POLITIEPOCKET STRAFWETBOEK. Christian De Valkeneer Procureur-generaal te Luik Professor aan de UCL



Vergelijkbare documenten
Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

internal for - Kluwer

Deel 1. Strafwetboek. Strafwetboek van 8 juni Boek I. De misdrijven en de bestraffing in het algemeen... 3

Deel 1. Strafwetboek. Strafwetboek van 8 juni Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal

ZAKBOEKJE STRAFRECHT 2013 KAREL DENENBOURG CARLOS DE VOS MARC DILLEN FILIP VAN VOLSEM

Strafwetboek van 8 juni

Deel 1. Strafwetboek. Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal

BOEK 1. - DE MISDRIJVEN EN DE BESTRAFFING IN HET ALGEMEEN.

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Strafrecht. Boek II. De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder Titel I. Misdaden en wanbedrijven tegen de

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Algemeen. Specifieke bepalingen in het Strafwetboek. Strafrechtelijke bepalingen in het Wetboek Vennootschappen

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie

08 JUNI STRAFWETBOEK.

Hoofdstuk 1. Voorafgaande bepaling 1. Hoofdstuk 2. Het Strafwetboek 1. Hoofdstuk 3. Wijzigingsbepalingen 137. Hoofdstuk 4. Opheffingsbepalingen 139

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Boek II. De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder Titel I. Misdaden en wanbedrijven tegen de

Strafrecht en strafvordering

Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal

PV-REGISTER. PV - gebeurtenis - inbreuken - strafwetboek PV - gebeurtenis - bijzondere wet PV - gebeurtenis - geen misdrijf

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht

Strafwetboek van 8 juni Boek I. De misdrijven en de bestraffing in het algemeen... 3

Strafwetboek van 8 juni Boek I. De misdrijven en de bestraffing in het algemeen... 3

Wetboek van Strafrecht

(B.S., 14 november 1998)

Strafrecht en strafvordering

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/006. betreffende de verzwarende omstandigheden in het Strafwetboek

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Misdaad Wanbedrijf Overtreding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk IVbis. Belaging

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

DEEL 5: CYBERCRIMINALITEIT

1. INTERNATIONALE MENSENRECHTENBEPALINGEN. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 12 1

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

verzoeken om inschrijving van de (juridische aard van de rechtspersoon, benaming en adres)... Ondernemingsnummer:... Tel.:... adres:...

Gepubliceerd op : FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Omzendbrief nr. COL 3/2000 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

WONINGKWALITEITSBEWAKING IN HET VLAAMSE GEWEST

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Art. 6. (Opgeheven) <W /35, art. 12, 010; ED : >

2. Algemene beginselen: europese teksten 15

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden.

Hof van Cassatie van België

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

Hof van Cassatie van België

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Titel VII. Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar gebracht

Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders

Rolnummer Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

Voorontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

De raad zendt hiervan binnen achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

College van Procureursgeneraal. Collège des procureurs généraux

Eerste Kamer der Staten-Generaal

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

I. GEMEEN STRAFRECHT

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, :32 PM

Publicatieblad van de Europese Unie

Hof van Cassatie van België

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

2

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Sociaal werk en Beroepsgeheim

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

Administratieve geldboetes

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie:

POLITIEPOCKET STRAFWETBOEK Christian De Valkeneer Procureur-generaal te Luik Professor aan de UCL 3de editie Officieuze coördinatie tot 15 januari 2015

Uitgeverij Politeia nv Keizerslaan 34, 1000 Brussel Tel. 02/289.26.10 Fax 02/289.26.19 info@politeia.be www.politeia.be Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt op welke wijze ook, zonder uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. D/2015/8132/12 NUR: 820 ISBN: 978-2-509-02337-7

Inhoudstafel Inleiding 7 Deel I Strafwetboek 9 Boek 1. De misdrijven en de bestraffing in het algemeen. 9 Hoofdstuk I. Misdrijven. 9 Hoofdstuk II. Straffen. 10 Hoofdstuk III. Andere veroordelingen die wegens misdaden, wanbedrijven of overtredingen kunnen worden uitgesproken. 23 Hoofdstuk IV. Poging tot misdaad of tot wanbedrijf. 24 Hoofdstuk V. Herhaling. 25 Hoofdstuk VI. Samenloop van verscheidene misdrijven. 26 Hoofdstuk VII. Deelneming van verscheidene personen aan eenzelfde misdaad of wanbedrijf. 27 Hoofdstuk VIII. Rechtvaardigings- en verschoningsgronden. 28 Hoofdstuk IX. Verzachtende omstandigheden. 28 Hoofdstuk X. Tenietgaan van de straffen. 30 Boek 2. De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder. 32 Titel I. Misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van de staat. 32 Hoofdstuk I. Aanslag op en samenspanning tegen de koning, de koninklijke familie en de regeringsvorm. 32 Hoofdstuk II. Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de staat. 34 Hoofdstuk III. Misdaden tegen de inwendige veiligheid van de staat. 44 Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. 47 Titel Iter. Terroristische misdrijven. 54 Titel II. Misdaden en wanbedrijven die door de grondwet gewaarborgde rechten schenden. 58 Hoofdstuk I. Wanbedrijven betreffende de uitoefening van politieke rechten. 58 Hoofdstuk I. Wanbedrijven betreffende de vrije uitoefening van de erediensten. 59 Hoofdstuk II. Schending door openbare ambtenaren van rechten door de grondwet gewaarborgd. 60 Titel III. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw. 62 Hoofdstuk I. Valse munt. 62 Hoofdstuk II. Namaking of vervalsing van openbare effecten, aandelen, schuldbrieven, rentebewijzen en bij de wet toegelaten bankbiljetten. 63 Inhoudstafel 3

Hoofdstuk IIbis. Bescherming van de geldtekens die wettig betaalmiddel zijn. 64 Hoofdstuk III. Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken, enz. 65 Hoofdstuk IV. Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen. 68 Hoofdstuk V. Vals getuigenis en meineed. 73 Hoofdstuk VI. Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam. 75 Titel IV. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde, gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen of door bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening. 76 Hoofdstuk I. Samenspanning van ambtenaren. 76 Hoofdstuk II. Aanmatiging van macht door administratieve en rechterlijke overheden. 77 Hoofdstuk III. Verduistering, knevelarij en belangenneming gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen. 78 Hoofdstuk IV. Omkoping van personen die een openbaar ambt uitoefenen. 79 Hoofdstuk V. Misbruik van gezag. 81 Hoofdstuk Vbis. Afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie. 82 Hoofdstuk VI. Onwettig vervroegde of verlengde uitoefening van het openbaar gezag. 84 Hoofdstuk VII. Enige wanbedrijven betreffende het houden van de akten van de burgerlijke stand. 84 Hoofdstuk VIII. Misdrijven voor de bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening gepleegd. 85 Titel V. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde door bijzondere personen gepleegd. 85 Hoofdstuk I. Weerspannigheid. 85 Hoofdstuk II. Smaad En geweld tegen ministers, leden van de wetgevende kamers, dragers van het openbaar gezag of van de openbare macht. 86 Hoofdstuk III. Zegelverbreking. 88 Hoofdstuk IV. Belemmering van de uitvoering van openbare werken. 89 Hoofdstuk V. Misdaden en wanbedrijven van leveranciers. 90 Hoofdstuk VI. Uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker. 91 Hoofdstuk VII. Overtreding van de wetten en verordeningen op loterijen, speelhuizen en pandhuizen. 91 Hoofdstuk VIII. Misdrijven betreffende nijverheid, koophandel en openbare veilingen. 92 4 Politiepocket Strafwetboek

Hoofdstuk VIIIbis. Misdrijven betreffende het geheim van privécommunicatie en -telecommunicatie. 93 Hoofdstuk IX. Enige andere misdrijven tegen de openbare orde. 94 Titel VI. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare veiligheid. 95 Hoofdstuk I. Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen en criminele organisatie. 95 Hoofdstuk II. Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen. 97 Hoofdstuk III. Ontvluchting van gevangenen. 98 Hoofdstuk IV. Banbreuk en enige gevallen van verberging. 99 Hoofdstuk V. Wanbedrijven tegen de openbare veiligheid gepleegd door landlopers of door bedelaars. 100 Titel VIbis. Misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars. 100 Titel VII. Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid. 100 Hoofdstuk I. Vruchtafdrijving. 100 Hoofdstuk II. (Opgeheven) 102 Hoofdstuk III. Misdaden en wanbedrijven strekkende tot het verhinderen of vernietigen van het bewijs van de burgerlijke staat van kinderen. 103 Hoofdstuk IV. (Opgeheven) 103 Hoofdstuk V. Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting. 103 Hoofdstuk VI. Bederf van de jeugd en prostitutie. 107 Hoofdstuk VII. Openbare schennis van de goede zeden. 112 Hoofdstuk VIII. Dubbel huwelijk. 115 Hoofdstuk IX. Verlating van familie. 115 Hoofdstuk X. Misdrijven en wanbedrijven inzake adoptie. 116 Hoofdstuk XI. Gedwongen huwelijk en gedwongen wettelijke samenwoning. 117 Titel VIII. Misdaden en wanbedrijven tegen personen. 118 Hoofdstuk I. Opzettelijk doden, opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling. 118 Hoofdstuk II. Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel. 127 Hoofdstuk III. Aantasting van de persoon van minderjarigen, van kwetsbare personen en van het gezin. 129 Hoofdstuk IIIbis. Exploitatie van bedelarij. 134 Hoofdstuk IIIter. Mensenhandel. 135 Inhoudstafel 5

Hoofdstuk IIIquater. Misbruik van andermans kwetsbare toestand door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren. 137 Hoofdstuk IV. Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning, gepleegd door bijzondere personen. 139 Hoofdstuk IVbis. Belaging. 141 Hoofdstuk IVter. Misbruik van de zwakke toestand van personen. 141 Hoofdstuk V. Aanranding van de eer of de goede naam van personen. 142 Hoofdstuk VI. Enige andere wanbedrijven tegen personen. 145 Titel IX. Misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen. 147 Hoofdstuk I. Diefstal en afpersing. 147 Hoofdstuk Ibis. Externe beveiliging van kernmateriaal. 154 Hoofdstuk II. Bedrog. 156 Hoofdstuk III. Vernieling, beschadiging, aanrichting van schade. 167 Titel IXbis. Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen. 175 Titel X. Overtredingen. 177 Hoofdstuk I. Overtredingen van de eerste klasse. (Opgeheven) 177 Hoofdstuk II. Overtredingen van de tweede klasse. (Opgeheven) 177 Hoofdstuk III. Overtredingen van de derde klasse. 178 Hoofdstuk IV. Overtredingen van de vierde klasse. 178 Deel II Alfabetische tabel 181 6 Politiepocket Strafwetboek

Inleiding Deze Politiepocket Strafwetboek is bedoeld als een handig instrument voor een breed doelpubliek om vlot zijn weg te vinden in de zowat 600 artikelen van het wetboek. Dankzij een praktische tabel met een alfabetisch overzicht van de voornaamste misdrijven van boek II, ziet u per inbreuk in één oogopslag het betreffende artikel, de strafmaat en de eventuele verzwarende omstandigheden met hun strafmaat. Dit zakboekje speelt in op de behoeften en verwachtingen van wie dagelijks of af en toe met strafrecht te maken heeft, maar ook van studenten of beginnelingen die de finesses willen kennen van een materie die elke dag opnieuw het nieuws haalt. Alle straffen van minder dan één jaar gevangenisstraf zijn gemarkeerd om u als man of vrouw van de praktijk te helpen de wetgeving inzake Salduz en voorlopige hechtenis correct toe te passen. Hoewel een maximum aan informatie zorgvuldig is samengevat in de tabel, blijft het noodzakelijk om daarnaast ook de artikelen van het wetboek te raadplegen. Het blijft immers nodig voor elke overtreding de relevante artikelen te consulteren om alle aspecten van elke inbreuk volledig te kunnen vatten. Ondanks de grote zorg die de auteur besteed heeft aan het opstellen van de tabel, zijn eventuele fouten niet uitgesloten. Het betreffende artikel moet dus altijd gelezen worden. De lezer wordt vriendelijk verzocht om elke onjuistheid die hij zou vaststellen, mee te delen op het volgende adres: lecodecdv@gmail.com. Alvast hartelijk dank hiervoor. Christian DE VALKENEER Inleiding 7

Deel I Strafwetboek Officieuze coördinatie van het Strafwetboek van 8 juni 1867 15/01/2015 BOEK 1. DE MISDRIJVEN EN DE BESTRAFFING IN HET ALGEMEEN. HOOFDSTUK I. MISDRIJVEN. Artikel 1. Het misdrijf, naar de wetten strafbaar met een criminele straf, is een misdaad. Het misdrijf, naar de wetten strafbaar met een correctionele straf, is een wanbedrijf. Het misdrijf, naar de wetten strafbaar met een politiestraf, is een overtreding. Art. 2. Geen misdrijf kan worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het misdrijf werd gepleegd. Indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die welke ten tijde van het misdrijf was bepaald, wordt de minst zware straf toegepast. Art. 3. Het misdrijf, op het grondgebied van het Rijk door Belgen of door vreemdelingen gepleegd, wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van de Belgische wetten. Art. 4. Het misdrijf, buiten het grondgebied van het Rijk door Belgen of door vreemdelingen gepleegd, wordt in België niet gestraft dan in de gevallen bij de wet bepaald. Art. 5. Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd. Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld. Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en willens heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke rechtspersoon worden veroordeeld. Met rechtspersonen worden gelijkgesteld: 1 tijdelijke verenigingen en verenigingen bij wijze van deelneming; 2 vennootschappen bedoeld in artikel 2, derde lid van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting; 3 burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. Deel I Strafwetboek 9

Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd: de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, (de hulpverleningszones) 1, de prezones, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentenzones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Art. 6. De hoven en rechtbanken zullen de bijzondere wetten en verordeningen verder toepassen in alle bij dit wetboek niet geregelde zaken. HOOFDSTUK II. STRAFFEN. Afdeling I. Verschillende soorten van straffen. Art. 7. De straffen op de misdrijven gepleegd door natuurlijke personen toepasselijk, zijn: In criminele zaken: 1 opsluiting; 2 hechtenis. In correctionele zaken en in politiezaken: 1 gevangenisstraf; 2 werkstraf. De in het 1 en het 2 bepaalde straffen mogen niet samen worden toegepast. In criminele zaken en in correctionele zaken: 1 ontzetting van bepaalde politieke en burgerlijke rechten; 2 terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. In criminele zaken, in correctionele zaken en in politiezaken: 1 geldboete; 2 bijzondere verbeurdverklaring. Art. 7bis. De straffen toepasselijk op misdrijven gepleegd door rechtspersonen zijn: In criminele zaken, in correctionele zaken en in politiezaken: 1 geldboete; 2 bijzondere verbeurdverklaring; de bijzondere verbeurdverklaring, bepaald in artikel 42, 1, uitgesproken ten aanzien van publiekrechtelijke rechtspersonen kan enkel betrekking hebben op goederen die vatbaar zijn voor burgerlijk beslag; 1 Inwerkingtreding: onbepaald. 10 Politiepocket Strafwetboek

in criminele en correctionele zaken: 1 ontbinding; deze kan niet worden uitgesproken ten aanzien van de publiekrechtelijke rechtspersoon; 2 verbod een werkzaamheid die deel uitmaakt van het maatschappelijk doel te verrichten, met uitzondering van werkzaamheden die behoren tot een opdracht van openbare dienstverlening; 3 sluiting van een of meer inrichtingen, met uitzondering van de inrichtingen waar werkzaamheden worden verricht die behoren tot een opdracht van openbare dienstverlening; 4 bekendmaking of verspreiding van de beslissing. Afdeling II. Criminele straffen. Art. 8. Opsluiting is levenslang of tijdelijk. Art. 9. Tijdelijke opsluiting wordt uitgesproken voor een termijn van: 1 vijf tot tien jaar; 2 tien tot vijftien jaar; 3 vijftien tot twintig jaar; 4 twintig tot dertig jaar. Art. 10. Hechtenis is levenslang of tijdelijk. Art. 11. Tijdelijke hechtenis wordt uitgesproken voor een termijn van: 1 vijf tot tien jaar; 2 tien tot vijftien jaar; 3 vijftien tot twintig jaar; 4 twintig tot dertig jaar. Art. 12. Levenslange opsluiting of levenslange hechtenis wordt niet uitgesproken ten aanzien van een persoon die op het tijdstip van de misdaad de volle leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt. Art. 13 17. (Opgeheven) Art. 18. Het arrest houdende veroordeling tot levenslange opsluiting of levenslange hechtenis, tot opsluiting of hechtenis van twintig jaar tot dertig jaar wordt bij uittreksel gedrukt en aangeplakt in de gemeente waar de misdaad is gepleegd en in die waar het arrest is gewezen. Art. 19. Bij alle arresten van veroordeling tot levenslange opsluiting of levenslange hechtenis, tot tijdelijke opsluiting, tot hechtenis van twintig jaar tot dertig jaar of van vijftien jaar tot twintig jaar wordt tegen de veroordeelden de afzetting uitgesproken van de titels, graden, openbare ambten, bedieningen en betrekkingen, waarmee zij bekleed zijn. Deel I Strafwetboek 11

Het hof van assisen kan die afzetting uitspreken tegen de veroordeelden tot hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar of van vijf jaar tot tien jaar. Art. 20 24. (Opgeheven) Afdeling III. Correctionele gevangenisstraf. Art. 25. De duur van de correctionele gevangenisstraf is, behoudens de in de wet bepaalde gevallen, ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar. Hij is ten hoogste vijf jaar voor een met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste tien jaar voor een met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste vijftien jaar voor een met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste twintig jaar voor een met opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar of met levenslange opsluiting strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. De duur van een dag gevangenisstraf is vierentwintig uren. De duur van een maand gevangenisstraf is dertig dagen. Art. 26 27. (Opgeheven) Afdeling IV. Politiegevangenisstraf. Art. 28. De gevangenisstraf wegens overtreding mag niet minder zijn dan een dag en niet meer dan zeven dagen, behoudens de bij de wet uitgezonderde gevallen. Art. 29. (Opgeheven) BEPALINGEN AAN DE AFDELINGEN II, III EN IV GEMEEN. Art. 30. Elke hechtenis, vóór het onherroepelijk worden van de veroordeling ondergaan ten gevolge van het misdrijf dat tot die veroordeling aanleiding geeft, wordt toegerekend op de duur van de vrijheidsstraffen. Iedere voorlopige plaatsingsmaatregel in een gesloten opvoedingsafdeling als bedoeld in artikel 52quater van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade of in de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, wordt onder dezelfde voorwaarde toegerekend op de duur van de vrij- 12 Politiepocket Strafwetboek

heidsstraffen waartoe de persoon, verwezen overeenkomstig artikel 57bis van de voornoemde wet van 8 april 1965, is veroordeeld. Art. 30bis. De tot een vrijheidsstraf veroordeelden ondergaan hun straf in de inrichtingen, door de Koning aangewezen. Art. 30ter. (Oud artikel 30bis) (Opgeheven) Afdeling V. Straffen aan misdaden en wanbedrijven gemeen. Onderafdeling I. Straffen aan misdaden en wanbedrijven gemeen, toepasselijk op natuurlijke personen. Art. 31. Bij alle arresten van veroordeling tot levenslange opsluiting of levenslange hechtenis of tot opsluiting voor een termijn van tien tot vijftien jaar of een langere termijn wordt tegen de veroordeelden levenslange ontzetting uitgesproken van het recht om: 1 openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen; 2 verkozen te worden; 3 enig ereteken te dragen of enige adellijke titel te voeren; 4 gezworene of deskundige te zijn, als instrumentair of attesterend getuige bij akten op te treden; in rechte te getuigen, anders dan om enkel inlichtingen te geven; 5 geroepen te worden tot het ambt van voogd, toeziend voogd of curator, behalve over hun eigen kinderen, of om het ambt van (...) 2, gerechtelijk bewindvoerder over de goederen van een vermoedelijk afwezige of (bewindvoerder van een persoon die krachtens artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek is beschermd) 3 uit te oefenen; 6 een wapen of munitie te vervaardigen, te wijzigen, te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, in, uit, of door te voeren, of te dienen in de Krijgsmacht. De arresten van veroordeling bedoeld in het vorige lid kunnen bovendien tegen de veroordeelden de ontzetting van het kiesrecht uitspreken, voor hun leven of voor twintig jaar tot dertig jaar. Art. 32. De hoven van assisen kunnen de tot opsluiting van vijf jaar tot tien jaar of hechtenis veroordeelden, voor hun leven of voor tien jaar tot twintig jaar, geheel of ten dele ontzetting van de uitoefening van de rechten genoemd in het vorige artikel. Art. 33. De hoven en rechtbanken kunnen, in de gevallen bij de wet bepaald, de tot correctionele straffen veroordeelden voor een termijn van vijf jaar tot tien jaar, geheel of ten dele ontzetten van de uitoefening van de rechten genoemd in artikel 31, eerste lid. 2 Inwerkingtreding: 01-06-2014. 3 Inwerkingtreding: 01-06-2014. Deel I Strafwetboek 13

Art. 33bis. De hoven en de rechtbanken zullen de tot correctionele straffen veroordeelden kunnen ontzetten van de uitoefening van het recht bedoeld in artikel 31, tweede lid, voor een termijn van vijf jaar tot tien jaar. Art. 34. De tijd van de ontzetting, bij het vonnis of het arrest van veroordeling bepaald, gaat in op de dag dat de veroordeelde zijn straf heeft ondergaan of dat zijn straf verjaard is. Bovendien heeft de ontzetting haar gevolgen met ingang van de dag waarop de op tegenspraak of bij verstek gewezen veroordeling onherroepelijk is geworden. De ontzetting die is uitgesproken ten aanzien van een veroordeelde die overeenkomstig de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie voor de tenuitvoerlegging van zijn straf volledig of gedeeltelijk uitstel heeft verkregen, gaat in op de dag waarop het uitstel begint te lopen zolang dat niet wordt herroepen. Onderafdeling Ibis. De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. Art. 34bis. De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank is een bijkomende straf die in de door de wet bepaalde gevallen moet of kan worden uitgesproken met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen personen die bepaalde ernstige strafbare feiten plegen die de integriteit van personen aantasten. Deze bijkomende straf gaat in na het verstrijken van de hoofdgevangenisstraf of van de opsluiting. Art. 34ter. De hoven en rechtbanken spreken een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank uit voor een periode van minimum vijf en maximum vijftien jaar die ingaat na afloop van de hoofdstraf bij de volgende veroordelingen: 1 de veroordelingen die toepassing maken van de artikelen 54 en 57bis, behalve indien de vroegere straf voor een politieke misdaad werd opgelegd; 2 de veroordelingen die, toepassing makend van de artikelen 57 en 57bis, een herhaling van misdaad op misdaad vaststellen, behalve indien de vroegere straf voor een politieke misdaad werd opgelegd; 3 de veroordelingen tot een criminele straf op grond van de artikelen 137, ingeval dit de dood heeft veroorzaakt, 376, eerste lid, 417ter, derde lid, 2, en 428, 5. Art. 34quater. De hoven en rechtbanken kunnen een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank uitspreken voor een periode van minimum vijf en maximum vijftien jaar die ingaat na afloop van de hoofdstraf bij de volgende gevallen: 1 de veroordelingen ten aanzien van personen die, na tot een straf van ten minste vijf jaar gevangenis of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking genomen wordt overeenkomstig artikel 99bis te zijn veroordeeld wegens feiten waardoor opzettelijk ernstig lijden of ernstig lichamelijk letsel of schade aan de geestelijke of lichamelijke gezondheid wordt veroorzaakt, binnen een termijn van tien jaar, te rekenen vanaf 14 Politiepocket Strafwetboek

het ogenblik dat de veroordeling in kracht van gewijsde is gegaan, opnieuw veroordeeld wordt wegens gelijkaardige feiten; 2 de veroordelingen op grond van de artikelen 136bis, 136ter, 136quater, 136quinquies, 136sexies, 136septies, 347bis, 4, 1 in fine, 393, 394, 395, 396, 397, 417quater, derde lid, 2, 433octies, 1, 475, 518, derde lid, en 532; 3 de veroordelingen op grond van de artikelen 372, 373, tweede en derde lid, 375, 376, tweede en derde lid, 377, eerste, tweede, vierde en zesde lid; 4 ingeval de artikelen 61, 62 of 65 worden toegepast, de veroordelingen op grond van samenlopende misdrijven die niet worden vermeld in 1 tot 3. Art. 34quinquies. Ingeval de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank niet wettelijk verplicht is, worden de procedures betreffende de misdrijven die als grondslag voor de herhaling gelden, bij het dossier der vervolging gevoegd en de gronden van de beslissing worden erin omschreven. Indien de misdrijven die als grondslag voor de herhaling gelden vastgesteld zijn in een veroordeling uitgesproken in een andere lidstaat van de Europese Unie, wordt in alle gevallen een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing bij het dossier der vervolging gevoegd. Onderafdeling II. Straffen aan misdaden en wanbedrijven gemeen, toepasselijk op rechtspersonen. Art. 35. Ontbinding kan door de rechter worden uitgesproken, wanneer de rechtspersoon opzettelijk is opgericht om de strafbare werkzaamheden te verrichten waarvoor hij wordt veroordeeld of wanneer hij opzettelijk van zijn doel is afgewend om dergelijke werkzaamheden te verrichten. Wanneer de rechter de ontbinding uitspreekt, verwijst hij de zaak naar het gerecht dat bevoegd is kennis te nemen van de vereffening van de rechtspersoon. Art. 36. Tijdelijk of definitief verbod een werkzaamheid te verrichten die deel uitmaakt van het maatschappelijk doel van de rechtspersoon, kan door de rechter worden uitgesproken in de gevallen door de wet bepaald. Art. 37. Tijdelijke of definitieve sluiting van een of meer inrichtingen van de rechtspersoon kan door de rechter worden uitgesproken in de gevallen door de wet bepaald. Art. 37bis. Bekendmaking of verspreiding van de beslissing op kosten van de veroordeelde kan door de rechter worden uitgesproken in de gevallen bepaald door de wet. Deel I Strafwetboek 15

Deel II Alfabetische tabel Deel II Alfabetische tabel 181

Kwalificatie Artikel(en) Straffen Aanmatiging van macht door administratieve en rechterlijke overheden Aanranding van de eer Aanranding van de eerbaarheid 1 237 tot 239 Alle overtredingen bedoeld in artikelen 237 tot 239 van het Strafwetboek worden met straffen bestraft waarvan het maximum hoger is dan of gelijk is aan één jaar opsluiting, behalve voor artikel 238. 443 tot 452 Laster en eerroof (art. 443 en 444). Acht dagen tot één jaar gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 200. Lasterlijke aangifte (art. 445). Belediging (art. 448). 372 tot 374 Aanranding van de eerbaarheid zonder geweld of bedreiging, gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een kind beneden de volle leeftijd van zestien jaar (art. 372 al. 1). Vijftien dagen tot zes maanden gevangenisstraf. Acht dagen tot twee maanden gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 500 of één van die straffen alleen. Opsluiting van vijf jaar tot tien jaar. De aanranding van de eerbaarheid, 0psluiting van tien jaar tot vijftien zonder geweld of bedreiging door jaar. een bloedverwant in de opgaande lijn of adoptant gepleegd op de persoon of met behulp van een minderjarige, zelfs indien deze de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, maar niet ontvoogd is door het huwelijk, wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar. Dezelfde straf wordt toegepast indien de schuldige hetzij de broer of de zus van het minderjarige slachtoffer is of ieder ander persoon die een soortgelijke positie heeft in het gezin, hetzij onverschillig welke persoon die gewoonlijk of occasioneel met het slachtoffer samenwoont en die over dat slachtoffer gezag heeft (art. 372 al. 2). Aanranding van de eerbaarheid Zes maanden tot vijf jaar gevangenisstraf. met geweld of bedreiging (art. 373 al. 1). Aanranding van de eerbaarheid Opsluiting van vijf tot tien jaar. met geweld of bedreiging van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar (art. 373 al. 2). 182 Politiepocket Strafwetboek

Verzwarende omstandigheden Artikel(en) Straffen Indien de aanranding van de eerbaarheid de dood veroorzaakt. 376 al. 1 Opsluiting van twintig tot dertig jaar. Indien de aanranding van de eerbaarheid is voorafgegaan door of gepaard gegaan met de handelingen bedoeld in artikel 417ter, eerste lid, of opsluiting. 376 al. 2 Opsluiting van vijftien tot twintig jaar. Indien de aanranding van de eerbaarheid gepleegd is op een persoon in een kwetsbare toestand of onder bedreiging van een wapen. Wanneer één van de drijfveren van de aanranding van de eerbaarheid bestaat in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon. 376 al. 3 Opsluiting van tien tot vijftien jaar. 377bis Het minimum van de straf wordt verdubbeld in geval van een gevangenisstraf en wordt verhoogd met twee jaar indien het een opsluiting betreft. Deel II Alfabetische tabel 183

Kwalificatie Artikel(en) Straffen Opsluiting van tien tot vijftien jaar. Aanranding van de eerbaarheid 1 372 tot 374 Aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging op de persoon van een minderjarige beneden de volle leeftijd van zestien jaar (art. 373 al. 3). Abortus Adoptie (misdrijven en wanbedrijven inzake adoptie) 348 tot 352 Vruchtafdrijving veroorzaken bij Opsluiting van vijf tot tien jaar. een vrouw die daarin niet heeft toegestemd (art. 348). Wanneer de vruchtafdrijving wordt Drie maanden tot twee jaar gevangenisstraf en een geldboete van 26 veroorzaakt door geweld, opzettelijk gepleegd, maar zonder het oogmerk om afdrijving te verwekken tot 300. (art. 349 al. 1). 391quater en 391quinquies Vruchtafdrijving veroorzaken bij een vrouw die daarin heeft toegestemd (art. 350 al. 1). Vrouw die opzettelijk een vruchtafdrijving laat verrichten buiten de voorwaarden gesteld in artikel 350 (art. 351). Drie maanden tot één jaar gevangenisstraf en een geldboete van 100 tot 500. Drie maanden tot één jaar gevangenisstraf en een geldboete van 50 tot 200. Vrouw die opzettelijk een vruchtafdrijving laat verrichten buiten de Opsluiting van vijf tot tien jaar. voorwaarden gesteld in artikel 350 met de dood tot gevolg (art. 352). Met bedrieglijk inzicht, een adoptie Een maand tot één jaar gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot verkregen hebben of proberen te verkrijgen die strijdig is met de bepalingen van de wet 500 of één van die straffen alleen. (art. 391quater). Tussenkomst als tussenpersoon in een onwettelijke adoptie (art. 391quinquies). Eén tot vijf jaar gevangenisstraf en een geldboete van 500 tot 25.000 of één van die straffen alleen. 184 Politiepocket Strafwetboek

Verzwarende omstandigheden Artikel(en) Straffen Als de schuldige een bloedverwant van het slachtoffer is of tot degenen behoort die over het slachtoffer gezag hebben of indien feiten gepleegd werden ten nadele van een persoon in kwetsbare toestand. 377 Verschillende verhogingen van de straffen in functie van de hoedanigheid van de dader. Als deze misdaad is voorafgegaan door een benadering van deze minderjarige vanwege de dader met het oogmerk op een later tijdstip de feiten te plegen. 377 al. 1 Het minimum van de straf wordt verhoogd met twee jaar. Geweld gepleegd met voorbedachten rade of met kennis van de toestand van de vrouw. 349 al. 2 Zes maanden tot drie jaar gevangenisstraf met een geldboete van 50 tot 500. Zonder toestemming van de vrouw. 352 Opsluiting van tien tot vijftien jaar. In geval van een tweede veroordeling gepleegd binnen een termijn van drie jaar. 391quater al. 2 Kunnen de straffen verdubbeld worden. Deel II Alfabetische tabel 185

Kwalificatie Artikel(en) Straffen Afpersing 470 Opsluiting van vijf tot tien jaar. Afzetterij Afzetting (uitoefening van ambt na afzetting) Akten van de burgerlijke stand (Het houden van de) Arrestatie (weigering te doen ophouden) Bedelarij (exploitatie van) 508bis en 508ter Dranken of spijzen laten opdienen, Acht dagen tot drie maanden gevangenisstraf en een geldboete van 200 zich logies doen geven in een reizigershotel of in een herberg, of een tot 1.500 of één van die straffen alleen. huurrijtuig huren (art. 508bis). Een voertuig van brandstof of smeerolie laten voorzien (art. 508ter). 262 Acht dagen tot één jaar gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 500. 263 tot 265 Ambtenaar van de burgerlijke stand die een van de bepalingen van de artikelen 34 tot 44, 49, 50 en 334 van het Burgerlijk Wetboek overtreedt (art. 263). Ambtenaar van de burgerlijke stand of de speciaal door hem gemachtigde beambte die een van de bepalingen van artikel 45, 1, van het Burgerlijk Wetboek overtreden (art. 264). Ambtenaar van de burgerlijke stand, die een huwelijk voltrekt zonder zich van het bestaan van de vereiste toestemmingen te vergewissen (art. 265). 155 en 156 Weigering een arrestatie te doen ophouden (art. 155). Willkeurige arrestatie niet te hebben aangegeven (art. 156). 433ter en 433quater Een geldboete van 26 tot 300. Een geldboete van 100 tot 500. Een geldboete van 26 tot 500. Eén maand tot één jaar gevangenisstraf. Acht dagen tot zes maanden gevangenisstraf. Zes maanden tot drie jaar gevangenisstraf en een boete van 500 tot 25.000 (art. 433ter). De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn. 186 Politiepocket Strafwetboek

Verzwarende omstandigheden Artikel(en) Straffen Zie het betreffende artikel. Art. 471 Opsluiting van tien tot vijftien jaar. Zie het betreffende artikel. Art. 472 Opsluiting van vijftien tot twintig jaar. Zie het betreffende artikel. Art. 473 Opsluiting van vijftien tot twintig jaar of opsluiting van twintig tot dertig jaar. Zie het betreffende artikel. Art. 474 Opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar. Zie het betreffende artikel. Art.475 Levenslange opsluiting. Herhaling. 508bis al. 2 en 508ter al.2 Verdubbeling van de straffen mogelijk. Indien de feiten gepleegd zijn op een minderjarige, op een persoon in een kwetsbare toestand of door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige andere vorm van dwang. 433quater Eén jaar tot vijf jaar gevangenisstraf en een geldboete van 500 tot 50.000. Deel II Alfabetische tabel 187

Kwalificatie Artikel(en) Straffen Bedrieglijk verbergen 508 Acht dagen tot twee jaar gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 500. Bedriegerij (van de aankoper) 498 en 499 Alle overtredingen bedoeld in de artikelen 498 en 499 van het Strafwetboek worden met straffen bestraft waarvan het maximum gelijk is aan één jaar gevangenisstraf. Bedreigingen 327 tot 331bis Hetzij mondeling, hetzij bij een naamloos of ondertekend geschrift iemand onder een bevel of onder een voorwaarde, bedreigen met een aanslag op personen of op eigendommen (art.327 al.1) 2. Bedreigingen bij naamloos of ondertekend geschrift (art. 327 al. 2) 3. Vals berichtgeven over het bestaan van gevaar (art. 328). Zes maanden tot vijf jaar gevangenisstraf en een geldboete van 100 tot 500. Twee maanden tot twee jaar gevangenisstraf en een boete van 50 tot 300. Drie maanden tot twee jaar gevangenisstraf en een boete van 50 tot 300. Stoffen verspreiden die, zonder op zichzelf gevaar in te houden, de indruk geven gevaarlijk te zijn (art. 328bis). Bedreigingen door gebaren of zinnebeelden (art. 329). Acht dagen tot drie maanden gevangenisstraf en een boete van 26 tot 100. Hetzij mondeling, hetzij bij een naamloos of ondertekend geschrift iemand onder een bevel of onder een voorwaarde bedreigen met een aanslag op personen of eigendommen (art. 330). Nucleaire of chemische bedreigingen Opsluiting van vijf tot tien jaar. (art. 331bis). Begrafeniswetten 315 Acht dagen tot twee maanden gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 300. Belaging 442bis en 442ter Vijftien dagen tot twee jaar gevangenisstraf en een geldboete van 50 tot 300 of één van die straffen alleen. 188 Politiepocket Strafwetboek

Verzwarende omstandigheden Artikel(en) Straffen Indien de persoon die met een aanslag wordt 330bis bedreigd of aan wie valse inlichtingen betreffende een aanslag worden gegeven een kwetsbare persoon is. Het minimum van de straffen wordt verdubbeld. - - Wanneer één van de drijfveren van het wanbedrijf bestaat in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon. Indien de feiten worden gepleegd ten nadele van een kwetsbare persoon. 442ter 442bis al.2 Het minimum van de bij dit artikel bepaalde correctionele straffen worden verdubbeld. De minimumstraf wordt verdubbeld. Deel II Alfabetische tabel 189