Groep 4 Spelling Thema 1 Een nieuw huis aan het begin (klas) aan het eind (tent) met st aan het eind (kist) met ts aan het eind (muts) aan het begin en aan het eind (krant) Thema 2 Wat word jij later? met drie medeklinkers aan het begin (straat) bijnaklankzuivere woorden aan het eind met tussenklank (wolf, balk, helm, tulp, erf, dwerg, jurk, berm, doorn, dorp) met f (fluit) met v (vis) Thema 3 Ik hou van de herfst schrijft. Ze worden ook wel kleefletters genoemd de /f/ is de fietspompletter. Je /ffff/ de /v/ is van vlieg. Je /vvvv/
met drie medeklinkers aan het eind (worst) met s (som) met z (zon) met sch (school) met schr (schrift) woorden met aai (kraai) woorden met ooi (kooi) woorden met oei (boei) de /s/ is de slangletter je /ssss/ de /z/ is de zwaanletter; de zwaan zwemt hoor je de /s/ en daarna /g/, dan schrijf je de sch- hoor je de /s/ en daarna /r/, dan schrijf je de schr- je /j/ bij /aai/, maar je schrijft je /j/ bij /ooi/, maar je schrijft je /j/ bij /oei/, maar je schrijft Thema 4 Een echte schrijver woorden met ng (tong) hoor je de zingende /n/, dan schrijf je -ng woorden met nk (bank) hoor je na de zingende /n/ een k, dan schrijf je /nk/ woorden met aar (jaar) woorden met eer (heer) de /r/ is een plaagletter bij /eer/ woorden met oor (oor) de /r/ is een plaagletter bij /oor/ woorden met uur (uur) woorden met eur (deur) de /r/ is een plaagletter bij /eur/ woorden met eeuw hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan (sneeuw) woorden met ieuw (nieuw) hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan Woorden met uw (ruw) hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan
Thema 5 De foto s uit je leven woorden met ch (pech) hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg woorden met cht (lucht) hoor je na een korte klank /gt/, dan schrijf je meestal cht, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt woorden met ei (reis) niet in de ei-lijst? dan schrijf je ij woorden met au (saus) Zie au-lijst in je spellingmapje woorden met auw Zie auw-lijst in je spellingmapje (w) een-tweelettergrepige woorden met e die klinkt als u (stomme e) die niet in een voor- of achtervoegsel voorkomt (de) ze Thema 6 Luna krijgt een broertje woorden met ij (ijs) woorden met ou (hout) woorden met ouw (touw) met be (bezoek) met ge (getal) niet in de ei-lijst? dan schrijf je ij niet in de au-lijst? dan schrijf je ou Zie ouw-lijst in je spellingmapje hoor je /u/ in be, schrijf dan e hoor je /u/ in ge, schrijf dan e
Thema 7 Een worteltje? woorden met ee aan het eind (slee) eindigen op met je (huisje) eindigen op met pje (boompje) eindigen op met tje (broertje) ee, dan blijven ze met z n twee Thema 8 Bang voor water woorden met gesloten lettergreep (dokter) gesloten lettergreep (fietsen) lettergreep aan het eind (sla) Thema 9 Naar de markt midden (jager) open
midden (apen) woorden met verdubbeling van medeklinker na een korte klank (bakker) Thema 10 De avondvierdaagse Klinkt de klinker kort? Dubbele medeklinker op je bord. midden (jager) verdubbeling van medeklinker na een korte klank (ballen) woorden met tweetekenklank in een open lettergreep (keuken) tweetekenklank in een open lettergreep (boeken) woorden met meervoud op s (sleutels) Klink de klinker kort? Dubbele medeklinker op je bord.