Les 19 Zenuwstelsel 2



Vergelijkbare documenten
Fysiologie / zenuwstelsel

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

Examen Medische Vakken

Anatomie / fysiologie

Les 18 Zenuwstelsel 1

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de. Witte stof wordt gevormd door de met myeline omgeven neurieten

Opdrachten, woordenlijsten en stellingen behorende bij Cxx56 Neurologisch systeem / Zenuwstelsel

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Gedragsneurowetenschappen

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

Ruggenmerg Hersenen. Hersenstam Cerebellum Diencephalon Telencephalon. Somatisch zenuwstelsel Autonoom zenuwstelsel

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

Inhoud. Zenuwstelsel. Inleiding. Basiselementen van het zenuwstelsel. Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen

De hersenen. 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen

Door: Charlotte Simons Arts, yogadocent yin en yang en acupuncturist io

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel

Neurologie. Hersenvliezen. Beschermende structuren. Functies: 1. de schedel, hersenvliezen. 2. de bloed-hersen barrière. 3. autoregulatie. Nadelen?

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel

Anatomie / fysiologie. Centraal/perifeer zenuwstelsel AFI1. Autonoom zenuwstelsel algemeen. Zenuwstelsel 5. Staat niet onder invloed van de wil

Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb barstende hoofdpijn ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

Les 25 Vragen n.a.v. Lessen deel 2. Functie luchtwegen / neus. Ademhalingsstimulatie

Acute neurologische problemen

Samenvatting Biologie Regeling

De hersenen: het meest complexe orgaan van het menselijk lichaam

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen.

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Samenvatting Biologie Thema 6

Dr. Erik Kegels HET NEUROLOGISCH ONDERZOEK IN DE HUISARTSPRAKTIJK

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel

Drs. Charlotte Simons Arts voor leefstijl en acupunctuur yogadocent yin en yang

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

HET NEUROLOGISCH ONDERZOEK IN DE HUISARTSPRAKTIJK

spasticiteit en decerebratiestijfheid

Declaratiecode Zorgproduct passantentarief BCN 2015 Omschrijving 15A ,12 Consult op de polikliniek bij Een slaapstoornis 15A336

Inhoud. Dwarslaesie. Wervelkolom. Ruggenmerg zenuwen. Oorzaken. Wat is een dwarslaesie. Fasen na de dwarslaesie ABCD

Theorie-examen Fysiologie april 2009

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Anatomie. Anatomie. Bloedtoevoer. Cerebrum Cerebellum Hersenstam. Schedel Hersenvliezen. Liquor cerebrospinalis Bloedvoorziening

Samenvatting Biologie Zenuwstelsel

Subduraal hematoom. Bloeduitstorting tussen de hersenvliezen.

Traumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn

Cranio-sacraal therapie Basale Stimulatie.

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Drs. Charlotte Simons Arts voor Integrative Medicine & acupunctuur yogadocent yin en yang, heartmath-therapeut

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Inhoud 0 Hoe werkt deze cursus? 1. Dwarslaesie in het kort 1.0 Introductie / samenvatting 1.1 Iets over medische termen 1.2 Dwarslaesie 1.

H.6 regeling. Samenvatting

Fig De Leefstijlacademie

Les 24 Spieren. Spierweefsel. Spierweefsel. Spierweefsel, clonus en spiertonus, agonist-antagonist, hernia, hypertrofie, atrofie, bodybuilding

Wisselend reageren, inadequaat Voorkeursstand ogen en hoofd naar rechts Verkramping linkerarm

Het brein maakt deel uit van een groter geheel, het zenuwstelsel. Schematisch kan het zenuwstelsel als volgt in kaart worden gebracht:

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen

DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie

Basiskennis van de meest voorkomende handicaps via een overzicht van anatomie en fysiologie. Kennismaking met de zichtbare en onzichtbare problemen.

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld

1 Ontstaan van hersenletsel

Lage rugklachten.

Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, Besturing

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Vaatafsluitingen in het oog

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

Kempenhaeghe. Epilepsiecentrum Sterkselseweg VE Heeze Presentatie: Maria Stijnen Epilepsieverpleegkundige

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Dwarslaesie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

Samenvatting Biologie Thema 6

Neurologisch oogheelkundig onderzoek

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt

Lens plat of lens bol?

Het neurologisch onderzoek

Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper Infobrochure Epilepsie

Chronisch subduraal hematoom

Spasticiteit en behandeling met fenol

Fenomenen die bij een whiplash een rol spelen.

Werkstuk ANW Epilepsie

1 Algemeen pagina 1.1 Inleiding Programma scholingsdag Casuïstiek Voorbereiding 6

Koud hè De Wim Hof Iceman methode

NASCHOLING EPILEPSIE INHOUD AANVALLEN HERKENNEN, REGISTREREN,TIPS EN TRUCS

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag

V5 Begrippenlijst Hormonen

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Een beroerte, wat nu?

Spraak: Let op of de persoon onduidelijk spreekt of niet meer uit de woorden komt.

Samenvatting in het Nederlands

Werkstuk Biologie Regeling en Gedrag.

Transcriptie:

Les 19 Zenuwstelsel 2 Sympatisch - parasympatisch ZS, lumbaal punctie, verlammingen, piramide baan (CMN), extrapiramdaal ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Sympathische parasympathische zenuwstelsel sympathicus stimuleert het lichaam tot activiteit (vluchtreactie) parasympathicus remt de activiteit van het lichaam maar stimuleert de spijsvertering en de urine productie ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 Sympathische parasympathische zenuwstelsel De prikkeloverdracht vindt plaats via neurotransmitters. Neurotransmitters zijn stoffen die vrijkomen uit het uiteinde van de zenuw en daarmee het gecodeerde signaal doorgeven Sympathische neurotransmitter = noradrenaline parasympathische neurotransmitter = acetylcholine ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 1

Sympathische <-> parasympathische Hartwerking omhoog Stofwisseling omhoog Spijsvertering omlaag Adrenaline omhoog Pupil verwijding > Vasodilatatie > spieren, hart, etc VLUCHTREACTIE Hartwerking omlaag Stofwisseling omlaag Spijsvertering omhoog Adrenaline omlaag Pupil vernauwing < Bloedvatconstrictie < spieren, hart, etc RUST SITUATIE ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 Lumbaal punctie Spinaal puncties mogen bij voorkeur niet boven L2/L3 verricht worden. Meestal echter in L3/L4 want geen ruggenmerg meer of lager. (L3/L4 i.v.m. kromming) Passage bij punctie dura mater (buitenblad) en arachnoïdea (middelste vlies) Liquor is een heldere vloeistof die zich in de subarachnoïdale ruimte ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Lumbale punctie Patiënt kan liggen of zitten. 1 eerste wervel 2 tussenwervelschijf 3 vijfde lendenwervel 4 promontorium = vooruitspringend deel wervelkolom bij overgang onderste lendenwervel en heiligbeen 5 os ilium 9 staartbeen 6 heiligbeen 10 cauda equina (paardenstaart) 12 punctienaald 7 symfyse (symphysis ossium 11 cisterna terminalis 13 doornuitsteeksel 3e pubis = schaambeen) (liquor) lendenwervel 8 foramen obturatum 14 ruggenmerg ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 2

ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Fasen zenuwstelsel Veranderingen waarnemen in en buiten het lichaam m.b.v. sensoren Verwerken en beoordelen van waarnemingen Reageren ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Functies zenuwstelsel Regulatie van weefsels en organen Coördinatie van activiteiten van weefsels en organen Coördinatie van vitale functies Coördinatie van contacten met de buitenwereld Coördinatie van psychische functies ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 3

Anatomische indeling CENTRAAL Ruggenmerg Hersenstam Kleine hersenen Tussenhersenen Grote hersenen PERIFEER 32 paar ruggenmergzenuwen 12 paar hersenzenuwen Twee grensstrengen naast de wervelkolom ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 Fysiologische indeling Soort integratie Hiërarchie Richting signaal VEGETATIEVE INTEGRATIE (AUTONOOM OF ONWILLEKEURIG), REGULATIE EN COORDINATIE BUITEN DE WIL BLOEDDRUKREGULATIE DARMACTIVITEIT ADEMHALING SYMPATISCHE EN PARASYMPATISCHE SYSTEEM ANIMALE OF WILLEKEURIG ZENUWSTELSEL Macht neemt toe van ruggenmerg naar grote hersenen AFFERENT = van perifeer naar centraal = aanvoer EFFERENT = van centraal naar perifeer = afvoer, aanzet tot actie ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 Hersenzenuwen II = nervus opticus = optische oogzenuw, van netvlies naar hersenen, sensibele zenuw III, IV, VI = spieren oogbol en ooglid V = nervus trigeminus aangezicht (deel) VII = nervus facialis, aangezichtszenuw (deel) X = nervus vagus, zwevende zenuw, hart, ademhaling, slokdarm, buikingewanden, dus zowel parasympatisch als sympatisch (stembanden en strottenhoofd) Bij problemen eerst uitval VI abducens (oog) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 4

Terminologie Spasme = verhoogde spierspanning (hypertonie) contractuur = dwangstand convulsies = stuipen, clonisch = sterke krampen met dus afwisselend spannen en verslappen tonisch = rigiditeit, dus continue spierspanning tremoren = trillingen, veroorzaakt door hoge leeftijd, Parkinson en MS (multipele sclerose) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Verlammingen Registratie van gevoel, tast in de sensibele (aanvoerende) hersenschors, grenst aan de (afvoerende) motorische hersenschors altijd links met rechts vergelijken hemiplegie = spastische verlamming t.g.v. problemen in CZS (grote hersenen, of hersenstam) contralaterale zijde aangedaan hemiparalyse = totale slappe verlamming t.g.v. perifere zenuwstelsel (parese = deels) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 Epilepsie, vallende ziekte Epilepsie is een verschijnsel van overprikkeling van de hersenen explosie van hersenactiviteit, EEG (elektro encefalogram) erfelijk en verworven overprikkelbaarheid verworven geboorteasfyxie (onvoldoende zuurstof voorziening) meningitis (hersenvliesontsteking) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 5

1e hulp bij epilepsie Tonisch - clonische aanvallen blijf bij de persoon en vooral geen paniek vermijd bijkomend letsel (tongbeet) of dingen waar persoon tegenaan kan schokken Spullen uit de buurt halen, let op jezelf indien bewusteloosheid aanhoud stabiele zijligging en mond vrij maken ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 16 Intra-craniële (in de schedel) ruimte innemende processen Symptomen: hemisyndroom (symptomen complex beperkt tot eenzijde van het lichaam), contralaterale hemiplegie epileptische insulten, met name focale dus afhankelijk van de getroffen plaats in de hersenen zullen bepaalde spiergroepen samentrekken zoals bij epilepsie psychische afwijkingen, afwijkend gedrag ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 Intra-craniële (in de schedel) ruimte innemende processen Symptomen vervolg: intra-craniële drukverhoging hoofdpijn, toename bij persen of bukken pupilafwijkingen, verlaagde visus (gezichtsvermogen) uitval gezichtszenuwen braken, in de ochtend zonder misselijkheid Pols, tensie (bloeddruk), alleen bij acuut optredende hersendruk bewustzijnsdaling karakterveranderingen ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 6

Observatie neurologische patiënt Bewustzijn, controleren pupil om het uur, of paar uur ademhaling pols, bloeddruk temperatuur, met name bij hersenstamletsel ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 Ernstige CZS pathologie meningeale prikkeling (nekstijfheid, krampen) dwangstand van ledematen convulsies onwillekeurige bewegingen braken, niet altijd aanwezig hemiplegie (spastische verlammingen) uitval sensibiliteit bewustzijnsdaling continue of wisselend ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Piramidebaan of CMN (centraal motorisch neuron) Stoornis: Spasticiteit hypertonie (verhoogde spierspanning) of hemiplegie (spastische verlamming) hyperreflexie (makkelijk prikkelbare reflexen) pathologische reflexen (niet juist reagerende reflexen) vaak versterkt doordat remming van de reflex weggevallen is ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 7

Extrapiramidaal of PMN (perifeer motorisch neuron) Stoornis: parese (onvolledige verlamming) van circumscripte (omschreven, begrenst) spiergroep spieratrofie (afname spieromvang en kracht) fasciculaties (lokale samentrekking van een deel van de spier) uit zich vaak in trillen van de spier, zonder contractie (samentrekking) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 22 Extrapiramidaal Symptomen bij extrapiramidaal stoornis Spiertonus verlaagd onwillekeurige bewegingen stoornis motorisch tempo en automatismen Symptomen bij extrapiramidaal cerebellair (kleine hersenen) stoornis coördinatie stoornissen, ataxie = onzekere gang, veroorzaakt door gebrekkig samenwerkende spieren doorschietende bewegingen ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23 Dwarslaesie (dwarsletsel) Beschadiging ruggenmerg compleet of incompleet daardoor zenuwbanen in de ruggenmerg op de plek van de laesie onderbroken wel reflexen (werkt immers via RM) tweezijdige spastische verlammingen onder niveau laesie incontinentie of urine retentie (terughouden) => urineweginfecties ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 24 8

CVA cerebro vasculair accident TIA = transcient (voorbijgaand) ischaemic (doorbloedingstoornis) attack (aanval) CVA bloedig en onbloedig Bloedig, bloed in hersenen of tussen hersenvliezen deel uitval hersteld weer, doordat collaterale doorbloeding op gang komt Onbloedig trombus of vetembolie necrose hersenschors geeft uitval ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 25 Hersenvliezen Bestaande uit drie lagen, buiten naar binnen: dura mater (harde hersenvlies) ligt binnenzijde tegen de schedel, verdubbelingen geven sinus (holte.bocht, buis) systeem van buizen voor bloeduitwisseling arachnoidea (spinnenwebvlies) dun vlies, weinig bloedvaten pia mater (zachte hersenvlies) veel bloedvaten, volgt hele hersenoppervlak inclusief windingen en groeven ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 26 Subarachnoid granulatie Vliezen/meningen Superior sagittal sinus Emissaria venen (Anker venen) Cerebrale arterie Superior sagittal sinus = Superior bovenste pijlnaad cerebrale vene (v.d. schedel) holte Pia mater Dura mater Arachnoidia Subarachnoidale ruimte ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 27 9

Subarachnoïdale ruimte Pia mater volgt de groeven, de arachnoidea niet, dus daarom ruimte die wisselend van hoogte is en is gevuld met liquor cerebrospinalis (m.b.t. hersens en ruggenmerg) Liquor cerebrospinalis = hersenruggenmergsvloeistof is normaliter een heldere kleurloze vloeistof welke de voeding en afvoer van de hersenen en ruggenmerg regelt. ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 28 Hersenen Bestaat uit: cerebrum (grote hersenen) met veel gyri (windingen) en sulci (groeven) om het oppervlak te vergroten, veel zenuwcellen en makkelijkere voeding truncus encephali (hersenstam) bestaande uit van craniaal (richting schedel) naar caudaal (staartuiteinde): mesencephalon (middenhersenen) pons (brug van Varol) medulla oblongata (verlengde merg) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 29 Hersenen 2 cerebellum (kleine hersenen) bouw gelijk cerebrum en coördineren spierwerking Bij storing van de cerebellumfunctie zullen dus coördinatiestoornissen optreden formatio reticularis = diffuus netwerk van korte neuronen die over de gehele lengte van de hersenstam loopt; slaap- en waakcentrum ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 30 10

Twee dubbelplooien van de dura (harde vlies) zijn: 1. falx cerebri: tussen de beide hemisferen 2. dura sinus 3. tentorium cerebelli: soort tentdak over het cerebellum 4. Opening hersenstam LG, fig. 2.7.40, blz. 313 intradurale ruimten zijn ruimten in de dura mater, zoals bijv. voor de sinussen of de ruimte voor de hypofyse subdurale ruimte ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 31 Cerebrum of grote hersenen Twee hemisferen (hersenhelften) verbonden middels corpus callosum( hersenbalk) en twee stelen (pedunculi cerebri) met hersenstam vier kwabben (gedeelten) gescheiden door diepe gleuven (fissurae) LG, fig. 2.7.29, blz. 298 en 299 lobus frontalis (voorhoofdskwab) lobus parietalis (zijkwab) lobus temporalis (slaapkwab) lobus occipitalis (achterhoofdskwab) ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 32 Grote hersenen vervolg Twee soorten cellen: Schors, grijze stof, dunne buitenste laag Merg, witte stof, grotere binnenste deel bestaande uit mergrijke (myeline rond de axonen, witte kleur) basale kernen, kernen grijze stof dicht tegen de kleine hersenen aan. ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 33 11

Centra en functies van het CZS Motorisch deel (bewegingsdeel), sensibel deel (gevoelsdeel) LG, fig. 2.7.32, blz. 302 gelokaliseerd in gelijknamige centra Motorisch centra gelegen in de gyrus precentralis voor verschillende lichaamsdelen van de tegenoverliggende lichaamshelft grote cellen, piramidecellen, piramidebaan ANZN 1e leerjaar - Les 19 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 34 12