Beleidsondersteunende afdeling Structuurbeleid en cohesie INHOUD EN KWALITEIT VAN LERARENOPLEIDINGEN IN DE EUROPESE UNIE



Vergelijkbare documenten
LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

CULTURELE HOOFDSTEDEN VAN EUROPA LANGETERMIJNEFFECTEN

ONDERZOEK VOOR DE COMMISSIE CULT - MINDERHEIDSTALEN EN ONDERWIJS: BESTE PRAKTIJKEN EN VALKUILEN

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

HET EFFECT VAN DE SCHEIDING TUSSEN INFRASTRUCTUURBEHEER EN VERVOERSBEHEER OP DE SPOORVERVOERSSECTOR IN DE EUROPESE UNIE

Bestaande lacunes en toekomstperspectieven in het Europees internationaal privaatrecht: naar een wetboek van internationaal privaatrecht?

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

SOCIALE INSLUITING IN HET EUROPEES OPENBAAR VERVOER

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

EUROPA OVERBRENGEN AAN DE BURGERS: STAND VAN ZAKEN EN VOORUITZICHTEN

Mobiliteit. Onderwijs Normen

De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader van de Rome I-verordening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie economische en monetaire zaken. MEDEDELING AAN DE LEDEN nr. 22/2005

Groenboek over pensioenen

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

Onderwijs voor de 21 ste eeuw. Kris Van den Branden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

ONDERZOEK VOOR DE COMMISSIE CULT EUROPESE CULTURELE INSTELLINGEN IN HET BUITENLAND

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE TROUBADOUR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new


Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

PIRLS 2016 Begrijpend lezen 4 e leerjaar

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL ANNE FRANK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

23/3/17. Twitter mee

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

voor politiefunctionarissen.

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

DE INTERNATIONALISERING VAN HET HOGER ONDERWIJS

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

TALEN DIE MET UITSTERVEN WORDEN BEDREIGD EN TAALKUNDIGE VERSCHEIDENHEID IN DE EUROPESE UNIE

Kwaliteit in het onderwijs

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE LOCKAERT

Inhoud. Voorwoord Samenvatting ESRB Jaarverslag 2013 Inhoud 3

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Was de Mammoetwet succesvol, ook vanuit interna5onaal perspec5ef?

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

Jaarverslag De Berkel

Nederlandse samenvatting

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Stichtingsdocument

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :

Personeelsvoorziening van de toekomst

MEDEDELING AAN DE LEDEN

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten?

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Goedgekeurd op 11 februari 2011

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur en onderwijs PE v01-00

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek De Meent

PARTICIPATIE VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN EN/OF BEPERKINGEN AAN HET BEROEPSONDERWIJS BELEIDSSAMENVATTING

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ

Commissie publiceert Groenboek over aanvullende pensioenen in de interne markt

Intentieverklaring. inzake onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen

VLUCHTELINGEN KINDEREN IN HET ONDERWIJS IN EUROPA

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Samenwerking over lerarenopleidingen heen:

Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

Het belang van leren programmeren

Transcriptie:

Directoraat-generaal Intern beleid Beleidsondersteunende afdeling Structuurbeleid en cohesie CULTUUR EN ONDERWIJS INHOUD EN KWALITEIT VAN LERARENOPLEIDINGEN IN DE EUROPESE UNIE STUDIE SAMENVATTING IP/B/CULT/FWC/2006-169/Lot02-C02-SC02 03/2008 NL

Deze studie is uitgevoerd in opdracht van de Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement. Dit document is gepubliceerd in de volgende talen: - Origineel: EN. - Vertalingen: DE, FR. Auteur: Verantwoordelijke ambtenaar: Institute of Education, University of London, United Kingdom Gonçalo Macedo Beleidsondersteunende afdeling Structuurbeleid en cohesie Europees Parlement B-1047 Brussel E-mail: ipoldepb@europarl.europa.eu Manuscript voltooid in 2008. Deze studie is te vinden op: - Intranet site: http://www.ipolnet.ep.parl.union.eu/ipolnet/cms/lang/en/pid/456 - Internet site: http://www.europarl.europa.eu/activities/expert/estudies.do?language=nl Brussel, Europees Parlement, 2008. De inhoud van dit document geeft de mening van de auteur weer en niet noodzakelijkerwijze het standpunt van het Europees Parlement. Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden toegestaan, mits de uitgever daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd.

Samenvatting De studie Dit rapport werd in opdracht gegeven op verzoek van de Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement en is opgesteld door een team van het Institute of Education van de Universiteit van Londen. Het rapport is gebaseerd op een studie naar de structuur, inhoud en kwaliteit van openbare lerarenopleidingen voor het basisonderwijs in de EU. Het rapport bestaat uit drie delen en is aangevuld met uitvoerige bijlagen. In deel I wordt een algemene inleiding gegeven. Vervolgens wordt in deel II informatie gegeven over de stelsels van lerarenopleidingen in Europa en wordt ingegaan op kwaliteitsvraagstukken en de kwestie van samenwerking binnen Europa. Tot slot worden in deel III enkele conclusies gepresenteerd en praktische aanbevelingen gedaan. In de bijlagen wordt voor elk van de 27 lidstaten een kort, feitelijk overzicht gegeven van de beschikbare lerarenopleidingen voor het basisonderwijs. Het basisonderwijs wordt door nationale regeringen en werkgevers van cruciaal belang gevonden. Vandaar dat men er groot belang aan hecht dat de kwaliteit van de lerarenopleiding voor deze onderwijsfase wordt verbeterd. Daarbij wordt gedacht aan investering in langere opleidingen, stelselmatige introductie en begeleiding van nieuwe leraren, voortdurende bijscholing en strenge procedures voor kwaliteitsborging. Veel particulieren en organisaties, waaronder de Europese Commissie, werkgevers, leraren en ouders, hebben hun bezorgdheid geuit over de kwaliteit van de lerarenopleiding voor het basisonderwijs. In bijna alle 27 lidstaten is gewezen op een gebrek aan onderwijsvaardigheden en professionele ontwikkeling. Daarnaast staan leraren in de 21ste eeuw toch al voor extra uitdagingen, zoals klassen met kinderen uit diverse culturen en met verschillende moedertalen, bekwaamheidsniveaus en onderwijsbehoeften. Toch is er zowel binnen als tussen de lidstaten betrekkelijk weinig systematische coördinatie van de verschillende componenten van lerarenopleidingen. Leraren basisonderwijs in Europa en de rest van de wereld Leraren in het basisonderwijs vervullen in de nationale onderwijsstelsels van de EU27 een sleutelrol: een effectief basisonderwijs wordt doorgaans gezien als een essentiële basis voor het succesvol doorlopen van het middelbaar onderwijs en het onderwijs na de leerplichtige periode. Het tempo van de maatschappelijke veranderingen en de hogere verwachtingen van scholen hebben de rol van leraren verbreed en verdiept. Daar komt nog bij dat het beroep van leraar, in tegenstelling tot andere beroepen, door een verhoudingsgewijs groot aantal oudere werknemers wordt vervuld. Voor de toekomst lijkt het belangrijk dat landen binnen (en buiten) de EU aanvullende maatregelen nemen om de kennis en vaardigheden van leraren te vergroten en de voorzieningen en regelingen voor hun initiële opleiding, hun introductie en begeleiding en hun professionele ontwikkeling verder uit te breiden en te verbeteren. Iemand die een opleiding voor leraar basisonderwijs volgt, zal normaalgesproken een carrière als leraar ambiëren, maar er bestaan in Europa grote verschillen in de redenen die iemand bewegen om het onderwijs in te gaan. In sommige landen heeft het lerarenberoep geen hoog aanzien en kampen scholen met een hoog verloop. Ook schrijven veel jongeren zich in op een 1

lerarenopleiding als een soort verzekering voor het geval ze later geen prestigieuzere baan kunnen vinden. In landen waar leraren officieel ambtenaar zijn, hebben ze doorgaans een hogere status. Ook in verscheidene Scandinavische landen hebben ze een betrekkelijk hoge status. Er bestaan opvallende verschillen tussen landen met betrekking tot de werving, opleiding en salariëring van leraren, hun arbeidsomstandigheden, hun beoordeling en hun loopbaanstructuur. Een vergelijkende internationale analyse biedt landen de mogelijkheid om hun ervaringen af te zetten tegen die van andere landen en zo meer over hun eigen onderwijssysteem te leren en om materiaal te verzamelen over het effect van verschillende beleidsbenaderingen. Recent OESO-onderzoek duidt erop dat een aanzienlijke verbetering van schoolprestaties waarschijnlijk het beste kan worden bereikt door een beleid gericht op kwaliteitsverhoging bij leraren. Het verschaffen van sterkere prikkels voor het vergroten van de lerarenmobiliteit en het verwijderen van onnodige belemmeringen op dit terrein, heeft mogelijk als algemeen effect dat in Europa, maar ook elders in de wereld, de kwaliteit van het onderwijs wordt verbeterd. De binnenlandse mobiliteit van leraren is in verband gebracht met financiële prikkels. De lerarenmobiliteit tussen landen is echter voor leraren bij het basisonderwijs kleiner dan voor hun collega s bij het middelbaar onderwijs. Ze is het hoogste tussen landen waar dezelfde taal wordt gesproken en die geografisch dicht bij elkaar liggen. Lerarenopleiding basisonderwijs Het is duidelijk dat veel EU27 ten aanzien van hun nationale stelsels van lerarenopleidingen voor het basisonderwijs de mondiale trend zijn gevolgd van veelvuldige en verreikende hervormingen die verband houden met hervormingen in het basisonderwijs zelf. De lerarenopleidingen basisonderwijs in Europa hebben een aantal min of meer gemeenschappelijke kenmerken. Programma s voor de initiële opleiding van leraren bestaan vaak uit een theoriegedeelte aan een universiteit of hogeschool en een praktijkgedeelte op een basisschool voor het opdoen van onderwijservaring, waaraan ongeveer evenveel tijd wordt gespendeerd. Verder worden voor het onderwijs op basisscholen gewoonlijk geen vakspecialisten maar allrounders opgeleid. Een ander gemeenschappelijk kenmerk is de aandacht die wordt gehecht aan het bevorderen van nationale identiteit en burgerschap. Ook is sprake van een duidelijk Europees patroon in het totale aantal verplichte lesuren en in het percentage van die lesuren dat aan taal of lezen moet worden besteed. De totale duur van de initiële opleiding (inclusief verplichte introductie en proeftijd) varieert van drie tot vijf jaar. Ook zijn er aanzienlijke verschillen in diplomaregelingen, kwalificatieniveaus, introductieregelingen en voorzieningen en regelingen voor bijscholing. Zo is bijscholing maar in elf lidstaten verplicht, en in die gevallen dat het verplicht is, zijn er in de regel minder dan twintig uur per jaar mee gemoeid, en nooit meer dan vijf dagen. Steun voor leraren in de beginperiode van hun loopbaan in de vorm van een introductie, begeleiding en bijscholing is maar in de helft van de EU27 beschikbaar. Kwaliteitsindicatoren Er zijn vier internationaal erkende kwaliteitscriteria die bijdragen aan het ontstaan van een groeiende consensus over wat een goede lerarenopleiding is: een goede certificatieregeling, systematische introductie van nieuwe leerkrachten, voortdurende bijscholing en een procedure voor kwaliteitsborging. Recent onderzoek duidt op een verband tussen beleidsinvesteringen in de kwaliteit van leraren en verbeteringen in de prestaties van leerlingen. 2

Lerarenopleiding basisonderwijs en onderwijsresultaten van kinderen Het is de moeite waarde om vast te stellen wat de relatie is tussen nationale modellen voor lerarenopleidingen basisonderwijs en de prestaties van onderwijssystemen, zoals die bijvoorbeeld worden gemeten in het kader van het OESO-programma PISA en via PIRLS, een onderzoek van het IEA. Ofschoon de landenprestaties zoals die naar voren komen uit PISA- en PIRLS-onderzoek vaak fluctueren, presteren sommige landen toch constant op een zeer hoog niveau. Regelmatig wordt onderzoek gedaan om te proberen een verklaring te vinden voor het succes van deze landen. Een van de meest recente en meest uitvoerige is een onderzoek van McKinsey & Company, How the World's Best-Performing School Systems Come Out on Top (2007). Bij dit onderzoek werden 25 schoolsystemen betrokken, waaronder de 10 die het beste presteren, waartoe onder meer België, Finland en Nederland behoren, alle drie van de EU27. Van zeven andere schoolsystemen, waaronder England, werd geconstateerd dat ze sterk waren verbeterd. De conclusie van het McKinsey-rapport is dat de prestaties van leerlingen primair afhankelijk zijn van de kwaliteit van de leraren. Schoolsystemen die uitstekend presteren, onderscheiden zich weliswaar op opvallende wijze in het concept dat aan deze systemen ten grondslag ligt en in de context waarbinnen ze functioneren, maar hebben gemeen dat het zwaartepunt voortdurend ligt bij het verbeteren van het onderwijs, omdat dit een direct effect heeft op de prestaties van leerlingen. Om het onderwijs te verbeteren worden drie dingen gedaan: de juiste mensen worden aangetrokken voor het lerarenberoep; deze mensen worden opgeleid tot goede onderwijzers; en er worden systemen geïmplementeerd en gerichte steun gegeven om ervoor te zorgen dat ieder kind uitstekend onderwijs krijgt. Maar dit functioneert alleen wanneer strenge normen worden gesteld en zorgvuldige evaluaties worden uitgevoerd, duidelijke verwachtingen bestaan, leerlingen en leraren gedifferentieerd worden ondersteund, en er voldoende financiële middelen zijn. Voor het werven en behouden van kwalitatief goede leraren, wordt binnen uitstekend presterende systemen dezelfde strategie gevolgd en worden beste praktijken gebruikt voor het aantrekken van sterke kandidaten: marketing- en wervingstechnieken uit het bedrijfsleven voor het vergroten van het aanbod van kwalitatief goede sollicitanten; alternatieve routes voor het tijdelijk in dienst nemen van ervaren leerkrachten; effectieve selectiemechanismen (met de mogelijkheid om ondermaats presterende leerkrachten vroegtijdig weg te sturen); en een goed aanvangssalaris. Uitstekende presterende systemen beschikken over selectiemechanismen waarmee nog voordat iemand aan een lerarenopleiding begint, kan worden vastgesteld of hij of zij beschikt over een bepaalde reeks karakteristieken die goede leraren gemeen hebben: een hoog algemeen niveau van geletterdheid en rekenkundige onderlegdheid; sterke intermenselijke en communicatievaardigheden; en de bereidheid om te leren en de motivatie om te onderwijzen. Hoewel de studie van McKinsey een aantal vragen oproept die nader onderzoek vereisen, wordt in dit rapport de stelling verdedigd dat betere communicatie en het uitwisselen van beste praktijken in alle EU27 de kwaliteit van de lerarenopleiding zal verbeteren. Conclusies en aanbevelingen Het feitenmateriaal waarop dit rapport is gebaseerd, is grotendeels het resultaat van uitgebreide internationale samenwerking. Daaruit is een ongekend aantal databanken en strategische initiatieven voortgekomen, zoals vergelijkend internationaal onderzoek naar leerlingenprestaties bij lezen en natuur- en wiskunde. Deze internationale samenwerking moet worden uitgebreid tot de kwesties die in het onderhavige rapport aan de orde worden gesteld, zoals het uitwisselen van 3

goede praktijken, het bespreken van internationale verschillen en het aanpakken van zwakke punten. Het rapport eindigt met aanbevelingen op zes beleidsterreinen: 1. Internationale verschillen en uitvoering van het Bolognaproces Het Bolognaproces is erop gericht om vóór 2010 een Europese ruimte voor het hoger onderwijs te creëren. De verschillen in de nationale aanpak van de lerarenopleiding in de EU27 onderstrepen de noodzaak van een uitbreiding van de internationale dialoog op dit terrein, teneinde een Europese spreekbuis te ontwikkelen om convergentie te faciliteren. Er zou een forum moeten worden gecreëerd voor informatie-uitwisseling op terreinen van de lerarenopleiding ten aanzien waarvan behoefte aan informatie bestaat. Zo is er met name behoefte aan informatie over voorzieningen voor voortdurende bijscholing en de effectiviteit daarvan. De ontwikkeling van een erkende Europese spreekbuis voor de sector van de lerarenopleidingen zou gestimuleerd moeten worden. 2. Goede praktijken bij initiële lerarenopleiding De volgende elementen van goede praktijken bij initiële lerarenopleiding zijn het waard om in alle EU27 te worden toegepast: een prepracticum voorafgaande aan de initiële lerarenopleiding; een prepracticum als onderdeel van de lerarenopleiding; een periode waarin onder toezicht onderwijs wordt gegeven om praktijkervaring op te doen; succesvol afronden van beoordelingsonderzoek of andere beoordelingsregeling; een proefperiode onder toezicht; een introductieperiode onder begeleiding van een mentor. 3. Effectieve werving van geschikte studenten en behoud van leraren Het onlangs verschenen rapport van McKinsey & Co. (2007) zou breed in de EU27 moet worden verspreid en de belangrijkste bevindingen ervan zouden onderwerp van debat moeten zijn. Die bevindingen hebben betrekking op: het vinden van de juiste mensen voor het beroep van leraar; het maken van goede onderwijzers van deze mensen; het implementeren van systemen en het geven van gerichte steun om ervoor te zorgen dat ieder kind uitstekend onderwijs krijgt. 4. Strategisch gebruik van kwaliteitsborging Het verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen in Europa is een van de hoofddoelstellingen die vóór 2010 in het kader van het Lissabonproces moeten zijn bereikt. In het rapport van McKinsey & Co. staat ook dat de strategische emulatie van uitstekend presterende systemen vraagt om: 4

strenge normen en beoordelingen; duidelijke verwachtingen; gedifferentieerde steun voor leerlingen en leraren; voldoende financiële middelen. Procedures voor kwaliteitsborging in de lerarenopleiding moeten voortdurend worden beoordeeld op het bestaan van evenwicht tussen: kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering; de frequentie van evaluaties en de uitvoering van aanbevelingen; de doeltreffendheid van kwaliteitsborging en het effect ervan. 5. Aanpakken van zwakke punten in het systeem: De introductie De problemen en uitdagingen waarmee nieuwe leraren worden geconfronteerd, hebben een mondiaal karakter: een slechte communicatie met de ouders, moeite met klassenbeheer, gebrek aan discipline bij leerlingen, gebrek aan zelfvertrouwen, geen duidelijke beroepsidentiteit en een gebrek aan gekwalificeerde mentors. Toch hebben enkele landen geen zorgvuldig introductiesysteem. Dit is een systemische zwakte die moet worden aangepakt. Iedere nieuwe leraar in de EU27 zou recht moeten hebben op een formeel geregelde introductie, waarbij transparante beginselen inzake kwaliteitsborging moeten worden gevolgd. 6. Vergroten van lerarenmobiliteit Wanneer de werkgelegenheid voor gekwalificeerde leraren basisonderwijs in een land beperkt is, kan het aantrekkelijk zijn om ergens anders in de EU te gaan werken. Een recent verslag dat in opdracht van de Europese Commissie is gemaakt, duidt er echter op dat de lerarenmobiliteit tussen landen kleiner is voor leraren bij het basisonderwijs dan voor hun collega s bij het middelbaar onderwijs. Overwogen moet worden om de mobiliteit van leraren te vergroten door de prikkels te vergroten en resterende belemmeringen weg te nemen, bijvoorbeeld door te helpen bij de verhuizing, een uitkering voor kinderverzorging te geven of een financiële ondersteuning voor taalonderwijs. 5