Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7: Bescherming en evenwicht

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Samenvatting door een scholier 1649 woorden 20 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Voeding

7, Keuzemenu. Samenvatting door een scholier 3647 woorden 29 december keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Voeding

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

5,7. Samenvatting door een scholier 2161 woorden 19 januari keer beoordeeld. 4.1 Keuzemenu

Biologie ( havo vwo )

5,8. Samenvatting door een scholier 2397 woorden 11 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Gezonde voeding?

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Concept Leerdoelenkaart Biologie 10-14

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Voortplanting. Hoofdstuk 6

Samenvatting Biologie Bloedsomloop

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 2, 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

Uitscheiding en afweer

6, Samenvatting door een scholier 1548 woorden 11 april keer beoordeeld

Subkern Primair onderwijs Niveau BB Niveau KGT Niveau havo Niveau vwo Kerndoel po Kerndoel obvo Je benoemt hoe bouw en. voortplanting.

Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS

Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 10

Wat is gezondheid? 5.2 Overal bacteriën. Boekverslag door M woorden 7 april keer beoordeeld

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Biologie hoofdstuk 1:

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

Samenvatting Biologie H2: Voedsel en vertering

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 afweer

Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Bescherming Evenwicht

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

PTA biologie BBL Statenkwartier, Waldeck en Kijkduin cohort

Nederlandse samenvatting

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Mitochondriële ziekten

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

6,5. Werkstuk door een scholier 1758 woorden 1 november keer beoordeeld. Verzorging. Inhoud:

Praktische opdracht Biologie Transplantatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Bloedtransfusie. Informatiebrochure

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

6,6. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli keer beoordeeld

De leraar legt dit eerst uit, daarna maken de leerlingen deze vragen

Cellen aan de basis.

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen

Mitochondriële ziekten Spijsvertering

- De allereerste moedermelk bevat eiwitten. Daardoor is de melk gelig van kleur, eiwitten zijn belangrijk voor een baby om nieuwe cellen te maken

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

Alle organismen van dezelfde soort die een bepaald gebied bij elkaar leven vormen een populatie.

Samenvatting Biologie H

Samenvatting door een scholier 1969 woorden 29 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 6.

Bruin brood, groente en fruit bevatten voedingsvezels > geen voedingsstoffen, wel belangrijk > de spieren in je darm worden er actiever van.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 5

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Thema 3 Voeding en je lichaam

Er zijn zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines.

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu

Infobrochure. Bloedtransfusie

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Ureumcyclusdefecten en organische zuur syndromen Voor kinderen en jongeren

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Naslagwerk VMBO. bloed en afweer

Samenvatting Biologie H7 Bescherming

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

De onderdelen van het bloed.

Nederlandse samenvatting

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Samenvatting Biologie Voortplanting

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Werkstuk Biologie Bloed

Bijlage VMBO-GL en TL 2004

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Bloedtransfusie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 5

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10

DONOR IN HART EN NIEREN

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

Transcriptie:

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7 Samenvatting door een scholier 1173 woorden 6 november 2006 8,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H4 Voeding Mensen en dieren zijn heterotroof: ze voeden zich met stoffen die van een ander organisme afkomstig zijn. Gebreksziekten: ontstaan bij langdurig tekort aan een of meer voedingstoffen. Bv. een bepaalde vorm van bloedarmoede door gebrek aan ijzerzouten Welvaartsziekten: er wordt te vet gegeten, terwijl mensen minder lichaamsbeweging hebben en daardoor minder energie nodig hebben. Wanneer je vetten eet, komen er galzuren uit je lever in je darmkanaal, die helpen bij het verteren van vetten. Veel galzuur bevordert het ontstaan van kanker in de darmwand. Er is een relatie tussen voeding en ziekte. Bepaalde voedingstoffen hebben een stimulerende werking op het ontstaan van een welvaartsziekte, andere een remmende werking. 4.2 Dissimilatie: het afbreken van voedingstoffen waarbij energie vrijkomt. Koolhydraat: bv. zetmeel die bestaat uit lange ketens van aaneengekoppelde glucosemoleculen, in het verteringskanaal worden de glucose moleculen van elkaar afgebroken door verteringsappen. Het bloed neemt ze op en vervoert ze naar de cellen. Wat de cellen ervan niet gebruiken, wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen. Glycogeen is ook een koolhydraten voor gebruik op kort termijn. Vetten vormen niet alleen een belangrijke energie bron, maar zijn ook bouwstoffen voor onder andere cholesterol, hormonen, celmembramen en bovendien ook als isolatielaag rond je lichaam. Boulimia nervosa https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 1 van 6

Lijkt op anorexia, vasten, gebruik van laxeermiddelen, zelf-opgewekt braken en overmatige lichaamsbeweging. Het verschil tussen anorexia is dat dit afgewisseld wordt met ongeremde eetbuien. 4.3 Koolhydraten en vetten vormen de belangrijkste energiebronnen voor het lichaam. Het lichaam zet overtollige energie uit het voedsel om in vet. Eiwitten zijn vooral bouwstoffen. Ook werken ze als enzymen. Enkele aminozure zijn essentiële bestanddelen van de voeding. Vitaminen en mineralen hebben een regelende functie. Sommige mineralen zijn nodig voor de opbouw. Water is de meest voorkomende stof in het lichaam, het wordt gebruikt als koelvloeistof, transportmiddel, neemt deel aan chemische reacties en het zorgt ervoor dat je lichaam 37 graden blijft. 4.4 De voedingsmiddelenindustrie maakt gebruik van micro-organismen bij de bereiding van voedsel. Microorganismen zijn ook verantwoordelijk voor voedselbederf. Conserveringsmiddeloen voorkomen voedselbederf. 4.5 Plantaardig en dierlijk voedsel kunnen van nature stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid. Voedsel kan ook verontreinigd zijn met stoffen die er van nature niet thuishoren. Additieven zijn hulpstoffen (kleurstoffen, smaakstoffen) die door de voedingsmiddelen industrie bij de bereiding van voedsel gebruikt worden. De voedingsmiddelen maakt gebruik van additieven om het voedsel te verbeteren. De ADI-waarde van veel hulpstoffen is vastgesteld op basis van dierproeven. H5 5.1 Wat is gezondheid Volgens de WHO ben je gezond wanneer je in een toestand verkeert van 'volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden.' Gezondheid hangt af van de volgende factoren: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 2 van 6

je eigenschappen je fysieke en maatschappelijke omgeving je leefstijl je leeftijd 5.2 Overal bacteriën Bescherming tegen ziektekiemen: Je huid Slijmvliezen Maagsap Bacteriën kunnen een dikke wand om zich heen maken, en vormen zo sporen. Daardoor zijn ze beschermd tegen verhitting, zuur en uitdroging. Je huid beschermt tegen infecties, uitdroging en UV-licht. Je huid speelt ook een rol bij het handhaven van je lichaamstemperatuur. 5.3 Je loopt een bacterie op Je bloed bestaat voor 55% uit plasma en voor 45% uit bloedcellen. Bloedplasma bestaat uit: water (met zouten), voedingsstoffen, hormonen, eiwitten, afvalstoffen en opgeloste lucht. Als je een ontsteking hebt heb je minder plasma, omdat je lichaam dan meer witte bloedcellen aanmaakt. De incubatietijd is de tijd tussen het moment dat een ziekteverwekker je lichaam binnendringt, en het moment je er ziek van word. De ziektewekkers planten zich tijdens de incubatietijd voort, totdat er zoveel zijn dat je ziek wordt. De duur hiervan verschilt per ziekteverwekker. Virussen veroorzaakt door bacteriën, schimmels en virussen zijn besmettelijk. Fagocyten: de eerste cellen van je afweersysteem die ziekteverwekkers onschadelijk maken. Zij vernietigen ziekteverwekkers door te ze fagocyteren ( tot voedsel maken ). Deze afweer werkt tegen alle ziekteverwekkers en is daarom aspecifiek. Antigenen: eiwitten die om de celmembranen van ziekteverwekkers zitten. Elk organisme heeft zijn eigen combinatie antigen. Ziekteverwekkers hebben een ander soort organisme, en daardoor 'lichaamsvreemde' antigenen. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 3 van 6

Lymfocyten: cellen van de specifieke afweer; kunnen onderscheid maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd. Ze maken antistoffen tegen lichaamsvreemde antigenen. Antistoffen doden ziekteverwekkers, of maken ze makkelijker herkenbaar voor fagocyten. Eén antistof kan maar met één antigen reageren, doordat ze bij elkaar passen als een sleutel in een slot. Het duurt enkele dagen bij een besmetting voordat de vorming van antistoffen goed op gang komt. Wanneer de ziekte voorbij is, stoppen de lymfocyten met het maken van antistoffen. Na ongeveer 6 weken zijn de antistoffen afgebroken in je lever. De lymfocyten van de specifieke afweer worden in een ruststadium bewaard als geheugencellen. Die cellen houd je je hele leven. Bij een 2e infectie met dezelfde ziekteverwekker gaan deze cellen grote hoeveelheden antistoffen maken; je bent dan immuun voor die ziekte. Vaccinatie: de dokter spuit verzwakte ziekteverwekkers in je bloed, waardoor je geheugencellen vormt. Daardoor ben je voor de rest van je leven immuun voor die ziekte. 5.4 Eigen en vreemd Immunocompetent: je lymfocyten zijn dan in staat antistoffen te maken tegen lichaamsvreemde antigenen. Alle cellen dragen antigenen op hun membraan. Hoe meer overeenkomst tussen de antigenen van donor en ontvanger, hoe groter de kans op een succesvolle transplantatie. Bij bloedtransfusie kan ook afstoting voorkomen. Als je een antistof tegen de rode bloedcellen van de donor hebt, gaan de rode bloedcellen klonteren (kan schade aan hersenen en nieren veroorzaken). Er zijn ongeveer 20 verschillende antigenen voor rode bloedcellen. De belangrijkste zijn het A- en B-antigeen en het resusantigeen. Vanaf je geboorte heb je antistoffen tegen lichaamsvreemde antigenen in je bloedplasma zitten. Als je antigeen A hebt, klonteren ze met anti-a. Als je antigeen B hebt, klonteren ze met anti-b. Als je geen resuseiwit hebt, kan je die toch maken nadat je in aanraking gekomen bent met het resuseiwit. H6 6.3 Allemaal anders Verschillen in gedrag en belangstelling tussen mannen en vrouwen zijn voor een groot deel cultureel https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 4 van 6

bepaald. Mensen verschillen ook in seksuele voorkeur: hetero-, homo- of biseksueel. 6.4 Je vrijt niet alleen AIDS is de meeste besroken SOA, het wordt veroorzaakt door het HIV (Human Immuno Virus) virus. Bij iemand die besmet is komt het virus voor in bepaalde witte bloedcellen, in de lymfe, in het voorvocht en het sperma of in het vaginavocht. Het grootste besmettingsrisico hebben bloed en sperma. Daar zijn de concentraties van het virus het hoogst. Het afweer systeem reageert met de productie van een kleine hoeveelheid antistoffen: je bent dan seropositief. Een SOA loop je op door onveilig seksueel gedrag. H7 7.1 Waarom seks? Wanneer de omstandigheden gelijk blijven, is ongeslachtelijke voortplanting gunstig. Wanneer een bacterie het 'goed doet' in zijn omgeving is het gunstig om dezelfde eigenschappen te hebben als de ouders. Ongeslachtelijke voortplanting ligt dan voor de hand. Geslachtelijke voortplanting levert nakomelingen op met nieuwe combinaties aan erfelijke eigenschappen. Dat is voordelig voor een soort in een veranderde omgeving. 7.3 In de baarmoeder Bevruchtingsmembraan: de ondoordringbare laag om de bevruchte eicel. Ontstaat onmiddellijk wanneer een zaadcel de eicel binnendringt. Zygote: bevruchte eicel. In het baarmoederslijmvlies kan het klompje cellen dat na de klievingsdelingen is ontstaan voedingsstoffen en zuurstof opnemen voor groei en deling. In de placenta vindt uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen plaats tussen moeder en kind. Doordat de placenta groeit kan ook de foetus groeien. 7.5 Grenzen aan de vruchtbaarheid IVF: eicellen worden opgezogen. Daarna gaan ze met de zaadcellen van de man in een schaaltje met https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 5 van 6

kweekvloeistof. De arts kiest dan een paar embryo's uit en plaatst ze via een slangetje in de baarmoeder. Erfelijke afwijkingen zijn te bepalen aan de hand van een karyogram en DNA-test. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-4-tm-7-25669 Pagina 6 van 6