Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 A Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Turfn,arkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Kenmerk 2016-0000366029 Uw kenmerk Datum 24 juni 2016 Betreft Beslissing op uw Wob-verzoek Geachte Bij brief van 20 april 2016 heeft u bij mijn ministerie een verzoek ingediend als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Uw verzoek heeft betrekking op juridisch advies getuigenis Plasterk. In het bijzonde vroeg u om: 1. al dan niet interne, al dan niet juridische adviezen, waaronder die van de landsadvocaat ; en 2. een kopie van documenten die de kosten per advies weergeven. Bij brief van 21 april 2016 heb ik de ontvangst van uw verzoek aan u bevestigd. Bij brief van 18 mei 2016 is de termijn om op uw verzoek te beslissen met vier weken verlengd. Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt. Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht, met inachtneming van het navolgende, openbaar te maken. Het betreft de stukken die de minister ter voorbereiding van zijn getuigenverklaring vanuit het ministerie heeft ontvangen. Hieronder ga ik nader op deze stukken in voor wat betreft de onderdelen die niet openbaar worden gemaakt. Met betrekking tot de kosten zijn er geen documenten die informatie geven over de kosten van de ambtelijke adviezen. Verder is de minister mondeling door de Landsadvocaat geadviseerd over hetgeen de minister tijdens de zitting mocht verwachten. Van de Landsadvocaat is ter zake nog geen rekening ontvangen, maar hij heeft meegedeeld dat het gaat om een bedrag van 5800,- (mcl. BTW en kantoorkosten). Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder Allereerst wil ik u wijzen op het volgende. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Pagina 1 van 4
Directie Constitutionele Zeken en WetgevinD Oatum 24Juni 2016 Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke 1< belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt iedere burger 2016-00t0366029 in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Evenmin kent de Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is, Indien ik aan u de betreffende documenten verstrek, moet ik deze ook aan anderen geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vindt de onderstaande belangenafweging dan ook plaats. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd. In de documenten staan persoonsgegevens. Ik ben van oordeel dat t.a.v. deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid. Daarom heb ik de persoonsgegevens verwijderd uit deze documenten. Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is hierbij het volgende van belang. Weliswaar kan, waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaarmaken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ken zich tegen het openbaarmaken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob. Verwijdering van informatie op deze grond is gemarkeerd met een 1. Persoonlijke beleidsopvattingen in een stuk voor intern beraad Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad onder meer moeten worden begrepen: nota s van ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevencien, correspondentie tussen de onderdelen van een ministerie en tussen ministeries onderling, concepten van stukken, agenda s, notulen, samenvattingen en conclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke adviescommissies. Ten aanzien Pagina 2 seri 4
Directie constitution&e Zaken en Wetgeving van deze stukken moet van de bedoeling om ze als stukken voor intern beraad beschouwd te zien, uitdrukkelijk blijken of men moet deze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op de informatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde bijdrage van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bij de beleidsvorming en - voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiçeren. Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijn rekening wil nemen relevant. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. Datum 24 juni 2016 Kenmerk 2016-0000366029 De documenten zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad en bevatten persoonlijke beleidsopvattingen. Ik verstrek daarover geen informatie. Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te verstrekken over deze persoonlijke beleidsopvattingen. Deze persoonlijke beleidsopvattingen heb ik uit het document verwijderd en zijn gemarkeerd met het cijfer 2. Informatie geheim op grond van artikel 61c Gemeentewet Informatie afkomstig uit documenten waarvoor geheimhouding geldt op grond van artikel 61c Gemeentewet wordt eveneens geweigerd. Hetzelfde geldt voor informatie die verwijst naar concrete casusposities (met uitzondering van Roermond en Stichtse Vecht). Deze informatie is gemarkeerd met het cijfer 3 (voor zover opgenomen op pagina 9, en voor het overige geheel achterwege gelaten). Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, Richard van Zwol Secretaris-generaal Pagina 3 van 4
Directie Coristitutionele Zaken en Wetgeving Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daaftegen per brief bezwaar maken bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Postbus 20011, 2500 EA Den 1-laag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Datum 24 juni 2016 Kenmerk zo16-00003660zg Pagina 4 van 4