CAIREBoxmetingen fijnstof en stikstofdioxide in Sliedrecht

Vergelijkbare documenten
Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus AH Apeldoorn. T F

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011

Smog in zomer van 5

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2013

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Emissie en luchtkwaliteit van NO 2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Metingen met sensoren in het Innovatief Lucht Meetnet in Eindhoven resultaten en interpretatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2010

Een gezonde omgeving in Binnenstad

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

Luchtkwaliteit in Vlaanderen

A28 Hoevelaken - Holkerveen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen

Citizen Science luchtkwaliteit bij RIVM

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd:

Beoordeling Legionellaveiligheid StatiqCooling dauwpuntskoeler

In opdracht van: P.A. Burgos Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Klein Kwartier 33 Willemstad Curaçao

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Fijnstof Beverwijk-west

Bepalen van de luchtkwaliteit

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk, Zevenbergen en Klundert in 2014

DTS meting Huizingalaan

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Samen Luchtkwaliteit meten

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2014

Samenvatting van de belangrijkste wetenschappelijke inzichten

Notitie. e-nose board. 22 mei E-nose programma Bianca Milan

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen

Notitie. Centrale Gelderland laagfrequent geluid. GvL/ EB/ / FF NO. d a t u m : 20 december 2013

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda. Toetsing aan NIBM-criterium

Notitie. Franz Jansen. Ad Raaijmakers (gemeente Ridderkerk) 29 januari AO18041 ir. J.W.T. Voerman. Analyse luchtkwaliteit Ridderkerk

RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Meetresultaten Luchtkwaliteit Curaçao 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

INFO-AVOND 2 SEPT 2015

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept

Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in Nulmeting in 2016

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2015

Jaarrapportage 2008 Luchtmeetnet IBP Hilversum

Bij de Schinkelbrug is sprake van laagfrequent geluid, vooral ten gevolge van passages van zware vrachtauto's over de brug.

Meetcampagne in de woonwijk Noeveren in Boom van 20 juni 2013 tot 30 september 2014

Eerste nadere analyse van de sensordata ingezet in het vuurwerkexperiment. RIVM, Peter Zandveld -8 maart 2017

contactpersoon /telefoon

Rapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Notitie. Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum :

Onderzoek Nefit Topline CV-ketels

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Datarapport Ammoniakmetingen

Milieudefensie Leiderdorp Ook lokaal is nog veel te winnen

Lid Gedeputeerde Staten

Schone Lucht: stand van zaken in Amsterdam

Supplement op rapport regionale studie aardwarmtepotentie provincie Limburg

Jaarrapportage 2010 Luchtmeetnet IBP Hilversum. RIVM briefrapport /2011 G.C. Stefess

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof.

Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h

Solar Highways - A50 Uden. Effecten op de luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

SENSA - EINDHOVEN 2018

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind

Transcriptie:

TNO-rapport TNO 2018 R11144 CAIREBoxmetingen fijnstof en stikstofdioxide in Sliedrecht Circular Economy & Environment Westerduinweg 3 1755 LE Petten Postbus 15 1755 ZG Petten www.tno.nl T +31 88 866 50 65 Datum 12 oktober 2018 Auteur(s) D. van Dinther A.J. Plomp Aantal pagina's 19 (incl. bijlagen) Opdrachtgever Gemeente Sliedrecht Projectnaam Gem Sliedrecht luchtkwaliteitsmonitoring Projectnummer 060.34285 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. 2018 TNO

TNO-rapport TNO 2018 R11144 2 / 19 Samenvatting Dit rapport is geschreven in opdracht van de gemeente Sliedrecht: er zijn in deze gemeente zorgen omtrent de luchtkwaliteit, vooral die ten gevolge van het lokale verkeer. Om de luchtkwaliteit te onderzoeken heeft TNO drie CAIREBoxen geïnstalleerd op drie locaties in Sliedrecht: Craijensteijn, Stationsweg en de Rivierdijk. De fijnstof- en stikstofdioxideconcentratie worden hiermee bemeten sinds 15 juni 2018. De data tot en met 24 september 2018 en enkele bevindingen zijn in dit rapport gedocumenteerd. De metingen tonen aan dat fijnstofconcentraties relatief homogeen zijn op de drie meetlocaties: het ligt als het ware als een deken over de gemeente heen. Wel worden er concentratieverhogingen waargenomen gedurende enkele uren per dag, die aan lokale bronnen worden toegeschreven. De hoogste PM-concentraties worden overdag tijdens de ochtendspits gemeten. Dit komt door een combinatie van een verhoging van de uitstoot, zeer waarschijnlijk door verkeer, en de invloed van de grenslaaghoogte. De concentratie fijnstof is met name verhoogd midden in de week en het laagste in het weekend. De windrozen op de locatie Craijenstein en Stationsweg laten een lichte verhoging zien in PM10 uit het zuidwesten. Er zijn meerdere oorzaken hiervoor mogelijk. De CAIREBoxen geven een indicatie dat de wettelijke grenswaarde op gebied van PM10 en PM2,5 (gesteld op PM10 en PM2,5) niet worden overschreden. Dit is nadrukkelijk een indicatie: voor daadwerkelijke toetsing is referentie meetapparatuur nodig. Voor NO2-concentraties laten de sensoren een duidelijke (methodologisch veroorzaakte) overschatting zien. Hierdoor is het niet mogelijk een indicatie te geven of de wettelijke grenswaarde wordt overschreden. Voor daadwerkelijke toetsing van de grenswaarde is referentie meetapparatuur nodig. De CAIREBoxen zijn wel zeer geschikt om de patronen in de NO2-concentraties te herkennen. De belasting door verkeer in de ochtend, die in de tijd samenvalt met een lage grenslaaghoogte, zorgt voor een piek in NO2. De NO2-concentraties zijn op werkdagen duidelijk hoger dan in het weekend, wat ook duidt op verkeer als relevante bron van NO2. Analyse van deze concentratieverhogingen in combinatie met de windrichting blijkt niet eenvoudig te interpreteren en wordt waarschijnlijk sterk beïnvloed door de relatief beperkte meetreeks: hiervoor is een langere meetreeks nodig waarbij de verschillende windrichtingen allemaal regelmatig bemeten zijn.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 3 / 19 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 1 Inleiding... 4 2 Meetlocaties... 5 3 Resultaten... 6 3.1 Fijnstof... 6 3.2 Stikstofdioxide... 11 4 Conclusies en aanbevelingen... 16 5 Dankwoord... 17 6 Referenties... 18 7 Ondertekening... 19

TNO-rapport TNO 2018 R11144 4 / 19 1 Inleiding Dit rapport is opgesteld in opdracht van de gemeente Sliedrecht. Binnen deze gemeente is er veel aandacht voor de verkeersstromen binnen de bebouwde kom en daarmee samenhangend, zijn er zorgen omtrent de luchtkwaliteit ten gevolge van dat verkeer. Om de luchtkwaliteit te onderzoeken heeft TNO drie CAIREBoxen geïnstalleerd op drie locaties in Sliedrecht: Craijensteijn, Stationsweg en de Rivierdijk. Dit zijn de belangrijkste uitvalswegen van Sliedrecht. De fijnstof- en stikstofdioxideconcentratie wordt gemeten op de genoemde locaties vanaf 15 juni 2018. De laatste jaren zijn er veel sensoren ontwikkeld die de luchtkwaliteit meten. Deze ontwikkeling wordt onder andere gedreven door een bewustwording van de invloed van de luchtkwaliteit in de leefomgeving op gezondheid. Tevens maakt de technologische ontwikkeling het mogelijk veel data op te slaan en te kunnen verwerken (zoals big data ). De sensoren zijn over het algemeen goedkoper dan de conventionele referentieapparatuur. Naast de sensor zijn er echter ook kosten verbonden aan randapparatuur die nodig is om de data daadwerkelijk op te kunnen slaan (denk aan computer, maar ook stroomtoevoer). Hiernaast zijn de metingen van sensoren vaak minder nauwkeurig en kan deze sterk afwijken van de referentieapparatuur. Hierdoor zal om betrouwbare data te verkrijgen ook veel tijd besteed moeten worden aan validatie van de sensoren en de verzamelde data. Binnen TNO Milieu in Petten (voorheen ECN, Energieonderzoek Centrum Nederland) is de zogenaamde CAIREBox ontwikkelt (hiervoor ook wel Airbox genoemd). Deze CAIREBox meet met behulp van sensoren de fijnstof en stikstofdioxide (NO2) concentraties in de buitenlucht. De gebruikte sensoren zijn uitgebreid getest in vergelijking met referentie- en equivalente meetapparatuur en waar mogelijk verbeterd. De fijnstofsensor meet de concentratie fijnstof in drie verschillende categorieën: - PM10 (fijnstof met een diameter tot 10 µm), - PM2,5 (fijnstof met een diameter tot 2,5 µm) en - PM1 (fijnstof met een diameter tot 1 µm). - De NO2-sensor maakt gebruik van een door TNO gepatenteerde techniek om de NO2-concentratie te kunnen meten. De CAIREBoxen zijn opgehangen en verbonden aan lantaarnpalen, waarbij een accu voor stroomtoevoer overdag zorgt. De gegevens worden elke 10 minuten via het GSM-netwerk doorgestuurd naar de dataopslag in Petten bij TNO. Via een webapplicatie zijn de gegevens tevens real-time te volgen. De CAIREBoxen zijn al succesvol ingezet binnen het Innovatieve Lucht Meetnet (ILM) in Eindhoven (zie ook www.aireas.com). Hier worden de concentraties fijnstof en stikstofdioxide sinds het najaar van 2013 gemeten (Otjes, 2014; Otjes, 2015; Van Dinther et al, 2017). Deze rapportage behandelt de metingen van drie CAIREBoxen in de gemeente Sliedrecht. Hier worden sinds 15 juni 2018 metingen verricht met CAIREBoxen. In Sliedrecht zijn de CAIREBoxen uitgerust met fijnstof- en NO2-sensoren. Deze drie CAIREBoxen zijn opgehangen op de locaties Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk. Deze rapportage behandelt de data verzameld vanaf 15 juni 2018 tot en met 24 september 2018.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 5 / 19 2 Meetlocaties Sliedrecht ligt aan de Beneden-Merwede. Deze rivier wordt veel gebruikt door scheepvaart. Ten zuidwesten ligt Dordrecht, waarvan het industriegebied Staart dichtbij ligt: één tot enkele kilometers afstand. Dit industriegebied huisvest onder andere een chemische fabriek, een vuilverbrandingsinstallatie en een vuilstortplaats of deponie. Met een overwegende zuidwestenwind in Nederland, wordt lucht, die dit industriegebied passeert, naar Sliedrecht getransporteerd. Eventuele bronnen in het industriegebied zullen dan ook zorgen voor concentratieverhogingen in Sliedrecht. Ook ten westen van Sliedrecht is er een industriegebied, dat van Papendrecht. Verderop ten noordwesten van de gemeente Sliedrecht ligt Rotterdam, een grote agglomeratie met diverse bronnen van luchtverontreiniging (zoals wegverkeer, industrie, de zeehaven en een luchthaven). Daarnaast is Sliedrecht ingeklemd door de snelweg A15 en een spoorlijn. In Figuur 1 worden de meetlocaties in Sliedrecht getoond. De Rivierdijk ligt nabij de rivier. De CAIREBox hangt in een woonwijk, dichtbij ten westen van de box is (kleinschalige) industrie. De Stationsweg ligt in het noorden van Sliedrecht, dichtbij de snelweg A15. De A15 loopt op dit punt met een viaduct over de weg heen en er staan geluidsschermen omheen. De CAIREBox op locatie Craijensteijn ligt in een woonwijk met de A15 en de rivier op respectievelijk 350 en 500 m afstand. Deze locatie ligt het meest nabij het industriegebied in Dordrecht (op circa 1 km afstand). Figuur 1 Meetlocaties van de CAIREBoxen in Sliedrecht.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 6 / 19 3 Resultaten 3.1 Fijnstof In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de CAIREBox-metingen in Sliedrecht uitgewerkt voor de periode van 15 juni 2018 tot en met 24 september 2018. Als eerste zullen de resultaten van de fijnstofmetingen besproken worden en vervolgens die van de NO2-metingen. In Figuur 2 staat de tijdserie van PM10 geplot. Hierbij valt op dat de drie locaties min of meer hetzelfde patroon laten zien in de tijd. Dit duidt erop dat PM10 over het algemeen als een deken over de gemeente Sliedrecht heen ligt. Figuur 2 Tijdseries van de gemeten PM 10-concentraties gemeten op de locaties Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk. Ook al komt het algehele patroon met elkaar overeen, er zijn wel bepaalde events zichtbaar in de data, waarbij er pieken op de ene en niet de andere locatie gemeten worden. Dit is vooral goed zichtbaar als er wordt ingezoomd op een bepaald dagdeel, zie Figuur 3. Deze pieken zijn waarschijnlijk lokale emissies in de buurt van de meetlocatie. Figuur 3 PM 10 tijdserie op 23 juli 2018 met op de x-as de tijd (let op tijd is in UTC om naar lokale zomertijd te gaan moet er 2 uur bij worden opgeteld). De tijdserie van PM2,5 is zichtbaar in Figuur 4. Ook hier volgen de drie locaties hetzelfde patroon. Net als voor PM10 zijn er voor PM2,5 af en toe events op één bepaalde locatie zichtbaar, die ontbreken op de andere.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 7 / 19 Figuur 4 Tijdseries van de gemeten PM 2,5-concentraties gemeten op de locaties Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk. Figuur 5 toont de tijdserie van PM1. Opnieuw is hetzelfde patroon voor de verschillende locaties met elkaar zichtbaar: de concentraties zijn vrijwel gelijk gedurende de meetperiode. Opvallend is de periode van 3 tot en met 6 september. Hier is een duidelijke verhoging van PM1 zichtbaar, dit is ook terug te vinden in PM2,5 en niet zozeer in PM10. Figuur 5 Tijdseries van de gemeten PM 1-concentraties gemeten op de locaties Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk. Een andere analyse van de data is het bepalen van de relatie tussen de concentraties van de polluenten en de windrichting; het resultaat van deze analyses wordt veelal geplot in een windroos. Voor de windrichting zijn de gegevens van het dichtstbijzijnde KNMI station gebruikt (in Herwijnen). Om meer in detail naar verschillen per windrichting te kunnen kijken is hier een windroos gemaakt van de relatieve PM10-concentraties over de gehele meetreeks (PM10-concentraties min de minimum PM10-concentratie gemeten in een windhoek). Op deze manier krijg je eenvoudig inzichtelijk in welke windhoek de dynamiek van het signaal het grootst is. Figuur 6 toont de windroos van relatieve PM10-concentraties voor locatie Craijensteijn. In dit figuur is te zien dat de PM10-concentratie vanuit het zuidwesten tot 7 µg/m 3 hoger is dan uit het oosten. Deze verhoogde concentraties kunnen door meerdere mogelijke bronnen zijn veroorzaakt: scheepvaart op de Merwede, het industriegebied De Staart in Dordrecht en/of de laatste bouwwerkzaamheden in de wijk Benedenveer. De meetperiode zal verder worden voortgezet, waardoor vastgesteld kan worden of bouwwerkzaamheden een mogelijke bron van verhoogde concentraties zijn.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 8 / 19 Figuur 6 Windroos van de relatieve PM 10-concentraties voor de locatie Craijensteijn. In Figuur 7 is te zien dat voor de meetlocatie Stationsweg ook verhoogde PM10- concentraties vanuit het zuidwesten worden waargenomen. Hiernaast laat ook het noordwesten een verhoging zien. In het zuidoosten worden er lagere PM10- concentraties gemeten (rond de 8 µg m -3 lager dan uit het westen). In deze hoek ligt een begraafplaats, wat deze waarneming goed kan verklaren. Figuur 7 Windroos van de relatieve PM 10-concentraties voor de locatie Stationsweg. Voor meetlocatie Rivierdijk laat de windroos van PM10 zien dat het verschil in PM10- concentratie tussen de verschillende windrichtingen kleiner is dan op de andere meetlocaties (5 µg m -3 tegenover 7 en 8 µg m -3 voor de andere locaties; zie Figuur 8). Wel komen er uit het noordwesten overwegend hogere PM10-concentraties voor dan uit het zuidoosten. Een mogelijke verklaring is dat de meeste activiteiten ten noorden en noordwesten van de meetlocatie liggen, terwijl in het zuiden / zuidwesten de rivier ligt (met voor scheepvaart als activiteit) en natuurgebieden.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 9 / 19 Figuur 8 Windroos van de relatieve PM 10-concentraties voor de locatie Rivierdijk. De dagelijkse gang van de PM concentraties is ook geanalyseerd. Hierbij worden de PM-concentraties gedurende de gehele meetperiode gemiddeld per uur van de dag. De dagelijkse gang van PM10 laat een duidelijk patroon zien met een piek rond 8 uur s ochtends voor alle locaties (zie Figuur 9). Deze piek wordt veroorzaakt door een combinatie van emissies en de grenslaaghoogte. Het verkeer zal met name in de ochtend tijdens de spits bijdragen aan fijnstofconcentratie. De grenslaaghoogte is de hoogte in de atmosfeer tot waar deze gemengd is en de invloed van het aardoppervlakte nog merkbaar is. s Nachts wordt de grenslaaghoogte door afkoeling laag. Wanneer de zon opkomt wordt de lucht weer gemengd en groeit de grenslaag. Deze grenslaag zorgt als het ware voor een afsluiting van de onderste laag in de atmosfeer met die daarboven. Wanneer er uitstoot aan het aardoppervlak is zal deze zich mengen in de grenslaag. Hoe dunner deze grenslaag, hoe hoger de concentraties oplopen. Voor deze zomerperiode met relatief goed weer zal de grenslaag overdag relatief hoog zijn (enkele kilometers). Dit zorgt ervoor dat de concentratie PM10 na de piek rond 8 uur snel terugloopt. Ook duurt het door de lange zomeravonden lang voordat de grenslaag dunner wordt. Hierdoor beginnen de PM10-concentraties pas na 4 uur s nachts op te lopen.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 10 / 19 Figuur 9 Dagelijkse gang van PM 10 voor de drie locaties met uur van de dag de lokale zomertijd; de concentratie is het gemiddelde per uur van de dag voor de geanalyseerde meetperiode. De dagelijkse gang van PM2,5 en PM1 zijn niet afgebeeld, maar zeer vergelijkbaar met het patroon voor PM10. Deze vertonen ook piekconcentraties rond 8 uur. Hierbij valt met name op dat de locaties Craijensteijn en Rivierdijk gemiddeld zeer goed met elkaar meelopen, Stationsweg heeft overwegend lagere PM1- en PM2,5- concentraties. In Figuur 10 staan de wekelijkse gangen van PM10, PM2,5 en PM1. Ook hier zien we dezelfde patronen voor de verschillende fijnstof groottes. De hoogste concentraties worden gemeten op de dagen dinsdag, woensdag en donderdag. De laagste concentraties op zondag.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 11 / 19 Figuur 10 Wekelijkse gang van de drie locaties in Sliedrecht van PM 10 (boven), PM 2,5 (midden) en PM 1 (beneden); de concentratie is het gemiddelde per uur van de dag in de week voor de geanalyseerde meetperiode. 3.2 Stikstofdioxide De tijdserie van de NO2-concentratie is geplot in Figuur 11. Opnieuw zijn de patronen voor de verschillende locaties hetzelfde. Wat verder opvalt is dat de NO2- concentratie deels lijkt op te lopen en niet meer terugkomt naar nul. Dit verschijnsel wordt drift genoemd en dat wordt vaker waargenomen bij sensoren. Dit verschijnsel bemoeilijkt de bepaling van de absolute waarde van NO2. De CAIREBoxen geven echter wel een goede indicatie wanneer en uit welke windrichting verhoogde concentraties worden waargenomen. In deze rapportage zal de focus dan ook met name liggen op de indicatie die de CAIREBoxen geven en in mindere mate op de absolute NO2-waarde.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 12 / 19 Figuur 11 Tijdseries van de gemeten NO 2-concentraties gemeten op de locaties Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk. De windroos van de relatieve NO2-concentraties voor Craijensteijn laat een duidelijke piek zien uit het zuidoosten. In deze richting is geen bron gelegen, die deze verhoging voor deze specifieke windhoek kan verklaren. Uit additionele analyse is gebleken dat deze windrichting tijdens de meetperiode slechts enkele keren is voorgekomen en, wanneer deze voorkwam, de windsnelheid relatief laag was. Hierdoor wordt de locatie op deze tijdstippen waarschijnlijk vooral belast door verkeer uit de directe omgeving. Meer statistiek, en daarmee een langere meetreeks, is nodig om voornoemde verklaring met zekerheid vast te kunnen stellen. Figuur 12 Windroos van de relatieve NO 2-concentraties voor de locatie Craijensteijn. De windroos van de Stationsweg is weergegeven in Figuur 13. Hier is opnieuw een NO2-verhoging uit het zuidoosten zichtbaar. Opnieuw heeft dit waarschijnlijk te maken met het weinig voorkomen van deze windrichting; een langere meetreeks is nodig om te kunnen bepalen of het verkeer op de Stationsweg zelf de verhoging aan NO2 veroorzaakt. Op deze locatie hangt de CAIREBox aan een lantaarnpaal zeer dichtbij de weg, wat de hoge piek aan NO2 mogelijk verklaart. Hiernaast is ook een verhoging uit het noorden zichtbaar. De meest waarschijnlijke bron hiervan is de snelweg A15.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 13 / 19 Figuur 13 Windroos van de relatieve NO 2-concentraties voor de locatie Stationsweg. Op de locatie Rivierdijk is ook een NO2-verhoging zichtbaar uit het zuidoosten (zie Figuur 14). Net als eerder gemeld, is ook voor deze locatie meer statistiek uit deze windrichting vereist om te bepalen of uit deze hoek structureel deze NO2- concentratie wordt waargenomen. Figuur 14 Windroos van de relatieve NO 2-concentraties voor de locatie Rivierdijk. De dagelijkse gang van NO2 is zichtbaar in Figuur 15, hierbij is ook het meetstation van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) in Alblasserdam meegenomen; deze ligt op ongeveer 10 km afstand van Sliedrecht. Allereerst wordt duidelijk dat de NO2-concentratie op het LML-station vele malen lager is dan de CAIREBoxen in Sliedrecht. Dit duidt op voornoemde drift van de CAIREBoxen, waardoor de absolute waarde moeilijk vastgesteld kan worden voor Sliedrecht.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 14 / 19 Figuur 15 Dagelijkse gang van NO 2 voor de drie locaties met CAIREBoxen (Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk) en het LML-station in Alblasserdam met op de x-as het uur van de dag in lokale zomertijd. Het verloop van de dagelijkse gang van de NO2-concentratie voor de locaties Craijensteijn, Stationsweg en LML volgen allemaal hetzelfde patroon, met een duidelijke piek rond 7 uur s ochtends. Verklaring hiervoor is, net als bij PM, de emissies van het verkeer vanwege de spits en de relatief lage grenslaag in de ochtend. Opvallend is het verloop van de NO2-concentratie op de meetlocatie Rivierdijk. Hier blijft de NO2-concentratie overdag zeer lang nog relatief hoog rond de 40 µg m -3. Dit betekent dat er waarschijnlijk in de omgeving een NO2-bron is die overdag veel uitstoot. Mogelijke bronnen waar aan gedacht kan worden, zijn nabijgelegen bedrijven, waar mogelijk processen lopen die alleen overdag plaatsvinden en de binnenvaart, die meer verspreid gedurende de dag vaart. De wekelijkse gang is geplot in Figuur 16. Hier valt opnieuw het verschil op in absolute concentratie tussen het LML-station en de CAIREBoxen. Opnieuw is de dagelijkse gang zichtbaar met de piek in de ochtend. De piek in de ochtendspits is duidelijk zichtbaar op alle station tijdens werkdagen. In het weekend is deze piek duidelijk zichtbaar. Dit toont de sterke correlatie aan tussen verkeersdrukte en de NO2-concentratie.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 15 / 19 Figuur 16 Wekelijkse gang van NO 2 voor de drie locaties met CAIREBoxen (Craijensteijn, Stationsweg en Rivierdijk) en het LML-station in Alblasserdam met op de x-as het uur van de dag in lokale zomertijd.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 16 / 19 4 Conclusies en aanbevelingen In de gemeente Sliedrecht wordt op drie locaties de fijnstof- en stikstofdioxideconcentratie gemeten sinds 15 juni 2018. De data en de resultaten tot en met 24 september 2018 zijn alhier beschreven. Voor fijnstof volgen de patronen van de drie verschillende locaties elkaar goed. Dit toont aan dat fijnstof regelmatig als een deken over de gemeente Sliedrecht heen ligt. De hoogste fijnstof-concentraties worden overdag tijdens de ochtendspits gemeten. De emissies van het verkeer dragen hier significant aan bij; daarnaast wordt dit ook beïnvloed door de grenslaaghoogte. De concentratie fijnstof is met name verhoogd midden in de week en het laagste in het weekend. De CAIREBoxen geven een indicatie dat de wettelijke grenswaarde op gebied van PM10 en PM2,5 (gesteld op PM10 en PM2,5) niet wordt overschreden. Dit is nadrukkelijk een indicatie: voor daadwerkelijke toetsing is referentie meetapparatuur nodig. Voor NO2-metingen laten de sensoren, door een methodologische afwijking, een overschatting zien van de NO2-concentraties. De figuren van de dagelijkse gang tonen aan dat de CAIREBoxen zeer geschikt zijn om de patronen in de NO2- concentraties te herkennen. De verkeersbelasting in de ochtend, in combinatie met een lage grenslaaghoogte, zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de NO2- concentratie. Verder valt op dat de locatie Rivierdijk overdag beduidend hogere meetwaarden laat zien dan de andere locaties, vermoedelijk door een (nabijgelegen) bron die met name overdag actief is. Ook zijn de NO2-concentraties op alle meetlocaties op werkdagen duidelijk hoger dan in het weekend. Om de windrozen goed te kunnen interpreteren, is een langere meetreeks nodig waarbij de verschillende windrichtingen allemaal regelmatig bemeten zijn. Daarnaast zijn de sensoren op dit moment niet in staat een correcte absolute waarde van NO2 te meten. Hierdoor is het op het moment ook niet mogelijk een indicatie te geven of de wettelijke grenswaarde van gemiddeld 40 µg m -3 wordt overschreden. Correctie hiervoor is mogelijk, maar nog niet uitgevoerd, omdat er onderzoek loopt naar de oorzaak hiervan en dit mede de correctiemethode zal bepalen.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 17 / 19 5 Dankwoord Admatec wordt bedankt voor het leveren van de CAIREBoxen.

TNO-rapport TNO 2018 R11144 18 / 19 6 Referenties Dinther, D. van; Weijers, E.P.; Otjes, R.P.; Klymko, T. (2017): Metingen met sensoren in het Innovatief Meetnet Eindhoven resultaten en interpretatie. ECN-E--17-015, https://www.ecn.nl/publications/ecn-e--17-015 Otjes, R.P. (2014): Notitie Afronding ILM Fase 1 exclusief NO2 sensoren, ECN, 8 Dec 2014 Otjes, R.P. (2015): Notitie Afronding ILM Fase 1: NO2 sensoren, ECN, 15 Sept 2015

TNO-rapport TNO 2018 R11144 19 / 19 7 Ondertekening Naam en adres van de opdrachtgever Gemeente Sliedrecht T.a.v. de heer J.J. van Trigt (JJ.van.Trigt@Sliedrecht.nl) Industrieweg 11 3361 HJ SLIEDRECHT Naam en functies van medewerkers Dr. Daniëlle van Dinther, onderzoeker milieu Dr. Arjan Plomp, onderzoeker milieu, projectleider Datum waarop of tijdsbestek waarin het onderzoek heeft plaatsgehad 15 juni 2018 tot 24 september 2018 Ondertekening: Dr. D. van Dinther Auteur Dr. A.J. Plomp Auteur Petten, 12-10-2018 Dr. A. Hensen Tweede lezer Dr. P.M. Saager Research Manager Petten, 12-10-2018