5,5. Werkstuk door een scholier 2300 woorden 20 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave

Vergelijkbare documenten
Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Naam: DE MIDDELEEUWEN Ridders en kastelen

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

Naam: KASTELEN. Vraag 1a. Waarvoor moeten we onze huizen tegenwoordig beschermen? ... pagina 1 van 6

5,9. Werkstuk door een scholier 2611 woorden 17 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. 1. Het gezin

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

5,7. Werkstuk door een scholier 2736 woorden 28 april keer beoordeeld. Geschiedenis

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

De middeleeuwen. Isabel Vogelezang 10 jaar OBS De Vogelenzang Leonardo Middenbouw Groep 6.

Werkstuk Geschiedenis de Middeleeuwen

Voorleesverhaal. Het leven in een kasteel. Voorleesverhaal voor groep 1 t/m 4 van het basisonderwijs

Kastelen in Nederland

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Kastelen. Dit werkboekje is van:

Werkstuk Geschiedenis Wapens en ridders

RHET LEVEN VAN EEN. idder

Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1. Wat zijn ridders?

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Samenvatting Middeleeuwen ABC

De Middeleeuwen het leven in de middeleeuwen

inhoud 1. Kastelen 2. Castellum 3. Het kasteel 4. Soorten kastelen 5. De delen van een kasteel

Het leven op en om een kasteel

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Informatie voor groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs. Het leven in. een kasteel

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Info plus Het leenstelsel

Auditieve oefeningen bij het thema: ridders en kastelen

Kastelen en Ridders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Inleiding 3. Hoofdstuk 1: Hoe word je een ridder 4. Hoofdstuk 2: Wapenuitrusting 4. Hoofdstuk 3: Riddertoernooien 5. Hoofdstuk 4: Veldslagen 5

5,8. Werkstuk door een scholier 2065 woorden 7 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoud

Samenvatting door O woorden 29 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. De Romeinen

Quiz Kleed de Ridder. versie 2017

Het ROMEINEN DOEBOEK. Ontdek alles over de Romeinse tijd in Nederland

5,9. Werkstuk door een scholier 2609 woorden 13 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

Samenvatting Middeleeuwen DEF

Maar hij ziet niemand. Ik zal het wel gedroomd hebben, denkt hij dan. Hij gaat weer liggen en slaapt verder.

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

Verhalen uit. Oost-Europa. naverteld door Sandra van der Stege

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

In het oude Rome De stad Rome

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 5

Werkstuk Biologie Slangen

Torenroute Ga snel naar het kasteel! Klim dan naar boven Er is haast bij!

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Praktische opdracht Geschiedenis Romeins leger, wapens

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.

Wie trok Juda binnen en welke stad werd bedreigd door de inval van vijandelijke troepen?

De steentijd Jagers en verzamelaars

9,4. Werkstuk door Robbin 1688 woorden 14 juni keer beoordeeld. Nederlands. Moldavië INHOUDSOPGAVE. inleiding blz 2

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

De magische deur van KASTEEL013

Boekverslag Nederlands Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman

QUIZ OVER TIJD EN RUIMTE gemaakt door kinderen van unit 2

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Ridderroute. Hoe verdien je een stempel? Doe eerst de opdracht. Vouw je oorkonde uit dit boekje. Schuif je oorkonde in het stempel-apparaat.

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

KOPIEERBLADEN. THEMA 5: Ik wil ridder worden! Plantyn - TotemTaal - Thema 5: ik wil ridder worden!

k a s t e l e n i n n e d e r l a n d

in Brussel? In de 14 de eeuw bestond België nog niet.

Ze gebruikten bijna alleen maar streepjes omdat ze het snel en makkelijk in stenen wilden krassen. Rondjes waren erg moeilijk!

Wat weet jij over wonen? Dat ga je met je groepje opschrijven in een woordspin.

VRAGEN INTERVIEWS. Onderwijs. Religie Kleding. Seksuele revolutie Voeding. Ontspanning & vrije tijd. Mobiliteit

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Toen ik kind was, hebben we in veel verschillende huizen gewoond. Ik heb ze eens geteld en het waren er veertien.

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

Hoe beschrijft de Bijbel de kampvechter van de Filistijnen en hoe heette hij?

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Ahrend v.d. Dussen weetjeskrant

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij?

SINTE-WATTE? SINTE-METTE! Voorleestekst

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

3. Waarom zijn er zoveel mensen in het huis? 4. Wat wil Mohammed doen?

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

Ballingschap en terugkeer

Docentenhandleiding. Het leven in een kasteel. Voor leerkrachten van groep 1 t/m 8 van het basisonderwijs

De steen die verhalen vertelt.

Lesschema 2 graad t.g.v. 500 jaar Koninklijke Sint Sebastiaansgilde Essen

2

Ruth 1. Ruth en Noömi

Sinte-watte?! Sinte-Mette! Voorleestekst

De exodus. Foto s van het materiaal

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 2300 woorden 20 november 2003 5,5 89 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoudsopgave Kastelen Mensen van toen Het leven Het leven Wapens en Ridders Eerste kastelen De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun woning en hun land tegen de indringers te beschermen. Sommigen bouwden een wal of muur om hun huis. Die beschermde de huizen. Dat waren eigenlijk de eerste kastelen. Het eenvoudigste kasteel bestond uit een houten toren met daar omheen een wal en een gracht. Op de wallen stonden meestal palen die om het gebouw staan met scherpe punten. De toren in het midden wordt een donjon genoemd. Daarin wonen de kasteelbewoners. De eerste kastelen waren meestal rond. Vanaf ongeveer 1400 ging men vierkante kastelen bouwen. Die waren prettiger om in te wonen. Ze waren ook beter te verdedigen, want de verdedigers hadden vanaf een rechte muur een beter uitzicht over de omgeving dan vanaf een ronde muur. Deze vierkante kastelen hadden hoge muren van soms wel twee meter dik. In die muren zaten smalle schietgaten. Er was 1 grote poort. Bij de poort was ook een ophaalbrug over de gracht. Eerst stak de donjon als belangrijkste woontoren overal boven uit, maar later werden alle torens even hoog. En in het hele kasteel kwamen kamers om in te wonen. De aanvallen De vijand kon het kasteel bijvoorbeeld omsingelen. Het kasteel werd dan belegert. De mensen in het kasteel verhongerden meestal, omdat er niemand meer naar buiten kon om voedsel te halen. Een belegering lukte niet altijd,omdat de bewoners soms via ondergrondse gangen naar buiten konden om eten te halen. In dat geval gingen de aanvallers over tot ondermijning. Ze groeven van buitenaf tunnels onder onder de muren zodat deze instortten. Om dit te voorkomen zetten de verdedigers in de kastelen https://www.scholieren.com/verslag/12773 Pagina 1 van 5

schalen water op de grond. Aan de trillingen in het water konden ze zien waar er werd gegraven. Zo konden ze op tijd maatregelingen nemen. De aanvallers konden ook proberen de muur te vernietigen met grote kattepulten of een stormram. Dat is een rijbaar toestel waarin een zware balk aan hing waarmee tegen de deur werd geramd net zolang tot deze openbrak. Verdedigers lieten haken zakken vanaf de kasteelmuur om de stormram weg te trekken. Of ze gooiden matrassen naar beneden om de klappen op te vangen. Om de muren te beklimmen gebruikten de vijand ladders. Dit was erg gevaarlijk. Er vielen meestal veel doden omdat de verdedigers de trappen met scherpe stoken weg duwden. Of ze bekogelden de aanvallers met kokend water, hete teer of stenen. Soms gooiden ze zelfs met eten om te laten zien dat ze in het kasteel niet aan het verhongeren waren. Veel kastelen hadden smalle wenteltrappen. Een verdediger die boven aan stond had alle ruimte en kon gewoon met zijn zwaard in zijn rechterhand blijven vechten. De aanvaller die van onderaf kwam moest zijn zwaard in de linkerhand nemen. Anders stootte hij steeds tegen de trap. De opleiding tot een ridder Jongens die ridder moesten worden werden meestal rond hun zevende jaar naar het kasteel van een andere oom of een ander belangrijke heer gestuurd. Daar leerden de ze manieren. Als ze een jaar of 14 waren werden ze schildknaap aan een ridder toe gewezen. Zo leerden ze hoe ze met wapens moeten omgaan. Ze verzorgden het harnas en de paarden van de heer en trokken soms mee ten strijde, om de ridder te helpen zijn harnas aan te trekken en hem bij te staan als hij gewond raakte of zijn paard. Ook leerden ze boogschieten. Als ze deze proeven hebben doorstaan werden ze tot ridder geslagen. De kasteelheren Sommige ridders waren huursoldaten die gewoon voor geld vochten. Weer anderen kregen van hun leenheer een eigen stuk land. Zij werden leenman en leefden van de opbrengst van het land. Een leenman woonde in een versterkt huis,dat meestal van steen was gebouwd en gedeeltelijk als boerderij dienst deed. Zijn boeren en arbeiders werkten voor hem in ruil voor onderdak. Zij moesten hun brood in zijn oven bakken en daarvoor betalen. De kasteelheer kreeg een deel van hun goederen. De edelvrouwe In de middeleeuwen hadden vrouwen veel minder rechten dan vrouwen nu hebben. Meisjes gingen soms op hun 14de al trouwen,de familie regelde het huwelijk en het meisje kreeg een bruidschat mee voor haar echtgenoot. Na het huwelijk gingen haar erfrechten automatisch op haar echtgenoot over,daarom waren vaak ridders opzoek naar een rijke erfgename. Maar achter gesloten deuren was een vrouw de gelijke van haar man. Ze kon een belangrijke steun en een verantwoordelijkheid voor het kasteel over nemen als het kasteel van haar man was. Soms moest ze zelfs de verdediging leiden als het kasteel werd aangevallen door vijanden. https://www.scholieren.com/verslag/12773 Pagina 2 van 5

Het gezin In de middeleeuwen kon je meestal niet zelf bepalen wat je wilde worden, met wie je wilde trouwen of wat voor een opleiding je kreeg. Het gezin waar je uit kwam bepaalde hoe je leven eruit zag. Het leven van arme boeren gezinnen zag er heel anders uit dan dat van ridders, edelen of mensen uit de stad. Zo hadden arme gezinnen meestal de achternaam genomen van hun ambacht, bijvoorbeeld Molenaar en Smid, of de naam van de woonplaats waar ze woonden. Baby s werden meteen gedoopt nadat ze geboren werden. Vaak stierven ze al na een paar dagen door ziektes. Kinderen waren toen al vanaf hun tiende jaar volwassen. Vrouwen hadden meestal niets te zeggen over hun leven. Ze moesten werken voor hun heer. De rijke jongens leerden te paard vechten en zich te gedragen als ridders. De rijke meisjes leerden hoe ze goed moesten huishouden en goede banen moest lijden. De arme mensen wilde maar al te graag bij de rijke in de huishouding werken. Zij dachten dat, dat de manier was om rijk te worden. Bij de arme gezinnen ging het er heel anders aan toe dan bij de rijke gezinnen. Bij de arme gezinnen sliepen ze meestal met het hele gezin in een bed. De kinderen moesten ook meehelpen om de kost te verdienen en gingen niet naar school. Ze konden niet zo heel veel mensen in huis hebben. De arme konden zelf nog maar bijna rondkomen, als er meer mensen bijkwamen konden ze niet genoeg eten verbouwen. Want ze moesten ook nog eten afstaan aan de heer van het landgoed. Als een arme man wilde trouwen moest hij eerst bedenken of hij wel genoeg land had om een gezin te kunnen onderhouden. Vrije tijd Voor de meeste mensen was er weinig verschil tussen werk en vrije tijd. In de oogsttijd gaf de heer enorme feesten om zijn arbeiders te belonen. Veel boeren jaagden op konijnen, herten en vogels, zelfs de kleinset vogeltjes kwamen op tafel terecht. Spelletjes en dans speelden een belangrijke rol in het dorpsleven. Op veel plaatsen in Europa deden de mensen aan sporten zoals hockey, voetbal en worstelen. Dit deden ze tegen het vervelen. 1 Mei werd daar gevierd door te dansen om de meiboom, die in het dorp werd neergezet. De favoriete hobby s van ridders waren jacht en toernooien. Net als bij de arme was dit bedoeld omdat de mensen zich dan verveelden maar ook voor het trainen voor de oorlog. De toernooien werden als een veldslag gespeeld. Er waren prachtige prijzen te winnen, zoals een kostbaar gouden oorlogspaard of hoge geldprijzen. Op heiligendagen had iedereen vrij. Deze dagen werden gevierd met speciale festiviteiten. In die tijd was er ook kermis. De kermis bood talloze amusementen jongleurs tot acrobaten. Kleding In de middeleeuwen gingen ze spinnen en kaarden van wol om aan stof te komen. Kleding werd in de middeleeuwen met de handgemaakt. Deze werkzaamheden werden tot vrouwenwerk beschouwd. De vrouwen die wol sponnen werden spinsters genoemd. Er was een sterk verschil in kleren van rijk en arm. Boeren droegen hele eenvoudige kleren, ze maakten ze meestal ook zelf. De mannen droegen een tuniek tot boven hun knie, daaronder een middeleeuwse maillot of beenkappen. Over hun hoofd en schouders droegen ze een soort capuchon en een lange sjaal die ze om hun hals konden wikkelen als ze het koud hadden. Vrouwen droegen een lange tuniek. Kinderen droegen meestal hetzelfde als hun ouders. De rijke https://www.scholieren.com/verslag/12773 Pagina 3 van 5

droegen veel kleren en dure kleren. Overal in Europa liepen de rijke in prachtige kostuums van de duurste stoffen, zoals zijde en fluwel. De kleren zeiden niet alleen of de persoon machtig was, maar ook zijn werk. Zo droegen nonnen en monniken een lange habijt. Daaraan kon je zien bij welke kloosterorde ze hoorden. Eetgewoontes In de middeleeuwen waren de eetgewoontes heel anders dan nu. Op het platteland verbouwde bijna iedereen zijn eigen eten. Als de oogst mislukte was er sneller kans op een hongersnood. De rijken aten veel verschillende maaltijden. In de middeleeuwse keuken werden veel sterke kruiden en specerijen als peper, kaneel. Die specerijen zijn ook voor de smaak van bijna bedorven voedsel minder te maken. Deze specerijen werden door kooplui vanuit het Oosten naar Europa gehaald en waren ontzettend duur. Er bestonden maar weinig makkelijke manieren om voedsel goed te houden, dus de kans was heel groot die melkproducten en vlees snel bedierven. Daarnaast moesten de meeste ook nog voedsel geven aan de heer. Want ze woonden op het landgoed van de heer. Soms was er ook hongersnood. Aan het begin van de 14de eeuw mislukte de oogst een paar keer achter elkaar door slecht weer. Er braken veel ziektes uit onder de schapen en het vee. Veel arme mensen konden het hooft nauwelijks boven water houden. Hun weerstand nam snel af, en veel mensen kwamen om van de honger en door ziekte. Monniken en nonnen hielden hun maaltijden zo eenvoudig mogelijk. Ze lieten het luxe eten staan. Soms veranderden hun eetgewoonten om godsdienstige redenen. Soms vastten ze ook dat betekend dat ze niet aten. De katholieken kerk mocht je op vrijdag ook geen vlees eten. Wapens van ridders De eerste ridders vochten in maliënkolders. Dit was een soort pak dat van kleine ringetjes gemaakt was. Het materiaal was buigzaam en bedekte alles heel goed. Maar het pak bood niet genoeg bescherming, want een pijl of ander wapen konden er met een beetje kracht zo doorheen. Vanaf het eind van de 13de eeuw gingen de ridders zich bedekken met stalen platen; het harnas. In de volgende honderd jaar werden er steeds meer platen toegevoegd. Wilde je als ridder niet zo snel gewond raken in een veldtocht dan was het van groot belang dat je een goed harnas had. Een goed harnas was vaak heel duur om te kopen. In heel Europa maakte men wel wapenuitrustingen, maar de beste kwamen uit Italiaanse steden zoals Milaan of Brescia, of uit Duitse steden zoals Augsburg of Neurenberg. Daar was het gemakkelijk om aan ijzererts en houtskool te komen. Hoe ging men nu te werk? Men hamerde stukken ijzer tot platen en deze werden in model geknipt. Daarna werden ze op aambeelden in de goede vorm geslagen. Dan werden ze gehard in het vuur om tenslotte gepolijst te worden met stro en linnen. Je kunt je voorstellen dat zo'n ridder niet alleen zijn harnas niet alleen zijn wapen uitrusting aan kan trekken. Hij kon zelfs niet eens op zijn paard komen, daar moest hij door middel van een schommel opgetild worden. In de dertiende eeuw begon men het paard te voorzien van een geringd ijzeren dekkleed. Het was namelijk best zonde als in de eerst steek het paard gewond raakte, goed afgerichte paarden waren zeer kostbaar. Net als de uitrusting van de ridder werd dit op den duur tot een soort harnas, een paardharnas. De ridder begon het gevecht meestal met een lans, die in de loop van de tijd tot een lengte van drie meter uitgroeide. De schacht was gemaakt van iepen of appelhout. De pijlvormige stalen punt met weerhaken https://www.scholieren.com/verslag/12773 Pagina 4 van 5

kon er af worden gehaald. Het meest persoonlijke wapen was het zwaard. Dit zwaard droeg de ridder ook in vredestijd altijd bij zich. Het was een aan twee kanten scherp geslepen zwaard.de huls was gemaakt van hout met leer. Om de stoten van de lans en slagen/ steken van het zwaard op te vangen, gebruikt de ridder zijn schild. In de twaalfde eeuw was dit nog maar een eenvoudig driehoekig stuk hout met leer bedekt. Daarna kreeg het schild een metalen knop in het midden, bedoeld om de scherpe aanvalwapens er op te laten uitglijden.verder werd het schild met metalen stroken beslagen. Het hing aan een band om de hals. Aan de achterkant waren riemen bevestigd, waar de ridder zijn rechter hand door stak. In de loop van de veertiende eeuw werden de schilden kleiner en handiger. Veldslagen Veldslagen waren gevechten die gehouden werden tijdens oorlogen. De ridders reden vooruit om te verkennen waar de vijant ergens verbleef. De soldaten verspreidden zich over het land of gebied van de vijand. Daar werden boeren vermoord en alles verbrandt wat de vijand nog zou kunnen gebruiken; huizen, stallen, oogst enz. Achter het leger aan kwamen de voorraadwagens, bedienden en zieken of gewonden. De leiders probeerden de vijand altijd te verrassen of soms de strijd te vermijden door vrede met de vijand te sluiten. De beslissingen die deze leiders maakten hingen voor een groot deel ook af van het weer, het landschap, of ze genoeg te eten hadden en of ze niet verraden werden door een spion of overloper. Tijdens de strijd tegen de vijand vielen als eerste de ridders aan gevolgd door de rest van het leger. Dit konden soldaten te paard of te voet zijn. Een veldslag kon soms wel een tot drie dagen duren, maar vaak waren de legers al langer bij elkaar in de buurt. Bij een veldslag konden wel duizenden mannen omkomen. De meeste ernstig gewonden werden uit hun lijden verlost door ze alsnog te doden, maar sommig wisten toch wel weg te komen en werden verbonden door vrienden, monniken of nonnen. https://www.scholieren.com/verslag/12773 Pagina 5 van 5