Interactieve rondleiding 1 ste graad LO Met de poesjepoppen doorheen Antwerpen

Vergelijkbare documenten
Interactieve rondleiding 3 de graad LO Waar water waakt

Interactieve rondleiding 2 de graad LO Megamachtig

Interactieve rondleiding Op pelgrimstocht LO Heilige Plaatsen

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

eindtermen basisonderwijs

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

Interactieve rondleiding en atelier 1 ste, 2 de en 3 de leerjaar Heerlijke stad

Vier jou, vier MAS! Atelier 2 de en 3 de graad Lager onderwijs

Lichamelijke opvoeding

Onderwijskundige doelen

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

Secundair Onderwijs Eindtermen Artistieke Opvoeding 1ste graad

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

Blommetjes Naar het boek van JonArno Lawson en Sydney Smith

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Docentenhandleiding Educatieprogramma

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Wereldhaven op kindervoeten. Een interactieve rondleiding met kapitein MASsimo.

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

PLANEET X. Reisgids voor de leerkracht COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK. Lid van de

1 x x 2 x x 3 x x 4 x x 5 x x 6 x x 7 x x 8 x x 9 x x 10 x x

Het Orkest. 2 e graad LAGER ONDERWIJS. Beste leerkracht,

Lesvoorbereiding: Printmedia (beroep: drukker)

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Dagactiviteit: AFRIKA VERTELT : ÇA BOUGE EN DAT BEWEEGT VZW Doedeskaden

Leerplandoelen Drama (GO)

DOELSTELLINGEN OP ZOEK NAAR HET COUDENBERGPALEIS

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

Welkom in mijn Museum

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

basiscompetenties 2de graad muziek

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Les 5 : eigen familiegeschiedenis

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

LeerkrachteN Basis onderwijs. M HKA Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen

Interactieve rondleiding Leven en dood

Accent op materiaal. onderdeel: schimmenspel. Titel les/thema Schaduwbeelden Graad: 2. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

NAVIGO-NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

NAVIGO-NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

basiscompetenties 2de graad woordkunst-drama

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad woordkunst-drama

Klankmakerij - lesdoelen

Lesidee: maak de baan vrij

Interactieve rondleiding SO

Zoveel heb ik jou lief

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Onderwerp. VVKBaO. Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma.

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Schilderspraktijken. Ary Lamme, Ary Scheffer aan het werk in het atelier, Primair Onderwijs groep 7 en 8

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze.

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

Eindtermen Wonen en leven in India

Dit ben ik: selfies en portretten

Feest! 2 e graad SO. Leeftijd: 3 e & 4 e jaar secundair Thema: Feest!

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

basiscompetenties 3de graad muziek

Sprekende Portretten

Lesidee: handen aan het stuur

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

Thema kinderportretten

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

JK OK L1 L2 L3 L4 L5 L6

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Piramide 4: muzische vorming

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Interactieve rondleiding kleuters Op ontdekkingsreis met Elias

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

IK ZIE, IK ZIE... BENNER

Docentenhandleiding Educatieprogramma. Kijk je rijk. Primair Onderwijs groep 5 en 6

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Overzicht rapportmodule

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

Gravin Elisabeth en de dieren

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Cijfers en letters. Zelfstandig spelen. Ontmoeten

All italiana. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

Body Art. Tatoeages, piercings, lichaamsbeschildering, scarificaties overal ter wereld versieren mensen hun lichaam.

Huisje, boompje, beestje

Lesidee: niet stunten op straat

Transcriptie:

Interactieve rondleiding 1 ste graad LO Met de poesjepoppen doorheen Antwerpen De Poesjepoppen zijn onze gids in de tentoonstelling over Antwerpen als wereldstad. Hoe verplaatste men zich vroeger? Is de stad van nu hetzelfde als die van vroeger? Wordt er nog op dezelfde manier gefeest? Om deze vragen te beantwoorden, gaan de kinderen zelf aan de slag. Ze puzzelen, tekenen, bouwen een eigen stad en maken samen met de Poesjepoppen een levensechte stadsstoet. Dat belooft. Leeftijd: 1 ste en 2 de leerjaar Thema: Wereldstad

Beste leerkracht, Je reserveerde de interactieve rondleiding Met de poesjepoppen doorheen Antwerpen. In dit document vind je: De ontwikkelingsdoelen en eindtermen die gekoppeld zijn aan voorbereiding, rondleiding en verwerking, De voorbereiding, Het verloop van je bezoek, De verwerking. Veel plezier!

1. EINDTERMEN EN ONTWIKKELINGSDOELEN LAGER ONDERWIJS Deze ontwikkelingsdoelen worden behaald voor, tijdens en na de rondleiding. 1.1 LICHAMELIJKE OPVOEDING De leerlingen 1.2 kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.19 kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen. 3.5 tonen spontaneïteit, expressiviteit en echtheid op een sociaal aanvaarde wijze. 1.2 MUZISCHE VORMING Beeld De leerlingen kunnen 1.1 door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen. 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.3 beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. 1.4 plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. Muziek De leerlingen kunnen 2.2 improviseren en experimenteren, klankbronnen en muziekinstrumenten uittesten op hun klankwaarde en in een muzikaal (samen)spel daarvan gebruik maken. 2.4 genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen. Drama De leerlingen kunnen 3.3 geconcentreerd luisteren naar een gesproken tekst (verteld of voorgelezen) en die mondeling, schriftelijk, beeldend of dramatisch weergeven. 3.4 spelvormen in een sociale en maatschappelijke context hanteren. 3.5 ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel. Beweging De leerlingen kunnen 4.2 een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen met als vertrekpunt iets wat gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt wordt.

4.4 bewegen op een creatieve manier en daarbij één of meerdere basiselementen van de beweging bespelen: * Tijd * Kracht * Ruimte * Lichaamsmogelijkheden Media De leerlingen kunnen 5.2 ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen. 5.3 soorten van eenvoudige hedendaagse audiovisuele opnamen en weergavetoestellen (informatiedragers) aanwijzen, benoemen en ze creatief bedienen. Attitudes De leerlingen kunnen 6.1 blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken. 6.2 zonder vooroordelen naar kunst kijken en luisteren. 6.3 genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. 6.4 vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. 6.5 respect betonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. 1.3 NEDERLANDS Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.6 een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie; Spreken De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze: 2.2 aan iemand om ontbrekende informatie vragen; 2.6 van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten; Lezen De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in 3.1 voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard; Schrijven De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = kopiëren)

4.8 De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: luister-, spreek-, lees- en schrijfbereidheid; plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven; bereidheid tot nadenken over het eigen luister-, spreek-, lees- en schrijfgedrag Strategieën De leerlingen kunnen bij de eindtermen luisteren, lezen, spreken en schrijven de volgende strategieën inzetten: 5.3 tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel. (Inter)culturele gerichtheid De leerlingen tonen bij de eindtermen Nederlands een (inter)culturele gerichtheid. Dit houdt in dat ze: verschillende cultuuruitingen met een talige component in hun omgeving exploreren en er betekenis aan geven; hun gedachten, belevingen en emoties bij ervaringen met de eigen culturele leefwereld in vergelijking met die van anderen verwoorden; uitgaande van het eigen referentiekader enige kennis verwerven over de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component en er waardering voor krijgen. 1.4 EINDTERMEN WERELDORIËNTATIE Mens De leerlingen 3.1 drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 3.2 kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn. Maatschappij De leerlingen 4.7 kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten. 4.8 kunnen er in hun omgang met leeftijdgenoten op discrete wijze rekening mee houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf. 4.11 kunnen illustreren dat arbeidsmigratie en het probleem van vluchtelingen een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van onze multiculturele samenleving. Tijd De leerlingen 5.8 kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor

kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9 tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.

2. VOORBEREIDING Hoe kun je de leerlingen warm maken voor het museumbezoek. KRINGGESPREK WAT IS EEN MUSEUM EN WAT IS HET MAS? Inhoud Als kennismaking met een museum is het voor jonge kinderen uit de eerste graad goed om weten wat een museum juist is. Een museum is een plaats of gebouw. Musea verzamelen, bewaren, tonen en bestuderen voorwerpen. Je kan een museum bezoeken en alles bekijken. Musea vertellen verhalen over een bepaald onderwerp of over een bepaalde periode. Om deze definitie duidelijk te maken stellen we de volgende activiteit voor: Laat de kinderen hun eigen verzameling (als ze die hebben) meenemen naar school. Deze verzamelingen kan je bespreken of zelfs tentoonstellen in de klas. De kinderen proberen hun verzamelingen te plaatsen en denken na over wat waar kan staan. Andere klassen kunnen dan komen kijken en de kinderen kunnen hen dan rondleiden in hun eigen museum. Hetzelfde kan je ook doen met kunstwerkjes die de kinderen gemaakt hebben. Je kunt de kinderen de kunstwerkjes in bepaalde thema s of volgordes laten plaatsen. Hierdoor denken ze ook zelf na over de opstelling van de kunstwerken. Vragen: Wie heeft er thuis een verzameling? Wat wordt er verzameld? Waarom houden mensen sommige dingen bij en andere dingen niet? Je moet iets bewaren van de tijd waarin we leven om te tonen aan de mensen uit de toekomst. Wat zou jij kiezen? Kies één voorwerp (geen levende dingen) uit je huis dat je zou redden bij een brand. Beschrijf dit voorwerp zo gedetailleerd mogelijk aan je buur. Daarna tekenen jullie elkaars voorwerp. Na dit gesprek over verzamelen kan je vertellen over het MAS. Je laat een foto van het MAS (bijlage 1) zien en stelt onderstaande vragen: Wie kent dit gebouw? Waar heb je het gezien? Waar staat dit gebouw? Wie is er al geweest? Kan je hier iets over vertellen? Waarvoor dient het gebouw? Hoe hoog is het MAS? Het MAS, Museum aan de Stroom, is een museum in Antwerpen. Het opende op 17 mei 2011. Een museum is een gebouw waar voorwerpen worden verzameld, bewaard, getoond en bestudeerd. Je kunt een museum bezoeken en dingen gaan bekijken. Musea vertellen verhalen over een bepaald onderwerp of over een bepaalde periode. In het MAS worden vele verschillende verhalen verteld. Het MAS is 60 meter hoog.

Materiaal Foto MAS (bijlage 1), verzamelingen van de kinderen Tijd 1,5 uur VOORLEZEN THEMA WERELDSTAD Om het thema wereldstad aan te brengen kan je verhalen voorlezen over steden. Een jaar in de stad van Lucy Sprague Mitchell Pluk van de petteflet van Annie M.G. Schmidt Volgende vragen kunnen hierbij ondersteunend werken: Wie woont er in een stad? Is er een verschil tussen het wonen in een stad en op het platteland? Welke verschillen kennen jullie? Is er een verschil in gebouwen? Is er een verschil in mensen die er wonen? Is er een verschil in dieren? Is er een verschil in uitzicht? Welke gelijkenissen kennen jullie?

3. VERLOOP VAN DE RONDLEIDING Wat? Inleiding en welkom Thema: mijn droomstad Thema: vervoer vroeger en nu Thema: feest in de stad Slot: afronden en afscheid Totaal Tijd? 15 minuten 25 minuten 15 minuten 25 minuten 10 minuten 90 minuten Tip: Om alles vlot te laten verlopen is het aangeraden om met je groep een kwartier voor de rondleiding naar het MAS te komen. Zo kunnen de kinderen rustig hun jassen en boekentassen opbergen (hiervoor hebben we speciale boxen voorzien) en naar het toilet gaan. Voorzie de leerlingen eventueel van een naamsticker, zo kan de gids persoonlijker en vlotter met de kinderen werken.

4. VERWERKING IN DE KLAS Hoe kun je achteraf in de klas verder werken rond het thema. MUZISCHE VORMING: EIGEN STAD ONTWERPEN Inhoud Kringgesprek: Wat is een stad? Wat vind je allemaal in een stad? (huizen, appartementsgebouwen, kerken, moskeeën, zwembaden, torens, fabrieken, kranen, scholen, winkels, hotels, cinema s, musea, pleinen, straten, parken, rivieren, bruggen, enz.). Noteer deze woorden op het bord. Geef de leerlingen een kladpapier. Ze krijgen ook een aantal afbeeldingen van de gebouwen op hun bank. Op het kladpapier tekenen ze eerst gewoon een huis. Dan geven ze hun blad door en tekenen ze op het volgende blad een ander gebouw dan een huis dat ook in een stad terug te vinden is. Zo geven ze het kladpapier 4 keer door en hebben ze 4 verschillende gebouwen op hun blad staan. Dit is een voorbereidende oefening om bij de hoofdopdracht meer gebouwen dan alleen huizen te kunnen tekenen. Nu krijgen de kinderen een A3 papier. Hierop gaan ze hun eigen stad aan de stroom ontwerpen. In de stad is er een groot feest aan de gang, net zoals de ommegang die ze gezien en uitgevoerd hebben tijdens de rondleiding. Een paar beperkingen waar dit kunstwerk aan moet voldoen zijn: Er moeten verschillende soorten gebouwen in de stad aanwezig zijn, Het feest moet zichtbaar zijn, Maak zowel gebruik van getekende als uitgeknipte gebouwen. Door deze beperkingen op te leggen gaan de kinderen creatiever denken om hun stad vorm te geven. De leerlingen beginnen met het tekenen van de stroom in tekenpotlood. Die kan recht of schuin en kronkelend over het blad lopen. Daarna knippen en kleven ze een aantal gebouwen uit tijdschriften en uit de afbeeldingen van oude gebouwen. Ze tekenen de andere gebouwen, straten, pleinen en parken erbij zodat de stad volledig geraakt. Ook de feestelementen worden erbij getekend. Dit doen ze nog in potlood. Daarna gaan ze met vetkrijtjes over de getekende huizen. Als alles is getekend schilderen ze met ecoline over het blad (lucht, huizenkleur, bomen, rivier). De ecoline wordt afgestoten door de vetkrijtjes, dus daar kunnen ze gerust overheen schilderen. Materiaal afbeeldingen van gebouwen uit tijdschriften, afbeeldingen van oude gebouwen, lijm, scharen, tekenpotloden, vetkrijtjes, ecoline, penselen, potjes water, potjes voor de verf, schilderschorten, A3 papier, kladpapier. Tijd 1 uur

WERELDORIENTATIE: VERKEER Inhoud De vervoersmiddelen die besproken zijn tijdens de rondleiding zijn een goed aanknopingspunt om te leren over verkeersregels. De tekeningen die de leerlingen hebben gemaakt van de oude voertuigen tegenover de nieuwe versies, kunnen gebruikt worden in een verkeersspel in de klas. Hiervoor moet je niet uit de klas en de straat op. Als je een verkeersmat hebt kan je een voorrangsregelspel spelen met de tekeningen. Iedereen kan zijn eigen tekening dan gebruiken om een parcours af te leggen. Zo kan je de regels op een manier aanbrengen die dicht bij hun ervaringen aanleunt. Dit bevordert de betrokkenheid ook erg. MUZISCHE VORMING: KLANKSPEL Inhoud Opwarming: teken een gebogen lijn op bord met verschillende hoogtes en laagtes. De lijn stelt een parcours voor van een auto die door de stad rijdt. De kinderen bootsen de klank van een auto na terwijl u met uw vinger langs de lijn gaat. Als de lijn hoog gaat gaan de stemmen hoog en laag bij lagere stukken. Dan schrijft u de verschillende elementen uit de stad op bord die ook in de eigen gemaakte stad zaten. Hiervoor kan je de foto van jullie eigen stad gebruiken als inspiratiebron. Als u een lijst hebt ga je samen met de leerlingen op zoek naar welke geluiden er bij die elementen zouden passen. De geluiden mogen ze met hun stem of met een voorwerp van op hun bank maken (bvb het geluid van een remmende fiets kan het verschuiven van de bank zijn). Zo worden de elementen één voor één besproken en worden er geluiden voor gezocht. Teken of schrijf naast het stadselement het gevonden geluid. Nu doet u hetzelfde met muziekinstrumenten. Deze geluiden kan u ook achter de stadselementen schrijven of tekenen. U verdeelt nu de rollen en instrumenten. Sommige kinderen krijgen een instrument om een bepaald geluid te maken. Anderen krijgen een voorwerp van rond hun bank, en nog anderen krijgen een stemgeluid toegewezen. Zo is er voor elk stadselement een geluid. Probeer iedereen eerst één voor één te laten horen met zijn/haar geluid. Daarna kan je al meer een opbouw maken van de geluiden. U duidt om de beurten kinderen aan die hun geluiden maken, maar blijven doen. Zo kan u naar een hoogtepunt komen en dan weer afbouwen door met zacht en luid te spelen, maar ook door meer of minder kinderen geluiden te laten maken. Als u de mogelijkheid hebt om het klankspel op te nemen met een computer of laptop, kan je dat zeker doen. Hier kan je achteraf nog veel met doen, zoals drama (zie schimmenspel) of om op te zingen. Materiaal Muziekinstrumenten Tijd 1,5 uur

MUZISCHE VORMING: SCHIMMENSPEL Inhoud Schimmenpoppen maken uit karton. De poppen stellen de Poesjenellenpoppen uit het MAS voor. De kinderen maken een verhaal met gebeurtenissen uit de afgelopen weken. Zo nemen ze ook de rol van de poesjenellenpoppen over. Het schimmenspel gebeurt achter een wit doek met een lamp achter die erop schijnt. Materiaal Wit laken, karton, lamp, stokjes Tijd 1,5 uur