Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Spaans

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Frans

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar geschiedenis

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Duits

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR BIOLOGIE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR NEDERLANDS

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar omgangskunde

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR FRANS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SPAANS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding. Kopopleiding

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Nederlands

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR GESCHIEDENIS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SCHEIKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR TECHNIEK EN. Associate degree opleiding ONDERWIJSONDERSTEUNER TECHNIEK

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar geschiedenis Hogeschool Utrecht, juli /124

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar scheikunde Hogeschool Utrecht, juli /122

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Frans Hogeschool Utrecht, juli /122

Studiegids. Bacheloropleiding. Wiskunde Hogeschool Utrecht, juli /120

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Engels Hogeschool Utrecht, juli /121

Studiegids. Bacheloropleiding KOPOPLEIDING

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar omgangskunde Hogeschool Utrecht, juli /121

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR ENGELS

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Programma van toetsing

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Programma van toetsing

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studiegids. Ik word docent

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

master leraar voortgezet onderwijs

Praktijkopleider agrotechniek

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek /114

Studiegids. Masteropleiding. Leraar wiskunde /89

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Informatie werkplekleren

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie. Instituut Archimedes. Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd

Onderwijs- en Examenregeling HU Bacheloropleidingen, Hoofdstukken 10. Versie 1 september Hogeschool Utrecht, Utrecht, 1 september 2017

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Overzicht curriculum VU

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Protocol PDG en educatieve minor

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Geschiedenis

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde Duaal

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

Studiegids. Bacheloropleiding. AD Eventmanager

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Gids voor werkplekbegeleiders Masters

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Duaal

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald

Informatiebrief voor scholen

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek

nieuwsbrief Voor ouders/verzorgers van eerstejaarsstudenten lerarenopleidingen Geachte ouders/verzorgers,

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management Versie 1.1. Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

Studiegids. Masteropleiding LERAAR BIOLOGIE

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Informatica

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills -

Studiegids. Bacheloropleiding Pedagogiek. Voltijd

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Technische Bedrijfskunde

Transcriptie:

Studiegids Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015

Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 7 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar... 7 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde... 9 2.1.5 Werkveld en functies... 9 2.2 Opleidingsprofiel... 9 2.2.1 Algemeen... 9 2.2.2 Doelstelling opleiding... 12 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding... 13 2.2.4 Didactische uitgangspunten... 23 2.3 Inrichting opleiding... 24 2.3.1 Opleidingsvarianten... 24 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes... 25 2.3.3 Getuigschriften... 27 2.3.4 Graden en titulatuur... 27 2.3.5 Opleidingsstructuur... 28 2.4 Propedeuse... 29 2.4.1 Programma... 30 2.4.2 Studieadvies... 31 2.4.3 Overstappen... 34 2.5 Hoofdfase... 34 2.5.1 Toelating hoofdfase... 34 2.5.2 Programma s... 35 2.5.3 Stages en stagewaardigheid... 37 2.5.4 Profileringsruimte... 38 2.5.5 Excelleren... 39 2.5.6 Afstuderen... 40 2.5.7 Vervolgopleidingsmogelijkheden... 41 2.6 Examencommissie... 41 2.6.1 Instelling en benoeming... 41 2.6.2 Samenstelling... 41 2.6.3 Taken en bevoegdheden... 42 2.6.4 Verzoekschrift... 42 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen... 43 2.8 Voorzieningen... 43 2.8.1 Begeleiding... 43 2.8.2 ICT-faciliteiten... 44 2.8.2.1 Algemeen... 44 2.8.2.2 E-mail... 45 2.8.2.3 MijnHU... 45 2.8.2.4 SharePoint... 45 2.8.2.5 OSIRIS Student... 46 2.8.2.6 Wachtwoord... 47 2.8.2.7 Informatiebeveiliging en privacy... 47 2.8.2.8 Registratie studievoortgang... 48 2.8.3 Studenten Informatie Punt (STIP)... 48 2.8.4 Studievereniging... 48 2.8.5 Opleidingscommissies... 49 2.9 Contactgegevens... 50 3 Cursussen 51 3.1 Cursusdeelname... 51 2/105

3.2 Inschrijving voor cursussen... 51 3.3 Aanwezigheidsplicht... 51 3.4 Ingangseisen... 52 3.5 Cursusbeschrijvingen... 52 4 Tentamens en examens 53 4.1 Introductie... 53 4.2 Vrijstellingen... 54 4.3 Organisatie tentamens... 56 4.3.1 Tentamenvorm en -duur... 56 4.3.2 Tentamenrooster... 57 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens... 57 4.3.4 oorzieningen in geval van een functiebeperking... 60 4.3.5 Legitimatieplicht bij tentamens... 61 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens... 61 4.4 Beoordeling... 62 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage... 62 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude... 63 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk... 64 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten... 65 5 Diplomering 66 5.1 Procedure afgifte diploma... 66 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen... 67 6 Roosters 69 6.1 HU-onderwijsjaarrooster... 69 6.2 Vakanties en vrije dagen... 73 6.3 Lesdagen en -tijden... 73 6.4 Openingstijden gebouwen... 73 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen... 74 7 Klachten, bezwaar en beroep 75 7.1 Inleiding... 75 7.2 Bezwaar... 75 7.3 Beroep... 76 7.3.1 Beroep aantekenen... 76 7.3.2 Hoger beroep... 77 7.4 Klachten... 77 7.4.1 Klacht indienen... 77 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten... 78 7.5 Ongewenst gedrag... 78 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep... 78 8 Studentzaken 79 8.1 Studiebegeleiding... 79 8.2 Profileringsfonds... 79 8.3 Studentendecaan... 80 8.4 Centrum Studiekeuze... 80 8.5 Vertrouwenspersoon... 81 8.6 Studentenarts... 81 8.7 Bureau Studentenpsychologen... 82 8.8 Mediation... 82 8.9 Studeren met een functiebeperking... 82 8.10 Verbetering taalvaardigheden... 83 8.11 Bibliotheek... 83 8.12 Internationalisering... 83 8.12.1 Study abroad... 84 8.12.2 Stage in het buitenland... 84 8.13 Medezeggenschap... 84 8.13.1 Inspraakorganen... 85 8.13.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten... 85 3/105

8.14 Studium Generale... 86 8.15 Studentenvereniging... 86 8.15.1 Algemeen... 86 8.15.2 Bestuursbeurs... 86 8.16 Topsport... 87 8.17 Trajectum... 87 8.18 Sport... 87 8.19 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren... 87 8.20 Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering... 90 8.21 Werken naast uw studie... 90 8.22 Huisvesting... 91 9 Over de HU 92 9.1 Algemene informatie... 92 9.1.1 Onderwijsprofiel HU... 92 9.1.2 Bachelor- en masterstelsel... 93 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen... 94 9.1.4 Orderegels... 95 9.1.5 Kwaliteitszorg... 96 9.1.6 Organogram HU... 96 9.1.7 Locaties HU... 97 9.2 Algemene informatie faculteit Educatie... 97 9.2.1 Algemeen... 97 9.2.2 Organogram faculteit... 97 9.2.3 Contactgegevens... 98 9.2.4 Plattegrond... 98 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen... 99 9.2.6 Faciliteiten... 99 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding... 101 9.2.8 Toelatingsonderzoek... 102 9.2.9 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming... 103 9.2.9.1 Collegegeld... 103 9.2.9.2 Kosten voor boeken en leermiddelen... 104 9.2.9.3 Overige kosten... 104 9.2.9.4 Financiële tegemoetkoming... 104 10 Bijlagen 105 10.1 Onderwijs- en examenregeling... 105 10.2 Cursusbeschrijvingen... 105 Deze studiegids is op 8 mei 2015 vastgesteld door de instituutsdirecteur Jaap van Voorst gevolgd door een positief advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur Dick de Wolff op 29 juni 2015 4/105

1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids 2015-2016 van de opleiding leraar aardrijkskunde. We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en nuttige informatie over uw studie. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven ( 2.1). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld en verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u dan ook als partner; u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen en faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.13). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar. Excelleren De HU waardeert en stimuleert verschillende vormen van excellentie. Als u uitstekende resultaten in uw studie behaalt, ontvangt u bij uw diploma de aantekening cum laude of met genoegen (5.2). U kunt ook uitblinken op aspecten als innovatie en leiderschap, en ook dat wil de HU graag bevorderen. Hiervoor hebben we honourstrajecten ontwikkeld. U kunt met het volgen van deze trajecten Ster Verklaringen behalen. Als u vijf verschillende Ster Verklaringen behaalt, krijgt u het Honours Certificaat. Dit is een officieel HU-waardepapier dat u bij uw afstuderen naast uw diploma ontvangt (2.5.5). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen waarmee u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (van 30 EC, een half jaar), die u kunt gebruiken om u te verdiepen binnen uw eigen vakgebied, of om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Dat kan binnen uw faculteit of binnen een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Verder bestaat de mogelijkheid een eigen examenprogramma te ontwikkelen. De examencommissie van uw opleiding (2.6) moet daar toestemming voor geven. Voor advies over zo n eigen examenprogramma kunt u terecht bij uw studieloopbaanbegeleider (slb er, 2.8.1). Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen en extra ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Wilt u een tijdje studeren in het buitenland (8.11)? Of denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub (8.18)? Of combineert u topsport met een studie (8.16)? Ook kunt u ervaring opdoen in medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan gebeuren dat uw studie niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of familieomstandigheden, dan zijn er verschillende regelingen waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kunt u om een extra herkansing vragen (4.3.3). Haalt u te weinig studiepunten en dreigt u een negatief studieadvies te krijgen, dan kunt u hulp krijgen bij het maken van een studieplanning (2.4.2). En had u een studiebeurs maar 5/105

studeert u door persoonlijke omstandigheden zo lang dat u er geen recht meer op hebt? Dan is er wellicht een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8). In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of uw studentendecaan (8.3)! Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. Heeft u een functiebeperking? Mogelijk heeft u dan meer tijd nodig voor uw studie, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.9). Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief kunnen beïnvloeden? Bij uw slb er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) bent u daarmee aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (8.5) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (8.8). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Ook hiervoor is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. Daarvoor is het nodig dat iedere student zich aan de interne regels houdt (9.1.4). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend: fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten, doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw slb er of de onderwijsbalie (2.8.3). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Jaap van Voorst Directeur Instituut Archimedes 6/105

2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep Na het behalen van het diploma bent u startbekwaam om les te kunnen geven in het tweedegraads onderwijsgebied. Het tweedegraads getuigschrift geeft toegang tot verschillende onderwijstypen; hiermee kunt u lesgeven in de onderbouw HAVO/VWO, het VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs) en de BVE-sector (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie). In de regio Utrecht gaat het merendeel van de leerlingen naar het beroepsonderwijs (70%). U bent na het behalen van het diploma bevoegd om les te geven in het vak waartoe u bent opgeleid. In uw geval dus leraar aardrijkskunde. 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel Voor het beroep van leraar is in de Wet BIO (beroepen in het onderwijs) vastgelegd aan welke bekwaamheidseisen een leraar moet voldoen. Dit is wettelijk uitgewerkt in zeven competenties (de bekwaamheidseisen). Daarnaast is er door Archimedes een achtste competentie ontwikkeld op het gebied van onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. De acht competenties liggen ten grondslag aan alle bacheloropleidingen van Instituut Archimedes. De kennis waarover een startbekwaam docent moet beschikken is vastgelegd in diverse kennisbases. Per vak is landelijk een kennisbasis ontwikkeld en vastgesteld. Daarnaast zijn er kennisbases op het gebied van het docentschap, ICT en beroepsgericht onderwijs. De opleiding is een internationaal erkende opleiding die voldoet aan het niveau dat internationaal is vastgelegd in de Dublin descriptoren. In par. 2.1.3 staat een toelichting op de startkwalificatie van de afgestudeerde en wordt nader ingegaan op de bekwaamheidseisen en de kennisbasis. In par. 2.2.2 worden de Dublin descriptoren nader toegelicht. De startkwalificatie van de afgestudeerde bestaat uit: Domeinspecifieke eisen: bekwaamheidseisen; Kennis vereisten: Kennisbases Niveau eisen: Dublin descriptoren. 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Bekwaamheidseisen De bekwaamheidseisen zijn uitgewerkt in zeven competenties die zijn afgeleid van vier beroepsrollen: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke en didactische en de organisatorische beroepsrol. Deze rollen zijn in vier beroepssituaties verder geconcretiseerd. Zie het volgende schema. 7/105

Beroepssituatie: Met leerlingen Met collega s Met omgeving Met zichzelf Beroepsrollen: Interpersoonlijk 1. interpersoonlijk competent 5. competent samenwerken met collega s 6. competent in samenwerking met de omgeving 7. competent in reflectie en ontwikkeling Pedagogisch 2. pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch 3. vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch 4. organisatorisch competent 1. Interpersoonlijk competent: leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen 2. Pedagogisch competent: zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke sociale en morele ontwikkeling. Bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent: zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. 4. Organisatorisch competent: zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. 5. Competent in samenwerken in een team: zorgen dat het werk afgestemd is op dat van de collega s. Bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. 6. Competent in samenwerken met de omgeving: in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling: zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. Meer informatie is te vinden op www.lerarenweb.nl. Instituut Archimedes heeft onderzoek als achtste competentie toegevoegd. Bij deze competentie gaat het om onderzoekend handelen in de beroepspraktijk van de leraar. In deze competentie gaat het om de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen. Een goede docent heeft een onderzoekende houding, maakt gebruik van recente kennis in zijn handelen en kan zelf eenvoudig onderzoek uitvoeren bij de ontwikkeling van het eigen onderwijs. Deze competentie wordt verder ontwikkeld. Voor alle acht competenties zijn gedragsindicatoren geformuleerd. Deze kunt u vinden in het opleidingsplan van Instituut Archimedes. Kennis vereisten: kennisbasis Een kennisbasis bevat de beschrijving van de kennis, die de leraar aan het einde van zijn of haar opleiding minimaal moet hebben om professioneel bekwaam en zelfstandig aan het werk te kunnen in het onderwijs. De beroepskennis van leraren heeft wortels in twee domeinen. In de eerste plaats het domein van het vak of de vakken. In de tweede plaats in het pedagogisch-didactische domein, waarin kennis over leren, onderwijzen en ontwikkeling centraal staat. Deze kennisbases vormen samen het fundament voor de beroepskennis. 8/105

Het vermogen om zijn kennis op een doelmatige manier in de praktijk over te dragen, maakt iemand tot een goede leraar. De opbouw van beroepskennis begint tijdens de opleiding. De aldaar verworven kennis heeft als fundament de kennisbases van de lerarenopleidingen. Deze vormen het minimumniveau van kennis waarover de leraar moet beschikken om vakbekwaam te worden verklaard. Die basis wordt gelegd in het curriculum van de opleidingen. Belangrijk is dat er naast deze kennis tijdens de opleiding ruim aandacht is voor beroepsvaardigheden en voor extra kennis, bovenop de landelijk geformuleerde kennisbases. Bij het afstuderen bent u als beginnende leraar startbekwaam, maar u zult de eerste jaren nog veel kennis en vaardigheden moeten opdoen om ook volledig beroepsbekwaam te zijn. Ook daarna blijft het van belang om tijdens uw loopbaan kennis en vaardigheden op het gebied van uw vak en uw beroep van leraar op peil te houden met bij- en nascholing. De kennisbasis die u moet beheersen bestaat uit twee delen: Generieke kennisbasis. In deze kennisbasis zijn de vereiste kenniselementen opgenomen die te maken hebben met kennis van de leerling en kennis van leren en ontwikkeling. Vakspecifieke kennisbasis. In deze kennisbasis zijn de vereiste kenniselementen opgenomen die te maken hebben met het vak waartoe u opgeleid wordt. Dit gaat om kennis van onderwijsinhouden en kennis van vakdidactiek. U vindt de complete kennisbases (generiek en van de verschillende vakken) op: www.kennisbasis.nl. Tijdens de opleiding wordt getoetst of u de kennisbasis beheerst. Voor meer informatie over de beoordeling zie par. 4.4. Een afgestudeerde beschikt over de hiervoor beschreven startkwalificatie. De opleiding leidt op tot deze startkwalificatie. In de cursusbeschrijvingen (bijlage Cursusbeschrijvingen en OSIRIS) wordt benoemd welke competenties (uit de bekwaamheidseisen) en welke kennis (op basis van de landelijk vastgestelde kennisbasis) aan bod zullen komen in de betreffende cursus. 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde Aardrijkskunde is een vak waar in kennis en vaardigheden een belangrijke rol spelen. In deze competentie zijn onder meer de achterliggende kennisdoelen opgenomen, die nodig zijn om vaardigheden gericht uit te kunnen voeren 2.1.5 Werkveld en functies Het bachelordiploma geeft de bevoegdheid om les te geven in het vak aardrijkskunde op het tweedegraadsniveau in het voortgezet onderwijs (VO) en in de beroeps- en volwasseneneducatie (BVE). Naast een carrière in het onderwijs zijn er andere educatieve banen waar afgestudeerden op kunnen solliciteren. Veel bedrijven (industrieën, uitgeverijen) en gemeentelijke instellingen (o.a. musea) hebben behoefte aan voorlichters of hebben een educatieve dienst binnen hun organisatie. Tijdens deze studie kan een student zich door het volgen van een minor breder ontwikkelen. Het bachelordiploma geeft toegang tot de masteropleiding leraar Nederlands. De masteropleiding biedt de bevoegdheid om les te geven in het eerstegraads gebied. Dit beslaat de hogere jaren van het HAVO en VWO, alsmede het hoger beroepsonderwijs. 2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen Instituut Archimedes verzorgt de tweedegraads lerarenopleidingen. In totaal zijn dit veertien opleidingen in voltijd en deeltijd. Behalve deze tweedegraads opleidingen (bachelor opleidingen) biedt Instituut Archimedes ook eerstegraads lerarenopleidingen (master opleidingen). 9/105

Instituut Archimedes biedt een lerarenopleiding waar studenten, lerarenopleiders en leraren uit de scholen een inspirerende leeromgeving vormgeven, waar actief gewerkt wordt aan een onderzoekende houding en een stevige inhoudelijke basis gelegd wordt voor het vakgebied en het begeleiden van leerprocessen. Studenten van Instituut Archimedes worden vanuit verschillende invalshoeken opgeleid tot docenten die: Onderwijsleersituaties kunnen ontwerpen; Onderwijs uit kunnen voeren; Leerprocessen kunnen begeleiden; Leerprestaties kunnen beoordelen; Zodanig dat zij leerlingen kunnen inspireren tot leren en groei. Opleidingsvisie 1 Onze maatschappelijke opdracht is het opleiden van leraren voor het voortgezet en (middelbaar) beroepsonderwijs. Wij leren onze studenten dat zij als leraar cultuurdrager zijn en een rolmodel voor hun leerlingen. Onze beroepsopleidingen zijn competentiegericht, waarbij we de studenten een stevige kennisbasis geven en hen begeleiden om deze kennis, gecombineerd met vaardigheden en de juiste beroepshouding, in te zetten in de beroepspraktijk. Hiertoe werken wij nauw samen met de scholen in de regio Utrecht volgens het Utrechts Model. Dit model staat voor kwaliteit en voor de verbinding tussen opleiden, professionaliseren en innoveren. In samenwerking met de scholen leiden wij leraren op die kennis van zaken hebben en breed inzetbaar zijn in het onderwijs. De diversiteit in de instroom in de lerarenopleiding is groot. Onze docenten beschikken over een breed didactisch repertoire om met deze diversiteit om te gaan. Zij vervullen een voorbeeldfunctie voor de studenten, want wij vinden het belangrijk dat ook onze studenten leren omgaan met de grote diversiteit binnen de Utrechtse leerlingpopulatie. We vinden het vanzelfsprekend dat de docenten van ons instituut ook experts zijn in hun vakgebied, breed inzetbaar zijn en meewerken aan de verdere ontwikkeling van de lerarenopleiding. Wij bieden een lerarenopleiding van hoog niveau. We stellen niet alleen eisen aan het te behalen eindniveau, maar ook duidelijke eisen aan het startniveau van de student. Het onderwijs van Instituut Archimedes is studentgericht en vraaggestuurd. Mensen leren allemaal op hun eigen manier. Instituut Archimedes vindt dat het onderwijs aan moet sluiten in de vorm van gepersonaliseerd leren, zodat we studenten met verschillende achtergronden een passend opleidingstraject kunnen bieden en hen opleiden tot startbekwaam leraar voor verschillende sectoren in het onderwijs. Samenwerken speelt een belangrijke rol in ons onderwijs en uit zich in het werken in leerteams en in learning communities.2. Hierbij past blended learning, een vorm van digitale didactiek (zie informatie over blended learning in 2.2.4). Om een innovatieve lerarenopleiding van hoog niveau te kunnen blijven bieden werken we aan inbedding van onderzoek in onze opleidingen. Wij richten ons op praktijkgericht onderzoek in de context van het beroep en gebruiken dit als katalysator voor de integratie van opleiden, professionaliseren en innoveren. Competentiegericht De opleiding is competentiegericht. Een competentie is het vermogen om - op grond van kennis, vaardigheden en houdingen een taak in een bepaalde beroepscontext goed uit te kunnen voeren. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, maar altijd in een internationale context. Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. 1 Uit: De opleidingsvisie die school maakt (2010). 2 Uit: Inspireren tot leren, missie en visie van Instituut Archimedes (2015) 10/105

De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruikgemaakt van moderne media (ICT). Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welk beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. Kennis is noodzakelijk om een goede leraar te kunnen worden, maar kennis alleen is niet genoeg. In een competentiegerichte opleiding laat u in de praktijk ook zien dat u er wat mee kunt, dat u competent bent. De praktijk is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding vanaf het eerste jaar. De opleidingsscholen spelen een belangrijke rol in de opleiding. Keuzemogelijkheden Geen student is gelijk. Daarom biedt Instituut Archimedes de volgende keuzemogelijkheden binnen haar opleidingen: Keuze van leerwerkplek. U kunt per studiejaar kiezen voor een leerwerkplek in het vmbo, onderbouw havo/vwo/gymnasium of het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Voorwaarde is dat u in beide sectoren ervaring opdoet, maar hoeveel jaar en in welk studiejaar u dat doet is uw keuze. Keuze van een type opleidingsschool. Instituut Archimedes onderscheidt 2 typen, afhankelijk van de mate waarin Instituut Archimedes met deze school samenwerkt. U kunt kiezen voor een school waar wij nauw mee samen werken (een school of ROC-college voorzien van het keurmerk opleidingsschool) of een school waar Archimedes minder intensief mee samenwerkt (stageschool). Op een opleidingsschool is een begeleider vanuit Archimedes werkzaam, waardoor een deel van de opleiding en begeleiding op de school kan plaatsvinden. Stagescholen liggen doorgaans op een grotere afstand van Utrecht. Hier vindt de begeleiding op afstand plaats. Keuzes binnen onderwijseenheden. Binnen een onderwijseenheid kunt u veelal een keuze maken uit een aanbod van opdrachten, te onderzoeken onderwerp, te bestuderen literatuur, keuze tussen context van algemeen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, et cetera. In een aantal situaties heeft u de keuzemogelijkheid tussen het volgen van een cursus op het instituut of het ontwikkelen van een beroepsproduct in opdracht van de school waar u werkt. Dit bespreekt u met de betrokken docent en studiewerkbegeleider. Keuzes binnen de profileringsruimte. Dit is een vrije keuzeruimte van 30 EC (jaar 4). Door uw keuze kunt u een eigen accent geven aan uw studie, zie par 2.5.4. Keuze voor een afstudeerrichting. Vanaf studiejaar 2015/2016 kiest u in het derde studiejaar voor een afstudeerprofiel AVO of beroepsgericht onderwijs. Met de eerste kunt u zich extra verdiepen in lesgeven op HAVO/VWO, met de tweede in lesgeven in het beroepsgerichte onderwijs (MBO en VMBO). U haalt wél een diploma waarmee u nog steeds in het gehele tweedegraads gebied kunt lesgeven. Samenwerking met de scholen Het Utrechts model We zien de opleiding als een samenwerkingsverband tussen drie partners: de student, de scholen en Instituut Archimedes. We spreken van het Utrechts model. Het Utrechts model staat voor de krachtige samenwerking die we opgebouwd hebben met de scholen om samen goede leraren op te leiden. Als voltijdstudent werk en leert u vanaf het eerste jaar een dag per week op school. Samen met de scholen ontwikkelen we leerwerktaken die aansluiten bij de fase van de opleiding waar u als student in zit en de leervragen die u als student hebt. Studenten worden inmiddels in de scholen gewaardeerd als docentondersteuning en om hun inbreng bij innovatie in de school. Voor studenten is gebleken dat de betrokkenheid bij de praktijk motiveert en stimuleert. U krijgt zo veel beter zicht op de verschillende scholen, bij welk schooltype u zich het meest thuis voelt en waarop u zich wilt specialiseren in de Profileringsruimte, zie par. 2.5.4. 11/105

Keurmerk opleidingsscholen Om te zorgen voor kwaliteit in het opleiden samen met de scholen, heeft Instituut Archimedes met de scholen een keurmerk ontwikkeld. In september 2005 hebben de eerste scholen dit keurmerk behaald en inmiddels is een groot aantal scholen gecertificeerd. Scholen met een Keurmerk Opleidingsschool hebben aangetoond dat zij aan de gezamenlijk geformuleerde kwaliteitscriteria voldoen. Een voltijdstudent is verplicht te leren en werken (zie Studie en Werk, par 2.2.4) op een opleidingsschool met dit keurmerk. In overleg met de studie-en-werkbegeleider (SWB) kan hier slechts in bepaalde gevallen van af worden geweken. Begeleiding vanuit Instituut Archimedes Studie-en-werkbegeleider (SWB) Instituutsopleider (IO) Vakdocent / expert Begeleiding vanuit School (leerwerkplek) Werkbegeleider (WB) Schoolopleider (SO) Vakdocent / Expert Bij Instituut Archimedes wordt u begeleid door een studie-enwerkbegeleider (SWB) bij het onderdeel Studie & Werk. De SWB begeleidt u bij het aansturen en monitoren van uw competentieontwikkeling en het verbinden van uw leren op de werkplek met het uw leren in de andere onderdelen van uw studie. De SWB volgt en begeleidt ook uw algehele studieplanning en voortgang. U wordt ondersteund bij het leren van de ervaringen op uw leerwerkplek door een Instituutsopleider (IO). De IO begeleidt u in samenwerking met de werkbegeleider en schoolopleider van de opleidingsschool. De IO is verantwoordelijk voor de beoordeling. U kunt inhoudelijke begeleiding krijgen van een vak- of onderwijskundig expert. Dit zal met name voorkomen bij het werken aan beroepsproducten. Een substantieel gedeelte van uw opleiding voert u taken uit op uw leerwerkplek in een school. Daar wordt u begeleid door een werkbegeleider (WB). Dit is een docent die werkzaam is op de school. De werkbegeleider wordt ook wel coach genoemd. Op scholen die in het bezit zijn van het keurmerk opleidingsscholen, is ook een schoolopleider (SO). De SO coördineert de werkzaamheden van de werkbegeleiders en neemt soms de taak van de werkbegeleider over. Een student kan inhoudelijke begeleiding krijgen van een andere docent in de school. Bijvoorbeeld als u werkt aan een beroepsproduct en uw werkbegeleider niet de juiste expertise heeft om u hierbij inhoudelijk goed te begeleiden. Keurmerkschool Stageschool Keurmerkschool met voldoende studenten Keurmerkschool Stageschool Keurmerkschool Stageschool Keurmerkschool Stageschool 2.2.2 Doelstelling opleiding Het doel van de opleiding is om startbekwame leraren voor het vmbo, onderbouw havo en vwo, praktijkonderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie (2e graads) op te leiden. U leert om in het onderwijs te zorgen voor een krachtige leeromgeving voor leerlingen door uitdagende opdrachten en materialen te ontwikkelen en deze toe te passen tijdens het werkplekleren. Het verkrijgen van vakinhoudelijke bagage blijft een belangrijke doelstelling. Vakinhoudelijke kennis en inzicht maakt het de student mogelijk snel en adequaat lesmateriaal te kiezen of te ontwikkelen en toe te passen in voorkomende situaties. De inhoud van de verschillende cursusonderdelen en daarmee van de opleiding sluit aan bij de vereiste startkwalificatie (zie par. 2.1.3). De startkwalificatie is voor elk cursusonderdeel uitgewerkt in doelstellingen. Zie voor een specifieke uitwerking de cursusbeschrijvingen in deze studiegids (Bijlage cursusbeschrijvingen) en de cursushandleidingen die bij de verschillende cursussen worden gebruikt. 12/105

2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding De HU heeft als taak om u als student op te leiden voor een functie op hbo-niveau. Daarom moet u als afgestudeerde voldoen aan een groot aantal (beroeps)competenties die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd, de zogenaamde Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen van kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie; Leervaardigheden. De Dublin descriptoren zijn in Europees verband vastgelegde generieke descriptoren waarmee aangegeven wordt op welk niveau een bachelor de competenties moet beheersen. De Dublin descriptoren zijn: Kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Bezitten van theoretische (wetenschappelijke, actuele) en methodische kennis. - Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; - - Functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarbij kennis van de laatste ontwikkelingen van het vakgebied vereist is. In een specifieke onderwijscontext kunnen ontwerpen en passend maken mede op basis van praktische kennis. - - Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt over de competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Mede op basis van praktijkonderzoek (met inbegrip van diagnostiek), gericht op het verbeteren van de eigen (school)praktijk. - - Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten en culturele en levensbeschouwelijke aspecten. Uitleggen en verantwoorden van keuzes, rekening houdend met de doelgroep. - - Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Systematisch oriënteren, plannen, uitvoeren van ontwikkel- en verbeteracties en reflecteren op eigen handelen in de (school)praktijk. - - Reflectie is een belangrijk aspect van de leervaardigheid en richt zich op elke competentie en doet een beroep op de diepere lagen van persoonlijke identiteit en beroepsidentiteit. - - Bezit leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie, die een hoog niveau van autonomie veronderstelt, aan te gaan. Het onderwijs van Instituut Archimedes leidt de student op tot het niveau dat in de Dublin descriptoren voor de bachelor opleidingen is vastgelegd. In het opleidingsplan van Instituut Archimedes (Opleidingsplan 2015) 3 wordt bij de Dublin descriptoren beschreven hoe het hbo-niveau concreet invulling krijgt voor de lerarenopleidingen bachelor. In de toetsing wordt vastgesteld of de student aan deze niveau-eisen voldoet. 3 Opleidingsplan Instituut Archimedes 2015 13/105

Kennis en vaardigheden / conceptueel Leren en onderzoeken in de praktijk / integraal Leerlijnen Vakinhoudelijke kennis en vaardigheden en Vakdidactiek kennis en vaardigheden van beroep Praktijk- en ervaringsleren Programma onderdeel Vak 1-14 Werkvormen Toetsvormen Toetsing EC (werk)college, groepswerk, instructie, zelfstudie, terugkoppeling, portfolio Vakdidactiek 1- (werk)college, groepswerk, 2 4 instructie, zelfstudie, terugkoppeling, portfolio Beroeps Modules 1-8 5 Studie & werk 6 intake 7, 1A-4B Assessment Hoofdfase bekwaam 8 Assessment Startbekwaam 9 hoorcollege, interactieve werkvormen: rollenspel, oefenen gesprekstechnieken, presentatie, beroepsgerichte opdrachten Werkplekleren: leerwerkplanopdracht, logboek bijhouden, leerverslag. Studieloopbaanbegeleiding: intervisie, reflectie Maken (digitaal) ontwikkelingsportfolio Maken (digitaal) presentatieportfolio Schriftelijke toets, luistervaardigheidstoets, mondelinge toets, digitale toets, portfolio, presentatie, verslag, weblog. Schriftelijke toets, portfolio, digitale taak Eindopdrachten in de vorm van dossiers, betoog, reflectie Kennistoetsen Beoordeling functioneren op de werkplek Beoordeling ontwikkelingsportfolio Beoordeling: presentatieportfolio Presentatie Criterium gericht interview Specifieke kennisbasis Generieke kennisbasis +addenda Pedagogischdidactische Competenties 85 10 35 50 9 Onderzoek & beroepsproduct Beroeps product 1-3 10 Uitvoeren onderzoek en ontwikkelen beroepsproduct Onderzoeksverslag Presentatie Beroepsproduct 20 Meer informatie over de Dublin descriptoren is te vinden op: www.minocw.nl/documenten/dublindescriptoren-beschrijving-20060608.pdf. In het begin van de studie bepaalt het Instituut en deels de school de opzet en invulling van het programma, de inhoud van de opdrachten en de beoordelingscriteria. Tijdens de hoofdfase krijgt u als student, in overleg met uw school, meer invloed en meer verantwoordelijkheid bij het bepalen van de competenties die u wilt ontwikkelen, de opdrachten die daarbij passen en de wijze waarop die beoordeeld worden. Anders gezegd, de opleiding is in het begin aanbod- gestuurd en later meer vraag- gestuurd. Tijdens de opleiding neemt u als student steeds meer zelf het stuur in handen bij het inrichten van het eigen leerproces. Instituut Archimedes blijft gedurende het hele opleidingstraject verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van uw leerproces, de beoordeling en het faciliteren van het leren. 4 Binnen vak- en vakdidactiek worden twee vakken in het derde jaar aangewezen als profileringsvakken binnen de profilering AVO of beroepsgericht onderwijs. 5 Studenten binnen de AVO profilering volgen in het derde jaar de beroepsmodules: leren omgaan met verschillen; diversiteit: cultuur en onderwijzen; de leraar als mentor. Studenten binnen de BO profilering volgen in het derde jaar de beroepsmodule docent in het beroepsgerichte onderwijs. 6 Studie en Werk 3b, 4a en 4b zijn de aangewezen onderdelen binnen de afstudeerrichtingen 7 Speciale module voor deeltijdstudenten waarin met hen het studieprogramma wordt vastgesteld op basis van eerdere opleidingen en ervaring. 8 Alleen voor voltijdstudenten 9 Is onderdeel van de afstudeerrichtingen AVO/BO 10 Beroepsproduct 3 is het aangewezen onderdeel voor de afstudeerrichtingen AVO of beroepsgericht onderwijs. 14/105

Opleidingsstructuur Bij competentiegericht leren en opleiden ligt de nadruk op de beroepspraktijk en het adequaat leren handelen als professional. De professional, de competente leraar, kan in uiteenlopende situaties en in verschillende rollen gewenste resultaten boeken. U heeft daarvoor een flinke dosis kennis (concepten) nodig, veel vaardigheden en een passende houding. Daarbij heeft u als leraar kennis en vaardigheden nodig met betrekking tot het vak waarin u lesgeeft en het lesgeven zelf. Daarom onderscheiden we binnen de opleiding de volgende :leerlijnen Leerlijn kennis en vaardigheden (conceptuele leerlijn) In de conceptuele leerlijn ligt de nadruk op het verwerven van de kennisbasis van het vak, vakdidactiek en de pedagogisch en didactische kennis en vaardigheden van het beroep. Dit vindt hoofdzakelijk op de opleiding plaats. Leren en onderzoeken in de praktijk (de integrale leerlijn) De integrale leerlijn staat voor leren en onderzoeken in de praktijk. In deze leerlijn ligt de nadruk op het leren handelen in de praktijk als docent en de ontwikkeling van een reflecterende en onderzoekende houding. Dit vindt hoofdzakelijk plaats op de leerwerkplek. De onderdelen binnen elke leerlijn staan niet op zichzelf, maar hebben elkaar nodig. Er is dus een voortdurende wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van elke leerlijn, maar ook tussen de onderdelen van de beide leerlijnen. De werkvormen die gebruikt worden in de beide leerlijnen zijn benoemd in de cursusbeschrijvingen (zie OSIRIS en bijlage Cursusbeschrijvingen). De cursussen binnen beide leerlijnen kunnen ook volgens het onderwijsconcept blended learning worden aangeboden. Een nadere beschrijving van blended learning vindt u in deze paragraaf. De leerlijn Leren en onderzoeken in de praktijk bestaat uit de volgende onderdelen Studie en Werk (leren in de praktijk) Beroepsproducten (onderzoek) Minor Assessments. Deze programmaonderdelen worden hierna nader beschreven. Dit wordt afgesloten met een beschrijving van de beoordeling tijdens de opleiding. 15/105

Opleidingsmodel in schema (Generiek Leerplanschema) Leerlijnen Kennis en Vakinhoudelijke vaardigheden / kennis en concep-tueel vaardigheden en Programma onderdeel Werkvormen Toetsvormen Toetsing EC Vak 1-15 (werk)college, groepswerk / Schriftelijke toets, digi-tale Specifieke 75 samenwerkend leren, toets, presentatie, kennisbasis + instructie, zelfstudie, digitale (practicum)verslag, dossier + 1 opdrachten, blended learning, met schrijfopdrachten. Digitale practica, veldwerk, excursies. landelijke kennisbasistoets Vakdidactiek Pedagogischdidactische kennis en vaardigheden van beroep Vakdidactiek (werk)college, groepswerk / 1-4 11 samenwerkend leren, Beroeps Modules 1-8 12 instructie, zelfstudie. Hoorcollege, interactieve werkvormen, rollenspel, oefenen gesprekstechnieken, presentatie, beroepsgerichte opdrachten Dossier met schrijfopdrachten, lessenserie ontwerpen, digitale taak Eindopdrachten in de vorm van dossiers, betoog, reflectie Kennistoetsen Generieke kennisbasis +addenda 20 35 Leren en onderzoeken in de praktijk / integraal Praktijk- en ervaringsleren Studie & werk 13 intake 14, 1A- 4B Assessment Hoofdfase bekwaam 15 Assessment Startbekwaa m 16 Werkplekleren: leerwerkplanopdracht, logboek bijhouden, leerverslag. Studieloopbaanbegeleiding: intervisie, reflectie Maken (digitaal) ontwikkelingsportfolio Maken (digitaal) presentatieportfolio Beoordeling functioneren op de werkplek Beoordeling ontwikkelingsportfolio Beoordeling: presentatieportfolio Presentatie Criterium gericht interview Competen-ties 50 9 Onderzoek & beroepsproduct Beroeps product 1-3 17 Uitvoeren onderzoek en ontwikkelen beroepsproduct Leergroepbijeenkomsten: intervisie, reflectie en presentatie Onderzoeksverslag Presentatie Beroepsproduct Profileringsruimte Minor 30 20 11 Binnen vak- en vakdidactiek worden twee vakken in het derde jaar aangewezen als profileringsvakken binnen de profilering AVO of beroepsgericht onderwijs. 12 Studenten binnen de AVO profilering volgen in het derde jaar de beroepsmodules: leren omgaan met verschillen; diversiteit: cultuur en onderwijzen; de leraar als mentor. Studenten binnen de BO profilering volgen in het derde jaar de beroepsmodule docent in het beroepsgerichte onderwijs. 13 Studie en Werk 3b, 4a en 4b zijn de aangewezen onderdelen binnen de afstudeerrichtingen 14 Speciale module voor deeltijdstudenten waarin met hen het studieprogramma wordt vastgesteld op basis van eerdere opleidingen en ervaring. 15 Alleen voor voltijdstudenten 16 Is onderdeel van de afstudeerrichtingen AVO/BO 17 Beroepsproduct 3 is het aangewezen onderdeel voor de afstudeerrichtingen AVO of beroepsgericht onderwijs. 16/105

Praktijk- en ervaringsleren: Studie en Werk In Studie en Werk leert u uw competentieontwikkeling aan te sturen en tot uitvoering te brengen tijdens het werkplekleren op de opleidingsschool. Uw studie-en-werkbegeleider (SWB) heeft zowel zicht op uw werk op de school als op de manier waarop u uw ervaringen en inzichten uit dat werk met die van uw studie verbindt. Uw SWB heeft daarmee een goed beeld van uw professionele ontwikkeling en kan u daardoor ondersteunen bij het plannen en monitoren van uw studie èn het werken aan uw competentieontwikkeling. Met behulp van uw SWB en uw medestudenten stelt u telkens nieuwe leervragen ten aanzien van uw werk op de opleidingsschool enerzijds en ten aanzien van het verloop van uw studie anderzijds. Deze leervragen zijn altijd gerelateerd aan de lerarencompetenties. Reflectie speelt een belangrijke rol bij het werken aan de leervragen. U onderzoekt de relatie tussen uw praktijkervaringen, uw zelfbeeld, uw competentieontwikkeling en uw studievoortgang en maakt keuzes voor de invulling van uw verdere opleidingstraject. De instrumenten voor het systematisch werken aan uw competentieontwikkeling zijn o.a. de nulmeting, de zelfanalyse, de reflectieformats en het ontwikkelingsportfolio. U houdt in een ontwikkelingsportfolio relevante documenten en producten bij die als bewijsstukken voor uw recente ontwikkeling kunnen dienen. Op basis daarvan stelt u uw beeld van uzelf als (toekomstig) docent bij en stuurt u uw toekomstige leren in de praktijk. Binnen Studie en Werk bereidt u zich ook voor op de assessments, waarin u aan moet tonen te voldoen aan het competentieprofiel op het niveau van het betreffende assessment. De begeleiding van Studie en werk vindt gedurende de gehele opleiding plaats door middel van groepsbijeenkomsten en individuele begeleidingsgesprekken (zie ook 2.8.1). De leerwerkplek Een substantieel gedeelte van uw opleiding voert u, als onderdeel van de leerlijn Studie en Werk, taken uit op uw leerwerkplek in een school. Daar wordt u begeleid door een werkbegeleider (WB). Een voltijdstudent is gemiddeld binnen een school werkzaam: Jaar 1 1 dag per week (7 uur) Jaar 2 1 dag per week (7 uur) Jaar 3 2 dagen per week (14 uur) Jaar 4 LIO stage 80 dagen (van 7 uur) in totaal. Een deeltijdstudent heeft doorgaans een baan in het onderwijs als docent. Ook als dit niet het geval is moet de deeltijdstudent aan de volgende eisen voldoen: Jaar 1 minimaal 10 dagen per jaar, minimaal 5 (delen van) lessen uitvoeren Jaar 2 minimaal 20 dagen per jaar, minimaal 20 lessen uitvoeren Jaar 3 minimaal 40 dagen per jaar, minimaal 40 lessen uitvoeren Jaar 4 minimaal 40 dagen per jaar, minimaal 80 lessen uitvoeren De genoemde uren zijn exclusief de uren die de student besteedt aan onderzoek en het ontwikkelen van beroepsproducten. U bent zelf verantwoordelijk voor het verwerven van een leerwerkplek. Twee typen opleidingsscholen U kunt per studiejaar kiezen voor een leerwerkplek in het algemeen voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs. Voorwaarde is dat u in beide sectoren ervaring opdoet. Studenten die in 2015-2016 of daarna starten met de opleiding moeten in de eerste 2 jaren van hun opleiding zowel in het algemeen voortgezet onderwijs als in het beroepsonderwijs ervaring opdoen. 17/105

De keuzes die een student kan maken binnen het programma worden mede bepaald door de school waar een student zijn werkplekleren vorm geeft. De ene school biedt meer mogelijkheden aan een student om zijn opleiding op de school vorm te geven dan de andere. In dit verband kennen wij twee samenwerkingsmodellen: Keurmerkschool Stageschool Elke student heeft een SWB en een IO met vaste taken. Voor studenten die hun leerwerkplek hebben op een keurmerkschool is de IO een school-io (deze begeleidt dan alle studenten van Instituut Archimedes op deze school, ongeacht studiejaar en vak). Voor de studenten op een stageschool is de SWB (of evt. iemand anders uit de vakgroep) ook de IO. Keurmerkschool: de opleider in de school als leider van een opleidingsteam in de school Op scholen met een keurmerk is de organisatie van het werkplekleren en de begeleiding goed geregeld. In dit model doet de student een (groot) deel van de opleiding in de school en is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. De school werkt ook actief mee aan de ontwikkeling van het programma. De instituutsopleider (IO) vanuit Archimedes maakt samen met de schoolopleider (SO) en de werkbegeleiders (WB) vanuit de school deel uit van het opleidingsteam. De IO geeft samen met de SO vorm aan het intervisieprogramma en de themabijeenkomsten op de school. De SO en de IO zijn veelal ook betrokken bij het formuleren van opdrachten in het kader van beroepsproducten. Naast de studie-en-werkbegeleider (SWB) wordt de student vanuit Instituut Archimedes begeleid door een Instituutsopleider (IO). De IO doet het lesbezoek en beoordeelt de les, onderhoudt contact met de werkbegeleider en beoordeelt samen met de vakdocent van het Instituut de beroepsproducten (zie 2.2.4) van de studenten. Daarnaast begeleidt de IO het praktijkdeel en eventueel in samenwerking met de vakdocent het tot stand komen van de beroepsproducten. Intervisie vindt plaats op de school onder begeleiding van de schoolopleider. De IO is ook op de hoogte van en betrokken bij de schoolontwikkeling. Alleen de door de examencommissie aangewezen examinator (van de HU) is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. Binnen de keurmerkscholen kunnen academische opleidingsscholen worden onderscheiden. Een academische opleidingsschool heeft een onderzoeksprogramma dat gekoppeld is aan de onderwijsontwikkeling van de school. Dit onderzoeksprogramma wordt in samenwerking met Archimedes opgezet en uitgevoerd. Er is een gecertificeerde schoolopleider en er is een onderzoeksbegeleider vanuit Instituut Archimedes. Op deze school zijn veel studenten van Instituut Archimedes aanwezig: minimaal 16. Stagemodel: de school als werkplek Scholen zonder keurmerk noemen we stagescholen. Deze scholen werken niet direct samen met Archimedes, hebben dus geen invloed op het curriculum en zijn minder goed op de hoogte van de wijze waarop de student opgeleid wordt. In dit model is de school de werkplek waar de op te leiden leraar in de praktijk functioneert. De school biedt de student de mogelijkheid tot het opdoen van ervaring op de werkplek. Hij wordt daarbij begeleid door een ervaren leerkracht annex collega; de werkbegeleider (WB). Hij geeft feedback uitmondend in een ontwikkelingsgericht advies en bespreekt de activiteiten samen met de student. Alle andere opleidingsactiviteiten liggen bij het instituut. Vanuit het instituut wordt de student begeleid door een studie-en-werkbegeleider (SWB). De SWB komt op lesbezoek. Intervisie en thema s gericht op morgen doe ik het beter vinden op het instituut plaats en worden begeleid door de SWB. In dit model heeft de student niet de mogelijkheid om extra onderzoek te doen in de school, zoals bij een academische opleidingsschool. De drie beroepsproducten en (onderzoeks)opdrachten vanuit verschillende cursussen kunnen binnen een stageschool vanzelfsprekend wel uitgevoerd worden. Het aantal studenten van Instituut Archimedes op dit type school is per school meestal 1 of 2. Dit zijn vaak deeltijdstudenten die een baan hebben op de school. 18/105

Een voltijdstudent is verplicht een leerwerkplek te zoeken/hebben in een opleidingsschool met een keurmerk. De scholen die hiervoor in aanmerking komen zijn te vinden in het Jobcenter op www.samenopleiden.nl. Aan het begin van de propedeuse is een inwerkperiode opgenomen om de school te leren kennen en vast te stellen aan welke opdrachten u gaat werken. In het eerste jaar zult u met name assisterende werkzaamheden verrichten in de school. Na verloop van tijd zult u steeds zelfstandiger taken uitvoeren en meer verantwoordelijkheid krijgen. Aan het einde van de opleiding functioneert u als startbekwame leraar en kunt u aantonen dat u over de benodigde competenties beschikt. Tijdens het werk krijgt u de mogelijkheid om ervaringen op te doen in echte onderwijssituaties: de werkomgeving biedt praktijksituaties waarin u kunt oefenen en experimenteren. Door hierop te reflecteren leert u welke manier van handelen leidt tot het gewenste resultaat en wat u nodig hebt om adequaat te handelen (competent gedrag te vertonen). U wordt ondersteund bij het leren van de ervaringen op uw leerwerkplek door de studie-en werkbegeleider (SWB) en/of een Instituutsopleider (IO). Dit is afhankelijk van of u een leerwerkplek hebt binnen een keurmerkschool of een stageschool (zie 2.2.3).Het ligt voor de hand dat de ervaringen die u opdoet op de werkplek tot vragen en leerbehoeften leiden. Naarmate u meer werkervaring opdoet, zal u meer specifieke vragen hebben. Het onderwijsprogramma biedt daarom steeds meer ruimte om zelf invulling te geven aan uw opleiding. Bij de beoordeling spelen de school en de schoolopleider (SO) ook een rol. Ten behoeve van dit opleidingssysteem is een website ontwikkeld om de communicatie tussen opleidingsscholen, studenten en Instituut Archimedes te stimuleren en te faciliteren. Op de website www.samenopleiden.nl is o.a. de volgende informatie te vinden: Jobcentre: CV-bank: Nieuws: Informatie: een digitale vacaturebank met leerwerkplekken, stages en reguliere vacatures bij opleidingsscholen in de regio Midden-Nederland. in deze CV-bank presenteren studenten, afgestudeerden, zijinstromers en andere baanzoekers zich m.b.v. hun curriculum vitae aan scholen voor voortgezet onderwijs en ROC s. een rubriek met actuele nieuwsitems voor scholen en studenten. algemene informatie voor studenten en scholen over Het Utrechts Model, de begeleidingsstructuur, begrippenlijst, allerlei praktische informatie. Binnen het DienstenCentrum Educatie (DCE) zijn jobcoaches beschikbaar die u kunnen begeleiden en adviseren als het niet lukt om een leerwerkplek te vinden. Ga voor meer informatie naar uw SWB of het DCE op de 7 e verdieping. Ook deeltijdstudenten kunnen via deze website een leerwerkplek verwerven, daarnaast is het voor hen mogelijk om zelf een leerwerkplek op een andere school te zoeken of om een baan als onbevoegd docent te gebruiken voor het werkplekleren. Het portfolio Tijdens uw opleidingstraject werkt u, leert u en reflecteert u. U ontwikkelt uw eigen manier van werken en u formuleert daarbij passende leervragen. In het portfolio verzamelt u materialen om uw eigen ontwikkeling te sturen en aan te tonen. Het kan daarbij gaan om concrete producten (opdrachten, lessenseries, video s), maar ook om reflectieverslagen, feedback van medestudenten en begeleiders en beoordelingen van werkgevers en opleiders. U verantwoordt uw handelen vanuit literatuur. Het portfolio is een persoonsafhankelijk instrument dat veel ruimte biedt voor reflectie en eigen overwegingen. We spreken in dit geval van een ontwikkelingsportfolio. Het is een digitaal portfolio dat wordt gemaakt in Winvision.. Onderdelen van het ontwikkelingsportfolio kunt u inzetten als bewijsmateriaal waarmee u kan aantonen dat u in staat bent tot competent handelen. In dit geval spreken we van een presentatieportfolio. Het presentatieportfolio wordt ingezet bij de assessments. Studenten (voltijd en deeltijd) mogen ook een digitaal presentieportfolio maken met behulp van Winvision. 19/105

Beroepsproducten Een beroepsproduct is een product dat gemaakt wordt in opdracht van de school waar de student werkzaam is. De opdracht komt voort uit een vraag van een sectie, directie of schoolopleider en draagt bij aan de schoolontwikkeling. U leert om deze opdrachten op een onderzoeksmatige wijze uit te voeren waarbij uiteindelijk het product, de wijze waarop het product tot stand gekomen is en de wijze waarop onderzoek hierbij ingezet is, beoordeeld wordt. Bij de begeleiding wordt gestuurd op de output. Het uiteindelijke resultaat is van belang. Daarom moet vanaf het begin duidelijk zijn aan welke eisen het product moet voldoen en waar de student op beoordeeld zal worden. In samenwerking met de school wordt bepaald aan welke eisen het product moet voldoen om bruikbaar te zijn in de context van de school. De begeleider vanuit het instituut bepaalt aan welke eisen het product moet voldoen op basis van de te behalen eindkwalificaties (competenties, kennisbasis, hbo-niveau). Tijdens de ontwikkeling van de beroepsproducten wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen. Het (leren) doen van onderzoek is gekoppeld aan het ontwikkelen van beroepsproducten. Dit verhoogt de kwaliteit van de beroepsproducten en draagt bij aan een onderzoekende houding van de student. Elke student maakt minimaal drie beroepsproducten: een (leer)beroepsproduct in jaar 2 (5 EC). De opdracht voor dit product wordt gegeven door uw werkbegeleider. De focus ligt hier op het opstellen van een plan van aanpak en het uitvoeren van een vooronderzoek; een beroepsproduct in jaar 3 (5 EC). De opdracht wordt gegeven door een opdrachtgever vanuit de school. Hierbij richten we ons vooral op het evalueren van het ontwikkelde product; een beroepsproduct in jaar 4 (10 EC). Dit beroepsproduct maakt onderdeel uit van de afstudeereenheid (zie par 2.5.6) en wordt ook wel afstudeerproduct genoemd. In het afstudeerproduct wordt een complete cyclus doorlopen: vooronderzoek, evaluatie, rapportage over en presentatie van het product. Voor het afstudeerproduct wordt geen vrijstelling verleend. Om ervoor te zorgen dat u zich zo breed mogelijk als docent ontwikkelt, hebben we het volgende bepaald: Een van de beroepsproducten moet gericht zijn op vakinhoud of vakdidactiek Een van de beroepsproducten moet gericht zijn op onderwijskundige zaken; En het beroepsproduct in jaar 4 (beroepsproduct 3) moet in ieder geval gericht zijn op vakinhoud /vakdidactiek). Het beroepsproduct wordt beoordeeld door een opleider van het instituut. Deze beoordeling is gebaseerd op het beoordelingsadvies van: De opdrachtgever (beoordeling van het product en proces inclusief onderzoeksvaardigheden); Vakdocent of expert van Instituut Archimedes (beoordeling van de inhoud); Instituutsopleider of SWB of specialist beroepsproduct (beoordeling van proces, inclusief onderzoeksvaardigheden). Beroepsproduct 3 wordt altijd door twee aangestelde examinatoren beoordeeld. Ingeleverde producten worden met behulp van Ephorus op onregelmatigheden gecontroleerd. Zie voor een nadere uitwerking de cursusbeschrijvingen en cursushandleidingen van de betreffende onderwijseenheden beroepsproducten. Profileringsruimte De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan uw studie te geven (zie par 2.5.4). Toetsing in de opleiding Ter afsluiting van elke cursus wordt u beoordeeld op het behalen van de betreffende doelstellingen. Hierbij worden verschillende toetsvormen gebruikt. Daarnaast wordt uw competentieontwikkeling één- of tweemaal in de opleiding integraal beoordeeld. Dit gebeurt in assessments in jaar 1 (voltijd) en jaar 4 (voltijd en deeltijd). 20/105