bespreken. Er kunnen zich situaties voordoen van onverwacht en plots slecht nieuws waarbij men niet anders kan dan de betrokkene opbellen en waarbij het absoluut niet mogelijk is hem op te zoeken. Slecht nieuws meedelen aan de telefoon is echt een risico. In de mate van het mogelijke dient dat te worden vermeden. De betrokkene kan immers door de shock misselijk worden, of het bewustzijn of elke vorm van zelfcontrole verliezen. Dat kan problematisch zijn als de betrokkene alleen thuis is. Als het echt niet anders kan, is het echter meer aangewezen het slechte nieuws mee te delen aan de telefoon dan vaag te blijven. Immers, door vaagheid creëert men angst en spanning, die gevaarlijk kunnen zijn als men zo aan het stuur van een auto gaat zitten. Het is beter dat men zijn zelfcontrole verliest aan de telefoon dan in het verkeer. Als men zich niet kan concentreren, of als alle agressie opeens bovenkomt, is de wagen een zeer snel wapen. Men kan zich er echter wel van vergewissen of iemand alleen thuis is. Men kan eventueel overleggen wie men kan opbellen om erheen te gaan. Eventueel kan men ook vooraf iemand opbellen om naar dat gezin te gaan, zodat de betrokkene niet alleen is als men opbelt met het slechte nieuws.

126 Beëindigen is zinvol afronden Zaak is nu deze bloeding te stoppen. Dat doen we door u een hormonenpreparaat voor te schrijven dat u vijf dagen moet innemen. De bloeding zal hierdoor stoppen. Enkele dagen na het beëindigen van het hormonenpreparaat zal een nieuwe bloeding optreden, die u kunt vergelijken met forse maandstonden en die na enkele dagen vanzelf ophoudt. Er begint dan een nieuwe menstruele cyclus. Als deze langer duurt dan dertig dagen, is het aangewezen om terug op consult te komen om na te gaan of de menstruele cyclus niet opnieuw een abnormaal verloop kent. We spreken af dat als de bloeding die u nu hebt, over twee dagen niet onder controle is, u dadelijk met mij contact opneemt. U mag mij ook steeds contacteren als u vindt dat iets niet klopt. Is dat alles duidelijk voor u? U gaat dus nu meteen naar de apotheker en start de voorgeschreven behandeling van zodra u het hormonenpreparaat van de apotheker gekregen hebt. De volgende inname is dan morgenvroeg, en dan iedere morgen gedurende alles samen vijf dagen. Ik noteerde dit alles op dit papier. Het sleutelbegrip bij het einde van het consult is duidelijkheid. Vooreerst maakt men een formele samenvatting van wat vastgesteld en besproken is. Dat doet men in een verwoording die voor de patiënt verstaanbaar is. De medische termen die men gebruikt, moeten begrijpelijk of uitgelegd zijn. Het onderscheid tussen een vast ziektebeeld (diagnose) en een voorlopige werkhypothese wordt nog eens aangegeven, evenals de inschatting van de ernst van de aandoening. De bedoeling is dat de patiënt zelf kan formuleren wat hem scheelt, welke vragen er niet opgelost zijn en wat ermee moet gebeuren, welke behandeling hij zal nemen, waarvoor en hoelang, wanneer hij weer contact moet opnemen en hoe het verdere verloop eruit zal zien. Als het einde niet het einde is In nogal wat situaties zal er bijkomend onderzoek nodig zijn om tot een uitspraak te komen over de aard en de ernst van het ziektebeeld. Dat vergt dan bijvoorbeeld een bloedafname, een technisch onderzoek of een verwijzing naar een andere discipline. Wat ik hier nu vandaag heb vastgesteld, laat me niet toe een uitspraak te doen over wat er precies gaande is. Het ziet ernaar uit dat de vermoeidheid en de zwakte die u vermeldt, nader onderzoek vergen. Ik wil u voorstellen dat we een bloedanalyse en een echografie van de buikorganen laten verrichten. Ik zal