ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Rotterdam December 2012 19 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs
Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken in het publieke domein. CAOP Research is het onderzoek- en adviesteam van het CAOP op het gebied van arbeidsmarktvraagstukken in de publieke sector in Nederland en op Europees gebied. Cas van Andel BSc Deborah van den Berg MSc Drs. Richard Defourny Anne Postma MSc CAOP Research, december 2012. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, CD, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 4 1.1 Opzet... 4 2 Aanbod van personeel... 5 2.1 Ontwikkeling werkgelegenheid... 5 2.2 Onderwijsgevend personeel... 6 2.3 Directiepersoneel...10 3 Leerlingontwikkelingen... 14 3.1 Leerlingaantallen...14 3.2 Aandeel gewichtenregeling...15 4 Leerlingprognoses... 17 5 Vraag naar personeel... 18 6 Diploma-aantallen lerarenopleiding... 19 7 Bijlage I... 20 7.1 Aanbod van personeel...20 7.2 Leerlingontwikkelingen...24 7.3 Gediplomeerden lerarenopleidingen...25
1 INLEIDING De arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel is sterk regionaal bepaald. Zeker in het primair onderwijs geldt dat (potentiële) werknemers niet vanzelfsprekend vrijkomende vacatures in andere regio s vervullen. De situatie van vraag en aanbod verschilt dan ook sterk per regio. In het schooljaar 2010/2011 was de totale arbeidsvraag 4,3% van de werkgelegenheid voor leraren. 1 In regio s die met dalende leerlingenaantallen kampen is dit percentage lager, terwijl in de Randstad de vraag relatief hoog blijft. 2 De Stichting Arbeidsmarktplatform PO wil meer inzicht in de regionale arbeidsmarkt in het primair onderwijs. CAOP Research is daarom gevraagd regionale rapportages voor die sector op te stellen, waarin de belangrijkste cijfermatige ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt uiteen zijn gezet. De regionale arbeidsmarktrapportages dienen als ondersteuning voor scholen, besturen en samenwerkingsverbanden bij het formuleren van arbeidsmarktbeleid en aanverwante activiteiten en het benoemen van aandachtspunten. 1.1 Opzet In totaal zijn er 22 rapportages, waarvan er momenteel één voor u ligt. Voor het samenstellen van de regio s is gebruik gemaakt van de RPA-indeling. 3 In een aantal gevallen is een bundeling gemaakt van (meerdere) RPA-gebieden. Bij deze bundeling is zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande samenwerkingsverbanden. Daarnaast zijn er afzonderlijke rapportages voor de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) opgesteld. De rapportages hebben gezamenlijk een landelijke dekking. Deze rapportage bevat de cijfermatige ontwikkelingen van de laatste jaren en de te verwachten ontwikkelingen in de komende jaren. Dit gebeurt op basis van beschikbare informatie. Om trends goed zichtbaar te maken, zijn de gegevens zoveel mogelijk in figuren weergeven. Voor de onderliggende cijfers verwijzen we naar de bijlagen. De volgende onderwerpen komen in deze rapportage aan bod: aanbod van personeel; leerlingontwikkelingen; leerlingprognoses; vraag naar personeel en gediplomeerden lerarenopleidingen. De ontwikkelingen zijn voorzien van een korte beschrijving en een benchmark met de landelijke trend en de trend in de G4. Daarmee kunt u de positie van de gemeente ten opzichte van Nederland en de G4 bepalen. Voor een uitvoerige beschrijving en analyse van de onderwijsarbeidsmarkt in het primair onderwijs kunt u de Arbeidsmarktanalyse Primair Onderwijs 2012 raadplegen. 1 De totale arbeidsvraag is een optelsom van de uitbreidingsvraag en vervangingsvraag. De vervangingsvraag bestaat uit alle banen die vrijkomen doordat werknemers met pensioen gaan, een andere functie krijgen of minder gaan werken. Het totaal aantal banen verandert daardoor niet, wel kan door het vertrek de onvervulde vraag naar leraren toenemen. De uitbreidingsvraag betreft de groei of daling van het aantal banen. Door lagere aantallen leerlingen, aanpassing van de gewichtenregeling etc. is de uitbreidingsvraag in veel regio s negatief. 2 Dit blijkt uit de Nota Werken in het Onderwijs 2012 van het Ministerie van OCW. 3 Een RPA is een regionaal samenwerkingsorgaan op het terrein van de arbeidsmarkt en is opgebouwd uit gemeenten. Voor arbeidsmarktinformatie zijn in 2002 34 RPA-gebieden afgeleid uit de 131 werkgebieden van de CWI's. De RPA-indeling is landelijk dekkend en vervangt met ingang van 2002 de eerder gebruikte RBAindeling. 4
2 AANBOD VAN PERSONEEL Dit hoofdstuk bevat de werkgelegenheidscijfers in het primair onderwijs in de gemeente Rotterdam. De cijfers zijn afgezet tegen de ontwikkelingen in Nederland. Alle gegevens hebben betrekking op aantallen fte, tenzij anders is aangegeven. De peildatum van de gegevens is 1 oktober van het betreffende (school)jaar. Een onderverdeling naar basisonderwijs en speciaal onderwijs is te vinden in de bijlage, net als de ontwikkeling van de werkgelegenheid in aantallen personen. 2.1 Ontwikkeling werkgelegenheid Grafiek 2.1 Ontwikkeling totale werkgelegenheid onderwijspersoneel in fte, 2007 2011 (index 2007=100). 106 105 104 103 102 101 100 99 Rotterdam Totaal G4 98 97 96 Toelichting grafiek 2.1 In de periode 2007 2011 is de werkgelegenheid in deze gemeente met bijna drie procent afgenomen tot 5.674 fte in 2011. De werkgelegenheid in deze gemeente is sterker gedaald dan de werkgelegenheid in totaal Nederland (minder dan één procent). De werkgelegenheid in Rotterdam is sterker afgenomen dan de werkgelegenheid in de G4. In de G4 is de werkgelegenheid nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2007. 5
2.2 Onderwijsgevend personeel Grafiek 2.2 Ontwikkeling werkgelegenheid onderwijsgevend personeel in fte, 2007 2011 (index 2007=100). 105 103 101 99 97 Totaal G4 Totaal Rotterdam 95 93 Toelichting grafiek 2.2 De werkgelegenheid onder onderwijsgevend personeel in deze gemeente is in de periode 2007 2011 met twee procent gedaald tot 4050 fte. Deze daling loopt grotendeels gelijk aan de daling in Nederland. In Nederland is de werkgelegenheid onder onderwijsgevend personeel met drie procent afgenomen. Terwijl de werkgelegenheid in Rotterdam licht is afgenomen, is de werkgelegenheid in de met ongeveer één procent toegenomen ten opzichte van 2007. Grafiek 2.3 Leeftijdsverdeling onderwijsgevend personeel in 2011 (fte). Jonger dan 25 jaar 25-35 jaar 35-45 jaar Totaal Rotterdam Totaal G4 45-55 jaar Ouder dan 55 jaar 0% 10% 20% 30% 40% 6
FTE Toelichting grafiek 2.3 In 2011 is in deze gemeente bijna een derde van het onderwijsgevend personeel tussen de 25 en 35 jaar oud. Van het onderwijsgevend personeel is 23 procent tussen de 45 en 55 jaar en nog eens bijna 23 procent van het onderwijsgevend personeel is ouder dan 55 jaar. Minder dan zes procent van het onderwijsgevend personeel is jonger dan 25 jaar. In deze gemeente is het onderwijsgevend personeel vaker dan in Nederland en de G4 jonger dan 35 jaar. In Nederland en de G4 is het onderwijsgevend personeel daarentegen iets vaker ouder dan 55 jaar. Grafiek 2.4 Ontwikkeling leeftijdsverdeling onderwijsgevend personeel in de gemeente Rotterdam (fte). 1400 1200 1000 800 600 2007 2011 400 200 0 <25 25-35 35-45 45-55 >55 Toelichting grafiek 2.4 Hoewel de werkgelegenheid onder het onderwijsgevend personeel in deze gemeente in de afgelopen vijf jaren is afgenomen, nam het aantal fte in de hoogste leeftijdscategorie toe tot 911 fte in 2011. Het aantal fte is evenals in 2007 het hoogst in de leeftijdscategorie 25 35 jaar. Evenals in deze gemeente is in Nederland een groot aantal fte te vinden in de leeftijdscategorie 25 35 jaar. 7
Grafiek 2.5 Ontwikkeling werkgelegenheid onderwijsgevend personeel naar geslacht, 2007 2011 (fte). Vrouwen Mannen Rotterdam -15% -10% -5% 0% Toelichting grafiek 2.5 In de periode 2007 2011 is het aantal fte dat door mannelijk onderwijsgevend personeel in deze gemeente is vervuld gedaald van 780 naar 698 fte. Het aantal fte dat door vrouwen is vervuld is nagenoeg gelijk gebleven. Het aantal fte dat door mannelijk onderwijsgevend personeel in Nederland wordt vervuld, daalde in de periode 2007 2011 met twaalf procent sterker dan in deze gemeente. Het vrouwelijk onderwijzend personeel in Nederland daalde met ongeveer één procent. Grafiek 2.6 Dienstverband onderwijsgevend personeel in 2011 (fte). 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% Tijdelijke dienst Vaste dienst 30% 20% 10% 0% Totaal Rotterdam 8
Toelichting grafiek 2.6 In deze gemeente werkt 92 procent van het onderwijsgevend personeel in 2011 in vaste dienst. Het onderwijsgevend personeel in deze gemeente werkt enigszins vaker in tijdelijk dienstverband dan het onderwijsgevend personeel in Nederland; in deze gemeente werkt acht procent in tijdelijke dienst, in Nederland ruim vijf procent. Grafiek 2.7 Deeltijdfactor onderwijsgevend personeel in 2011 (aantallen personen). Totaal Rotterdam 0-0.5 fte 0.5-0.8 fte Meer dan 0.8 fte 0% 20% 40% 60% 80% 100% Toelichting grafiek 2.7 In deze gemeente werkt 59 procent van het onderwijsgevend personeel in 2011 op basis van een aanstellingsomvang van meer dan 0.8 fte. Dertien procent van het onderwijsgevend personeel werkt in hetzelfde jaar op basis van een aanstellingsomvang van 0 0.5 fte en 28 procent op basis van 0.5 0.8 fte. In Nederland werkt een groter aandeel van het onderwijsgevend personeel op basis van 0 0.5 fte (22 procent) en 0.5 0.8 fte (33 procent). In Nederland werkt een kleiner aandeel van het personeel op basis van een aanstellingsomvang van meer dan 0.8 fte. 9
2.3 Directiepersoneel Grafiek 2.8 Ontwikkeling werkgelegenheid directiepersoneel in fte, 2007 2011 (index 2007=100). 110 105 100 95 90 Totaal Rotterdam Totaal G4 85 80 Toelichting grafiek 2.8 De werkgelegenheid onder het directiepersoneel in deze gemeente is in de periode 2007 2011 met ruim acht procent afgenomen tot 382 fte. Er is een grotere afname te zien in de werkgelegenheid voor het directiepersoneel in de regio dan in Nederland (een afname van ruim drie procent). In de G4 is de werkgelegenheid voor directiepersoneel met bijna twee procent afgenomen. Deze daling is minder sterk dan de daling in Rotterdam. Grafiek 2.9 Leeftijdsverdeling directiepersoneel in 2011 (fte). Jonger dan 25 jaar 25-35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar Totaal Rotterdam Totaal G4 Ouder dan 55 jaar 0% 10% 20% 30% 40% 50% 10
FTE Toelichting grafiek 2.9 In 2011 is in deze gemeente bijna 45 procent van het directiepersoneel 55 jaar en ouder. Bijna 30 procent van het directiepersoneel is tussen de 45 en 55 jaar. Er is in deze gemeente een enigszins groter percentage werknemers in de leeftijdscategorie 25 35 jaar dan in Nederland en de G4. Grafiek 2.10 Ontwikkeling leeftijdsverdeling directiepersoneel in de gemeente Rotterdam (fte). 250 200 150 2007 100 2011 50 0 < 25 25-35 35-45 45-55 > 55 Toelichting grafiek 2.10 Hoewel de werkgelegenheid onder het directiepersoneel in deze gemeente in de afgelopen vijf jaren is afgenomen, nam het aantal fte in de hoogste leeftijdscategorie toe. Het aantal fte in de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder steeg van 123 naar 171 fte. In de leeftijdsklassen tot 25 en 25 35 jaar is het aantal fte in zowel 2007 als in 2011 beperkt. Ook in Nederland is het aantal fte in de leeftijdscategorie jonger dan 25 jaar en 25 35 jaar beperkt. Het grootste aantal fte is in 2011 in Nederland te vinden in de leeftijdscategorie > 55 jaar, evenals in deze gemeente. 11
Grafiek 2.11 Ontwikkeling werkgelegenheid directiepersoneel naar geslacht, 2007 2011 (fte). Vrouwen Mannen Rotterdam -20% -10% 0% 10% 20% Toelichting grafiek 2.11 Het aantal fte s dat in deze gemeente door mannelijk directiepersoneel wordt vervuld is in 2011 ten opzichte van 2007 afgenomen van 240 naar 196 fte. Het aantal fte s dat door vrouwelijk directiepersoneel wordt vervuld is toegenomen van 176 naar 186 fte. Het aantal fte s dat in deze gemeente door mannelijk directiepersoneel wordt vervuld neemt sterker af dan in Nederland (een afname van ongeveer 14 procent). Er is in Nederland een grotere toename in het aantal fte s dat door vrouwelijk directiepersoneel wordt vervuld dan in deze gemeente; er is in Nederland een toename van vrouwelijk directiepersoneel van bijna zestien procent. Grafiek 2.12 Dienstverband directiepersoneel in 2011 (fte). 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% Tijdelijke dienst Vaste dienst 30% 20% 10% 0% Totaal Rotterdam 12
Toelichting grafiek 2.12 In deze gemeente werkt 97 procent van het directiepersoneel in 2011 in vaste dienst. Dit wijkt nauwelijks af van Nederland, waar in 2011 ruim 96 procent van het directiepersoneel in vaste dienst werkt. Grafiek 2.13 Deeltijdfactor directiepersoneel in 2011 (aantallen personen). Totaal Rotterdam 0-0.5 fte 0.5-0.8 fte Meer dan 0.8 fte 0% 20% 40% 60% 80% 100% Toelichting grafiek 2.13 In 2011 werkt in deze gemeente 89 procent van het directiepersoneel op basis van een aanstellingsomvang van meer dan 0.8 fte. Twee procent van het directiepersoneel heeft een aanstellingsomvang van 0.5 0.8 fte en negen procent een aanstellingsomvang van 0 0.5 fte. In vergelijking met Nederland werkt het directiepersoneel in deze gemeente vaker op basis van een aanstellingsomvang van meer dan 0.8 fte. In Nederland werkt namelijk 77 procent van het directiepersoneel op basis van deze aanstellingsomvang. In Nederland werkt negen procent van het directiepersoneel op basis van 0 0.5 fte en 15 procent op basis van 0.5 0.8 fte. 13
3 LEERLINGONTWIKKELINGEN Dit hoofdstuk gaat in op de leerlingontwikkelingen in het primair onderwijs in de gemeente Rotterdam. Leerlingaantallen zijn een belangrijke indicator voor de bekostiging van scholen en daarmee indirect ook voor de omvang van de werkgelegenheid. De cijfers zijn per schooljaar weergegeven en afgezet tegen de ontwikkelingen in Nederland. In de bijlage staan de leerlingontwikkelingen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs weergegeven. 3.1 Leerlingaantallen Grafiek 3.1 Ontwikkeling aantal leerlingen primair onderwijs 2007 2011 (index 2007 = 100). 102 101 100 Rotterdam 99 98 97 Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting De telling van de gegevens vindt plaats op vestigingsniveau. In de bijlage staan cijfers over leerlingaantallen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs weergegeven. Toelichting grafiek 3.1 Ten opzichte van 2007 neemt in deze gemeente het aantal leerlingen in het primair onderwijs met bijna één procent toe. In deze gemeente nam het aantal leerlingen toe, terwijl het aantal leerlingen in Nederland is afgenomen. In Nederland neemt het aantal leerlingen over deze periode met bijna twee procent af. Tabel 3.1 Ontwikkeling aantal leerlingen primair onderwijs schooljaar 2007 2011. Rotterdam 55.184 55.227 55.752 55.983 55.616 1.661.387 1.663.368 1.658.742 1.646.397 1.629.186 14
Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting De telling van de gegevens vindt plaats op vestigingsniveau. In de bijlage staan cijfers over leerlingaantallen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs weergegeven. 3.2 Aandeel gewichtenregeling Basisscholen ontvangen op basis van de gewichtenregeling extra personele en materiële faciliteiten. Het gewicht dat aan leerlingen wordt toegekend, slaat op de extra bekostiging, die zij ontvangen ten opzichte van reguliere leerlingen waarvan het gewicht is gesteld op nihil. Op basis van de gewichtenregeling ontvangen scholen extra middelen voor de bestrijding van achterstanden. Er zijn twee groepen gewichten onderscheiden: 0.3 voor leerlingen van ouders die maximaal lbo/vbo hebben genoten en 1.2 voor leerlingen, waarvan één ouder maximaal lbo/vbo heeft gevolgd en de andere maximaal basisonderwijs. Grafiek 3.2 Aandeel gewichtenleerlingen basisonderwijs in 2011 (in procenten). 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% Nederland Rotterdam 20% 10% 0%.00.30 1.20 Achterstandscategorie Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting Deze gewichtenregeling geldt vanaf 1 augustus 2006. In de bijlage staan de regionale cijfers over het aandeel gewichtenleerlingen opgenomen. Toelichting grafiek 3.2 In deze gemeente is aan ruim tien procent van de leerlingen een gewicht van.30 toegekend. Aan bijna 19 procent van de leerlingen is een gewicht toegekend van 1.20. In Nederland zijn minder gewichtenleerlingen (bijna 88 procent) dan in deze gemeente (bijna 71 procent). 15
Tabel 3.2 Gewichtenregeling basisonderwijs in procenten in 2011 Achterstandscategorie.00.30 1.20 Rotterdam 70,9 10,2 18,9 Totaal G4 75,3 7,7 16,9 Nederland 87,7 5,4 18,9 Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting Deze gewichtenregeling geldt vanaf 1 augustus 2006. In de bijlage staan aanvullende regionale cijfers over het aandeel gewichtenleerlingen opgenomen. 16
4 LEERLINGPROGNOSES In dit hoofdstuk worden de leerlingprognoses voor het primair onderwijs beschreven. Deze ramingen helpen inzicht te krijgen in de verwachte vraag naar en het verwachte aanbod van onderwijspersoneel. De prognoses zijn per schooljaar weergegeven en afgezet tegen de prognoses voor Nederland en de G4. Grafiek 4.1 Leerlingprognoses primair onderwijs, 2012 2016 (index: 2012 = 100). 110 105 100 95 Rotterdam Totaal G4 90 85 2012 2013 2014 2015 2016 Scenariomodel primair onderwijs, Arbeidsmarktplatform PO. Toelichting grafiek 4.1 In de periode 2012 2016 zal het aantal leerlingen in deze gemeente naar verwachting met zes procent toenemen. Terwijl het aantal leerlingen in deze gemeente zal stijgen, wordt in Nederland een afname voorspeld van ruim vijf procent. In de G4 zal het aantal leerlingen sterker stijgen dan in Rotterdam. Voor de G4 wordt een toename in het aantal leerlingen voorspeld van negen procent. Tabel 4.1 Leerlingprognoses primair onderwijs 2012 2016 2012 2013 2014 2015 2016 Rotterdam 54.768 55.539 56.568 57.342 58.048 Totaal G4 197.850 202.025 206.984 211.382 215.414 1.622.060 1.603.717 1.586.009 1.567.582 1.548.767 Scenariomodel primair onderwijs, Arbeidsmarktplatform PO. 17
5 VRAAG NAAR PERSONEEL Dit hoofdstuk gaat in op de vraag naar personeel. Dit gebeurt aan de hand van vacaturegegevens. Die gegevens zijn telkens afgezet tegen de landelijke trend. Een gebruikelijke maat daarbij is de vacature-intensiteit: het aantal ontstane, vervulde, vervallen of openstaande vacatures ten opzichte van de totale werkgelegenheid. Tabel 5.1 Vacature-intensiteiten onderwijsgevend personeel in Rotterdam (in procenten). 2010-2011 2011-2012 Ontstane vacatures Rotterdam 6,3 3,1 Nederland totaal 5,2 4,8 Vervulde vacatures Rotterdam 6,5 2,4 Nederland totaal 5,7 4,8 Vervallen vacatures Rotterdam 0,3 1,6 Nederland totaal 0,2 0,4 Openstaande vacatures Rotterdam 0,4 0,3 Nederland totaal 0,2 0,2 Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2011/2012, ResearchNed en Ecorys. Toelichting tabel 5.1 In heel Nederland ontstonden er het laatste jaar minder vacatures. Ook in Rotterdam zijn het laatste jaar minder vacatures ontstaan. In Rotterdam zijn in 2011/2012 minder vacatures vervuld dan ontstaan. Landelijk houden het aantal ontstane en vervulde vacatures elkaar in evenwicht. Het Ministerie van Onderwijs stelt dat de kwaliteit van onderwijs in gevaar komt bij een openstaande vacature-intensiteit van 1% of meer. Sinds het schooljaar 2011/ 12 daalde dat percentage vrijwel overal in Nederland onder de kritieke waarde. Ook in Rotterdam blijft onder die grens. 18
6 DIPLOMA-AANTALLEN LERARENOPLEIDING Dit hoofdstuk gaat in op het aantal afgestudeerden aan de lerarenopleidingen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs in de nabije omgeving van Rotterdam. Deze gegevens geven inzicht in het potentiële aanbod van leraren. De gegevens zijn per (school)jaar weergegeven. Per hogeschool zijn de gegevens afgezet tegen de ontwikkelingen op alle Nederlandse hogescholen. Grafiek 6.1 Ontwikkeling aantal gediplomeerden lerarenopleidingen basisonderwijs in de omgeving van Rotterdam 2006 2010 (index: 2006 = 100). 120 110 100 90 80 Hs. INHOLLAND Hs. Rotterdam Hs. Leiden Totaal regio Rotterdam 70 60 2006 2007 2008 2009 2010 Stamos.nl, bewerkt door CAOP Research. Toelichting In de bijlage staan aanvullende gegevens over het aantal gediplomeerden in tabelvorm opgenomen. Toelichting grafiek 6.1 Het aantal gediplomeerden van de lerarenopleidingen voor het basisonderwijs is in deze gemeente ten opzichte van 2006 met 31 procent afgenomen. In Nederland is het aantal gediplomeerden over deze periode met nagenoeg hetzelfde percentage afgenomen. Per hogeschool zijn verschillen zichtbaar: het aantal gediplomeerden is het sterkst gedaald aan de Hogeschool INHOLLAND. Deze daling was minder sterk aan de Hogeschool Rotterdam, hoewel het aantal gediplomeerden hier ook met bijna 20 procent is afgenomen. 19
7 BIJLAGE I 7.1 Aanbod van personeel 4 Tabel 7.1 Werkgelegenheid in fte, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 5.835 5.776 5.845 5.820 5.674 Totaal G4 19.076 19.200 19.469 19.605 19.129 131.842 133.255 138.682 136.772 130.961 Tabel 7.2 Werkgelegenheid in aantal personen, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 7.253 7.230 7.347 7.343 7.147 182.330 184.614 196.212 194.858 188.916 Tabel 7.3 Werkgelegenheid basisonderwijs in fte, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 4.461 4.385 4.428 4.397 4.277 Totaal G4 14.687 14.664 14.796 15.011 14.772 105.716 106.019 110.120 108.205 103.674 Tabel 7.4 Werkgelegenheid basisonderwijs in aantal personen, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 5.512 5.442 5.523 5.509 5.360 Totaal G4 18.530 18.505 18.752 19.168 18.965 147.733 148.627 158.026 156.393 151.859 Tabel 7.5 Werkgelegenheid speciaal onderwijs in fte, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 1.374 1.390 1.417 1.423 1.397 Totaal G4 4.388 4.535 4.673 4.594 4.357 26.126 27.236 28.562 28.567 27.287 4 De werkgelegenheidsgegevens in deze paragraaf hebben betrekking op het primair onderwijs en worden weergegeven in aantallen fte, tenzij anders is aangegeven. De peildatum van de gegevens is 1 oktober van het betreffende (school)jaar. 20
Tabel 7.6 Werkgelegenheid speciaal onderwijs in aantal personen, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 1.741 1.788 1.824 1.834 1.787 Totaal G4 38.444 39.864 42.123 42.333 40.856 34.597 35.987 38.186 38.464 37.057 Onderwijsgevend personeel Tabel 7.7 Werkgelegenheid onderwijsgevend personeel in fte, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 4.142 4.123 4.195 4.161 4.050 Totaal G4 13.777 13.840 14.130 14.185 13.889 102.060 102.755 105.351 103.416 98.998 Tabel 7.8 Werkgelegenheid onderwijsgevend personeel naar leeftijd in fte, schooljaar 2007 2011. Regio Leeftijd Totaal regio Rotterdam Jonger dan 25 jaar 268 291 300 267 227 25 35 jaar 1.274 1.249 1.308 1.299 1.304 35 45 jaar 678 677 670 694 680 45 55 jaar 1.237 1.149 1.098 1.042 928 Totaal G4 55 jaar en ouder 686 757 818 859 911 Jonger dan 25 jaar 759 793 820 789 684 25 35 jaar 3.886 3.946 4.141 4.248 4.261 35 45 jaar 2.590 2.606 2.593 2.579 2.561 45 55 jaar 4.092 3.877 3.704 3.493 3.174 55 jaar en ouder 2.450 2.620 2.872 3.076 3.210 Jonger dan 25 jaar 5.753 5.987 6.044 5.000 3.685 25 35 jaar 28.546 29.089 30.155 30.152 29.237 35 45 jaar 18.170 18.007 18.284 18.146 18.018 45 55 jaar 31.651 30.307 29.591 27.460 24.969 55 jaar en ouder 17.939 19.008 21.275 22.657 23.090 21
Tabel 7.9 Werkgelegenheid onderwijsgevend personeel naar geslacht in fte, schooljaar 2007 2011. Regio Geslacht Rotterdam Mannen 780 740 733 722 698 Vrouwen 3.363 3.383 3.462 3.439 3.352 Totaal G4 Mannen 2.636 2.559 2.588 2.540 2.458 Vrouwen 11.141 11.281 11.542 11.645 11.431 Mannen 20.545 19.794 20.136 19.343 18.119 Vrouwen 81.515 82.604 85.215 84.073 80.880 Tabel 7.10 Werkgelegenheid onderwijsgevend personeel naar aard dienstverband in fte, schooljaar 2009 2011. Regio Aard dienstverband 2009 2010 2011 Rotterdam Vaste dienst 3.801 3.851 3.738 Tijdelijke dienst 394 310 311 Totaal G4 Vaste dienst 12.674 12.851 12.596 Tijdelijke dienst 1.456 1.333 1.294 Vaste dienst 98.499 97.730 93.611 Tijdelijke dienst 6.852 5.686 5.387 Tabel 7.11 Werkgelegenheid onderwijsgevend personeel primair onderwijs naar aanstellingsomvang in aantal personen, schooljaar 2007 2011. Regio's Fte's Rotterdam 0-0.5 fte 709 725 710 723 682 0.5-0.8 fte 1.188 1.235 1.321 1.382 1.412 meer dan 0.8 fte 3.235 3.179 3.208 3.128 3.005 Totaal G4 0-0.5 fte 2.509 2.495 2.470 2.542 2.495 0.5-0.8 fte 4.507 4.659 4.851 5.022 5.138 meer dan 0.8 fte 10.335 10.309 10.518 10.464 10.112 0-0.5 fte 28.511 28.204 31.501 31.320 31.385 0.5-0.8 fte 42.240 43.598 45.553 46.425 46.564 meer dan 0.8 fte 67.957 67.928 69.203 66.729 62.099 Directiepersoneel Tabel 7.12 Werkgelegenheid directiepersoneel in fte, schooljaar 2007 2011. Rotterdam 416 424 405 387 382 Totaal G4 1.245 1.318 1.265 1.281 1.224 10.593 10.885 10.985 10.845 10.238 22
Tabel 7.13 Werkgelegenheid directiepersoneel naar leeftijd in fte, schooljaar 2007 2011. Regio Leeftijd Totaal regio Rotterdam Jonger dan 25 jaar 0 0 1 1 0 25 35 jaar 25 25 24 25 29 35 45 jaar 73 79 68 67 68 45 55 jaar 194 168 154 134 114 Totaal G4 55 jaar en ouder 123 152 157 160 171 Jonger dan 25 jaar 0 0 1 2 0 25 35 jaar 73 77 66 71 74 35 45 jaar 197 233 227 237 227 45 55 jaar 566 533 485 443 384 55 jaar en ouder 408 475 485 528 539 Jonger dan 25 jaar 1 1 1 4 4 25 35 jaar 516 569 571 540 493 35 45 jaar 1.512 1.584 1.653 1.701 1.626 45 55 jaar 4.934 4.691 4.379 4.028 3.499 55 jaar en ouder 3.630 4.004 4.380 4.572 4.614 Tabel 7.14 Werkgelegenheid directiepersoneel naar geslacht in fte, schooljaar 2007 2011. Regio Geslacht Rotterdam Mannen 240 238 224 204 196 Vrouwen 176 185 180 183 186 Totaal G4 Mannen 683 698 655 636 588 Vrouwen 562 620 610 645 636 Mannen 6.890 6.781 6.784 6.482 5.946 Vrouwen 3.703 4.068 4.201 4.363 4.291 Tabel 7.15 Werkgelegenheid directiepersoneel naar aard dienstverband in fte, schooljaar 2009 2011. Regio Dienstverband 2009 2010 2011 Rotterdam Vaste dienst 384 372 370 Tijdelijke dienst 21 16 13 Totaal G4 Vaste dienst 1.181 1.205 1.158 Tijdelijke dienst 84 77 66 Vaste dienst 10.575 10.453 9.832 Tijdelijke dienst 411 392 406 23
Tabel 7.16 Werkgelegenheid directiepersoneel naar aanstellingsomvang in aantal personen, schooljaar 2009 2011. Regio Fte's Rotterdam 0-0.5 fte 7 13 13 13 9 0.5-0.8 34 41 50 39 36 meer dan 0.8 fte 398 399 377 365 363 Totaal G4 0-0.5 fte 35 47 43 56 42 0.5-0.8 112 114 127 135 115 meer dan 0.8 fte 17 31 25 32 17 0-0.5 fte 558 670 841 908 1.029 0.5-0.8 1.298 1.472 1.588 1.691 1.739 meer dan 0.8 fte 9.693 9.866 9.864 9.681 9.023 7.2 Leerlingontwikkelingen Tabel 7.17 Ontwikkeling aantal leerlingen basisonderwijs schooljaar 2007 2011. Rotterdam 49.935 49.867 50.495 50.701 50.067 Totaal G4 172.284 174.617 177.653 179.772 181.053 1.551.819 1.553.046 2.547.839 1.534.713 1.517.257 Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting De telling van de gegevens vindt plaats op vestigingsniveau. Tabel 7.18 Ontwikkeling aantal leerlingen speciaal onderwijs schooljaar 2007 2011. Rotterdam 5.249 5.360 5.257 5.282 5.549 Totaal G4 15.853 15.757 15.358 15.102 15.524 109.568 110.322 110.903 111.684 111.929 Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. Toelichting De telling van de gegevens vindt plaats op vestigingsniveau. Tabel 7.19 Aantal gewichtenleerlingen basisonderwijs 2009 2011 Rotterdam Achterstandscategorie 2009 2010 2011.00 34.066 35.237 35.506.30 5.995 5.502 5.100 1.20 10.434 9.962 9.461 Databestanden bekostigd onderwijs basisonderwijs en speciaal onderwijs, Dienst Uitvoering Onderwijs. 24
Toelichting De telling van de gegevens vindt plaats op vestigingsniveau. In de voorgaande jaren werden andere gewichten toegekend, waardoor deze niet in de bovenstaande tabel zijn opgenomen. 7.3 Gediplomeerden lerarenopleidingen Tabel 7.20 Ontwikkeling aantal gediplomeerden lerarenopleiding basisonderwijs omgeving Rotterdam 2006 2010 Hogescholen 2006 2007 2008 2009 2010 Hs. INHOLLAND 878 731 726 605 564 Hs. Rotterdam 293 337 281 233 240 Hs. Leiden 312 255 285 269 215 Totaal Rotterdam 1.483 1.323 1.292 1.107 1.019 7.206 6.525 5.931 5.340 5.056 Stamos.nl, bewerkt door CAOP Research. 25
www.arbeidsmarktplatformpo.nl Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Postadres Postbus 556 2501 CN Den Haag Bezoekadres Lange Voorhout 13 2514 EA Den Haag T 070 376 58 10 www.arbeidsmarktplatformpo.nl info@ arbeidsmarktplatformpo.nl Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs is het kennis-en expertisecentrum van de arbeidsmarkt in het primair onderwijs. Samen met de sector bevordert het een gezonde arbeidsmarkt. 2 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs