Nota van zienswijzen Geanonimiseerd. Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November Waterschap Aa en Maas

Vergelijkbare documenten
RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

BIJLAGE 1; NOTITIE VERDRINGINGSREEKS BEEKLOOP. Datum : 6 november 2013 : P034002, Beekherstel Beekloop

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Symposium Ecologie en de praktijk Nieuwe kennis toegepast donderdag 21 maart Eindhoven

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure

Waterschap Hunze en Aa s

Optimalisatie peilbeheer St.Anthonis-Boxmeer. Streekbijeenkomsten mei/juni 2018

Streefpeilbesluit Optimalisatie peilbeheer Leijgraaf

Kansrijke maatregelen

Beekherstel en kavelruil: een belangrijke combinatie

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Projectplan. Beekherstel Peelse Loop Benedenloop I en IV

9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg)

Foto: Merkske, Noord-Brabant

Bijlage(n) : Situering projectgebied (bijlage 1) Ontwerptekeningen (bijlage 2) Effect op peilen en grondwaterstanden (bijlage 3)

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

Notitie nadere uitwerking ambitie waterberging Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Samenvatting Beleidsnota Beekherstel

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Vraag 1 Wat zijn de verschillen tussen de plannen uit 2005 (het Landinrichtingsplan Het Onverenigbare Verenigt ) en de huidige plannen?

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Optimalisatie peilbeheer St.Anthonis-Boxmeer. Streekbijeenkomst augustus 2018

limn HIM iiiiiiiiii ii

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Welkom Dutch Crane Resort

Droogte Lonneke Schilte en Elbert Schrama

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011:

Leuvenumse beek. Er wordt gebruik gemaakt van de landschapsvormende

Ontwerp Projectplan. Beekherstel Peelse Loop Bovenloop

Peilgestuurde drainage

Bijlage(n) : Situering projectgebied (bijlage 1) Ontwerptekeningen (bijlage 2) Effect op peilen en grondwaterstanden (bijlage 3)

Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

RAPPORT. Effecten van Beekherstel. Studie naar de voorziene en onvoorziene effecten van Beekherstel in de Astense Aa. Waterschap Aa en Maas

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Waterbericht van Anita, november december 2016.

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Hatertse en Overasseltse Vennen

Voorstel waterhuishoudkundige afstemming Hanenplas - agrarische omgeving

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Projectplan: verwijderen gemaal Schrapveen en het verondiepen van de aansluitende watergang ten zuiden van Zuidwolde.

Herinrichting beekdal Kwistbeek. Bijeenkomst 30 oktober Antea Group Roel Wijnhoven

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Datum: 25 februari Vergaderingnummer: 1. Agendapunt: 4

Projectplan Waterwet

De slimme ecologische oplossing tegen water op de baan én droogte.

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Ontwerp projectplan Ecologische Verbindingszone Zwarte Sloot

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Aanleg windwatermolen Schouw 14 te Deurne

Feitenoverzicht Kaderrichtlijn Water

Regionale Implementatie KRW

Klimaatopgave landelijk gebied

Integrale beekherstelprojecten in Vlaanderen. Kansen voor realisatie doelstellingen KRLW én Habitatrichtlijn?

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Ontwerpbesluit Projectplan Leuvenumse Beek

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Projectplan aansluiting meander kasteel Heeswijk op Leijgraaf. Juridische leidraad

Ontwerp-projectplan Waterwet. Optimalisatie watersysteem Raam Rijkevoort Oploose Molenbeek Sint Anthonis

Zaaknr. : 14.ZK10411 Kenmerk : 17IT Barcode : *17IT023871* Nota van zienswijzen Ontwerp Projectplan Kleine Melanen

Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014

Feitenoverzicht Kaderrichtlijn Water

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Evaluatie traject Smeerling

Ruimte om te leven met water

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

WATERCHECKLIST BOUWPLANTOETSERS GEMEENTEN

Omklappen van natuur. Omklappen van natuur: een ruil van status met natuur op de plek met het meeste rendement.

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Transcriptie:

Nota van zienswijzen Geanonimiseerd Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November 2016 Waterschap Aa en Maas

Nota van zienswijzen Naar aanleiding van het Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop. Versie november 2016, waterschap Aa en Maas. Nr. Inspreker Samenvatting zienswijzen Overwegingen waterschap Inspreker 1 1). Stuwen verwijderen in een gebied met een groot verval lijkt me niet verstandig omdat met extreme weersomstandigheden het gebied in een korte tijd te nat of te droog kan worden, dit zal naar mijn mening sneller schade brengen aan onze gewassen als met stuwen die we kunnen regelen. 2). Ook het afsluiten van de waterinlaat bij de Maas zal ons gebied in droge tijden doen droogvallen waardoor we sneller onze gewassen zullen moeten beregenen wat voor ons kosten met zich meebrengt. 1.) De stuwen blijven voorlopig staan, maar buiten werking gesteld. Het buiten werking stellen van de stuwen wordt gecombineerd met het aanpassen van de bedding van de Peelse Loop. De nieuwe bedding wordt smaller en ondieper. De nieuwe gemiddelde waterstand in de beek zal daarom, ten opzichte van de huidige situatie, niet zoveel wijzigen dat dat negatieve effecten heeft op de laagst optredende grondwaterstand. Het zal daarom niet eerder te droog worden dan in de huidige situatie. Wat de hoogwaterproblemen betreft, is er in de nieuwe situatie zelfs nog meer ruimte voor de afvoer van water dan in de huidige situatie, omdat de oude bedding naast de nieuwe blijft liggen. Zo kan de afvoer van water ook bij heel hoge afvoeren gegarandeerd worden en leidt dit niet tot hogere waterstanden. de 2.) De aanvoer van water vanuit de Maas, via het Peelkanaal, naar de Peelse Loop betreft een kleine hoeveelheid (ca 50 l/s) die nu ook in droge zomers niet altijd gegarandeerd kan worden. Voor de waterhuishouding van het gebied rondom de Peelse Loop is deze waterhoeveelheid dan ook van

ondergeschikt belang. Mocht echter in de toekomst blijken dat vanwege het afkoppelen van de Peelse Loop van de Maas er langs de Benedenloop toch vaker lage grondwaterstanden optreden en er meer droogte zal ontstaan, dan is er altijd nog de mogelijkheid om via de Roode Aschloop, of vanaf het bovenstroomse traject Sijpseweg / Fazantweg een vergelijkbare hoeveelheid water als in de huidige situatie naar de Benedenloop van de Peelse Loop te voeren. Deze mogelijkheid is in het projectplan opgenomen en gegarandeerd door het bestuur van het waterschap. de 3). Als in de toekomst schade zal ontstaan aan onze gewassen na verandering van de Peelseloop ga ik er van uit dat we deze bij aaenmaas kunnen verhalen 3.) Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling voor het vergoeden van schade dat een gevolg is van een besluit of een handelen van het waterschap. Ter uitvoering van artikel 7.14 Waterwet heeft het waterschap een Verordening schadevergoeding opgesteld. In deze verordening is geregeld op welke wijze schadeverzoeken in behandeling worden genomen en welke rol een externe adviescommissie of deskundige hierin speelt. de

Inspreker 2 1). Ik vrees dat door de aangepaste inrichting meer verdroging gaat optreden tijdens droge periodes en meer vernatting tijdens natte periodes. 2). Ik vraag me ook wel af of de Peelse Loop bij de inrichting zoals die gepland is bestand is tegen weersomstandigheden zoals we die bijvoorbeeld in juni 2016 gehad hebben. En is hier bij het maken en doorrekenen van de plannen voldoende rekening mee gehouden? 3). Tijdens een droge periode van bijvoorbeeld zes weken vrees ik dat we als agrariërs meer droogte schade gaan zien. Dit wordt versterkt door het voornemen om aanvoer van Maaswater via het Peelkanaal stil te leggen. 4). Daarbovenop zullen de stuwen die buiten werking zijn gesteld het water in het gebied niet meer vasthouden. 5). Het waterschap geeft tijdens informatiebijeenkomsten aan dat delen van de beek jaarlijks in drogere perioden kunnen opdrogen. Dit alles is tegenstrijdig met maatregelen die wij als agrariërs in het verleden 1.) Zie antwoord op vraag 1 van inspreker 1. 2.) Zie het vorige antwoord voor wat betreft de capaciteit van de nieuwe situatie voor de waterafvoer. Bij het doorrekenen van de nieuwe situatie wordt voor wat de afvoer betreft uitgegaan van de huidige situatie met daarbovenop een zekere klimaatopgave, die vergelijkbaar is met de situatie zoals in juni 2016. zienswijze 3.) Zie antwoord 2 inspreker 1. 4.) Zie het eerste antwoord, voor wat betreft het zodanig inrichten van de nieuwe bedding dat de gemiddelde laagste grondwaterstanden er niet zodanig door zal veranderen dat dit negatieve effecten heeft op de grondwaterstand. 5.) Droogval in beken is een natuurlijk verschijnsel in de bovenlopen van het stroomgebied, dat soms in heel droge zomers optreedt. Het treedt op als het grondwater zover is gezakt dat het tot onder de bedding is gezakt, zodat er geen grondwater meer

Inspreker 3 hebben genomen om bijvoorbeeld verdroging aan te pakken. Drainagebuizen zullen hun werking verliezen door de ophoging van de bodem van de beek. 6). Ook wordt van ons gevraagd om het toepassen van beregening zo veel mogelijk te voorkomen/ verminderen. Dit middels een bedrijfswaterplan. 1). Meer kans op laag en stilstaand water, waardoor meer last van stekende insecten { diverse soorten als muggen en dazen},alsmede een grotere kans. op verzwakte of dode vissen etc. naar de bedding uit kan stromen. Voor de Benedenloop van de Peelse Loop gaan wij er niet van uit dat dit niet op zal treden, omdat er onderweg voldoende aanvoer is vanuit natuurlijke bronnen. Mocht het onverhoopt toch optreden, dan kan de bedding altijd nog van water worden voorzien via de Roode Aschloop en via Sijpseweg Fazantweg (zie het antwoord op uw 2 e vraag). 6.) Via het bedrijfswaterplan wil het waterschap ondernemers bewust maken van de belangrijke functie die het grondwater heeft en er voor zorgen dat de grondwatervoorraad ook voor de lange termijn op peil blijft. Het nieuwe beleid is er niet direct op gericht om het toepassen van beregening te verminderen. In tegendeel het regime is zelfs verruimd en er zijn meer mogelijkheden voor flexibel beregenen. In ruil daarvoor vraagt het waterschap ondernemers om op hun percelen waterconserverende maatregelen te nemen. 1.) Door het wegnemen, en in dit geval buiten gebruik nemen van de stuwen, zal er in de bedding juist meer stromend water zijn. De stroomsnelheid van het water zal zowel bij lage als gemiddelde afvoeren duidelijk toenemen, van bijna stilstaand water in de huidige gestuwde situatie naar een stroomsnelheid van 20 tot 50 cm/sec in de nieuwe situatie. In de oude bedding die ook blijft bestaan is er wel sprake van stilstaand water. Deze wateren zullen voldoende diep zijn en veel leven (vissen, kleinere waterorganismen en waterplanten)

bevatten, waardoor de kans op plaaginsecten gering is. Muggen bijvoorbeeld gedijen vooral goed in tijdelijke ondiepe watertjes, die snel opwarmen. Die situaties doen zich langs de nieuwe loop niet voor. 2). De huidige waterinlaat van 30 liter maaswater per seconden wordt in de nieuwe situatie niet gegarandeerd door waterschap AA en MAAS. 3). Voor wateropvang en waterconservering zoals nu zijn stuwen van het aller grootste belang. Verwijdering van stuwen kan nadelige effecten tot gevolg hebben. 2.) Zie antwoord 2 inspreker 1 3.) Mogelijke nadelige gevolgen zouden droogte a.g.v lage grondwaterstanden en wateroverlast a.g.v inundaties kunnen zijn. Bij het ontwerp van de nieuwe situatie is hier rekening mee gehouden, dat dit niet op gaat treden. Het buiten werking stellen van de stuwen wordt namelijk gecombineerd met het aanpassen van de bedding van de Peelse Loop. De nieuwe bedding wordt smaller en ondieper. De nieuwe gemiddelde waterstand in de beek zal daarom, ten opzichte van de huidige situatie, niet zoveel wijzigen dat dat negatieve effecten heeft op de laagst optredende grondwaterstand. Het zal daarom niet eerder te droog worden dan in de huidige situatie. Wat de hoogwaterproblemen betreft, is er in de nieuwe situatie zelfs nog meer ruimte voor de afvoer van water dan in de huidige situatie, omdat de oude bedding naast de nieuwe blijft liggen. Zo kan de afvoer van water ook bij heel hoge afvoeren gegarandeerd worden en leidt dit niet tot hogere waterstanden. Projectplan wordt niet aangepast naar aanleiding van 4.) Bij het ontwerp van de nieuwe bodemhoogten van

4). Drainages en afwateringen van percelen via kavelsloten naar de peelseloop kunnen ongunstig verstoord worden. 5). Grondwaterstand op percelen wordt ongunstig beïnvloed 6). Water van de Peelbreukrand wordt vroegtijdig afgebogen, waardoor verderop in omgeving nadelige gevolgen merkbaar worden.{extra verdrogings verschijnselen} 7). Stuwen zijn van groot belang i.v.m. groot verval van de Peelseloop en conserveringsmogelijkheden. Altijd voldoende hoeveelheid water aanwezig per strekkende meter waterloop voor aanwezig flora en fauna. Stuwen moeten blijven. de beek is er rekening mee gehouden dat de drainage van percelen moet kunnen blijven functioneren. In het bestek dat voorafgaand aan de uitvoering zal worden opgesteld, wordt dit verder uitgewerkt. zienswijze 5.) Zie het antwoord op vraag 3. 6.) Door het versmallen en verondiepen van de bedding is er geen verdrogend effect meer te verwachten van de beek op het grondwater (zie ook antwoord op vraag 3). Ter plaatse van de Peelrandbreuk zal het formaat van de nieuwe bedding niet veel groter zijn dan dat van de bedding van voor de normalisatie van eind zeventiger jaren. Die normalisatie heeft indertijd voor een sterke verdroging gezorgd achter de breuk, wat later weer is opgeheven door het plaatsen van de stuw. Door de dimensies van de nieuwe bedding af te stemmen op dat van de oude loop van voor de normalisatie verwachten wij dat sterke verdroging niet op zal treden. Dit wordt bevestigd door de modelberekeningen. Projectplan wordt niet aangepast naar aanleiding van 7.) Een hogere stroomsnelheid dan in de huidige situatie is wenselijk omdat dat kenmerkend is voor beken die een groot hoogteverschil overbruggen. Door het verkleinen van de bedding en de licht slingerende loop zal de stroomsnelheid niet onbeheersbaar worden. Mocht lokaal teveel erosie

optreden, dan zal de loop daar met boomstammen vastgelegd worden. Dit wordt in het beheerplan beschreven. Wat het conserverende effect betreft, zie daarvoor het antwoord op vraag 3. Flora en fauna van de beek zullen wel veranderen door de ingreep omdat de stroomsnelheid toeneemt en de waterdiepte afneemt. Dit is echter een van de doelen omdat er daardoor meer kansen ontstaan voor karakteristieke beekdalsoorten. Soorten van meer stilstaand water zullen echter ook niet verdwijnen omdat zij voldoende leefgebied zullen hebben in de restanten van de oude loop die behouden blijven als langgerekte poelen. 8). Beter overleg met betrokkenen en Waterschap AA en MAAS,plus een grondige inventarisatie ven het gebied,hadden kunnen leiden naar een beter en verstandiger besluit 8.) Gedurende de planvorming hebben zijn er diverse overlegmomenten geweest: - 8 dec. 2015: Afstemmingsoverleg met bestuur ZLTO afdeling Gemert Bakel - 8 jan. 2016: Overleg met bestuur ZLTO afdeling Gemert Bakel. Afspraken gemaakt over verwachtingen omtrent procedure planvorming en de te hanteren uitgangspunten - 27 jan 2016: Informatieavond voor met name bewoners van de wijk Doonheide over ontwerp plan Peelse Loop - 1 apr. 2016: Keukentafelgesprekken met een 4-tal key-players uit het projectgebied. - 25 mei 2016 1e Infoavond agrariërs Peelse Loop - 19 juli 2016 2e Infoavond agrariërs Peelse

Inspreker 4 1. Voor de ruilverkaveling 30 jaar geleden was mijn perceel te nat en te droog; nu is het perfect beheersbaar, dus de loop niet veranderen. Loop - 20 juli 2016: Info bijeenkomst klankbordgroep Peelse Loop - 11 okt. 2016: Inloopmiddag voor belangstellenden tijdens ter inzage legging ontwerp projectplan Het gebied en de karakteristiek van de Peelse Loop zijn voorafgaand aan het opstellen van het oude plan zorgvuldig onderzocht. Er is o.a. ook informatie opgehaald bij het Brabants archief in Den Bosch, waar alle informatie ingezien is van de herinrichting van de beek ten tijde van de ruilverkaveling. Dit leverde veel kennis op over de historische loop en het functioneren van de beek onder meer natuurlijke omstandigheden. Ook zijn gegevens bestudeerd van het verloop van de waterstanden en het grondwater; zijn gegevens mb.t de bodem en de ecologie verzameld en is een nauwkeurig hoogtebestand van de beek gebruikt om de nieuwe bedding te kunnen ontwerpen. Projectplan wordt niet aangepast naar aanleiding van 1.) Naast het zorgen voor goede condities voor de landbouw rondom de beek ligt er voor de Peelse Loop ook de opgave om de ecologische en morfologische omstandigheden in de beek te optimaliseren. Dit is zo vastgelegd in het waterbeheerplan 2016-2021 van het Waterschap; waarin de waterloop is aangemerkt als ecologische verbindingszone (EVZ) met een beekherstelopgave. Hierin is ook de internationale opgave vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) meegenomen om te komen tot een goede ecologische toestand. Om deze

opgaven te verwezenlijken zal de bedding aangepast moeten worden. Omdat het om een beekloop gaat met tevens de functie landbouw, zal de aanpassing zodanig geschieden dat deze aanpassing geen nadelige effecten heeft voor de landbouw. Door middel van berekeningen aan de effecten van het beekherstel op het grondwater en het oppervlaktewater is vastgesteld dat die negatieve effecten er niet zijn. Projectplan wordt niet aangepast naar aanleiding van 2. Bij extreme regenval komt alles onder water te staan; wie zal dat betalen? 3. De grond kan niet worden gedraineerd doordat de afwatering te hoog komt te staan. 2.) Wat de hoogwaterproblemen betreft, is er in de nieuwe situatie meer ruimte voor de afvoer van water dan in de huidige situatie, omdat de oude bedding naast de nieuwe blijft liggen. Zo kan de afvoer van water ook bij heel hoge afvoeren gegarandeerd worden en leidt dit niet tot hogere waterstanden. Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling voor het vergoeden van schade dat een gevolg is van een besluit of een handelen van het waterschap. Ter uitvoering van artikel 7.14 Waterwet heeft het waterschap een Verordening schadevergoeding opgesteld. In deze verordening is geregeld op welke wijze schadeverzoeken in behandeling worden genomen en welke rol een externe adviescommissie of deskundige hierin speelt. 3.) Bij het ontwerp van de nieuwe bodemhoogten van de beek is er rekening mee gehouden dat de drainage van percelen moet kunnen blijven functioneren. In

het bestek dat voorafgaand aan de uitvoering zal worden opgesteld, wordt dit verder uitgewerkt. 4. Stuwen verwijderen dan wel omlaag zetten, zorgt voor dat het water niet wordt vastgehouden als het droog is. 5. Stuwen kunnen bij extreem weer het waterpeil sturen en dus op tijd omhoog of omlaag gedraaid worden. 4.) Het in dit geval buiten werking stellen van de stuwen wordt gecombineerd met het aanpassen van de bedding van de Peelse Loop. De nieuwe bedding wordt smaller en ondieper. De nieuwe gemiddelde waterstand in de beek zal daarom, ten opzichte van de huidige situatie, niet zoveel wijzigen dat dat negatieve effecten heeft op de laagst optredende grondwaterstand. Het zal daarom niet eerder te droog worden dan in de huidige situatie. 5.) De huidige gestuwde situatie staat een goede invulling van de opgaven voor beekherstel en vispasseerbaarheid in de weg. Daarom worden de stuwen buiten werking gesteld. Door een uitgekiend ontwerp van de nieuwe bedding (smaller en minder dieper) heeft het ontstuwen geen nadelige effecten voor het grondgebruik langs de Peelse Loop. zienswijze

Inspreker 5 1. De stuwen 251A, 251C, 251D en 251E blijven staan. Na herinrichting zal het waterschap gaan monitoren of de stuwen gehandhaafd dienen te blijven of niet. (zie ook pagina 5 uit het projectplan, 3e punt onder het kopje geplande ingrepen ). 2. De wateraanvoer in het beekherstelproject wordt gegarandeerd op 30 l/s (zie figuur 1), tenzij het waterschap geen aanvoer heeft vanuit het Peelkanaal. Het huidige ontwerp voldoet aan de piekafvoeren zoals die eerder in het Peelse Loop systeem zijn bereikt. (zie hiervoor ook de uitleg op pagina 13 uit het projectplan onder het kopje hydrologie inclusief de verwijzing naar bijlage II). 3. De huidige peilen in het traject worden gehandhaafd ter voorkoming van vernatting en verdroging. Dit zal met het bestaande monitoringssysteem worden gemonitord. De gegevens worden beschikbaar gesteld voor geïnteresseerden. Mochten de peilen sterk veranderen dan zal de oude situatie hersteld worden door het opdraaien van de stuwen. 1.) De stuwen zullen inderdaad blijven gehandhaafd totdat uit monitoring blijkt dat er geen negatieve effecten zijn op het omliggende grondgebruik. Afspraken zijn per mail bevestigd. 2.) Uitleg is inderdaad opgenomen in het projectplan en verder uitgewerkt. Afspraken zijn per mail bevestigd. 3.) Door het buiten werking stellen van de stuwen zal er meer variatie ontstaan in de waterstanden en de stroomsnelheden in de Benedenloop. Hiermee wordt invulling gegeven aan de opgaven voor beekherstel en vispasseerbaarheid. Door het buiten werking stellen van de stuwen te combineren met een uitgekiende aanpassing (smaller en ondieper) van de bedding van de Peelse Loop, worden negatieve effecten op het grondgebruik rondom de Peelse Loop voorkomen. De nieuwe gemiddelde waterstand in de beek zal daarom, ten opzichte van de huidige situatie, niet zoveel wijzigen dat dat negatieve effecten heeft op de laagst optredende grondwaterstand. Het zal daarom niet eerder te droog worden dan in de huidige situatie. Wat de hoogwaterproblemen betreft, is er in de nieuwe situatie zelfs nog meer ruimte voor de afvoer van water dan in de huidige situatie, omdat de oude bedding naast de nieuwe

blijft liggen. Zo kan de afvoer van water ook bij heel hoge afvoeren gegarandeerd worden en leidt dit niet tot hogere waterstanden. Door middel van monitoring zal de nieuwe situatie gemeten worden. Mocht er inderdaad sprake zijn van effecten op het grondgebruik agv de genomen maatregelen, dan kunnen die, als andere mitigerende maatregelen geen effect hebben, teruggedraaid worden, door het opdraaien van de stuwen. De gegevens van de monitoring zullen beschikbaar gesteld worden. Afspraken zijn per mail bevestigd. 4. Door het wegnemen van stuw 251 F (juist ten oosten van het plangebied van de Benedenloop) ligt de beïnvloedingssfeer van de Middenloop en dus de grens 600 meter westwaarts in het traject Benedenloop ter hoogte van stuw 251 E. U als geen ander weet dat de Boekelseweg geen grens kan zijn als we een waterloop in trajecten opdelen, zeker als we het hebben over inrichting en de gevolgen stroomafwaarts. Trajecten van stuw tot stuw. De gevolgen van de te nemen maatregelen in het traject Middenloop houden niet op bij de Boekelseweg maar bij stuw 251E. Stuw 251F is als zodanig niet meer in te zetten als waarborg bij het niet functioneren van de Benedenloop. 4.) Door middel van een stuw wordt in een beek alleen het waterpeil beïnvloed en niet de hoeveelheid water die wordt doorgevoerd. Een stuw werkt daarom alleen in bovenstroomse richting en heeft geen invloed in benedenstroomse richting. De Benedenloop ondervindt daarom geen invloed van het al dan niet gestuwde karakter van de Middenloop. Doordat de Middenloop geen stuwen meet bevat, zal het water dat van bovenstrooms dit traject bereikt, vrij afstromen naar de Benedenloop en allemaal de Benedenloop bereiken. In het geval er wel een stuw had gestaan aan de grens van de Middenloop, dan had dezelfde hoeveelheid water de benedenloop bereikt. Er is vanuit de Middenloop dus geen sprake van beïnvloeding van de Benedenloop. zienswijzen.