Een ingrijpende herziening van de risico analyse van chemische producten



Vergelijkbare documenten
7 Stellingen ter Bevordering van de Bijengezondheid

Toxiciteit als kwestie van tijd

Neonicotinoïde insecticiden en de teloorgang van akkervogels in de Hoeksche Waard

Neonicotinoïde insecticiden als bedreiging van de gezondheid van mens en milieu

Milieuverontreiniging met insecticiden en de catastrofale gevolgen voor insecten en vogels

De impasse in de risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen. Dr. Ir. H.A. (Henk) Tennekes Amsterdam, 30 november 2017

Normoverschrijdingen van insecticiden in het oppervlaktewater van Drenthe en de catastrofale gevolgen voor de insectenwereld

Neonicotinoïden. Insecticiden met selectieve werking. Binden aan nicotinoïde acetylcholine-receptoren in CZS van insecten

Bestrijdingsmiddelen en mogelijke bedreigingen van de gezondheid van mens en milieu

Betreft: Nadere toelichting bezwaarschrift tegen het toelatingsbesluit van 4 juni 2010 van

Celtesten voor de risicobeoordeling van giftige stoffen in water

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

Veiligheid van voeding, chemische producten en medicatie. Twan van den Beucken Department of Toxicogenomics Maastricht University

Waarom kunnen omgevingsfactoren een belangrijk risico op kanker inhouden?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Procedure voor het afleiden van huidgrenswaarden voor stoffen met H-notatie, maar zonder een dermale Derived No Effect Level (DNEL)

Lobbyisme of hoe de democratische rechtsorde wordt ondermijnd door de gouden driehoek. UvA studievereniging Machiavelli 7 december 2015

Grenswaarden voor Beroepsblootstelling. Inleiding en mechanistische beschouwing. Kunnen we stoffen waarbij accumulatie optreedt anders gaan benaderen?

Deltaplan Agro-Ecologie

Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling

Samenvatting. Vraagstelling

Evaluatie van bestrijdingsmiddelenmetingen in Nederland; effecten van simultane blootstelling aan meerdere bestrijdingsmiddelen?

Het risicoprofiel van neonicotinoïde insecticiden voor arthropoden

Gezondheid & Voeding

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

-receptoren in celmembranen van bepaalde neuronen. Na binding van de neurotransmitter GABA aan een GABA A

Zwangeren en CMR stoffen

(Voor de EER relevante tekst)

CARBOBEL SIMPLEX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

NEDERLANDSE SAMENVATTING

In vitro methoden bij genotoxiciteit L. Verschaeve

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Blootstellingprofielen voor pesticiden bij tuinders. TNO Kwaliteit van Leven

GEZONDHEIDSKUNDIG ONDERBOUWDE GRENSWAARDEN

Zwarte lijst schadelijke bestrijdingsmiddelen

Samenvatting. Vraagstelling

HOUD ZIJPE LEEFBAAR. Bewaken van de menselijke belevingswaarde van onze leefomgeving

Nederlandse Samenvatting

Werken in vervuilde grond

(Voor de EER relevante tekst)

Nederlandse samenvatting Marihuana, endocannabinoïden en acute hersenschade

Het probleem bij de bron aanpakken"

Controverses tussen grenswaarden De casus benzeen Het duiveltje zit in het detail. Gerard Swaen, Universiteit Maastricht NvT 8 maart 2018

DOSIS SOLA FACIT VENEMUM

Neurocognitieve prestaties en blootstelling aan luchtvervuiling. Saenen Nelly - UHasselt

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur

TCDD. Jaarverslag NVT & PhD-days report. Opinie: herziening risicoanalyse noodzakelijk. Verslag Jaarvergadering

Risicobeoordeling voor mens

Het Voedingscentrum. Stichting Voedingscentrum Nederland Postbus 85700, 2508 CK Den Haag Eisenhowerlaan 108, 2517 KL Den Haag

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Samenvatting. Adviesvraag over nieuwe testmethode

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013

Benzodiazepinen. Eindexamen vwo biologie pilot 2014-II

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Willy van Heumenprijs voor digitaal proefdier

Gezondheid & Voeding

Neonicotinoiden De ruiters van de apocalyps

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Interactie VALPROINEZUUR + CARBAPENEMS. Dr. Stephanie Natsch Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog

2001/06OSH: Aanpassen van grenswaarden bij flexibele werktijden.

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Normen voor bestrijdingsmiddelen in water en agrarische producten

Nederlandse Samenvatting. De estrogeenreceptor, milieu-estrogenen en de rol van cytochroom P450 in bioactivatie

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) 14 (20) 3,25 (1) 1 (0,9) 0,7 (0,1) 7 (1,5) 0,15 (0,1) 0,14 (0,1)

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

Het modererend effect van de moeder kind relatie op de effecten van prenatale blootstelling aan PCB s op de cognitieve ontwikkeling van het kind

NANODEELTJES IN HET MILIEU ZIJN ER ECHT RISICO S? Nico van den Brink, Alterra Wageningen UR

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016

Hierbij gaat voor de delegaties document D033652/02 - BIJLAGE.

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

nano en (leef)milieu dik van de meent

Kwantificering van gewonden ten gevolge van ongevallen met gevaarlijke stoffen

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Neonicotinoïden en bijen

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

Hazard vs. Risk. Hazard (potentieel gevaarlijk voor gezondheid): = intrinsieke eigenschap van een stof

Bewegen als medicijn. Dr. Hans Hobbelen, Lector healthy Lifestyle, Ageing and Health Care

Wat betekent dit voor. van omwonenden?

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De overeenkomsten tussen de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington

Toxicologie enkele begrippen

Klasse 8: Bijtende stoffen

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt

WELKOM. 1 6 oktober 2012 Het congres over the next generation huis aan huis

Chronisch onderzoek is van belang bij stoffen waarbij accumulatie kan optreden.

Neonicotinoiden en insectensterfte


Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit

Hoe bang moeten we zijn voor bestrijdingsmiddelen? Martin van den Berg

Achtergrond van het onderzoek

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..?

Transcriptie:

Een ingrijpende herziening van de risico analyse van chemische producten is dringend noodzakelijk Henk A. Tennekes Experimental Toxicology Services (ETS) Nederland BV, Frankensteeg 4, 7201 KN Zutphen Het Paracelsus paradigma dosis sola facit venenum (alleen de hoeveelheid maakt het vergif) vormt nog steeds de basis voor de beoordeling van risico s van chemische producten. De risico analyse gaat er van uit dat - met uitzondering van genotoxiciteit - voor vrijwel alle potentiele risico s van chemische producten drempelwaarden kunnen worden bepaald waar beneden geen giftige werking meer optreedt. Deze benadering zal naar mijn overtuiging ooit te boek staan als één van de grootste dwalingen in de toxicologie omdat onvoldoende rekening wordt gehouden met de cumulatieve toxiciteit van sommige giftige stoffen. Al in de jaren 1940 kwamen de farmacoloog Hermann Druckrey en de wiskundige Karl Küpfmüller met theoretische benaderingen van dosis-werkingsrelaties tot de conclusie dat de factor tijd een bepalende rol bij de werking van giftige stoffen kan spelen [1]. Hun uitgangspunt was de nu algemeen geaccepteerde visie dat de farmacologische of toxische werking van een stof tot stand komt door interactie met (binding aan) een specifieke receptor. Navolgend wordt beschreven hoe zij konden aantonen dat onomkeerbare interacties leiden tot een werking die zowel van de dosis als ook van de tijd afhankelijk is: Noem de concentratie van de stof op de plek van interactie met de specifieke receptor C, de beginconcentratie van vrije specifieke receptoren R 0, en de concentratie van gebonden receptoren C R, dan wordt de snelheid van de receptorbinding (associatie) beschreven door K (R 0 - C R ) C (1)

waarbij K een reactieconstante is. De snelheid van dissociatie van gebonden receptoren wordt beschreven door C R / T R (2) waarbij T R een tijdsconstante is. De snelheid waarmee de concentratie van gebonden receptoren verandert wordt beschreven door het verschil van de snelheid van associatie en dissociatie dc R / dt = K (R 0 - C R ) C C R / T R (3) Neem nu aan dat de receptorbinding onomkeerbaar is en T R, dan wordt vergelijking (3) vereenvoudigd tot dc R / dt = K (R 0 - C R ) C (4) Neem verder aan dat tot het moment waarop de werking optreedt C R «R 0, en R 0 dus praktisch constant blijft, dan kunnen we verder vereenvoudigen tot dc R / dt = K R 0 C (5) Neem nu aan dat tijdens de studie met een constante dosis werd gewerkt en dientengevolge C ook zo goed als constant bleef, dan levert integratie de volgende vergelijking op C R = K R 0 C t (6) Vergelijking (6) geeft aan dat bij een onomkeerbare receptorbinding de concentratie van gebonden receptoren C R bepaald wordt door het product van de concentratie van het gif C en de blootstellingsduur t. Deze dosis-werkingsrelatie staat bekend als de regel van Haber [2], genoemd naar de Duitse chemicus en Nobelprijswinnaar Fritz Haber, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de inzet van gifgas in de Eerste Wereldoorlog. Haber gebruikte het c.t

product om de giftigheid van de stof te bepalen: hoe kleiner het c.t product, hoe giftiger de stof. De regel van Haber voert het Paracelsus paradigma ad absurdum. Bij vrijwel onomkeerbare receptorbindingen wordt de giftigheid van een stof niet alleen bepaald door de dosis, maar ook door de tijd. Er is dan sprake van cumulatieve toxiciteit. Mens en milieu staan voortdurend bloot aan lage concentraties van talloze gifstoffen, en wie zegt dat cumulatieve toxiciteit en stapelingseffecten kunnen worden uitgesloten? Druckrey en Küpfmüller gingen bij hun theoretische benaderingen van dosis-werkingsrelaties nog een stap verder. Bij onomkeerbare receptor bindingen wordt de concentratie van gebonden receptoren, zoals gezien, bepaald door de integraal van gifconcentratie over de tijd C R ~ C dt (7) Als nu ook het effect E van de receptorbinding onomkeerbaar is wordt de werking afhankelijk van de integraal van de concentratie van gebonden receptoren over de tijd E ~ C R dt (8) Als vergelijkingen (7) en (8) worden gecombineerd wordt duidelijk dat onder bepaalde voorwaarden (onomkeerbare receptorbinding en een onomkeerbaar effect) het effect bepaald wordt door de dubbele integraal van gifconcentratie over de tijd waardoor de tijd de werking gaat versterken. E ~ C dt (9) Deze verschillende vormen van dosis-werkingsrelaties worden geïllustreerd in figuur 1. Alleen als de receptorbinding snel reversibel is wordt de werking enkel en alleen bepaald door de gifconcentratie en gaat het Paracelsus paradigma op. Bij langzaam reversibele

receptorbindingen wordt de werking echter afhankelijk van de tijd en in extreme gevallen versterkt de tijd zelfs de werking van een gif. Druckrey en zijn medewerkers hebben in de daaropvolgende jaren deze theoretische benaderingen van dosis-werkingsrelaties gevalideerd met kankerverwekkende stoffen zoals diethylnitrosamine [3] en 4-dimethylaminostilbeen [4]. Zij toonden aan dat de werking van deze stoffen versterkt wordt door de tijd, d.w.z. dat de voor de werking noodzakelijke hoeveelheid gif met de tijd steeds geringer wordt. De dosis-werkingsrelatie van zulke stoffen wordt beschreven door wat nu bekend staat als de Druckrey-Küpfmüller vergelijking: c t n = constant (10) waarbij t de gemiddelde tumor inductietijd en de exponent n 1 de versterkende werking van de tijd aangeeft. De moleculaire biologie heeft de theoretische benaderingen van Druckrey en Küpfmüller volledig bevestigd. Carcinogene stoffen of hun afbraakproducten binden zich covalent aan het DNA die kunnen leiden tot gen mutaties die de integriteit van het genoom aantasten [5]. Zowel receptor binding als het effect van de receptorbinding zijn onomkeerbaar. Voor dergelijke werkingen bestaat in principe geen drempelwaarde en blootstelling dient zo mogelijk te worden vermeden. Alleen rijst de vraag of alle andere risico s van chemische producten met het Paracelsus paradigma en de benoeming van drempelwaarden mogen worden benaderd. De theoretische benaderingen van dosis-werkingsrelaties van Druckrey en Küpfmüller zijn niet alleen van toepassing op genotoxische carcinogenen, maar op alle stoffen die onomkeerbare interacties met specifieke receptoren aangaan. En die blijken er wel degelijk te zijn. De toxiciteit van een groot aantal stoffen, waaronder organofosfaten en neonicotinoïde insecticiden, wordt in verschillende testmodellen ook beschreven door de regel van Haber (6) of de Druckrey-

Küpfmüller vergelijking (10) [6-8]. Ook hier is er sprake van vrijwel onomkeerbare binding aan specifieke receptoren, zoals geïllustreerd in figuur 2. Als dergelijke stoffen worden benaderd met het Paracelsus paradigma komt het tot onderschatting van risico s omdat de werking afhankelijk is van de tijd en drempelwaarden niet definieerbaar zijn. Dergelijke onderschattingen van risico s kunnen ernstige gevolgen hebben voor mens en milieu. Bij het gebruik van het neonicotinoïde insecticide imidacloprid bestaat een hoog uiten afspoelingsgevaar en sinds 2004 worden hoge imidacloprid concentraties gemeten in het oppervlaktewater van gebieden met intensieve landbouw. De imidacloprid concentraties in het oppervlaktewater correleren met achteruitgang van ongewervelde dieren en insectivore vogelsoorten [9-11]. Dit zijn duidelijke aanwijzingen dat neonicotinoïden een breuk in de voedselketen kunnen veroorzaken. Maar de bezorgdheid neemt ook toe over potentiële effecten van bestrijdingsmiddelen op de gezondheid van de mens. Er zijn aanwijzingen dat neurologische afwijkingen bij jonge kinderen het gevolg kunnen zijn van prenatale blootstelling van de zich ontwikkelende hersenen aan organofosfaten [12-15]. Het is dus hoog tijd stoffen met tijdsafhankelijke werking te identificeren en veel strenger te beoordelen dan tot nu het geval is geweest.

Bronvermeldingen 1. Druckrey, H., Kupfmuller, K. (1949). Dosis und Wirkung. Beiträge zur theoretischen Pharmakologie. Editio Cantor GmbH, Freiburg im Breisgau. 2. Haber, F. (1924). Zur Geschichte des Gaskrieges. In Fünf Vorträge aus den Jahren 1920-1923, pp. 76-92. Julius Springer, Berlin 3. Druckrey, H., Schildbach, A., Schmaehl, D., Preussmann, R., Ivankovic, S. (1963). Quantitative Analysis of the Carcinogenic Effect of Diethylnitrosamine. Arzneimittelforschung 13, 841-51 4. Druckrey, H., Dischler, W. (1963). Dosis-Wirkungsbeziehungen bei der Krebserzeugung durch 4-dimethylaminostilben bei Ratten. Z Krebsforsch 65, 272 5. Magee, P. N., Farber, E. (1962). Toxic liver injury and carcinogenesis. Methylation of rat-liver nucleic acids by dimethylnitrosamine in vivo. Biochem J 83, 114-24 6. Sánchez-Bayo, F. (2009). From simple toxicological models to prediction of toxic effects in time. Ecotoxicology 18, 343-354 7. Tennekes, H. A. (2010a). The significance of the Druckrey-Küpfmüller equation for risk assessment - The toxicity of neonicotinoid insecticides to arthropods is reinforced by exposure time. Toxicology 276:1-4. 8. Tennekes, H. A., Sánchez-Bayo, F. (2013) The molecular basis of simple relationships between exposure concentration and toxic effects with time. Toxicology 309:39-51. 9. Tennekes, H.A., 2010b. The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making, ETS Nederland BV, Zutphen. http://www.disasterinthemaking.com/. 10. Van Dijk, T. C., Van Staalduinen, M. A., Van der Sluijs, J. P. (2013) Macro- Invertebrate Decline in Surface Water Polluted with Imidacloprid. PLoS ONE 8(5): e62374. doi:10.1371/journal.pone.0062374

11. Hallmann C.A., Foppen, R.P.B., van Turnhout, C. A. M., de Kroon, H., Jongejans, E. (2014) Declines in insectivorous birds are associated with high neonicotinoid concentrations. Nature 511:341-3. 12. Bouchard, M.F., Chevrier, J., Harley, K.G., Kogut, K. et al. (2011) Prenatal Exposure to Organophosphate Pesticides and IQ in 7-Year-Old Children Environ Health Perspect. 119(8): 1189 1195 13. Rauh, V., Arunajadai, S., Horton, M., Perera, F. et al. (2011) Seven-Year Neurodevelopmental Scores and Prenatal Exposure to Chlorpyrifos, a Common Agricultural Pesticide. Environ Health Perspect. 119(8): 1196 1201 14. Engel, S. M., Wetmur, J., Chen, J., Zhu, C. et al. (2011) Prenatal Exposure to Organophosphates, Paraoxonase 1, and Cognitive Development in Childhood. Environ Health Perspect. 119(8): 1182 1188 15. Rauh, V.A., Garfinkel, R., Perera, F.P., Andrews, H.F., Hoepner, L., Barr, D.B., Whitehead, R., Tang, D., Whyatt, R.W. (2006) Impact of Prenatal Chlorpyrifos Exposure on Neurodevelopment in the First 3 Years of Life Among Inner-City Children. Pediatrics 118, 1845-1859

Legenda Figuur 1 Dosis-werkingsrelaties volgens de theoretische benaderingen van Druckrey en Küpfmüller (zie tekst). C = gif concentratie op de plek van interactie met specifieke receptoren, C R = concentratie van gebonden receptoren bij langzaam reversibele receptorbinding, waardoor de werking afhankelijk wordt van de tijd en een cumulatieve toxiciteit ontstaat, E = effect Figuur 2. Nicotinerge neurotransmissie door acetylcholine producerende zenuwcellen. De prikkeloverdracht vind plaats door afgifte van acetylcholine dat zich vervolgens bindt aan de acetylcholine receptor van een ander neuron. Deze receptorbinding leidt tot prikkeloverdracht, waarna het enzym acetylcholinesterase het gebonden acetylcholine hydrolyseert tot choline en azijnzuur dat door de zenuwcel weer wordt opgenomen om opnieuw acetylcholine voor de volgende prikkeloverdracht te produceren. Deze acetylcholine kringloop kan worden onderbroken door onomkeerbare binding aan (en inactivatie van) acetylcholinesterase van organofosfaten of door vrijwel onomkeerbare binding aan de acetylcholine receptor van neonicotinoïde insecticiden.