Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam HTM Personenvervoer N.V. T.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM Den Haag E-mail: informatie@mrdh.nl Internet:www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Bankrekeningnummer NL96 BNGH 0285 1651 43 contactpersoon Rosina Hoenderdos uw kenmerk 2018023/CCM/ID Datum 6 maart 2019 Onderwerp Subsidieverlening business case 10 Avenio s ons kenmerk 48433 projectnummer doorkiesnummer 088 5445 210 e-mail r.hoenderdos@mrdh.nl Geachte heer Boot, bijlage(n) 1 Naar aanleiding van het besluit van de bestuurscommissie VA van 17 mei 2017 heeft u op 29 mei 2018 met kenmerk 2018023/CCM/ID een subsidieaanvraag ingediend voor de businesscase van 10 Avenio s. De bestuurscommissie VA heeft op 17 mei 2017 het volgende besloten: Gegeven de netwerkuitbreidingen en reizigersontwikkeling besluit de bestuurscommissie Vervoersautoriteit aan HTM te vragen om 10 extra Avenio s na te bestellen, onder de voorwaarde dat de HTM bevestigt dat dit contractueel mogelijk is. In te stemmen met de financiële package deal met HTM, waarin zowel de aanschafkosten van de 10 voertuigen alsmede de exploitatie- en onderhoudskosten van het traject naar Bleizo en de infra voor lijn 19 worden gedekt, waarbij voor de periode 2019 2023 geldt dat: a) 4,0 mln. gedekt wordt door de meevaller op de opbrengsten 2016 gerealiseerd door HTM; b) 3,45 mln. ten laste wordt gelegd van het kwaliteitsfonds HTM en dat indien het kwaliteitsfonds HTM gedurende de concessieperiode (2017-2026) ontoereikend blijkt, de resterende kosten van dit deel van de financiering evenredig worden verdeeld tussen MRDH en HTM (MRDH draagt dus 50 % van die resterende kosten met een maximum van 1,73 miljoen euro bij). Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
1. Subsidie Op grond van art 44 subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2018 wordt aan de HTM: 1. een subsidie verleend in de vorm van een vast bedrag (lump sum) van 4 miljoen euro inclusief VAT voor het saldo van de kosten en opbrengsten als genoemd in de businesscase van 10 Avenio s waarin ook zijn opgenomen de exploitatiekosten en onderhoudskosten (infrastructuur en voertuigen) van het traject Javalaan naar Bleizo (verder Bleizo) en het traject van lijn 19 van Delft Station naar de TU-wijk (verder TUwijk) voor de periode 2019 tot en met 2023. Dit subsidiebedrag wordt niet geïndexeerd. 2. een subsidie verleend voor maximaal 50% van het tekort in het kwaliteitsfonds tot een maximum van 1,73 miljoen euro, indien dit tekort zich voordoet op 13 december 2026 te weten einde railconcessie 2016-2026. Indexatie is in deze subsidiebeschikking alleen aan de orde als deze expliciet benoemd wordt. 2. Businesscase De subsidieverlening is gebaseerd op de volgende businesscase. Onderstaande tabel is de basis voor de berekening van de subsidie. Businesscase nabestelling 10 Avenio's HTM bedragen in miljoen Kosten en opbrengsten Jaarlijks gemiddeld Periode 2019-2023 Vanaf 2024 jaarlijks Kapitaallasten voertuigen (30 jaar) 1,97 9,85 1,97 Onderhoud nieuwe voertuigen 0,20 1,00 0,20 Exploitatiekosten 0,86 4,30 1,15 Meerkosten B%O infrastructuur 0,76 3,80 0,76 Totaal kosten 3,79 18,95 4,08 Totaal opbrengsten -2,30-11,50-2,30 Te dekken extra kosten 1,49 7,45 1,78 Dekking Gereserveerd in MRDH begroting 1,97 Extra opbrengsten uit 2016 4,00 Kwaliteitsfonds 3,45 7,45 1,97 De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd in de business case:: Prijspeil 2015 Aanschafwaarde van 10 Avenio's: 35 miljoen Afschrijvingstermijn: 30 jaar Rekenrente: 2,5% Netwerkuitbreiding van locatie Oosterheemlijn naar het nieuwe eindpunt Station Lansingerland Zoetermeer (Bleizo): start jaardienstregeling 2019 (9 december 2018), 145.200 DIRK's extra op jaarbasis 2
Netwerkuitbreiding naar TU-wijk: start jaardienstregeling 2021 (13 december 2020), 253.700 DIRK's extra op jaarbasis Meerkosten Beheer en Onderhoud infrastructuur op basis van 200,- per meter per jaar (excl. 14,9% algemeen beheer). De lengte van de nieuwe railinfrastructuur naar Bleizo bedraagt 1,5 km en die naar TU-Delft 3,0 km. Exploitatiekosten en onderhoud voertuigen voor beide aanvullende deeltrajecten in de business case zijn toegepast tegen het concept meer-minderwerktarief. De totale financieringsbehoefte voor de periode 2019-2023 bedraagt 18,95 miljoen (prijspeil 2015). Hierbij zijn de volgende afspraken van toepassing: Extra reizigersopbrengsten HTM als gevolg van netwerkuitbreidingen naar Bleizo en TU Delft en inzet extra Avenio: 11,5 miljoen. Dit is voor rekening en risico HTM. Subsidie vanuit MRDH: 4 miljoen. Dekking uit Kwaliteitsfonds: 3,45 miljoen. Indien het Kwaliteitsfonds onvoldoende van omvang is, zal het resterende risico gedeeld worden tussen MRDH en HTM op basis van 50% - 50%, met een maximum van 1,73 miljoen voor MRDH. 3. Berekening en methodiek van verantwoording De subsidie heeft betrekking op diverse onderdelen van de railconcessie 2016-2026. In bovenstaand schema is opgenomen welke posten onder welk onderdeel vallen. 3
3.1 Berekening bij vaststelling van de subsidie van maximaal 1,73 miljoen Om de hoogte van de dekking uit het kwaliteitsfonds te bepalen zijn de volgende voorwaarden van toepassing: a. Reizigersopbrengsten: Opgave HTM 11,5 miljoen. Dit is een voorcalculatorische post en is voor rekening en risico van HTM. Dit is een vast bedrag in de berekening van het totaal. De voorcalculatorische opbrengsten worden jaarlijks geïndexeerd met de LTI. b. Exploitatiekosten: Dit betreft het aantal opgegeven dirk s (145.200 + 253.700 dirk s op jaarbasis) maal het vastgestelde meer/minderwerktarief exploitatie uit de brief met MRDH kenmerk 37494. Dit is een vast bedrag in de berekening van het totaal. Het meer/minderwerktarief wordt elk jaar geïndexeerd. c. Subsidie regulier beheer en onderhoud railinfrastructuur. Deze post wordt op basis van werkelijke kosten afgerekend. HTM richt haar administratie dusdanig in, dat deze werkelijke kosten getoetst kunnen worden door een accountantscontrole. Er hoeft geen onderscheid gemaakt te worden tussen Bleizo en Lijn 19. d. Subsidie onderhoud Railvoertuigen: Dit betreft het aantal opgegeven dirk s (145.200 + 253.700 dirk s op jaarbasis) maal het vastgestelde meer/minderwerktarief voor het onderhoud trams uit de brief met MRDH kenmerk 37494. Dit is een vast bedrag in de berekening van het totaal. Het meer/minderwerktarief wordt elk jaar geïndexeerd. e. Subsidie investeringen railvoertuigen: MRDH vergoedt de kapitaallasten die samenhangen met de investering van de 10 Avenio s. Het uitgangspunt is de kostenopgave die HTM heeft meegestuurd bij de subsidieaanvraag. De werkelijke kapitaallasten worden vastgesteld op basis van de eindverantwoording die HTM met een accountantsverklaring aan MRDH voorlegt. Ten aanzien van vergoeding van de rentelasten wordt dezelfde methodiek gehanteerd voor de strategische assets van de railconcessie. Voor de controle van de eindverantwoording van de investering is het vastgestelde controleprotocol inclusief bijlagen voor de 60 Avenio's (MRDH 38140) ook van toepassing verklaard voor de 10 Avenio's. f. Verzorgend onderhoud. Deze post is opgenomen in de bussinescase in de regel meerkosten B&O infrastructuur. Dit is een geschat bedrag, omdat nu nog niet bekend is hoe hoog de kosten zijn. De kosten worden bij de jaarlijkse aanvragen uit de betreffende regel meerkosten B&O infrastructuur gehaald en toegevoegd aan de regel exploitatiekosten. De werkelijke kosten worden afgerekend per jaar. Vanaf exploitatiejaar 2024 wordt een vast bedrag in de exploitatiesubsidie meegenomen. g. Bij vaststelling wordt gerekend met het moment van activering op de balans van de 10 Avenio s, zijnde de daadwerkelijke gemiddelde datum van de data, waarop de indienststellingsvergunningen zijn afgegeven van de 10 Avenio's (verder te noemen de instroomdatum). Bij deze verlening en de jaarlijkse aanvraag wordt uitgegaan van de nu meest realistische gemiddelde datum zijnde 1 februari 2020. De berekening voor het benodigde bedrag voor de dekking van de business case 10 Avenio uit het kwaliteitsfonds is als volgt: Voor de periode 2019-2023: Exploitatiekosten plus kosten regulier beheer en onderhoud railinfrastructuur plus kosten onderhoud railvoertuigen plus kapitaallasten railvoertuigen min reizigersopbrengsten min 4 mln. subsidie MRDH = Te onttrekken aan kwaliteitsfonds 4
Het resultaat van deze berekening betreft het definitieve bedrag dat aan het kwaliteitsfonds onttrokken zal worden. Indien deze som leidt tot een onttrekking aan het kwaliteitsfonds en indien het kwaliteitsfonds van voldoende omvang is, kan de benodigde bijdrage uit het kwaliteitsfonds bij vaststelling van de subsidie onttrokken worden. De aanvullende subsidie wordt dan op 0 vastgesteld. Indien de omvang van het kwaliteitsfonds onvoldoende is, wordt de vaststelling doorgeschoven naar 13 december 2026 (einde railconcessie) of elke eerdere datum dat het kwaliteitsfonds 3,45 miljoen bevat. Indien op 12 december 2026 het kwaliteitsfonds geen 3,45 miljoen bevat zal de aanvullende subsidie worden vastgesteld tot maximaal de helft van het tekort tot een maximum van 1,73 miljoen. 3.2 Alternatieve berekening bij vaststelling van de subsidie van maximaal 1,73 miljoen als één of meerdere van 3 specifieke gevallen zich voordoen. Indien zich één of meerdere van de volgende 3 specifieke gevallen voordoen, wordt de berekening van de subsidie bij vaststelling van de OV-subsidie aangepast op de wijze zoals beschreven bij dat specifieke geval. Het betreft de volgende 3 gevallen: a. latere instroom van de railvoertuigen b. eerdere instroom van de railvoertuigen c. de infrastructuur van Bleizo of TU-wijk wordt later opgeleverd. Hierbij geldt: de wijze van berekening blijft hetzelfde als voorgaand, maar bepaalde kosten en/of opbrengsten in de berekening wijzigen. Een en ander zoals weergegeven in onderstaande tabel op bladzijde 6: 5
Tabel alternatieve berekening Kosten Latere instroom voertuigen Eerdere instroom voertuigen Latere oplevering infrastructuur (Bleizo en/of TUwijk) Kapitaallasten voertuigen (30 jaar) Gemiddelde instroomdatum schuift naar achteren waardoor de kapitaallasten Gemiddelde instroomdatum schuift naar voren waardoor de kapitaallasten hoger Niet van toepassing lager uitvallen in de buca in de uitvallen in de buca in de periode tot en met 2023. periode tot en met 2023. Onderhoud nieuwe voertuigen Niet van toepassing Niet van toepassing Het aantal opgegeven dirk s (145.200 + 253.700 dirk s op jaarbasis) aanpassen aan de startdatum Exploitatie van Bleizo en/of TU-wijk. Exploitatie kosten Niet van toepassing Niet van toepassing Het aantal opgegeven dirk s (145.200 + 253.700 dirk s op jaarbasis) aanpassen aan de startdatum Exploitatie van Bleizo en/of TU-wijk. Meerkosten B&O infrastructuur Niet van toepassing Niet van toepassing De meerkosten B & O infrastructuur worden afgerekend o.b.v. werkelijke kosten vanaf startdatum exploitatie van Bleizo en/of TUwijk. Opbrengsten Groeiopbrengsten Gemiddelde instroomdatum schuift naar achteren waardoor de groeiopbrengsten lager uitvallen in de buca in de periode tot en met 2023. Gemiddelde instroomdatum schuift naar voren waardoor de groeiopbrengsten hoger uitvallen in de buca in de periode tot en met 2023. Niet van toepassing Opbrengsten Bleizo Niet van toepassing Niet van toepassing De startdatum van exploitatie Bleizo schuift naar achteren waardoor de reizigersopbrengsten lager uitvallen in de buca in de periode tot en met 2023. Opbrengsten TU-Wijk Niet van toepassing Niet van toepassing De startdatum van exploitatie TU wijk schuift naar achteren waardoor de reizigersopbrengsten lager uitvallen in de buca in de periode tot en met 2023. 4. Overige voorwaarden en verplichtingen a. HTM schaft 10 Avenio's aan welke technisch en functioneel gelijk zijn aan eerder aangeschafte 60 Avenio's. Er kunnen tijdens de productie kleine modificaties optreden. HTM stelt MRDH via de kwartaalrapportage voertuigen op de hoogte van deze benodigde modificaties. Voor eventuele meerkosten die hieruit voortvloeien, vraagt HTM vooraf goedkeuring. b. HTM rapporteert 1 x per kwartaal in de kwartaalrapportage Railvoertuigen over de investeringen 10 Avenio s en in de kwartaalrapportage exploitatie over de integrale business case 10 Avenio s. 6
c. Eventuele vertragingen of versnellingen worden in de Q-rapportage railvoertuigen gerapporteerd. Indien er wijzigingen worden doorgevoerd (VTW's) ten opzichte van de originele projectscope en -begroting wordt hier vooraf middels de kwartaalrapportage goedkeuring voor gevraagd. Dit geldt in ieder geval voor de posten reservering rechtszaak, kaartverkoopautomaten en onvoorzien. MRDH legt het akkoord vast door de kwartaalrapportage te bevestigen. Indien voor goedkeuring bestuurlijke besluitvorming nodig is zal dit aan HTM gemeld worden. d. De 10 Avenio's en de areaaluitbreiding van de infrastructuur uit deze aanvraag worden tot 1 januari 2024 op de subsidiëring en financiering na beschouwd als Strategische assets zoals bedoeld in de Definitielijst van de Railconcessie 2016-2026. Vanaf 2024 worden ze volledig aangemerkt als Strategische assets, zoals bedoeld in de Definitielijst van de Railconcessie 2016 2026. e. HTM neemt in haar jaarlijkse subsidieaanvraag voor de exploitatie- en assetssubsidie als bedoeld in artikel 44 van de subsidieverordening de posten m.b.t. de 10 Avenio s op bij de diverse onderdelen. HTM neemt de posten op op basis van de gemiddelde vergunningsdatum als bedoeld in 3.1 g en het actuele prijspeil en actuele situatie. HTM verzoekt in deze aanvraag ook het voorschot voor de business case 10 Avenio s met een maximum van opgeteld 4 miljoen tot 2023. f. De bedragen die opgenomen worden in de aanvraag, kunnen afwijken van de opgenomen bedragen in de business case, voor zover deze afwijkingen als mogelijkheid zijn opgenomen in deze beschikking. g. Het verzoek tot vaststelling moet op 1 juli 2024 tegelijk met het verzoek tot vaststelling voor de railconcessie over 2023 ingediend worden. Indien de omvang van het kwaliteitsfonds onvoldoende is, wordt de vaststelling doorgeschoven naar 13 december 2026 (einde railconcessie) of elke eerdere datum dat het kwaliteitsfonds 3,45 miljoen bevat. In deze beschikking is bewust afgeweken van de aanvraag. Alleen de uit de aanvraag in de beschikking overgenomen passages zijn geldend. De overige teksten uit de aanvraag zijn geen onderdeel van de verlening. 5. Tot slot. HTM heeft de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. In de bijlage is de procedure opgenomen. De bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag, J. Gosse R. van Asten secretaris voorzitter 7
Bijlage 1: Bezwaar Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de metropoolregio Rotterdam Den-Haag Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. 8