's-hertogenbosch. Ontwerp- Bestemmingsplan Molengat



Vergelijkbare documenten
1 van :15

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Regels. Kenmerk: R05

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

N307 Passage Dronten (9071)

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Purmerweg 35/35a

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Inhoudsopgave. Regels 3

Westsingel. Datum 22 juni 2009

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

pompstation Breehei te Leunen REGELS

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

R e g e l s rgl

Balk - Verbindingsweg

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

R e g e l s rgl

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Bestemmingsplanregels

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Gemeente Rotterdam. Bestemmingsplan Unielocatie, Rotterdam. planregels. Witteveen+Bos. Alexanderstraat 21. postbus

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels...

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Ontwerpbestemmingsplan Fietspad Riethoven - Walik Gemeente Bergeijk. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

R e g e l s rgl

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Inhoudsopgave. Bijlage regels

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Bedrijvenpark Zuid Groningen, Geluidszonering

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht

Regels bestemmingsplan Nieuw-Vennep Hoofdweg bij 1128

Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen). 1.3 Aanduiding

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

REGELS behorend bij: Wijzigingsplan Buitengebied Lingewaard, Van der Mondeweg 82 Haalderen. Gemeente Lingewaard. 26 mei 2017

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Langzaamverkeersbrug Moorland, Oirschot

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

REGELS BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED HARDENBERG, WINDPARK DE VEENWIEKEN GEMEENTE HARDENBERG

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

Ontwerpbestemmingsplan Haven Zuid, eerste herziening Gemeente Alblasserdam

Transcriptie:

's-hertogenbosch Ontwerp- Bestemmingsplan Molengat

's-hertogenbosch Bestemmingsplan Molengat ontwerp oktober 2015

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Begrenzing plangebied 8 Hoofdstuk 2 De huidige situatie 9 2.1 Bestaande woonbootlocatie Molengat 9 2.2 Geldende bestemmingsplan 11 2.3 Cultuurhistorie en archeologie 11 Hoofdstuk 3 Beleidskader 21 3.1 Provinciaal beleid 21 3.2 Gemeentelijk beleid 21 3.2.1 Besluit gemeenteraad 24 juni 2014 21 Hoofdstuk 4 Milieu-aspecten 23 4.1 Bedrijven & milieuzonering 23 4.2 Geluid 23 4.3 Luchtkwaliteit 26 4.4 Bodem 27 4.5 Externe veiligheid 28 Hoofdstuk 5 Waterparagraaf 31 Hoofdstuk 6 Planbeschrijving 33 6.1 Objectgebonden overgangsrecht 33 6.2 Bijgebouwen 34 6.3 Juridisch bestuurlijke aspecten 34 Hoofdstuk 7 Inspraak en vooroverleg 37 7.1 Vooroverleg 37 7.2 Inspraak 37 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 41 Artikel 1 Begrippen 41 Artikel 2 Wijze van meten 43 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 45 Artikel 3 Agrarisch 45 Artikel 4 Water 46 Artikel 5 Waarde - Archeologie 47 Artikel 6 Waterstaat - Waterkering 49 Hoofdstuk 3 Algemene regels 51 Artikel 7 Anti-dubbeltelregel 51 Artikel 8 Algemene aanduidingsregels 52 Artikel 9 Algemene afwijkingsregels 53 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 55 Artikel 10 Overgangsrecht 55 Artikel 11 Slotregel 57 3

4

Regels 39

40

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het bestemmingsplan Molengat met identificatienummer NL.IMRO.0796.0002271-1401 van de gemeente 's Hertogenbosch. 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.6 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. 1.7 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.8 bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw. 41

1.9 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.10 bouwgrens: de grens van een bouwvlak. 1.11 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.12 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel. 1.13 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.14 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.15 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.16 hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht. 1.17 opslag: (binnen) opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke. 1.18 overig bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 1.19 pand: de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. 42

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.2 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.3 de goothoogte van een bouwwerk: a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; b. de goothoogte van een lessenaarsdak wordt bepaald vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de laagste zijde van de kap. 2.4 de hoogte van een dakopbouw: vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw. 2.5 de hoogte van een kap: vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.6 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.7 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk of ingeval dat geen gevelvlakken of scheidingsmuren aanwezig zijn, de oppervlakte vanaf de buitenzijde van het dak neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.8 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen. 2.9 peil: a. voor een hoofdgebouw met aangebouwde bijgebouwen: de hoogte van de kruin van de aan het bouw perceel grenzende weg; b. voor andere gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw. 43

44

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Agrarisch 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen; b. verharde en onverharde paden; c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; 3.2 Bouwregels 3.2.1 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m. 3.3 Specifieke gebruiksregels Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. 3.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 3.3, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 45

Artikel 4 Water 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. water; b. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder waterberging, waterkering, waterstaat en waterweg; c. aanlegsteiger; d. oever; e. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals groenvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, taluds, bermen, oeverbeschoeiingen. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Gebouwen Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter. 4.3 Specifieke gebruiksregels Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. 4.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 4.3, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 46

Artikel 5 Waarde - Archeologie 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en te verwachten archeologische waarden van de gronden. 5.2 Bouwregels Binnen deze dubbelbestemming zijn geen bouwwerkzaamheden toegestaan, die een grondoppervlakte betreffen groter dan 25 m² en meer dan 0,5 meter beneden maaiveld. 5.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2 en toestaan dat onder maaiveld gebouwd, mits: a. een door deskundigen opgesteld rapport overlegd wordt, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de bouwwerkzaamheden betrekking hebben, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgelegd; b. indien uit het onder 5.3 sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door de bouwwerkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning een of meer van de volgende voorwaarden verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een erkend archeoloog; c. het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het onder 5.3 sub b bepaalde met betrekking tot de mogelijkheid van opleggen van voorwaarden is van overeenkomstige toepassing. 5.4 Specifieke gebruiksregels Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. 5.5 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde onder 5.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of het slopen van een bouwwerk 5.6.1 Vergunningplicht a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden, uit te voeren of te laten uitvoeren: 1. grondwerkzaamheden, groter dan 25 m² en dieper dan 0,5 meter onder het maaiveld zoals afgraven, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleg van drainage; 2. graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels; 3. aanleggen van leidingen dieper dan 0,5 meter onder maaiveld; 4. alle overige bodemverstorende werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein. 47

b. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken en funderingen te slopen. 5.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht Het onder 5.6.1opgenomen verbod geldt niet: a. voor werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. voor werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan; c. in het kader van archeologisch onderzoek als hierna bedoeld onder 5.6.4 mits verricht door een deskundige; d. ingeval op grond van de Monumentenwet en Monumentenverordening een vergunning is vereist dan wel overige bepalingen van de Monumentenwet van toepassing zijn op grond van een aanwijzing als archeologisch monument. 5.6.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden. 5.6.4 Onderzoeksplicht en voorwaarden omgevingsvergunning a. Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend, nadat een door deskundigen opgesteld rapport overlegd wordt, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de werkzaamheden betrekking hebben, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgelegd. Indien uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door de werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning een of meer van de volgende voorwaarden verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een erkend archeoloog. b. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het hiervoor bepaalde met betrekking tot de mogelijkheid van opleggen van voorwaarden is van overeenkomstige toepassing. 48

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie naast de andere krachtens dit plan hieraan gegeven bestemmingen. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. 6.2 Bouwregels a. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemming (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming; b. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 3 meter. 6.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de primaire waterkering, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van het waterschap. 6.4 Specifieke gebruiksregels Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. 6.5 Afwijken van de gebruiksregels a. Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 6.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.4 mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de primaire waterkering en toestaan dat de gronden gebruikt worden conform de basisbestemming, mits vooraf advies wordt ingewonnen van het waterschap. 49

50

Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 7 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 51

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', dat een op grond van de aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, die kan worden aangemerkt als een geluidsgevoelig object, slechts mag worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein De Rietvelden - Het Ertveld op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde of een verkregen hogere grenswaarde. 52

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van: a. vermeerdering dan wel vermindering van de voorgeschreven maten en normen, mits de vermeerdering of vermindering ten hoogste 10% bedraagt; b. de bestemmingsbepalingen en de verbeelding van het bestemmingsplan voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van deze verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt; c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter; d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% van het dakkoppervlak bedraagt; 2. de hoogte van de plaatselijke verhogingen niet meer dan 4 meter mag bedragen. 53

54

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht 10.1 Overgangsrecht bouwwerken 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 10.2 Overgangsrecht gebruik 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 10.3 Objectgebonden overgangsrecht Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - objectgebonden overgangsrecht' mag het gebruik van een ligplaats voor een woonboot (inclusief bijbehorende bijgebouwen) worden voortgezet onder de volgende voorwaarden: Er zijn maximaal 8 ligplaatsen voor woonboten toegestaan. 55

Per ligplaats zijn bijgebouwen op de oever toegestaan, met een maximale oppervlakte van 40 m² en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter. Voor woonboten, waarbij de opppervlakte en/of bouwhoogte in de huidige situatie deze maximale maten reeds overschrijden, gelden de huidige oppervlakte en/of bouwhoogte als maximum. Dit betreffende de volgende adressen: Adres Oppervlakte bijgebouwen huidige situatie Engelsedijk 106 46 m² Hoogte huidige situatie (in meters) Engelsedijk 108 64 m² 4,75 (van bijgebouw van 49m²) Engelsedijk 110 4,50 Engelsedijk 112 4 Bijgebouwen mogen niet worden bewoond. Het gebruik van een ligplaats voor een woonboot (inclusief bijbehorende bijgebouwen) mag niet meer worden hervat indien bewoning van de woonboten gedurende een aaneengesloten periode van 1 jaar is gestaakt. 56

Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Molengat. 57