ArbeidsErvaring Project 2014-2015

Vergelijkbare documenten
STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

TEAM 5 ENERGIE. onderzoek naar energiegebruik en schone energie JULLIE GAAN ONDERZOEK DOEN NAAR ENERGIEGEBRUIK EN SCHONE ENERGIE OP SCHOOL

S T A G E W E R K B O E K

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

TEAM 3 ENERGIE. onderzoek naar verlichting en zonlicht JULLIE GAAN ONDERZOEK DOEN NAAR VERLICHTING EN ZONLICHT OP SCHOOL

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

TEAM 3, energiegebruik en schone energieteam

TEAM 4, het verwarming- en isola7eteam

TEAM 4 ENERGIE. onderzoek naar stekkers en apparaten JULLIE GAAN ONDERZOEK DOEN NAAR STEKKERS EN APPARATEN OP SCHOOL

TEAM 6 ENERGIE. onderzoek naar verwarming en isolatie JULLIE GAAN ONDERZOEK DOEN NAAR VERWARMING EN ISOLATIE OP SCHOOL

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

TEAM 1, het verlich0ng- en zonneverlich0ngteam. School:.. Team 1 - verlichting en zonlicht Eigen Energie op school p. 1

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

TEAM 1 BINNENMILIEU. onderzoek naar vocht en vieze luchtjes JULLIE GAAN DE LUCHT IN DE SCHOOL ONDERZOEKEN.DAARVOOR GEBRUIKEN JULLIE DE CO 2 -METER

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

TEAM 2 BINNENMILIEU. onderzoek naar vocht en vieze luchtjes JULLIE GAAN ONDERZOEK DOEN NAAR STOF, VIEZIGHEID EN GELUID

Werkboek LINTSTAGE NAAM: KLAS:

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Maatschappelijke Stage Stanislas College Pijnacker

2. Hoe moet je dit experimentele stagewerkboek gebruiken?

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

maandag 11 mei inleveren!

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

maatschappij.nl

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

Naam:. Woonplaats: Telefoon: Naam organisatie: Plaats: . Functie:. Telefoonnummer:...

Maatschappelijke Stages

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Maatschappelijke Stages Hoogezand-Sappemeer

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo /2015 1

TEAM 2, het stekker- en apparaten team

Snuffelstage leerjaar 2

Inleiding maatschappelijke stage

Maatschappelijke Stage Me4You (MAS) Baudartius College Zutphen

STAGEBOEKJE VIJFDAAGSE SNUFFELSTAGE

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode:

STAGECONTRACT MAATSCHAPPELIJKE STAGE Onderstaande leerling van het Pius X-College uit Bladel gaat een Maatschappelijke Stage lopen.

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

MAATSCHAPPELIJKE STAGE, WAT IS DAT?

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar

Voor het welzijn van kind en school. Klas 3!

MAATSCHAPPELIJKESTAGE

STAGE LOGBOEK 3MAVO Naam: Klas:

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

stageboekje STAGE sector economie administratief 3 e klas Handel en Administratie Naam: Klas: (administratief)

INHOUDSOPGAVE... 1 GEGEVENS VAN DE LEERLING... 3 DOEL VAN DE STAGE... 4 INSTRUCTIE... 5 AFSPRAKEN... 6 AANWEZIGHEIDSFORMULIER WEEK 1...

Stageboek GL

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

FORMULIEREN MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

Maatschappelijke Stages

LINT STAGEBOEK VAN ZORG EN WELZIJN

Tekst lezen en vragen stellen

LOB. Stagewerkboek Loopbaan oriëntatie en-begeleiding(lob) Wie kan mij daarbij helpen? Wat kan ik? Hoe kan ik dat doen? Waar kan ik dat doen?

PORTFOLIO OVER JE MAATSCHAPPELIJKE STAGE

HANDLEIDING LEERKRACHT

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Maatschappelijke Stages Hoogezand-Sappemeer

Een goede vangst! Een goede vangst

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s )

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie

STAGEBOEK CONTACTPERSONEN SCHOOL GEGEVENS LEERLING. Van der Meij College

Maatschappelijke Stages

STAGE sector economiedetailhandel/bedrijven/instellingen. Stageboekje detailhandel/bedrijven/instellingen 3 E KLAS HA/MC. Sector economie.

Sectorwerkstuk

Maatschappelijke Stage urenoverzicht

Stageboek Lever dit stageboek uiterlijk dinsdag 9 mei in bij jouw afdeling Met de handtekening van de stagebegeleider!

Maatschappelijke Stages

Handleiding maatschappelijke stage

Maatschappelijke Stage

Sectorwerkstuk

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Stagepaspoort. Voor de leerlingen van de 4e klas van het Trivium College Trivium College locatie Trias

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

de Maatschappelijke Stage (MaS)

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

SECTOR HAVO/VWO STAGEBOEKJE. Maatschappelijke Stage

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

Naam : Klas : Mentor : Het Hooghuis Stadion Stageboek Leerjaar 3

XPP: Expo personal project. Bij de XPP stage gaat het om persoonlijke ontwikkeling op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Stageboek Ilex college

STAGE WERKBOEK theoretische leerweg LEERJAAR 3

Wij vragen aan u en uw bedrijf om de leerlingen hartelijk te ontvangen en hem/haar in staat te stellen inzet te leveren in de vorm van stage.

Transcriptie:

ArbeidsErvaring Project 2014-2015 DEEL 2 ARBEIDSERVARING Een project in het kader van arbeidservaring en duurzaamheid voor 3 e klassen HAVO en VWO van het Revius Lyceum Doorn Naam: Klas:..

2 Voorwoord In het derde jaar HAVO en VWO vindt het ArbeidsErvaring Project, kortweg het AEP, plaats. Tijdens dit project ga je ervaring opdoen met verschillende aspecten van arbeid en arbeidsomstandigheden. Voor het AEP zoek je zelf een stageplaats bij een bedrijf of organisatie en ga je gedurende 4 dagen werken. Hoe is het om elke dag te werken en kennis te maken met veel meer zaken die bij werken komen kijken? Je hebt misschien al een krantenwijk of een baantje voor de zaterdag maar je zult merken dat dit een heel ander verhaal is. Tijdens het AEP ga je bovendien onderzoeken in hoeverre het bedrijf of de instelling waar je werkt met duurzaamheid bezig is. Je bent tijdens mentorlessen met duurzaamheid bezig geweest en hebt toen een boekje uitgereikt gekregen met teksten, vragen en opdrachten. Het thema duurzaamheid zal ook tijdens lessen scheikunde, natuurkunde en aardrijkskunde aan de orde komen of is dat misschien zelfs al geweest. Dit boekje bestaat uit twee delen. In deel één vind je algemene informatie en belangrijke data, in deel twee staat alles wat je nodig hebt voor de stageweek (opdrachten, logboek, boordeling, verslag, een stage overeenkomst en andere nuttige informatie). Je sluit je stage af met een presentatie. Je ouders/verzorgers zijn daarbij van harte welkom! Zij vinden het vast heel leuk om te zien wat jij allemaal hebt gedaan tijdens je stage. Jouw stagebegeleiders zijn eveneens van harte welkom. Bespreek dit boekje ook met je ouders/verzorgers. Er staat informatie in die ook voor hen belangrijk is. Mocht je vragen hebben dan kun je natuurlijk altijd contact opnemen met je mentor. We wensen je een leerzaam project toe en veel succes bij het vinden van een leuke en geschikte stageplaats. De heer S. Youssef Mevrouw J. Franse Mevrouw N. Wieringa

3 INHOUDSOPGAVE DEEL 1 Het project in het kort 4 Doelstelling van het project 5 Korte beschrijving 6 DEEL 2 De stage 9 Opdrachten vooraf 10 Gegevens stage bedrijf/instelling 10 Informatie stage bedrijf/instelling 10 Rechten en plichten 11 Opdrachten tijdens stageweek 12 Dag 1 Kennismaking 12 Dag 2 Arbeidsorganisatie en arbeidsomstandigheden 14 Het interview 16 Dag 3 Duurzaamheid 18 Dag 4 Evaluatie 20 Jouw mening/eigen evaluatie 20 Evaluatie stagebegeleider 23 Logboek dag 1 25 Logboek dag 2 26 Logboek dag 3 27 Logboek dag 4 28 Stageverslag 29 BIJLAGEN Handleiding hoe maak ik een posterpresentatie 30 Stage overeenkomst 32 Stage, werkzaamheden en werktijden (algemeen) 35 Brief bevestiging stageplaats 36 Begrippenlijst duurzaamheid 37

4 Deel 1 Het project in het kort De voorbereiding Je mentor geeft uitleg over het verloop van het project. Je krijgt in ieder geval ook uitleg over werk en werkomstandigheden. Mevrouw Franse geeft een toelichting op het zoeken naar een geschikte stageplaats. Je gaat zelf een stageplaats zoeken. Je meldt de baan en de locatie aan bij de mentor. Hij heeft daarvoor een formulier. De uiterste datum waarop je de stageplaats bekend moet maken staat in het schema. Noteer alle data gelijk. Zorg er ook voor dat de stage overeenkomst die je in de bijlage van dit boekje aantreft op tijd (zie schema) en ondertekend bij je mentor is ingeleverd. De stage De stageweek bestaat uit vier dagen. Tijdens deze vier dagen werk je in het bedrijf/de instelling en voer je een aantal opdrachten uit (in dit boekje te vinden). Je probeert zoveel mogelijk verschillende werkzaamheden te verrichten, natuurlijk doe je dat in overleg met de stagebegeleider van het bedrijf/de instelling. Je kijkt ook hoe het bedrijf/de instelling met duurzaamheid omgaat. De presentatie Als afsluiting van het project presenteer je jouw stage aan de hand van dit boekje dat aan het einde van je stage volledig ingevuld moet zijn. Je richt een stand in op school, je laat zien wat je gedaan hebt en geeft informatie over het bedrijf of de instelling waar je hebt gewerkt. Daarnaast geef je een posterpresentatie over duurzaamheid binnen jouw stage bedrijf/organisatie. Je krijgt gelegenheid om ook op school aan deze presentatie te werken. Verderop in het boekje vind je uitleg.

5 Doelstelling van het project Wat is het doel van het AEP? Het woord zegt het natuurlijk eigenlijk al, het opdoen van arbeidservaring. Maar waarom is dat belangrijk? Door het lopen van een stage kun je: kennismaken met een beroep, waardoor je een meer doordachte keuze kunt maken voor je profiel in de vierde klas en je vervolg opleiding; ervaren wat een arbeidsweek inhoudt; kennismaken met arbeidsomstandigheden; ontdekken wat het belang is van scholing en diploma s een besef ontwikkelen van arbeid en arbeidsverhoudingen jezelf leren presenteren in een arbeidsomgeving je leren aanpassen aan een vreemde werkomgeving leren presenteren op de presentatiemiddag Maar het gaat in dit project niet alleen om het opdoen wat arbeidservaring. Je gaat ook onderzoeken op welke manieren een bedrijf/instelling zich bezighoudt (of zou kunnen houden) met duurzaamheid. Dat vergroot niet alleen jouw eigen kennis maar is misschien ook voor het bedrijf/instelling wel heel erg interessant!

6 Korte beschrijving December/ januari 2014/2015 Stageplaats zoeken Je gaat op zoek naar een stageplaats. In principe zoek je een plek in de regio Utrechtse Heuvelrug. Je kiest zelf, maar de school bepaalt de grenzen. Een stage in het buitenland is voor HAVO en VWO leerlingen niet toegestaan. Het belangrijkste criterium is dat je stageplek aansluit bij je beroepsinteresse. Het is dus een organisatie waar je misschien na je studie zou kunnen gaan werken. Het is niet de bedoeling om je stage te lopen bij het bedrijf/instelling waar je misschien al een bijbaantje hebt tenzij je daar voor je stage heel ander werk kunt gaan doen. Een stage bij familie mag natuurlijk wel als het maar om een echte stageplek (-werk) gaat. Je mag samen met iemand bij één bedrijf gaan werken. Voorwaarde is wel dat jullie verschillende werkzaamheden verrichten of op verschillende afdelingen werken (ook een eigen boekje maken en inleveren!). TTO leerlingen zoeken een stageplaats bij een Engelstalig bedrijf of instelling. Een stage in het buitenland is voor TTO leerlingen toegestaan. Bedenk wel dat er andere eisen gesteld worden aan werken in het buitenland. HAVO en VWO (Nederlandstalige) leerlingen zoeken een stageplaats in Nederland en bij voorkeur in de eigen regio. Bij twijfel over de geschiktheid van je stageplek neem je contact op met je mentor. Januari 2015 Vóór 20 februari 2015 20 t/m 23 april 2015 Les over werk Bevestiging stageplaats Stage Uiterlijk 19 februari 2015 moet je een stage plaats hebben gevonden. In een mentor les wordt aandacht besteed aan werk, variatie van activiteiten, arbeidsomstandigheden. Uiterlijk 20 februari 2015 heb je de gegevens van jouw stageplaats bij de mentor digitaal ingevuld en het formulier bevestiging stageplaats en de ondertekende stage overeenkomst bij je mentor ingeleverd. In deze week ga je vier dagen aan het werk (stage) bij het bedrijf/de organisatie. Je maakt de opdrachten in dit boekje en vult het stage logboek in. Kijk van tevoren naar wat je voor de opdrachten moet doen.

7 Vrijdag 24 april 2015 13.00 uur 15.30 uur Presentatie 16.00-17.00 uur Opruimen 17.00-17.30 Je bent om 13.00 op school en werkt aan je posterpresentatie (tot 15.30 uur). Vanaf 15.30 uur heb je de tijd om een standje in te richten op school (in de aula of in één van de gangen). Je krijgt daarvoor een plek toegewezen. Hierin stel je het bedrijf voor, je laat zien wat je gedaan hebt en je laat door middel van een posterpresentatie zien hoe het bedrijf/instelling met duurzaamheid bezig is (of zou kunnen zijn). Van 16.00 tot 17.00 uur is de presentatie. Ouders en werkgevers (stagebegeleiders) zijn van harte welkom. Je staat zelf bij je standje om de bezoekers een toelichting te geven en eventuele vragen te beantwoorden. Je presentatie wordt door docenten en eventueel andere aanwezigen beoordeeld. Gebruik ook dit boekje bij je presentatie! Lever aan het eind van deze middag dit boekje en jouw poster bij jouw mentor in. Natuurlijk ruimen we de presentatieruimte even met z n allen op! Dus: Bekendmaken stageplaats bij mentor vóór 20 februari 2015 Stageperiode 20 t/m 23 april 2015 Presentatie 24 april 2015 Beoordeling Je krijgt natuurlijk een beoordeling voor dit project. Daarbij tellen mee: de opdrachten die je gemaakt hebt over het thema duurzaamheid; de keuze van de stageplaats en vooral ook jouw motivatie om voor dit bedrijf of voor deze organisatie te kiezen; de presentatie; de evaluatie van de werkgever; de opdrachten die je gemaakt hebt tijdens je stage; de posterpresentatie over duurzaamheid binnen jouw stageplek. Bij een onvoldoende beoordeling krijg je een aanvullende opdracht. (In de meeste gevallen vindt er tijdens de stageweek een bezoek van een docent aan jouw stage bedrijf/organisatie plaats)

8 Bijlagen Dit boekje bevat tevens een aantal belangrijke bijlagen: Handleiding hoe maak ik een posterpresentatie Stage overeenkomst Stage, werkzaamheden en -tijden Brief voor stage bedrijf / -organisatie Begrippenlijst duurzaamheid Op de site van het Revius zal deze informatie ook worden geplaatst (onder ) We hopen dat je door dit boekje en de instructies die je van je mentor hebt gekregen begrijpt wat de bedoeling is. Als je vragen hebt kun je natuurlijk altijd bij je mentor terecht.

9 DEEL 2 DE STAGE Dit boekje bestaat uit opdrachten, een logboek en ruimte om jouw verslag op te schrijven. Je zult merken dat het boekje een soort handleiding is en daardoor een belangrijk middel vormt om jouw stage tot een succes te maken. Opdrachten Er zijn opdrachten die je vóór je stageweek maakt en opdrachten die je tijdens je stage maakt. Voor elke stagedag is er een opdracht, soms zelfs meerdere. Zorg ervoor dat je aan deze opdrachten toekomt. Bespreek dit vooraf met de stagebegeleider van het bedrijf of de instelling. Het is handig om de avond van tevoren de opdrachten van de volgende dag alvast te bekijken dan weet je waar je op moet letten. Logboek Elke dag houd je bovendien een logboek bij. Dat is eigenlijke een soort dagboek waarin je bijvoorbeeld opschrijft wat je gedaan hebt, met wie je contact hebt gehad, wat het meeste indruk op je heeft gemaakt, waar je tegenaan bent gelopen en wat je van de stage dag vond. Zorg dat je dit logboek elke dag invult (tijdens of direct aan het einde van de dag). Verslag Aan het einde van de week maak je een kort verslag. Ruimte daarvoor vind je in dit boekje. In het verslag vermeld je kort en duidelijk waarom je dit bedrijf hebt gekozen, hoe je aan het adres bent gekomen en wat je had verwacht van jouw stage en natuurlijk of je verwachtingen zijn uitgekomen. Je vertelt in hoofdlijnen wat je hebt gedaan en wat je daarvan hebt geleerd. Natuurlijk mag ook jouw eigen mening over de stage niet ontbreken. Voor na je stage; de eindpresentatie en poster Je kunt zowel de opdrachten als het logboek en het verslag gebruiken bij het maken van jouw eindpresentatie. In je logboek staan immers allerlei dingen die je hebt gedaan en hebt meegemaakt waarover je op de presentatiemiddag iets zou kunnen vertellen. Wij verwachten bovendien dat het onderwerp duurzaamheid bij jouw presentatie duidelijk aan bod komt in de vorm van een POSTER. Natuurlijk mag je duurzaamheid daarnaast ook op andere manieren laten zien maar een poster moet er in ieder geval zijn. Hoe je dat aanpakt, het maken van een poster, vind je ook in dit boekje. De presentatiemiddag vindt plaats op vrijdagmiddag 24 april 2015. Op die dag heb je vanaf 15.30 uur de tijd om een standje in te richten. Waar dat precies zal zijn, in de gangen, lokaal of aula, hoor je uiteraard nog. Van 16.00 uur tot 17.00 uur houd jij je presentatie voor ouders, stagebegeleiders, docenten en misschien ook nog wel andere geïnteresseerden. Na de presentaties, om 17.00 uur, lever je dit boekje waarin dus de opdrachten, logboek en verslag, samen met je poster over duurzaamheid bij je mentor in.

10 Opdrachten vooraf Gegevens stage bedrijf/instelling Voordat de stageweek begint is het goed om je te oriënteren op het bedrijf of de instelling waar je stage gaat lopen. Vul de gegevens van jouw stageplaats in. Naam bedrijf/instelling: Adres: Telefoon: E-mail: Wanneer loop je stage? Van tot Naam van je stage begeleider: Informatie stage bedrijf/instelling Zoek voordat je aan je stage begint zoveel mogelijk informatie over je stage bedrijf/instelling. Je voelt je daardoor sneller op je gemak en kunt natuurlijk ook veel gerichtere vragen stellen tijdens je stage. Misschien heb je zelfs van te voren al vragen, schrijf deze op. Schrijf hieronder kort op welke informatie je gevonden hebt en vermeld daarbij ook de bron. Ik zou de volgende vraag/vragen willen stellen:

11 Rechten en plichten Als je werkt moet er veel geregeld worden. Je moet een aantal zaken van tevoren vastleggen. Bijvoorbeeld: Wat voor werk ga je doen? Wanneer moet je werken en hoe lang? Hoeveel vrije dagen heb je? Wat verdien je? Al die zaken staan beschreven in een arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst is dus een overeenkomst waarin de afspraken (rechten en plichten) tussen de werkgever en de werknemer zijn vastgelegd en waarbij de één (werknemer) zich verplicht om in dienst van de ander arbeid te verrichten en de ander (werkgever) om daarvoor loon te betalen. Jouw stage overeenkomst is dus geen arbeidsovereenkomst. Toch is het ook bij stages nuttig om belangrijke afspraken van te voren vast te leggen. Bekijk jouw stage overeenkomst (zie bijlage) maar eens goed. Tijdens je stage kom je in dit boekje opdrachten tegen die te maken hebben met arbeid en arbeidsomstandigheden. Weer zo n lastig begrip, nee hoor, als je er even bij stil staat dan valt dat best mee. Arbeidsomstandigheden zijn de omstandigheden waaronder het werk (de arbeid) wordt verricht. Daarbij kun je denken aan de gezondheid, welzijn en veiligheid van werknemers. Tijdens je stage maak je daar opdrachten over. Op de tweede dag van je stage bestudeer je hoe dit op je stageplaats geregeld is. Hieronder zie je een aantal begrippen. Je bent ze waarschijnlijk bij het vak economie ook al eens tegengekomen. Schrijf de betekenis erbij: Een arbeidsovereenkomst is (dat is natuurlijk een inkoppertje, kijk maar hierboven)......... Arbeidsvoorwaarden zijn......... Brutoloon is....... Nettoloon is.... Een proeftijd is......... Een concurrentiebeding is........

12 Opdrachten tijdens de stageweek Dag 1: Kennismaking Hoe zag je dag er uit? Beantwoord de vragen Dagindeling. Wat heb je gedaan? Met wie heb je gesproken en welke functie heeft hij/zij binnen de organisatie? Beschrijf de ruimte waar je werkt. Werk je met apparatuur of gereedschap en zo ja welke apparatuur/wat voor gereedschap? Beschrijf kort wat voor werk je doet.

13 Wat is de belangrijkste activiteit van het bedrijf/de organisatie? Wie/wat zijn de belangrijkste klanten van het bedrijf? Op welke manier geeft het bedrijf/de organisatie informatie naar buiten? (verzamel materiaal en gebruik dat eventueel bij je eind presentatie) Ruimte voor eigen opmerkingen:

14 Dag 2: Arbeidsorganisatie en arbeidsomstandigheden. Je gaat vandaag onderzoeken hoe het binnen het bedrijf/de instelling is georganiseerd en dan hebben we het niet over machines maar over arbeid (mensen) en arbeidsomstandigheden. Weet je nog waar arbeidsomstandigheden betrekking op hebben? Op de gezondheid, het welzijn en de veiligheid van werknemers. Terug naar arbeid. Veel bedrijven/organisaties hebben daar een aparte afdeling voor, de Afdeling Personeelszaken of Human Resources. Iemand van zo n afdeling zou je kunnen helpen. Overleg dat met je stagebegeleider, ook als er geen aparte afdeling Personeelszaken is. Bedenk zelf een aantal vragen die over het bedrijf en de arbeidsomstandigheden gaan. Wij geven hieronder vast een voorzetje (graag beantwoorden uiteraard) Hoeveel mensen werken er? Werken er evenveel mannen als vrouwen? Wordt er veel alleen of in groepjes gewerkt? Hoeveel vakantiedagen krijgt een medewerker? Is er een personeelsvereniging en zo ja wat doet die vereniging? Wat doet een ondernemingsraad (in het algemeen)? Is er een ondernemingsraad? Wat staat er op een loonstrookje? (jouw vraag) (jouw vraag)

15 Beantwoord ook de onderstaande vragen. Vraag A en B staan er al. De vragen E en F verzin je zelf. A. Wat is een CAO? Geldt er een CAO voor het bedrijf/de instelling? Wat zijn de belangrijkste punten in een CAO? B. Wat houdt de ARBO wet in? Wat doet het bedrijf/de organisatie daaraan? C: Zijn er binnen het bedrijf/de organisatie mogelijkheden tot het volgen van opleidingen/trainingen? Hoe is dat georganiseerd? D: Is er veel ziekteverzuim binnen het bedrijf/de organisatie? Wordt daar iets aan gedaan en zo ja wat? E: F:

16 Het interview Misschien wel de beste manier om meer over de arbeidsorganisatie te weten te komen is het interviewen van iemand die in het bedrijf/de organisatie werkt. Overleg met je stagebegeleider wie je het beste kunt benaderen en vraag aan die personen of je hem of haar mag interviewen. Hoe voer je een interview uit? Bereid je vragen goed voor. Neem de tijd om de antwoorden kort op te schrijven. Vraag door als een antwoord niet volledig of onduidelijk is. Bedank degene die je geïnterviewd hebt. Naam geïnterviewde: Functie: Wat voor werk doet u?.......... Waarom bent u dit werk gaan doen? Wat zijn de leuke/interessante kanten van uw werk? Wat zijn de minder leuke/interessante kanten van uw werk?

17 Vindt u het werk zwaar? Vermoeiend? Afwisselend? Welke tijden werkt u? Werkt u wel eens over? Kunt u nog doorgroeien? Welke studie/opleiding is voor uw functie nodig? Hoelang duurt deze studie/opleiding? Bedenk minimaal twee eigen vragen Vraag één: Antwoord: Vraag twee: Antwoord:...

18 Dag 3: Duurzaamheid Binnen het thema duurzaamheid ben je onder meer bezig geweest met afval, energie en water. Je hebt gezien dat de hoeveelheid afval, het energie- en het waterverbruik in een huishouden voor een belangrijk deel door gedrag wordt bepaald. Als jij weet dat water veel te kostbaar is om te verspillen dan pas jij je gedrag aan. Dat geldt voor een bedrijf/organisatie net zo. Als een bedrijf/organisatie zich bijvoorbeeld echt bewust is van schaarste van grondstoffen dan past het zijn beleid daar op aan en gebruikt minder grondstoffen of gaat producten misschien recyclen. Bedrijven en instellingen moeten zich er dus ook eerst bewust van worden dat ze een rol spelen in het leefbaar houden van de wereld. De een is daar verder mee dan de ander. Vandaag ga jij kijken in hoeverre het bedrijf of de instelling waar jij werkt met duurzaamheid bezig is. Probeer zoveel mogelijk zelf uit te zoeken. Kom je niet verder vraag dan hulp aan je stagebegeleider. Je kunt eventueel afval, stroom en water als uitgangspunt nemen en kijken naar: Afval Wat voor soorten afval (ook chemisch?) zijn er binnen het bedrijf; Wat wordt er met het afval gedaan; Wat zou er met het afval nog meer gedaan kunnen worden, recyclen?; Hoe kun je de afvalstroom beperken. Energie Komt de energie die in het bedrijf/de instelling wordt gebruikt uit duurzame bronnen; Wat kost het meeste aan energie binnen het bedrijf/de instelling, bijvoorbeeld licht, verwarming, apparaten, machines etc.; Heeft het bedrijf/instelling maatregelen genomen om het energieverbruik te beperken en zo ja wat voor maatregelen, zo nee wat zou het bedrijf/instelling kunnen doen om het energieverbruik te beperken. Water In de industrie en de landbouw wordt veel water verbruikt, hoe zit dat in jouw bedrijf of instelling; Wat verbruikt het meeste water binnen het bedrijf/instelling (er kunnen bijvoorbeeld machines aanwezig zijn die koelwater gebruiken ); Hoe kun je het waterverbruik binnen het bedrijf/instelling beperken ( je kunt daarbij denken aan het hergebruiken van water maar ook aan de watervriendelijkheid van sanitaire voorzieningen, bijvoorbeeld zuinige kranen); Zijn er maatregelen genomen om het waterverbruik te beperken.

19 Hoe duurzaam is jouw bedrijf/instelling? Gebruik hierbij eventueel de hulpvragen die hiervoor staan. Je hoeft je natuurlijk niet te beperken tot deze vragen. Liever niet zelfs! Veel bedrijven hebben al beleid ontwikkeld op het gebied van duurzaamheid, vraag daar naar. In deze beleidsplannen staat veel nuttige informatie!

20 Dag 4: De evaluatie Aan het eind van je stage is het belangrijk om te horen wat je stagebegeleider van je vindt. Voor het bedrijf/de instelling is het ook belangrijk om jouw mening over het bedrijf/de instelling te horen. De evaluatie bestaat uit drie (inclusief de eindbespreking uit 4) onderdelen: Je geeft je mening over je stage bedrijf; Je geeft je mening over je eigen functioneren; Je stagebegeleider geef zijn/haar mening over jouw functioneren. Natuurlijk bespreek je de resultaten aan het einde van je stage met je stagebegeleider. Maak de onderstaande opdrachten (jouw mening en eigen evaluatie). De gegevens zijn handig voor de eindbespreking. Jouw mening over het stage bedrijf/instelling (zet een kruisje achter jouw antwoord) Toen ik voor de eerste keer naar mijn stage bedrijf/organisatie ging, wist ik waar ik mij moest melden en bij wie De sfeer onderling op mijn werkplek was: ja nee heel goed goed matig slecht De mensen in mijn omgeving hadden in hun werk: wel plezier geen plezier Het volgende sprak mij aan op mijn stageplaats:

21 Het volgende sprak mij niet aan op mijn stageplaats: Eigen evaluatie Geef je mening over je eigen functioneren (zet een kruisje achter jouw antwoord) Het werk dat mij werd opgedragen deed ik: Ik heb in mijn werk veel initiatief getoond: Het werk deed ik: Ik was: goed redelijk matig vaak soms wel weinig met veel plezier met plezier met weinig plezier steeds op tijd soms te laat vaak te laat dag 1 2 3 4 Ik vind dat ik: vanaf het begin goed meedraaide in het bedrijf steeds beter ging meedraaien niet goed meedraaide in het bedrijf

22 Met de collega s kon ik: heel goed opschieten redelijk opschieten niet zo goed opschieten Met het leidinggevend personeel kon ik: heel goed opschieten redelijk opschieten niet zo goed opschieten Bij de uitvoering van het opgedragen werk kreeg ik: voldoende begeleiding niet zo veel begeleiding (bijna) geen begeleiding Heb je een goed beeld van het bedrijf gekregen? ja een beetje nauwelijks

23 Evaluatie stagebegeleider Je stagebegeleider geeft zijn mening over jouw functioneren. Vraag aan je stagebegeleider of hij de tabel wil invullen en met jou wil bespreken. (zet een kruisje achter het goede antwoord) De werkzaamheden werden uitgevoerd met: veel enthousiasme enthousiasme weinig enthousiasme met tegenzin Het werktempo was: vlug normaal langzaam De stagiair(e) was: altijd op tijd soms te laat vaak te laat Wat netheid betreft was de stagiair(e): keurig slordig wisselend De stagiair(e) verzuimde: niet gering vaak De stagiair(e) toonde deze week: veel initiatief soms initiatief weinig initiatief De instructies werden: goed verwerkt met hulp verwerkt niet goed begrepen

24 De opgedragen taken werden: goed uitgevoerd redelijk goed uitgevoerd matig uitgevoerd De interesse voor het werk was: slecht uitgevoerd vaak aanwezig soms aanwezig vrijwel niet aanwezig Tegenover collega s/medewerkers/klanten stelde de stagiair(e) zich: Ten aanzien van het leidinggevend personeel stelde de stagiair(e) zich: positief op negatief op positief op negatief op Eindbeoordeling stagebegeleider Advies voor de toekomst Handtekening stagebegeleider en datum...

25 Logboek dag 1 Wat heb je gedaan Met wie heb je gesproken en waarover Wat was het leukste vandaag Wat was minder leuk Wat heb je vandaag geleerd Wat vond je van dag 1

26 Logboek dag 2 Wat heb je gedaan Met wie heb je gesproken en waarover Wat was het leukste vandaag Wat was minder leuk Wat heb je vandaag geleerd Wat vond je van dag 2

27 Logboek dag 3 Wat heb je gedaan Met wie heb je gesproken en waarover Wat was het leukste vandaag Wat was minder leuk Wat heb je vandaag geleerd Wat vond je van dag 3

28 Logboek dag 4 Wat heb je gedaan Met wie heb je gesproken en waarover Wat was het leukste vandaag Wat was minder leuk Wat heb je vandaag geleerd Zou je later in dit bedrijf/in deze organisatie willen werken? Ja/nee, omdat

29 STAGEVERSLAG Hieronder schrijf je jouw stageverslag.daarin staat in ieder geval waarom je dit bedrijf/instelling hebt gekozen, hoe je aan het adres bent gekomen en wat je had verwacht van jouw stage en natuurlijk of je verwachtingen zijn uitgekomen. Je vertelt in hoofdlijnen wat je hebt gedaan en wat je daarvan hebt geleerd. Natuurlijk mag ook jouw eigen mening over de stage niet ontbreken.

30 BIJLAGE Handleiding: hoe maak ik een posterpresentatie Je bent tijdens je stage een hele dag met Duurzaamheid bezig geweest. Het is de bedoeling dat je over dit onderwerp een poster maakt die je tijdens de presentatiemiddag kunt toelichten. De Poster maakt een deel van de totale beoordeling van het AEP uit. Hieronder in het kort wat de bedoeling is van een posterpresentatie. Je maakt een poster om anderen snel informatie te kunnen geven zonder dat er veel gelezen hoeft te worden. Als je een poster maakt, werk je de volgende stappen één voor één af. Ga pas naar de volgende stap, als je de vorige helemaal hebt afgewerkt. Voorbereiding Kies een onderwerp en zoek daarover eerst wat algemene informatie. Dat onderwerp heb je natuurlijk al want dat is Duurzaamheid in je stage organisatie. Bedenk wie jouw doelgroep is, wie gaat straks jouw poster bekijken? Je kunt je vast wel voorstellen dat de poster er anders uit zal zien als hij voor heel jonge kinderen bestemd is. Wat weet jouw doelgroep al over jouw onderwerp? Bedenk wat je precies over Duurzaamheid in je stage organisatie wilt vertellen. Schrijf dat als een thema op. Dat is je hoofdthema. Deel het hoofdthema op in een aantal kleinere thema s: subthema s. Zoek bij elk subthema informatie. Lees die door en schrijf de belangrijkste informatie op. Kijk welke plaat of tekening je kunt laten zien. Maak op kladblaadjes een indeling voor jouw poster. De poster maken Deel de poster in drie tot zes aandachtsvlakken. Zorg dat deze aandachtsvlakken goed herkenbaar zijn. Zet het hoofdthema in het middelste aandachtsvlak. Zet de subthema s met informatie overzichtelijk om het hoofdthema heen in de andere aandachtsvlakken. Gebruik zoveel mogelijk afbeeldingen zoals tekeningen, foto s, grafieken. Gebruik zo weinig mogelijk woorden. De poster moet immers snel te lezen zijn. Werk de poster netjes uit, schrijf op lijnen. Werk groot, de poster moet van een afstand te bekijken en te lezen zijn.

31 Formaat De minimale afmeting van je poster is A2 formaat Tips Je hebt je hoofdthema in het midden van de poster gezet. Als je wilt dat jouw poster in een bepaalde volgorde wordt gelezen moet je er rekening mee houden dat mensen meestal van links naar rechts lezen. Je kunt eventueel nummers of een alfabetische opsomming (A, B, C, enzovoort) gebruiken om de lezer te helpen bij het lezen van je verhaal in de juiste volgorde. Is de volgorde niet belangrijk dan kun je natuurlijk beginnen waar je wilt. Het blijkt dat een lichte achtergrond met donkere letters/afbeeldingen vaak gemakkelijker te lezen is dan een donkere afbeelding met lichte tekst/afbeeldingen. Kijk naar voorgrond en achtergrond, de achtergrond moet de voorgrond ondersteunen, niet overheersen.

32 Ondergetekenden Stage overeenkomst AEP HAVO/VWO 2015 1. School (stage vrager) Naam: Revius Lyceum Doorn Adres : Driebergse straatweg 6c Postcode en plaats: 3940 AC, Doorn Telefoonnummer: 0343 412145 Vertegenwoordigd door: dhr. S.S. Youssef (stage coördinator) 2. Stage bedrijf/organisatie (stage verlener) Naam: Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Vertegenwoordigd door: In de functie van: 3. Stagiair en diens wettelijke vertegenwoordig(st)er Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Is de stagiair minderjarig dan wordt deze overeenkomst met diens wettelijke vertegenwoordig(st)er gesloten: Naam:... Adres: Postcode en woonplaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: ARTIKEL 1 De stageperiode loopt van 20 tot en met 23 april 2015 ARTIKEL 2 De stage verlener stelt de stagiair in de gelegenheid in verband met zijn opleiding gedurende de in artikel 1 bedoelde periode werkervaring op te doen. ARTIKEL 3 De stage verlener wijst voor de begeleiding van de stagiair tijdens de stage als stagebegeleider aan: Naam: Functie:.

33 ARTIKEL 4 De stage vrager wijst voor de begeleiding van de stagiair tijdens de stage als begeleider de mentor aan: Naam: ARTIKEL 5 De stagiair zal gedurende 4 dagen per week in het bedrijf/de organisatie van de stage verlener stage werkzaamheden verrichten en wel op de tijdstippen als in het bedrijf/de organisatie gebruikelijk, tenzij anders is overeengekomen, en met inachtneming van wettelijke bepalingen ten aanzien van arbeidstijden en omstandigheden. De stagiair krijgt binnen het bedrijf of de organisatie de gelegenheid aan zijn/haar stageverslag te werken. ARTIKEL 6 Deze stage overeenkomst is geen arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. De stage verlener zal gedurende de in artikel 1 genoemde periode met de stagiair, naast deze overeenkomst, geen andersoortig (tijdelijk) dienstverband aangaan, waaronder alsmede te verstaan inlening of tewerkstelling op overige basis. De stagiair zal binnen het kader van de stage werkzaamheden naast deze overeenkomst geen andere verplichtingen aangaan met de stage verlener, diens leveranciers, cliënten of andere relaties. ARTIKEL 7 Gedurende de stageperiode zal de stagiair geen vergoeding ontvangen. De reis- en verblijfskosten in verband met de stage werkzaamheden worden, tenzij anders overeengekomen, niet vergoed. ARTIKEL 8 De stagiair verplicht zich in het belang van orde, veiligheid en gezondheid de door de stage verlener gegeven voorschriften, aanwijzingen en gedragsregels in acht te nemen. Deze zijn aan de stagiair bij het sluiten van de overeenkomst bekendgemaakt. ARTIKEL 9 De school heeft via de Besturenraad een ongevallenverzekering afgesloten die ook op de stagiair gedurende diens feitelijke stage werkzaamheden van toepassing is. ARTIKEL 10 De school vrijwaart de stage verlener tegen eventuele aanspraken van derden op grond van artikel 6:170 BW wegens aansprakelijkheid van de stagiair tijdens de uitoefening van de stage werkzaamheden voor de stage verlener. De school vergoedt materiële schade van het stage verlenende bedrijf tot een maximum van Euro 100.000,00 indien en voor zover de stagiair hiervoor wettelijk aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW, mits deze aansprakelijkheid voortvloeit uit de overeengekomen werkzaamheden en niet op enigerlei wijze anders is verzekerd. Deze vrijwaring en aansprakelijkheid geldt uitsluitend indien en voor zover de aansprakelijkheidsverzekering van de school daarvoor dekking biedt. ARTIKEL 11 De stagiair verplicht zich zowel tijdens als na de stageperiode tot strikte geheimhouding van alle bedrijfsaangelegenheden, waarvan hij/zij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die van vertrouwelijke aard zijn.

34 ARTIKEL 12 Aan het einde van de stageperiode dienen bedrijfseigendommen, alsmede alle correspondentie, aantekeningen, enzovoort, betrekking hebbende op bedrijfsaangelegenheden, voor zover aanwezig, direct door de stagiair bij de stage verlener te worden ingeleverd. ARTIKEL 13 In geval van ziekte of afwezigheid wegens een dringende reden is de stagiair verplicht dit onverwijld te melden aan de stage verlener en de onderwijsinstelling. ARTIKEL 14 Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair zich in eerste instantie tot de stagebegeleider van de stage verlener. Lost het probleem zich niet op dan kan het vervolgens door de stagiair of de stage verlener aan de mentor worden voorgelegd. Indien zij gezamenlijk niet tot een oplossing kunnen komen, dan zal het probleem aan de onderwijsinstelling (stage coördinator) worden voorgelegd. ARTIKEL 15 Deze overeenkomst eindigt: a. aan het einde van de afgesproken stageperiode; b. indien een of beide partijen dat wensen, mits de procedure als in artikel 14 aangegeven is doorlopen en, in overleg tussen aangewezene van de stage verlener en de stage coördinator, geen voorwaarden zijn gecreëerd waaronder de stage voortgang kan vinden. Aldus overeengekomen en getekend: Plaats: Datum: Naam stagiair.... Naam ouder/verzorger.... stagiair. Naam stagebegeleider.... (namens stage gever) Naam stage coördinator (namens school).

35 Stage, werkzaamheden en tijden (algemeen, bron Rijksoverheid De meeste leerlingen in 3 HAVO en VWO zullen 14 en 15 jaar zijn. Er gelden dan speciale eisen voor wat betreft een (beroeps)stage. Allereerst is daar de voorwaarde dat er een stage overeenkomst is tussen de school en het bedrijf of de instelling. Mede daarom is het zo belangrijk dat de school tijdig alle gegevens van het stageadres heeft ontvangen. De ouders of verzorgers van de leerling moeten de stage overeenkomst ondertekenen. Werkzaamheden stage Tijdens een stage mogen kinderen van 14 en 15 jaar ook lichte werkzaamheden doen in een industriële omgeving. Dit betekent dat zij in een fabriek of met machines mogen werken. Deze werkzaamheden mogen niet te zwaar zijn of gevaar opleveren. Ook mogen de werkzaamheden niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Het werk mag alleen onder begeleiding worden gedaan. Maximum arbeidstijd stage De maximum werktijd voor kinderen van 14 en 15 jaar die stage lopen is: 7 uur per dag; 35 uur per week. Schooltijd telt ook mee als arbeidstijd. Minimale dagelijkse rust en pauzes De minimale onafgebroken dagelijkse rust is 14 uur, in elk geval tussen 19.00 en 7.00 uur. Bovendien geldt dat als je meer dan 4,5 uur werkt, je minimaal 30 minuten aaneengesloten pauze hebt. Werken op zondag is niet toegestaan. Ouder dan 15 jaar? Dan gelden bovenstaande regels niet. Natuurlijk zal er nog steeds een ondertekende stage overeenkomst nodig zijn, maar als je ouder bent dan 15 jaar dan mag je bijna elk soort werk doen, maar geen gevaarlijk werk. Je mag bijvoorbeeld niet werken met gevaarlijke stoffen. Er zijn ook risicovolle werkzaamheden die je wel mag uitvoeren, maar dan alleen onder deskundig toezicht. Kijk maar eens op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jongeren-en-werk/vraagen-antwoord/welk-werk-mogen-jongeren-van-16-en-17-jaar-doen.html De arbeids- en rusttijden voor 14-15 jarigen gelden ook niet als je ouder bent dan 15 jaar. STAGE IN HET BUITENLAND Denk eraan dat als je een stageplek in het buitenland zoekt en vindt, er weer andere regels kunnen gelden. Overleg dat goed met het bedrijf of de instelling waar je stage gaat lopen en de school!

36 Doorn, april 2015 Betreft : ArbeidsErvaringsProject H/V 3 Geachte heer, mevrouw, Jaarlijks organiseert het Revius Lyceum Doorn een zogenaamd ArbeidsErvaring Project (AEP), voor havo en vwo leerlingen in het derde jaar. Dat is een project waarbij de leerlingen door middel van een stage ervaring op gaan doen met verschillende aspecten van arbeid en arbeidsomstandigheden. Wij hebben vernomen dat u zich bereid heeft verklaard één of meer van onze leerlingen een stageplaats aan te bieden. Hartelijk dank daarvoor! U heeft waarschijnlijk al het één en ander van de leerling over het AEP gehoord. Voor de volledigheid nog het volgende. Naast het kennismaken met een reguliere werkweek is beroepsoriëntatie een belangrijk doel van het AEP. Wij hebben de leerlingen dan ook aangemoedigd op zoek te gaan naar een stageplaats die past bij hun (beroeps)interesse en mogelijkheden. De leerlingen gaan bovendien in het AEP onderzoeken in hoeverre het bedrijf/de instelling waar zij werken met duurzaamheid bezig is. Zij hebben daarvoor inmiddels de nodige bagage op school meegekregen. Dit is uiteraard geen diepgravend onderzoek. De stages vinden van 20 tot en met 23 april plaats. Wij hopen dat de leerling kennis kan maken met uw organisatie in de volle breedte. Hoe dat eruit zal zien verschilt natuurlijk per organisatie, maar wij hopen dat de leerling zowel met uitvoerende als organisatorische- en administratieve zaken te maken krijgt. Wij vragen overigens alleen uw medewerking en verwachten beslist geen vergoeding voor de werkzaamheden van de leerling. Vanuit school zorgen wij voor begeleiding in de vorm van instructies, een opdracht voor een werkstuk, coördinatie door een docent, een stage overeenkomst en uiteraard voor een verzekering. Op vrijdag 24 april van 16.00 tot 17.00 uur presenteren alle leerlingen hun stage bevindingen op school. U bent uiteraard van harte uitgenodigd om een kijkje te komen nemen. Nogmaals hartelijk dank voor uw medewerking. Mocht u overigens nog vragen hebben dan kunt u uiteraard altijd bij ons terecht. Met vriendelijke groet, S. Youssef (s.youssef@reviusdoorn.nl) Stage coördinator

37 CO2 CO2-meter Dubbel glas Ecostroom Elektriciteit Energie Energie opwekken Energiebesparing Energielabel Energiemeter Fossiele brandstof Begrippenlijst AEP-duurzaamheid Een (broeikas)gas. CO2 is hetzelfde als kooldioxide (zie kooldioxide). Een meter die met een rood, oranje of groen lampje aangeeft of de lucht binnen fris is. Dubbel glas bestaat uit twee glasplaten met daartussen een ruimte. Bij enkelglas verdwijnt veel warmte naar buiten. Bij dubbelglas is dat niet het geval en bespaar je energie. Elektriciteit die afkomstig is van windmolens, zonne-energie, waterkracht of andere schone energiebronnen. Hetzelfde als: groene stroom (zie groene stroom). Een ander woord voor stroom. Je hebt het nodig om een apparaat aan te zetten. Heb je nodig om een apparaat aan te zetten. Zelf heb je ook energie nodig om te bewegen en denken. Door te eten krijg je stoffen binnen die je energie geven. Je hebt een bron nodig om energie te maken. Energie maken noemen we ook wel: energie opwekken. Je kunt energie opwekken door bijvoorbeeld olie of kolen te verbranden. De olie of de kolen zijn dan de energiebronnen: de bronnen waaruit je energie kunt halen. Ook zonnewarmte en wind zijn bronnen om energie mee op te wekken. Minder energie gebruiken. Bijvoorbeeld door het licht uit te doen als je een kamer verlaat. Of de computer uit te zetten als je hem niet gebruikt. Je kunt ook minder energie gebruiken door te isoleren (zie isolatie). Of door iets met de hand te doen in plaats van elektrisch. Denk bijvoorbeeld aan een gewone of een elektrische tandenborstel. Steeds meer apparaten hebben een energielabel. Het label geeft met kleurtjes en letters aan dat het apparaat zuinig omgaat met energie. Je hebt deze labels bijvoorbeeld voor auto s en wasmachines. Een energiemeter meet hoeveel energie een apparaat verbruikt. Een lampje verbruikt bijvoorbeeld 7 watt, een stofzuiger wel 2000 watt (zie watt). Kolen, gas en olie zijn fossiele brandstoffen. Het zijn eigenlijk heel oude (miljoenen jaren oude) resten van planten en dieren. Door het verbranden van fossiele brandstoffen kunnen we energie opwekken.

38 Gas Groene stroom Inhalatieapparaat Isolatie Isolatiemateriaal Klimaatverandering Kool Kooldioxide Luchten Een stof kan verschillende vormen hebben. Water kan vast (ijs) of vloeibaar zijn. Stoffen kunnen ook de vorm van gas hebben. Ze zitten dan in de lucht en zijn (bijna altijd) onzichtbaar. Soms kun je ze wel ruiken, bijvoorbeeld als je een windje laat! Elektriciteit die afkomstig is van windmolens, zonne-energie, waterkracht of andere schone energiebronnen. Hetzelfde als: ecostroom (zie ecostroom). Apparaat waarmee een astmapatiënt medicijnen inneemt. Een laagje materiaal waardoor warmte minder snel naar buiten ontsnapt. Het blijft binnen lekker warm, dus de verwarming hoeft niet hoger. Zo bespaar je energie. Je kunt bijvoorbeeld een muur isoleren met een extra laag materiaal of dubbel glas kiezen. Materiaal dat je als een extra laagje aanbrengt zodat warmte in de winter minder snel ontsnapt. In de zomer komt warmte van buiten minder gemakkelijk naar binnen. Door het broeikaseffect (zie broeikaseffect) wordt het op aarde warmer en kan het klimaat veranderen. Het kan bijvoorbeeld langer en vaker gaan regenen of juist veel te weinig regenen. Kool is een fossiele brandstof. Door het te verbranden kun je energie opwekken. Een (broeikas)gas. Kooldioxide is hetzelfde als CO2 (zie CO2). Even alle ramen en deuren in een ruimte (bijvoorbeeld het klaslokaal) helemaal openzetten om de muffe lucht te vervangen door frisse lucht. Olie Schone energie Een fossiele brandstof die uit de bodem wordt gehaald. Je kunt energie opwekken door olie te verbranden. Energie die wordt opgewekt (gemaakt) zonder dat er schadelijke broeikasgassen in de lucht komen. Voorbeelden zijn zonneenergie en windenergie.

39 Sluipverbruik Ventilatierooster Ventileren, natuurlijk Versterkt broeikaseffect Watt (W) Windenergie Zeil Een apparaat staat uit, maar de stekker zit in het stopcontact. Het lijkt alsof er geen elektriciteit wordt gebruikt. Maar ongemerkt gebruikt het apparaat toch een klein beetje stroom. Rooster in de muur of in het raam waardoor frisse lucht naar binnen kan komen. Vaak kun je zo n rooster met een schuifje openof dichtschuiven. Frisse lucht binnenlaten door een raam op een kier te zetten of een ventilatierooster open te zetten. Te veel broeikasgassen die als een deken om de aarde hangen. Hierdoor warmt de aarde te veel op en kan het klimaat veranderen. Er zijn te veel broeikasgassen doordat de mens veel fossiele brandstoffen verbrandt (zie fossiele brandstof). De elektrische energie die een apparaat verbruikt, wordt gemeten in watt. Een koffiezetapparaat verbruikt bijvoorbeeld 1100 watt (zie energiemeter). De wind wordt gebruikt als energiebron, dus om energie op te wekken. De wind zet een molen in beweging en zo wordt energie opgewekt. Een soort vloerbedekking van kunststof. Zonneboiler Zonne-energie Zonwering Een apparaat met buizen voor op het dak. Door de buizen loopt water dat de zon opwarmt. Het warme water wordt bewaard in een vat om in huis te gebruiken. Bijvoorbeeld voor een warme douche. Warmte van de zon wordt via een zonnepaneel omgezet in energie. Iets om de zon buiten te houden. Bijvoorbeeld: een zonnescherm, (rol)gordijn, luxaflex of screens.