Inspraakrapport bestemmingsplan "Overwhere-Zuid 2012" Inspraak en artikel 3.1.1 Bro-overleg Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid December 2012 1
2
INSPRAAKREACTIES 1. Inleiding In het kader van de inspraakprocedure ten behoeve van het voorontwerpbestemmingsplan voor de wijk Overwhere-Zuid, hebben de daarop betrekking hebbende stukken (het voorontwerp-bestemmingsplan) met ingang van 3 mei 2011 tot en met 13 juni 2011 ter inzage gelegen. Van bovenstaande is tevens melding gemaakt in de rubriek officiële mededelingen d.d. 1 mei 2011, gepubliceerd in het Zondagochtendblad. Daarnaast is de publicatie geplaatst op de gemeentelijke website. Het voorontwerp was raadpleegbaar via de gemeentelijke website www.purmerend.nl en er lag een exemplaar bij de publieksbalie. Op dinsdag 16 mei 2011 is in het Verpleeg- en verzorgingstehuis Novawhere een inloopinformatiebijeenkomst gehouden. Tijdens deze avond konden belangstellenden nadere toelichting ontvangen en vragen stellen over het voorontwerpbestemmingsplan. De bewoners en eigenaren/gebruikers van panden in Overwhere-Zuid hebben een brief ontvangen waarin zij uitgenodigd werden voor deze informatieavond. Vanwege de grote belangstelling is een tweede inloopinformatieavond gehouden op 30 mei 2011. Op grond van de Inspraakverordening Purmerend 2006 stond gedurende de periode van terinzageligging de mogelijkheid open om schriftelijk en mondeling inspraakreacties ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan Overwhere-Zuid 2010 aan het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken. 2. Procedureel Binnen de daarvoor openstaande termijn zijn acht schriftelijke reacties en één mondelinge reactie ontvangen. Alvorens inhoudelijk op de ontvangen reacties in te gaan, merkt het gemeentebestuur op dat, gelet op het hierboven vermelde, alle ingediende reacties (kunnen) worden aangemerkt als inspraakreactie(s). Gelet op het karakter van de inloopavond is hiervan geen (separaat) verslag gemaakt. De tijdens deze avond gegeven reacties zijn in de onderhavige procedure betrokken. De publicatie, de ontvangen reacties en het gemeentelijk commentaar worden integraal opgenomen in het "Inspraakrapport bestemmingsplan Overwhere-Zuid". Deze wordt als bijlage bij het bestemmingsplan "Overwhere-Zuid 2012" gevoegd. 3. Inhoudelijk Met de inspraakprocedure is de start gemaakt met de voorbereiding voor de wettelijke procedure tot vaststelling van nieuwe het bestemmingsplan "Overwhere-Zuid 2012". Eén van de aanleidingen voor de actualisering van de bestemmingsplannen in Overwhere- Zuid ligt in de Wet ruimtelijke ordening. Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Op basis van deze wet mogen vanaf 2013 bestemmingsplannen niet ouder zijn dan 10 jaar. De bestemmingsplannen die gelden voor Overwhere-Zuid zijn ouder dan 10 jaar. Derhalve moeten ze worden geactualiseerd. Daarnaast heeft de gemeente als doel het garanderen van de rechtsbescherming voor burgers en bedrijven op basis van actuele bestemmingsplannen. Door middel van onderhavige inspraakprocedure zijn bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden in een vroeg stadium betrokken bij de planvorming. Met de publicatie van 3
het voorontwerp en door hierop inspraak te laten plaatsvinden wordt beoogd het eindproduct te verbeteren en draagvlak te creëren bij de betrokkenen. 3.1 Mondelinge inspraakreactie Inspreker I te Purmerend Insprekers verzoeken geen mogelijkheid in de regels op te nemen/deze te verwijderen om op uit- en aanbouwen aan de achterzijde van de woning een 2 e en/of 3 e verdieping te realiseren. Reden hiervoor is dat dit het aangezicht en de eenheid van de twee-onder-éénkapwoning aantast, doordat er geen sprake is meer van een eenheid in de achtergevel wanneer slechts 1 van 2 woningeigenaren dit uitvoert. Dan ontstaat hierdoor een muur van 5,5 meter hoog in de tuin van de directe bewoners, wat onwenselijk wordt gevonden. Een 2 e verdieping op de aanbouw aan de achterzijde van de woning is inderdaad niet wenselijk en is in principe in Purmerend nergens toegestaan. De uitbouw aan de achterzijde zal worden opgenomen in de bestemming Wonen maar met een bouwhoogte van 3 meter. Hierdoor kan op de uitbouw niet nog een verdieping gerealiseerd worden. Garages zullen niet in het bouwvlak worden opgenomen, deze vallen onder de bijbehorende bouwwerkenregeling zoals opgenomen in de regels van de bestemming Tuin-2. De verbeelding zal worden aangepast. De aanbouw zal de bouwhoogte 3 m krijgen, de rest van de woning behoudt de goothoogte 5,5m. 3.2 Schriftelijke inspraakreacties Inspreker II te Purmerend Inspreker verzoekt voor het perceel aan de Wagenweg 9 te wijzigen van Bedrijven (in inspraakreactie wordt gesproken over Handel en Nijverheid) in Detailhandel met dienstwoning of als Detailhandel en/of groothandel met dienstwoning. In de huidige situatie is het niet mogelijk om voor het perceel aan de Wagenweg 9 de bestemming Detailhandel met een dienstwoning op te nemen. De redenen hiervoor zijn: Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is conserverend bestemmen. Dit houdt in dat de bestaande feitelijke en/of juridische situatie wordt vastgelegd; De gemeente heeft het voornemen om het Wagenweggebied te herontwikkelen tot een woonwijk (Stedenbouwkundig Programma van Eisen, herontwikkeling Wagenweg, 2006). Dit SPvE geldt als toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke initiatieven. In dit SPvE is de betreffende locatie als onbebouwd met een horecavoorziening opgenomen. Het opnemen van de bestemming Detailhandel met een dienstwoning past dan ook niet binnen dit SPvE; de aanwezigheid van het LPG-tankstation op het naastgelegen perceel Wagenweg 7. Hierdoor is het vanuit veiligheidsoogpunt niet wenselijk en afhankelijk van de precieze bestemming wettelijk zelfs niet toegestaan aan de Wagenweg 9 bedrijvigheid toe te staan waarbij grote aantallen personen op het perceel aanwezig zullen zijn. Eveneens zijn (bedrijfs)woningen wettelijk niet toegestaan op een dergelijke kleine afstand vanaf het 4
LPG-vulpunt van het naastgelegen tankstation. Geen Inspreker III te Purmerend Insprekers verzoeken voor het perceel Aletta Jacobslaan 7 de in het bestemmingsplan opgenomen maximale goothoogte van 10 meter te verlagen naar 5 meter, het bouwvlak van verder van de erfgrenzen van de bewoners aan de Marga Klompéstraat af te situeren en het aanwezige groen op het perceel te handhaven. Als uitgangspunt van de bestemmingsplanactualisatie geldt dat de bestaande planologische regeling wordt overgenomen (voor dit perceel wil dat zeggen het bestemmingsplan "Overwhere 1975"). Deze planologische regeling was de bewoners kenbaar toen zij in de jaren '90 of later hun woning kochten. Omdat voor het perceel aan de Aletta Jacobslaan 7 momenteel geen concrete (bouw)plannen bekend zijn, bestaat er geen aanleiding om de bouwmogelijkheden, waaronder de maximale bouwhoogte, de grootte en de situering van het bouwvlak, te veranderen. Uitzondering hierbij betreft de begrenzing van de bouwhoogte. Omdat in het bestemmingsplan uit 1975 alleen een goothoogte van 10 meter was opgenomen, bestond de mogelijkheid om een gebouw te realiseren met een goothoogte van 10 meter mét daarboven nog een kap waarvan de maximale hoogte niet door het bestemmingsplan wordt geregeld. Om in het nieuwe bestemmingsplan zekerheid te kunnen geven over hoe hoog het pand maximaal mag worden, wordt een bouwhoogte van 10 meter opgenomen. Dit betekent een verbetering voor de omwonenden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Het al dan niet mogen verwijderen of kappen van bestaand aanwezig groen wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. Hiervoor geldt het kapvergunningensysteem. Derhalve kan vanuit het bestemmingsplan niet worden gegarandeerd dat het huidige aanwezige groen behouden zal blijven in de toekomst. Voor de bestemming Maatschappelijk op het perceel Aletta Jacobslaan 7 wordt op de verbeelding de goothoogte van 10 meter vervangen door een bouwhoogte van 10 meter. Inspreker IV te Purmerend Aanvullend op de inspraakreactie onder II, ziet inspreker graag de grens van de maximale goothoogte van 5,5 meter aan de achterzijde van de woningen voor alle 8 woningen aan de Marga Klompéstraat even groot opgenomen op de verbeelding. Tevens verzoekt inspreker zijn garage even groot in te tekenen als de andere garages. De 8 woningen en de praktijkruimte aan de Marga Klompéstraat zijn gerealiseerd door middel van een in 1994 verleende planologische vrijstelling ex. art. 19 WRO. Hierin bestond voor alle woningen de optie voor een uitbouw op de begane grond. Hiervan is niet door alle 8 eigenaren gebruik gemaakt. Gezien het uitgangspunt van dit bestemmingsplan om conserverend te bestemmen, zullen voor alle woningen de maten worden opgenomen zoals deze zijn vergund, dus inclusief de uitbouw. Dit houdt in dat op de verbeelding alle 8 5
woningen aan de Marga Klompéstraat een even groot bouwvlak krijgen, zoals nu de grootste bouwvlakken zijn opgenomen. De garages van de woningen aan de Marga Klompéstraat worden niet in het bouwvlak opgenomen of anderszins expliciet op de verbeelding opgenomen. Hierdoor vallen ze onder de bijbehorende bouwwerkenregeling zoals opgenomen in de regels van de bestemming Tuin-2. In de toelichting van het bestemmingsplan is nader beschreven hoe aanbouwen en bijgebouwen, waar de garages onder vallen, zijn bestemd. De bouwvlakken van de 8 woningen aan de Marga Klompéstraat worden op basis van de in 1994 verleende planologische vrijstelling ex. art. 19 WRO even groot ingetekend. Inspreker V te Purmerend Inspreker ziet graag de maximale nokhoogte van zijn woningen en omliggende woningen verhoogd worden, zodat een volwaardige kamer op zolder met een volwaardige stahoogte kan worden gerealiseerd. Ons college begrijpt de wens van de insprekers om een grotere zolderverdieping te realiseren. Op dit moment wordt gemeentebreed onderzocht naar de mogelijkheden om een ruimere planologische regeling te treffen voor dakopbouwen op eensgezinswoningen in Purmerend. De aanleiding daartoe vormde diverse verzoeken van inwoners, ook vanuit andere wijken in de stad. De verwachting is dat de uitkomsten van dit onderzoek niet gereed zullen zijn op het moment dat de formele procedure van het ontwerpbestemmingsplan voor Overwhere-Zuid van start zal gaan. Ondanks het gegeven dat onderhavig bestemmingsplan niet voorziet in een regeling voor dakopbouwen en/of kapverhogingen van woningen met een (a)symmetrische kap, bestaat er een mogelijkheid om dakopbouwen c.q. nokverhogingen planologisch mogelijk te maken door toepassing van een zogenaamde buitenplanse afwijking op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Dit betekent dat er bij een aanvraag van een dakbouw of een nokverhoging als onderdeel van de procedure tot het verlenen van de omgevingsvergunning, een 'afweging op maat' wordt gemaakt op basis van ruimtelijke en stedenbouwkundige argumenten. Afhankelijk van deze afweging kan een omgevingsvergunning worden verleend om een dakopbouw c.q. nokverhoging te realiseren. Geen Inspreker VI te Purmerend Inspreker verzoekt: 1. behouden van het groen aan de kopse zijde van de parkeerplaatsen tegenover Atletenstraat 28, grenzend aan de achterzijde van Atletenstraat 1. Verzoekt van dit groen geen parkeerplaats te maken; 2. Het behouden van de stoep aan de voorzijde van Atletenstraat 28 (geen parkeerplaats voor de deur). Zoals ook in de toelichting op het bestemmingsplan is verwoord, is in het openbaar gebied een aantal daarin passende functies toegestaan. In eerste instantie gaat het om de 6
bestemmingen Verkeer - 1, Verkeer - 2 en Groen. De bestemming Verkeer - 1 wordt toegekend aan die wegen die door hun doorstroomfunctie een structuurbepalend karakter hebben. De overige gebieden met een verkeers- of verblijfsfunctie worden als Verkeer - 2 bestemd. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, zoals parkeren, het verzamelen van huisvuil, groen- en waterpartijen en kleine nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen e.d. De grote eenheden groen met een structurerende functie en kleinere op zichzelf staande groeneenheden die belangrijk zijn voor de woonkwaliteit én waar flexibiliteit bij de inrichting van de openbare ruimte minder noodzakelijk is, zijn bestemd voor Groen. Binnen de bestemming Groen is een beperkt aantal gebruiksvormen toegestaan, zoals groen, voet- en fietspaden, water, speelvoorzieningen, afvalverzamelplaatsen, nutsvoorzieningen en kunstobjecten. Het gemeentebestuur onderschrijft dat zorgvuldig moet worden omgegaan met het aanwezige openbaar groen. In de planologische belangenafweging kan het echter gebeuren dat een keuze wordt gemaakt ten behoeve van een ander belang, bijvoorbeeld het belang van voldoende parkeergelegenheid, waarbij een gedeelte van het openbaar groen moet wijken. Om in dergelijke gevallen tijd- en capaciteitrovende procedures te voorkomen is voor bovenstaande bestemmingsindeling gekozen. Dit betekent overigens niet dat een stukje groen direct wordt bestraat, maar de mogelijkheid wordt in het bestemmingsplan wel geboden. Geen Inspreker VII te Purmerend Inspreker verzoekt reeds gerealiseerde erkers, dakkapellen en kapverhogingen op te nemen in het bouwvlak van de plankaart, zodat hier niet weer een procedure voor gevoerd hoeft te worden, en andere bewoners ook een erker kunnen realiseren. In overeenstemming met de wens van de inspreker zijn sinds een aantal jaar binnen bestemmingsplannen van de gemeente Purmerend erkers aan de voorzijde van de woning toegestaan, mits ze voldoen aan de maatvoering zoals opgenomen in de regels onder "Tuin-1". Op basis hiervan zijn de bestaande erkers toegestaan binnen het nieuwe bestemmingsplan voor Overwhere-Zuid en hoeven niet expliciet te worden ingetekend in het bouwvlak van de woning. Met betrekking tot dakkapellen geldt dat indien deze voldoen aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ze zelfs vergunningsvrij zijn. Reeds verleende bouwvergunning voor dakkapellen en kapverhoging blijven geldig onder het nieuwe bestemmingsplan, en hoeven derhalve niet expliciet te worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Geen. De mogelijkheden waarom de inspreker verzoekt zijn al opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. 7
Inspreker VIII te Purmerend Insprekers verzoeken de bestemming Groen op te nemen voor de groenstrook aan de zuidzijde van de Overweersepolderdijk. Insprekers willen niet dat dit in de toekomst parkeerplaatsen zullen worden i.p.v. groen. Insprekers geven aan geen behoefte te hebben aan extra parkeergelegenheid. Deze groenstroken aan de zuidzijde van de Overweersepolderdijk vallen niet onder de groenhoofdstructuur. Op basis hiervan krijgen ze de bestemming Verkeer-2 en niet Groen. De bestemming Verkeer-2 is ruimer dan de bestemming Groen, waardoor naast een groene invulling ook parkeerplaatsen mogelijk zijn. Dit houdt echter niet in dat de groenstroken gegarandeerd zullen verdwijnen ten behoeve van bijvoorbeeld parkeerplaatsen, maar de mogelijkheid wordt in het bestemmingsplan wel geboden. Geen 8
WETTELIJK VOOROVERLEG Tegelijkertijd met het inspraaktraject is ingevolge artikel 3.1.1 Bro wettelijk vooroverleg gepleegd met de betreffende overlegpartners, te weten: Gemeente Beemster; N.V. Nederlandse Gasunie; Prorail; Provincie Noord-Holland; Rijkswaterstaat; VROM-Inspectie; Nederlandse Spoorwegen; Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Vooroverlegreacties zijn ontvangen van de N.V. Nederlandse Gasunie, de VROM-inspectie, het Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier en de Veiligheidsregio Zaanstreek- Waterland. Deze worden hieronder nader behandeld. Voor de gemeente Beemster, Prorail, provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat en de Nederlandse Spoorwegen geldt dat zij niet (inhoudelijk) hebben gereageerd. I. N.V. Nederlandse Gasunie (622986) Samenvatting overleg De N.V. Nederlandse Gasunie maakt de volgende opmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan: a. Uit de verbeelding blijkt dat de dubbelbestemming "Leiding-Gas", welke voor de leidingen van Gasunie is opgenomen, qua breedte afwijkt van hetgeen gebruikelijk is. Ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor goederen en personen in de directe omgeving, dient de belemmeringenstrook voor 40 bar regionale gastransportleiding te gelden voor een zone van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding; Inspreker verzoekt de breedte van de dubbelbestemming op de verbeelding terug te brengen naar 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding. b. Verzocht wordt de bouwvlakken van enkele percelen tussen de spoorlijn en de Burg. D, Kooimanweg zodanig aan te passen dat de afstand tussen de leiding en de grens van het bouwvlak minimaal 4 meter bedraagt; c. Inspreker verzoekt de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' eveneens rondom de afsluiterschema's op de verbeelding weer te geven overeenkomstig de bij de reactie bijgevoegd figuur; d. Inspreker verzoekt artikel 8 'Leiding-Gas' zodanig aan te passen dat de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' bij het geheel of gedeeltelijk samenvallen met (een) andere dubbelbestemming(en) voorrang krijgt. Dit kan d.m.v. het bij de reactie bijgevoegde tekstvoorbeeld; e. Inspreker verzoekt artikel 8.3 van de regels aan te vullen met de volgende zinsnede: "Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid 8.2, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding." f. Inspreker verzoekt artikel 8 uit te breiden met een extra lid zodanig dat de onderstaande werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, uitgevoerd binnen een zone van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen (belemmeringenstrook), behoudens een omgevingsvergunning voor de activiteit 'aanleg' zijn verboden: zie verder 9
tekst in de inspraakreactie; g. Inspreker verzoekt artikel 8 in overeenstemming te brengen met door Gasunie aan de Gemeente Purmerend verstrekte tekstvoorstel voor de dubbelbestemming 'Leiding - Gas'. Aan alle verzoeken onder a t/m g wordt tegemoet gekomen. Wijzigingen De breedte van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' wordt op de verbeelding teruggebracht naar 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding; De bouwvlakken van enkele percelen tussen de spoorlijn en de Burg. D. Kooimanweg worden aangepast zodat de afstand tussen de leiding en de grens van het bouwvlak minimaal 4 meter bedraagt; De dubbelbestemming 'Leiding-Gas' wordt eveneens rondom de afsluiterschema's op de verbeelding weergegeven overeenkomstig de bij de reactie bijgevoegd figuur; Artikel 8 'Leiding-Gas' van de regels wordt aangepast naar het bij de reactie gevoegde tekstvoorbeeld. Hiermee worden de opmerkingen onder d, en f en g overgenomen in de regels. II. VROM-inspectie (627651) Samenvatting overleg a. Verzocht wordt de resultaten van de onderzoeken naar de aspecten externe veiligheid (buisleidingen en LPG-tankstation) en geluid op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan, en zo nodig een verantwoording van het groepsrisico uit te voeren en op te nemen; b. Verzocht wordt een eventueel benodigd ontwerpbestluit voor het verlenen van hogere geluidwaarden gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen. Het gemeentebestuur is de mening toegedaan dat de genoemde verzoeken niet kunnen worden aangemerkt als Rijksbelang. De gemeente zal zorg dragen voor een goede ruimtelijke en dus aspect geluid en de daarop van toepassing zijnde regeling op correcte wijze opnemen en uitvoeren. a. Conform de wetgeving voor externe veiligheid worden de resultaten van de onderzoeken naar de aspecten externe veiligheid (buisleidingen en LPG-tankstation) opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Een verantwoording van het groepsrisico wordt uitgevoerd en bijgesloten bij het ontwerpbestemmingsplan; b. In het ontwerpbestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen (meer) mogelijk gemaakt waarvoor een hogere geluidswaarde moet worden verleend. Wijzigingen In het hoofdstuk Milieuaspecten, worden onder het kopje 'LPG-tankstations' de resultaten van de QRA voor het LPG-tankstation aan de Wagenweg 7 toegevoegd. Een verantwoording van het groepsrisico m.b.t. het LPG-tankstation aan de Wagenweg 7 wordt bij het ontwerpbestemmingsplan gevoegd; In het hoofdstuk Milieuaspecten worden onder het kopje 'Vervoer van gevaarlijke stoffen door transportleidingen' de resultaten toegevoegd van het onderzoek naar de hogedrukaardgastransportleidingen. Een verantwoording van het groepsrisico m.b.t. de twee hogedrukaardgastransportleidingen in het plangebied wordt bij het ontwerpbestemmingsplan gevoegd. 10
III. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (643629) Samenvatting overleg a. Met betrekking tot de ontwikkeling van de M.L. Kingschool is het voor het hoogheemraadschap nog onduidelijk hoe omvangrijk de ontwikkeling is en of er compenserende maatregelen genomen moeten worden. Indien dit wel het geval is zal hiervoor een watervergunning moeten worden aangevraagd; b. Voor de conclusies van het vooroverleg dat betrekking heeft op de herontwikkeling van deel 1 van het Wagenweggebied verwijst het hoogheemraadschap naar het vooroverleg dat hierover heeft plaatsgevonden in 2006; c. Bij het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid wilt het hoogheemraadschap geborgd zien dat vooroverleg met het hoogheemraadschap wordt gepleegd; d. Het hoogheemraadschap is bezig met het opstellen van woonschepenbeleid. Ten tijde van het overleg is het beleid nog niet concreet. Daarom wordt met betrekking tot de woonschepenligplaatsen in de Beemsterringvaart geadviseerd het 'stand still' principe te hanteren, waarbij er voor woonschepenlocaties niet meer ruimte wordt geboden dan in het 'vorige' bestemmingsplan. Nieuwe woonschepenlocaties worden op moment van het overleg op de in het bestemmingsplan genoemde locatie niet toegestaan; e. Het hoogheemraadschap verzoekt artikel 18.3 uit de regels van het bestemmingsplan te verwijderen, omdat deze regeling volgens het hoogheemraadschap in zou houden dat kan worden afgeweken van de regels van de Keur van de waterbeheerder; f. Het hoogheemraadschap verzoekt in artikel 23 'Waterstaat - Waterkering' van de regels nadrukkelijker aan te geven dat de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' prioritair is aan de andere, onderliggende bestemmingen. Tevens dient in de bouwregels te worden aangegeven dat de waterkerende belangen niet mogen worden geschaad en dat voor werkzaamheden binnen de zone waterstaatswerk altijd toestemming verkregen dient te worden van de waterbeheerder; g. Het hoogheemraadschap verzoekt betrokken te worden bij ontwikkelingen waar een wijzigingsbevoegdheid is aangegeven. Ze verzoeken tevens in artikel 25.2 van de regels de voorwaarde toe te voegen dat bij de uitwerking contact op wordt genomen met het hoogheemraadschap; h. De zone van het waterstaatswerk is niet juist op de plankaart weergegeven. a. Voor de ontwikkeling van de M.L. Kingschool is de eerste helft van 2012 een separate bestemmingsplanprocedure gevolgd. Het bestemmingsplan hiervoor is in middels onherroepelijk. In het kader hiervan heeft ook het overleg met het hoogheemraadschap plaatsgevonden en zijn de in deze reactie genoemde opmerkingen behandeld; b. Voor de herontwikkeling van deelgebied 1 van het Wagenweggebied is in 2008 een vrijstellingsprocedure ex. art. 19 WRO gevoerd. De adviezen uit het overleg van 2006 zijn hierin meegenomen. Bij de reeds uitgevoerde ontwikkeling van twee bouwblokken in deelgebied 1 is uitvoering gegeven aan dit overleg. Het bestemmingsplan Overwhere- Zuid maakt verder geen nieuwe ontwikkelingen in het Wagenweggebied mogelijk waarop de adviezen van toepassing zijn; c. Het verzoek is reeds geregeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en hoeft derhalve niet expliciet te worden opgenomen in de regels van het bestemmingsplan; d. Voor de bestaande woonschepenligplaatsen (5) wordt het 'stand still' principe gehanteerd. De bestaande ligplaatsen worden opgenomen zoals deze op basis van de vrijstelling ex. art. 19.2 WRO in 2005 zijn gelegaliseerd. Meer ruimte en/of nieuwe mogelijkheden voor woonschepenligplaatsen worden in het bestemmingsplan niet geboden; e. De regeling opgenomen in artikel 18.3 van de regels van het voorontwerpbestemmingsplan heeft juist als doel de maatvoering zoals opgenomen in 11
artikel 18.2 te kunnen aanpassen indien de Keur verander. Hiermee volgt het bestemmingsplan altijd de regels van de Keur. Om dit te verduidelijken wordt de opmerking van het hoogheemraadschap opgenomen in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan in het hoofdstuk Juridische planbeschrijving waar de regels van het bestemmingsplan van een nadere toelichting worden voorzien; f. Aan het verzoek wordt tegemoet gekomen; g. Aan het verzoek wordt tegemoet gekomen; h. De juiste zone van het waterstaatswerk is als digitaal bestand van het hoogheemraadschap ontvangen en zal worden opgenomen op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan. Wijzigingen In de toelichting wordt in het hoofdstuk Juridische planbeschrijving de paragraaf over water aangevuld met de passage dat de Keur van het hoogheemraadschap onverminderd van toepassing is naast de omgevingsvergunning; De zone van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' wordt op de verbeelding aangepast overeenkomstig de door het hoogheemraadschap toegestuurde zone hiervoor; In artikel 23 'Waterstaat - Waterkering' wordt toegevoegd dat de bestemming prioritair is aan de andere, onderliggende bestemmingen. In de bouwregels wordt opgenomen dat de waterkerende belangen niet mogen worden geschaad en dat voor werkzaamheden binnen de zone waterstaatswerk advies dient te worden ingewonnen bij de waterbeheerder. IV. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (1047096) Samenvatting overleg De veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland adviseert het bevoegd gezag om: 1. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan rekening te houden met de ongevalscenario's BLEVE bij LPG-tankstation BP Zuidewind en het ongevalscenario fakkelbrand voor de hogedrukaardgastransportleidingen en de gevolgen hiervan; 2. De mogelijke risicoreducerende en effectbeperkende maatregelen in overweging te nemen; 3. Het bevoegd wordt geadviseerd om bij vaststelling van het bestemmingsplan het risico dat overblijft na de te nemen maatregelen, te betrekken bij vaststelling van het bestemmingsplan. Bovenstaande drie adviezen zijn meegenomen in de verantwoording van het groepsrisico, welke wordt bijgevoegd bij het ontwerpbestemmingsplan. Wijzigingen De verantwoording van het groepsrisico van het LPG-tankstation en de hogedrukaardgastransportleidingen wordt bij het ontwerpbestemmingsplan gevoegd. 12