Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2015

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2013

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwijck Maastricht 2009

PROCEDURE V.3 NOV 2016

PROCEDURE AUDITS. Inleiding. Werkwijze. Afspraken en rapportage. Afwijkingen en tekortkomingen

PROCEDURE INRICHTING KERNENERGIE WET DOSSIER

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwijck Maastricht 2008

PROCEDURE V.2 DEC 2016

PROCEDURE V.2 SEP 2018

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2012

PROCEDURE V.3 OKT 2016

Stralingsbescherming. Datum 6 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit:

1. Inleiding. 2. Individuele toestemming. Nummer: V&Msv , versie 2 Datum invoering: Datum laatste wijziging:

Jaarverslag stralingshygiëne Randwyck 2018

PROCEDURE V.2 SEP 2018

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3. Kernenergiewetgeving deel 1

Procedure classificatie en eisen aan werknemers. Doel. Toepassingsgebied. Definities. Inhoud

Regeling stralingshygiëne Randwyck

Regeling Stralingsbescherming voor de Technische Universiteit Eindhoven

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

REGELI NG STRALI NGSHYGI ËNE RANDWI JCK

Medische blootstellingen

Stralingsveiligheid niveau 5

REGELING VERWERKEN EN AFVOEREN VAN RADIOACTIEF AFVAL

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

RICHTLIJN ZWANGERSCHAP EN IONISERENDE STRALING

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralin gsbesch erm ing

PROCEDURE V1. APR 2017

Medische stralingstoepassingen en -stralingsbescherming

Rapportage inspectieproject A641 en A719. Inspecties bij KEW Complexvergunninghouders door Arbeidsinspectie en VROM-Inspectie regio Zuid-West

BESCHRIJVING PROCEDURE

Regeling Stralingsbescherming voor de instelling Universiteit Twente

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

BEVOEGDHEID EN BEKWAAMHEID RADIOLOGISCHE

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Reglement privacybescherming persoonsgegevens NDRIS

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire. Veiligheid en. Stralingsbescherming. Datum 23 oktober 2018 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Verleend door: Besluit:

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer.

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Competenties en Beheer Coördinerend deskundige Ethiek / gedragscode / organisaties

Regeling persoonlijke stralingsdosimetrie Universiteit Leiden

Stralingsbescherming van de patiënt in de nucleaire geneeskunde

Wijzigingen met betrekking tot opleidingen. Barbara Godthelp (ANVS)

BESCHRIJVING PROCEDURE

Reglement privacybescherming

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN DE TWEEDE LIJN B.V., VOOR. 1. Het besluit AANTEKENEN

Autoriteit Nucleaire

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ronde tafel 28/09/2017: aanpassing reglementair kader medische blootstellingen. Kadering en basisprincipes van het project Medische blootstellingen

Ronde tafel 28/09/2017: aanpassing reglementair kader medische blootstellingen. Verantwoordelijkheden

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Reglement privacybescherming persoonsgegevens NDRIS (NRG-Arnhem)

St. Lucas Ziekenhuis Winschoten

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

1. Het besluit. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Postbus DD HOUTEN T

Competenties en Beheer Niveau 3 Organisaties / gedragscode

voor toezichthoudend stralingsdeskundigen Titel: Voorwaarden voor vrijgave van een radiologische ruimte 1

Stralingsbescherming. Datum 28 juni 2019 Betreft Kernenergiewet vergunning. Verleend door: Besluit:

Universiteit Hasselt School of Expert Education Stralingsbescherming voor verpleegkundigen en paramedici Academiejaar

Competenties SB deskundige als SB deskundige Ethiek / gedragscode / organisaties Toezichthouder Stralingsbescherming beheer

Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg

Schiedamsedijk EN ROTTERDAM T Postbus.Aanvragenenmeiden 8anvs.ni. 1. Het besluit

Harold Sanders. Regelgeving medische toepassing röntgenapparatuur. 1 Kernenergiewet (1963, 1993)

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Het is tijd voor een evaluatie van het opleidingstelsel voor stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

REGELI NG STRALI NGSHYGI ËNE RANDWI JCK

Projectverslag A533 Inspectie Kernenergiewet 2002 Dierenartsen

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

1. Het besluit. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Stralingsbescherming. Datum 5 april 2019 Betreft Kernenergiewet vergunning. Verleend door: Besluit:

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Stralingsbescherming. Datum 11januari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Verleend door: Besluit:

1. Het besluit. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming AANTEKENEN. Directie Philips Electronics Nederland BV.

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. 1. Het besluit AANTEKENEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Arbo- en Milieudienst. Wetgeving en de ondernemer in de gezondheidszorg

Autoriteit Nucleaire. Veiligheid en. Stralingsbescherming. Datum 15 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit: Verleend door:

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

REGELI NG STRALI RANDWIJCK NGSHYGI ËNE RANDWI JCK

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

1. Het besluit. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland AANTEKENEN

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) Continu veiliger

Datum 16 september 2013 Onderwerp V62008 Verslag inspectiebezoek Convenant Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis

ANVS Stralingsbescherming Aanvragen en Melden Bezuidenhoutseweg 67 NedZink BV. Postbus BA Dan Haag

CURRICULUM. Stralingsbescherming en dosimetrie 2012 versie 4

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

ANVS Stralingsbescherming Aanvragen en Melden Bezuidenhoutseweg 67 Dierenkliniek de Rashof BV. Postbus BA Den Haag

Transcriptie:

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014

Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Redactie: P.L.J. Kempers, algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwyck H.W.H. Huyten-Erkens, stralingsdeskundige SBE Randwyck A.W. Houben, stralingsdeskundige SBE Randwyck Mei 2015 Foto cover: Hoeg Brögk- Hoge Brug te Maastricht (website azm)

Inhoudsopgave 1. Voorwoord... 5 2. Inleiding... 6 3. Stralingsbeschermingsorganisatie... 7 3.1 Algemeen... 7 3.2 Stralingsbeschermingseenheid... 9 3.2.1 Taken en bevoegdheden... 9 3.2.2 Personele samenstelling... 9 3.3 Coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen... 10 3.4 Stralingshygiënische commissies... 10 3.4.1 Medische commissies... 10 3.4.2 Commissie van lokaal stralingsdeskundigen... 11 3.4.3 Stralingsoverleg Randwyck... 12 3.4.4 Afdelingsoverleg straling... 12 4. Schriftelijk Interne Toestemmingen/Goedkeuringen... 13 4.1 Schriftelijk Interne Toestemmingen... 13 4.2 Schriftelijk Interne Goedkeuringen... 14 4.2.1 Beoordeling medisch ethisch onderzoek... 14 4.2.2 SIG s voor medisch wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen... 15 4.2.3 Beoordeling pre-klinisch onderzoek... 16 4.2.4 SIG s voor pre-klinische studies... 16 5. Dosimetrie... 18 5.1 Persoonsdosimetrie in de Randwyck-instellingen... 18 5.1.1 Aantallen blootgestelde werkers en collectieve dosis... 18 5.1.2 Blootstelling opgedeeld in dosiscategorieën... 19 5.2 Persoonsdosimetrie in het azm... 21 5.2.1 A-werkers... 22 5.3 Initiatieven en maatregelen in het kader van stralingshygiënische zorg en ALARA. 23 5.3.1 Initiatieven en maatregelen bij afdeling Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie en Vaatchirurgie binnen het azm... 23 5.3.2 Algemene initiatieven en maatregelen... 23 6. Algemene voorwaarden Complexvergunning: radioactieve stoffen en bronnen, toestellen... 26 6.1 Paragraaf A.1: Ingekochte open radioactieve stoffen... 27 6.2 Paragraaf A.2: Indeling radionuclidenlaboratoria... 27 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 3 van 47

6.3 Paragraaf A.3: Uranylzouten... 27 6.4 Paragraaf A.4: Richtgetallen medische diagnostiek/therapie... 27 6.5 Paragraaf A.5: Ingekapselde bronnen voor brachytherapy... 27 6.6 Paragraaf A.6: Bestralen bloed-, en bloedproducten... 28 6.7 Paragraaf A.7: Ingekapselde bronnen voor ijk- en referentiedoeleinden... 28 6.8 Paragraaf A.8: Besmettingscontroles... 29 6.9 Paragraaf A.9: Bewerking/ verwerking van radioactieve (afval)-stoffen... 29 6.10 Paragraaf A10-A11: Emissie naar water en lucht... 29 6.11 Paragraaf B: Toestellen... 30 7. Emissies, erfgrensbelasting en radioactief afval... 31 7.1 Emissies naar water en lucht... 31 7.2 Erfgrensbelasting... 31 7.3 Radioactief afval... 35 8. Inspecties en audits... 37 8.1 Externe Inspecties... 37 8.2 Interne audits... 37 8.3 Controles en metingen... 41 8.3.1 Controle van apparatuur... 41 8.3.2 Besmettingscontroles... 42 8.3.3 Controles van ingekapselde bronnen... 43 9. Voorlichting en onderricht... 44 9.1 Erkende stralingshygiënische opleidingen georganiseerd binnen de Complexvergunning Randwyck... 44 9.2 Voorlichting en instructie binnen de Complexvergunning Randwyck... 44 9.3 Door medewerkers gevolgde opleidingen... 45 9.4 Bij- en nascholing stralingsdeskundigen... 45 10. Incidenten en Ongevallen... 46 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 4 van 47

1. Voorwoord Voor u ligt het stralingshygiënisch jaarverslag Randwyck 2014 betreffende de toepassingen van ioniserende straling en de daaraan gekoppelde stralingshygiënische zorg bij het academisch ziekenhuis Maastricht (azm), de Universiteit Maastricht (UM), Maastricht Radiation Oncology (Maastro), Sanquin Bloedbank Zuidoost Nederland en BioPartner Center Maastricht (BPCM), allen participerend in de complexvergunning Randwyck. Voor de Stralingbeschermingseenheid Randwyck (SBE)was 2014 een jaar met veel uitdagingen. De spreuk Luctor et Emergo vat de situatie het beste samen. Na deze worsteling heeft de eenheid zijn balans weer gevonden. Alle opgedane ervaringen dragen bij aan een goede toekomstvisie met een duidelijk en eenduidig beleid. Aangetoond is dat de formatieve omvang te beperkt is. In 2015 zal deze constatering leiden tot aanpassing van de formatie. Met dit jaarverslag wordt, in overeenstemming met de Complexvergunning Randwyck, invulling gegeven aan de verplichting voor de algemeen coördinerend stralingsdeskundige om jaarlijks aan de vergunninghouders en de Ministeries te rapporteren over de werkzaamheden op het gebied van de stralingsbescherming binnen het complex Randwyck te Maastricht. Het jaarverslag is tot stand gekomen onder redactie van de Stralingsbeschermingseenheid Randwyck. De gegevens zijn onder andere afkomstig van de jaarrapportages van de lokaal stralingsdeskundigen. Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend. Het jaarverslag inclusief de bijlagen wordt verzonden aan de besturen van de instellingen, de coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen en de overheidsinstellingen. Het jaarverslag exclusief de bijlagen wordt verstrekt aan de overige interne en externe gremia. De bijlagen zijn op te vragen bij de Stralingsbeschermingseenheid. Het jaarverslag is tevens te raadplegen op de website van de afdeling CRISP: http://www.crispmaastricht.nl Ing. P.L.J. Kempers Algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwyck Mei 2015 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 5 van 47

2. Inleiding Aan de locatie Randwyck is een gezamenlijke Complexvergunning verleend voor Academisch Ziekenhuis Maastricht, Universiteit Maastricht, Maastro Clinic, Sanquin Bloedbank Zuidoost Nederland en BioPartner Center Maastricht BV. In 2014 is de Complexvergunning niet gewijzigd. Vanaf 2015 zal, conform afspraak met ANVS, een compleet nieuwe vergunning aangevraagd worden. Met dit verslag wordt uitvoering gegeven aan de rapportagevoorschriften, hoofdstuk XI onderdeel D van de vigerende Complexvergunning met kenmerk 2013/0959-05 d.d. 26 september 2013. Volgens het vergunningsvoorschrift dient het jaarverslag inzicht te geven in de activiteiten in het kader van de stralingsbescherming en van de resultaten daarvan. In de volgende hoofdstukken zal deze gewenste informatie per aandachtsgebied uitvoerig uiteen worden gezet. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 6 van 47

3. Stralingsbeschermingsorganisatie 3.1 Algemeen Toepassingen van ioniserende straling uitzendende bronnen en toestellen binnen de instellingen op het terrein Randwyck vinden sinds 1997 plaats onder de voorwaarden van één gemeenschappelijke Complexvergunning. De centrale stralingsbeschermingstaken zijn, in overeenstemming met de verplichting uit het Besluit Stralingsbescherming, ondergebracht bij de Stralingsbeschermingseenheid (SBE). De SBE vervult haar taken voor de partners van de Complexvergunning vanuit het stafdirectoraat CRISP (Center for Research Innovation, Support and Policy) van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht. De Complexvergunning vereist een SBE die ten minste bestaat uit een algemeen coördinerend stralingsdeskundige en twee stralingsdeskundigen die door hem worden aangestuurd. Aan deze eis is invulling gegeven; de totale formatie voor de SBE bedraagt 2.1 fte, verdeeld over 3 personen (zie tabel 1A). De taken en bevoegdheden van de SBE-medewerkers én hun onafhankelijke positie, los van de toepassingen, zijn geformaliseerd in mandaten, afgegeven door de besturen van alle deelnemende instellingen. De aan de vergunning deelnemende rechtspersonen zijn ieder verantwoordelijk voor de toepassing van ioniserende straling binnen hun instelling, maar stemmen de stralingshygiënische zorg en het beleid op elkaar af binnen de Afstemmingscommissie Randwyck, in overeenstemming met het convenant en de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. De beheers verantwoordelijkheid voor stralingsbronnen en toepassingen en de stralingshygiënische zorg op werkplekniveau is ondergebracht in de lijnorganisaties van de instellingen, waar de respectievelijke besturen coördinerend- en lokaal stralingsdeskundigen hebben aangesteld en schriftelijk gemandateerd voor deze taken. Ter ondersteuning en afstemming van de stralingshygiënische zorg op instellings- dan wel afdelingsniveau, zijn er per locatie en/of verantwoordelijke beheerseenheid commissies stralingshygiëne ingesteld. Voor de medische afdeling zijn de commissies ingericht conform de verplichting in het GHI-bulletin Verantwoordelijkheidsstructuur Stralingsbescherming, oktober 1994. Een overzicht van de genoemde functionarissen en commissies is opgenomen als bijlage A en B van dit verslag. Tabel 1 toont het aantal benoemde deskundigen en de aan de functies toegekende formatie. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 7 van 47

Tabel 1A: Formatieve invulling van SBE Randwyck ten behoeve van de stralingshygiënische zorg binnen de Complexvergunning Randwyck per 31.12.2014 Instelling/ afdeling Centraal deskundigen Opleidingsniveau Formatieve omvang (fte) Alg. Coörd. deskundige/ Hoofd SBE Centraal stralingsdeskundige Centraal stralingsdeskundige 1 1 1 2 2 3 1.0 0.7 0.4 Secretariële ondersteuning Totaal SBE 2.1 Tabel 1B: Formatieve invulling ten behoeve van de stralingshygiënische zorg binnen de Complexvergunning Randwyck per 31.12.2014 Instelling/ afdeling Coörd. / lokaal toezichthoudend deskundigen Opleidings niveau Formatieve omvang (fte) azm Coördinerend deskundige radioactieve 1 3 p.m. 1 stoffen en bronnen Coördinerend deskundige 1 3 p.m. röntgentoestellen Lokaal deskundige Nucleaire 1 3 0.75 Geneeskunde incl. nuclidentherapie Lokaal deskundige Radiologie, 1 3 1.0 Hartfunctie, Kaakchirurgie Overige afdelingen 3 3 p.m. Maastro Clinic Coördinerend stralingsdeskundige 1 3 0.2 Lokaal deskundigen Radiotherapie en 3 3/ 4a p.m. simulatie UM Coördinerend stralingsdeskundige 1 3 0.2 RNL: Toezicht en beheer 2 3 1.05 Overige afdelingen 9 3 / 4 / 5 p.m. Sanquin Bloedbank Lokaal stralingsdeskundige 1 5 p.m. Biopartner Center Maastricht Lokaal stralingsdeskundige 1 5 p.m. Totaal bij de instellingen 3.2 + p.m. Buiten de formatie voor deskundigen, zoals genoemd in de tabel, is er nog 0.2 fte aan secretariële ondersteuning ten behoeve van de SBE beschikbaar, alsmede 0.4 fte aan formatie voor een medewerker die belast is met het afvalbeheer. 1 p.m.: geen vaste formatie, de betreffende deskundigen voeren deze taak uit als onderdeel van hun reguliere werkzaamheden Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 8 van 47

3.2 Stralingsbeschermingseenheid 3.2.1 Taken en bevoegdheden 2 De stralingsbeschermingseenheid ondersteunt bij het implementeren van de regelgeving en ziet toe op de naleving van intern afgegeven toestemmingen passend binnen de kaders van de Complexvergunning. De werkzaamheden van de SBE omvat een aantal hoofdtaken, namelijk: het formuleren, coördineren en implementeren van stralingshygiënisch beleid binnen de locatie Randwyck; het beoordelen en toetsen van de aanvragen, inclusief de risicoanalyses, voor interne toestemmingen; het namens de besturen verlenen en intrekken van interne toestemmingen en interne goedkeuringen; het adviseren binnen het systeem van interne toestemmingen aan de bestuurders; het bewaken van de afstemming tussen de instellingen; het er op toezien, dat de coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen op afdelingen voldoen aan de deskundigheidscriteria; het beheer van het overzicht van alle activiteiten op stralingshygiënisch gebied (KeW-dossier); het periodiek toetsen op kwaliteitsborging en implementatie van maatregelen in het kader van de naleving van de voorschriften verbonden aan de interne toestemming en de Complexvergunning; het bewaken van en bijdragen aan de kwaliteit van al dan niet erkend onderwijs, voorlichting en instructie aan blootgestelde en niet-blootgestelde medewerkers; het bewaken van de deskundigheid van blootgestelde werkers. De SBE-medewerkers waren in 2014 onveranderd gehuisvest in de locatie Universiteitssingel 50 van de Universiteit Maastricht. 3.2.2 Personele samenstelling De personele samenstelling van de SBE in 2014 was als volgt: Ing. P. Kempers, algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwyck en hoofd SBE, deskundigheidsniveau 2; Ing. H. Huyten-Erkens, stralingsdeskundige SBE en plaatsvervangend algemeen coördinerend stralingsdeskundige, deskundigheidsniveau 2; Ir. A. Houben, stralingsdeskundige SBE, deskundigheidsniveau 3. De algemeen coördinerend stralingsdeskundige is in het verslagjaar als gevolg van ziekte langdurig afwezig geweest. Zijn taken zijn gedurende die periode waargenomen door zijn (gemandateerd) plaatsvervanger. Aanvullend is extra mankracht ingehuurd, intern dan wel extern, om te blijven voldoen aan de vergunningseis. Deze insteek is ook gevolgd tijdens de afwezigheid in het kader van ziekte en zwangerschap van de twee andere SBE-leden. De functie van algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de 2 De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de stralingsbeschermingseenheid (SBE) staan beschreven in de Regeling Stralingshygiëne Randwyck. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 9 van 47

minimale bezetting van 3 personen van de SBE is in 2014 op enkele kortdurende uitzonderingen na, geborgd geweest. Tijdens dit turbulente jaar is op enige vlakken een werkachterstand ontstaan. Op het moment van het schrijven van dit verslag worden de mogelijkheden tot structurele formatie-uitbreiding van de SBE nader ingevuld om de continuïteit van de werkzaamheden te kunnen blijven borgen en het afbreukrisico te beperken. 3.3 Coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen Zoals uiteengezet in paragraaf 3.1 van dit hoofdstuk, zijn er bij de instellingen deelnemend aan de Complexvergunning Randwyck coördinerend (CSD) en lokaal stralingsdeskundigen (LSD) aangesteld ten behoeve van stralingshygiënisch toezicht in de lijn. Coördinerend stralingsdeskundigen zijn verantwoordelijk voor de stralingshygiëne binnen hun organisatie-eenheid of instelling en dragen tevens zorg voor de afstemming van de werkzaamheden van lokaal stralingsdeskundigen die hier deel van uitmaken. Het betreft een totaal van 4 coördinerend deskundigen die werkzaam zijn binnen het azm (Nucleaire Geneeskunde en Radiologie), Maastro Clinic en de UM. Voor het azm en Maastro Clinic fungeren de coördinerend deskundigen tevens als voorzitter van de medische commissie voor hun discipline. Bij de instellingen Biopartner Center en Sanquin Bloedvoorzieningen was het aanstellen van coördinerend deskundigen tot op heden niet zinvol gezien het zeer beperkte aantal toepassingen: beide instellingen hebben slechts één toepassing van ioniserende straling waarvoor in beide gevallen een lokaal deskundige is aangesteld. Naast de 4 genoemde coördinerend deskundigen waren er in 2014 ruim 20 lokaal deskundigen belast met het dagelijks toezicht op toepassingen van ioniserende straling binnen afdelingen of productie-eenheden (zie Bijlage A). In het azm is de voorgenomen organisatiewijziging, waarin de stralingshygiënische zorg voor de beeldvormende specialismen gecentraliseerd zal worden, verder voorbereid. Men heeft een afdeling voor ogen, waarin taken van lokaal stralingsdeskundigen en activiteiten die worden ontplooid vanuit het dosimetriecentrum worden gebundeld. Het doel is om functionarissen breed te kunnen inzetten en te kunnen profiteren van synergie in uitvoering van taken. Deze groep zal worden aangestuurd door klinisch fysici, die de positie van coördinerend stralingsdeskundige zullen gaan bekleden. De huidige coördinerende deskundigen, zijnde de afdelingshoofden van de specialismen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, zullen het voorzitterschap van de medische stralingscommissies blijven voeren. De organisatiewijziging zal naar verwachting worden gekoppeld aan de fusie tussen de afdeling Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, tot één afdeling Beeldvorming. 3.4 Stralingshygiënische commissies 3.4.1 Medische commissies Conform de wettelijke verplichting in het GHI-bulletin uit 1994 zijn er binnen de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Radiologie (beide azm) en binnen Maastro Clinic (Radiotherapie) commissies ingericht welke specifiek zijn gericht op de stralingshygiëne Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 10 van 47

van de patiënt. De coördinerend stralingsdeskundigen van het azm en Maastro Clinic zitten deze commissies voor. De algemeen coördinerend stralingsdeskundige en/of diens plaatsvervanger neemt als adviseur deel aan alle commissies. Vaste agendapunten van deze commissies zijn: schriftelijk interne toestemmingen: voorwaarden, toepassingsgebied en actualiteit; voortgang van actiepunten en maatregelen komend uit stralingshygiënische audits; onvoorziene gebeurtenissen en incidenten en de melding en opvolging daarvan; nieuwe ontwikkelingen en toepassingen; optimalisatie van werkzaamheden; persoonsdosimetrie en eventuele additionele dosimetrische metingen; scholing, instructie en voorlichting van werknemers; voorlichting van patiënten; procedures en organisatorische maatregelen; administratieve processen; beveiliging (security) van toepassingen en data; wettelijke verplichtingen, logistiek en organisatie rondom de aanschaf van radiofarmaca en röntgentoestellen; biomedisch onderzoek met proefpersonen; initiatieven ter bevordering van de stralingshygiëne; verbouwingen en technische aanpassingen. Alle genoemde commissies komen minimaal 4 maal per jaar bijeen; van de vergaderingen worden verslagen gemaakt die onderdeel uit maken van het lokale KeWdossier. 3.4.2 Commissie van lokaal stralingsdeskundigen Alle lokaal stralingsdeskundigen die werkzaam zijn binnen de instellingen die deelnemen aan de Complexvergunning, overleggen jaarlijks met elkaar in het kader van afstemming en uitwisseling van kennis en ervaring. De bijeenkomsten hebben een thematisch karakter, en vaak ook de functie van een bij- of nascholing. De algemeen coördinerend stralingsdeskundige treedt op als voorzitter. De stralingsdeskundige van de afdeling Radiologie voert het secretariaat. In het verslagjaar is er door gebrek aan mankracht bij de SBE geen bijeenkomst van lokaal deskundigen georganiseerd. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 11 van 47

3.4.3 Stralingsoverleg Randwyck Tweemaandelijks vindt er onder voorzitterschap van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige een overleg plaats met de lokaal deskundigen van de afdelingen waar het zwaartepunt van de toepassingen ligt (Nucleaire Geneeskunde en Radiologie azm, Radionuclidenlaboratoria UM, Maastro Clinic). Hier wordt met name gesproken over de praktische invulling van onderwerpen die de afdelingen overstijgen en waarvoor gezamenlijk afspraken moeten worden gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn: transporten tussen afdelingen inkoop van radioactieve stoffen instructie en voorlichting van diverse doelgroepen incidenten en calamiteiten stralingshygiënisch onderwijs dosimetrie. 3.4.4 Afdelingsoverleg straling Maandelijks vindt er overleg plaats tussen de SBE en de afdelingen: Nucleaire Geneeskunde Radiologie Radionuclidenlaboratoria. Tijdens dit overleg ligt de focus op de stralingshygiëne en de daaraan gerelateerde processen binnen de afdeling. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 12 van 47

4. Schriftelijk Interne Toestemmingen/Goedkeuringen 4.1 Schriftelijk Interne Toestemmingen De algemeen coördinerend stralingsdeskundige verleent conform de verplichting in de Complexvergunning en het Besluit Stralingsbescherming, schriftelijk interne toestemmingen (SIT) voor handelingen met ioniserende straling uitzendende bronnen en toestellen. In tabel 2 worden de verleende SIT s gespecificeerd naar instelling. In 2014 zijn 50 verschillende toepassingen binnen de instellingen, participerend in de Complexvergunning Randwyck, vergund. Op dit moment zijn meerdere SIT s in revisie. Veel aandacht is hierbij besteed bij het opstellen van de risicoanalyses volgens de Leidraad risicoanalyse stralingstoepassingen van het RIVM alsook de Aanbevelingen risico-inventarisatie en analyse van de stralingshygiëne voor radiologische verrichtingen in het ziekenhuis van de NVKF. De naleving en actualiteit van de verleende Schriftelijk Interne Toestemmingen en indien van toepassing, de kwaliteit van de lokaal afgegeven toestemmingen, worden jaarlijks getoetst. Daartoe worden door of onder verantwoordelijkheid van de algemeen coördinerend deskundige audits afgenomen. Wanneer tijdens een audit blijkt dat de uitgangspunten van een afgegeven SIT gewijzigd zijn, wordt de SIT zo spoedig mogelijk hierop aangepast. In hoofdstuk 8 worden de bevindingen van deze audits nader gespecificeerd. Tabel 2: Schriftelijk interne toestemmingen per instelling in 2014 Instelling Verleende SIT s op 01-01-2014 azm 24 UM 13 Maastro 11 Sanquin 1 BPCM 1 Totaal 50 De afdeling Radionuclidenlaboratoria van de UM is een centrale onderzoeksvoorziening waarvan onderzoekers binnen de universitaire faculteiten, maar ook van de andere partnerinstellingen, gebruik kunnen maken voor het uitvoeren van research met bronnen van ioniserende straling. Om de grote verscheidenheid aan onderzoeksprojecten overzichtelijk en beheersbaar te houden, hanteert deze afdeling een systeem van lokaal interne toestemmingen (LIT) binnen de door de algemeen stralingsdeskundige verleende SIT s. Deze LIT s zijn eveneens gebaseerd op gedetailleerde risicoberekeningen, waarmee wordt geborgd dat de blootstelling en categorie-indeling van werknemers beheersbaar blijft. Tevens worden hiermee de gelijktijdig toegepaste hoeveelheden activiteit en de belastingfactoren van de ruimten binnen het areaal gecontroleerd en beheerst. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 13 van 47

4.2 Schriftelijk Interne Goedkeuringen 4.2.1 Beoordeling medisch ethisch onderzoek Biomedisch onderzoek waarbij ioniserende straling wordt toegediend aan patiënten of vrijwilligers, wordt formeel beoordeeld door de stralingsbeschermingseenheid. De beoordeling bestaat uit een afweging over de rechtvaardigheid van het gebruik van ioniserende straling in studies met proefpersonen, toezicht op het optimaliseren van protocollen wat betreft stralingsbelasting en een juiste voorlichting van de proefpersoon over de risico s met betrekking tot het gebruik van ioniserende straling. Toetsing van onderzoek bij proefpersonen vindt plaats conform de wet medisch wetenschappelijk onderzoek bij mensen (WMWO) en de Nederlandse Kernenergiewet. Als aanvulling hierop is in de lokale Kernenergiewet-vergunning vastgelegd dat bij blootstelling van proefpersonen aan ioniserende straling, gehandeld moet worden overeenkomstig de aanbevelingen van ICRP-62. Tevens wordt bekeken of onderzoeken passen binnen de Schriftelijk Interne Toestemmingen die zijn afgegeven aan de afdelingen waar het onderzoek plaatsvindt. De voorwaarden verbonden aan de beoordeling van biomedisch onderzoek bij proefpersonen zijn: Rechtvaardiging; ALARA (As Low As Reasonably Achievable) ; Stralingsdosis; Maatschappelijk belang van het onderzoek, toetsing aan richtlijnen ICRP 62; Registratie in centraal kernenergiewet dossier. Bij positief oordeel van de stralingsbeschermingseenheid wordt de goedkeuring van het onderzoek geformaliseerd door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige in een Schriftelijk Interne Goedkeuring (SIG). Onderzoeken kunnen pas doorgang vinden na de goedkeuring van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige, een positief oordeel van de Medisch Ethische Commissie en toestemming van de Raad van Bestuur. In de praktijk is gebleken dat toetsing aan ICRP 62, specifiek als het gaat om de dosis die door proefpersonen mag worden ontvangen, niet eenvoudig is: recente ontwikkelingen in onderzoekstechnieken als PET-CT, SPECT-CT, PET-MRI, en een toenemend gebruik van CT in het algemeen, hebben vaak een hogere dosis tot gevolg dan de doses die in het kader van onderzoeken als aanvaardbaar (en haalbaar!) werden geacht ten tijde van de publicatie van ICRP-62. Bij de beoordeling van biomedische studies wordt om deze reden, veel aandacht besteed aan maatregelen in het kader van ALARA en gedegen voorlichting van patiënten en vrijwilligers. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 14 van 47

4.2.2 SIG s voor medisch wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen In 2014 zijn in totaal 56 goedkeuringen verleend voor studies met proefpersonen waarbij ioniserende straling wordt toegepast, waarvan 47 studies aangevraagd zijn door het azm en 9 door de UM. Binnen het azm zijn 11 verschillende afdelingen verantwoordelijk voor het aanvragen van 47 goedkeuringen voor onderzoek met proefpersonen. Een totaal van 9 goedkeuringen werd verleend binnen de UM. Een overzicht van de verleende goedkeuringen per instelling en afdeling wordt weergegeven in Tabel 3. Tevens wordt in deze tabel de risicocategorie, volgens ICRP-62, weergegeven. Tabel 3 Verleende goedkeuringen voor studies met proefpersonen waarbij ioniserende straling gebruikt wordt, ingedeeld naar aanvragende afdeling. De risicocategorie, volgens ICRP-62 staat in de laatste kolom. Instelling Aanvragende afdeling Aantal studies Risicocategorie (ICRP- 62) azm Medische Oncologie 17 IIb-III Interne Geneeskunde 5 I-III Pulmonologie 8 I-III Radiologie 3 IIb MDL 3 I-IIb Gynaecologie 3 I-III Orthopedie 3 I-IIb Cardiologie 2 IIb-III Chirurgie 1 IIb Nucleaire Geneeskunde 1 IIb Reumatologie 1 IIb 47 UM Humane Biologie 5 I-IIb Bewegingswetenschappen 4 I-IIa 9 Totaal 56 Zoals reeds aangegeven in de introductie van dit hoofdstuk, wordt de stralingsbelasting voor de proefpersoon steeds hoger door toenemend gebruik van beeldvormende technieken binnen de kaders van deze onderzoeken. Door ontwikkeling van deze beeldvormende technieken wordt diens bijdrage in het meten van een respons op een experimentele behandeling steeds vaker ingezet. De risicocategorieën, zoals opgesteld in ICRP-62, zijn (nog) niet aangepast aan de huidige stand der techniek in wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen. Veel onderzoeken worden om deze reden, volgens ICRP-62, ingedeeld in risicocategorie III. Zie tabel 3. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 15 van 47

4.2.3 Beoordeling pre-klinisch onderzoek Dierproeven met blootstelling van dieren aan radioactieve stoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen mogen alleen worden uitgevoerd na afgifte van een interne goedkeuring door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. De uitgangspunten van rechtvaardiging en ALARA worden hierin expliciet uitgewerkt. Een gedegen beschrijving van de doelstellingen en de getroffen maatregelen om het aantal proefdieren te beperken maken hier onderdeel van uit. De stralingsdosis van proefdieren mag niet groter zijn dan noodzakelijk voor het experiment. Blootstelling van proefdieren aan ioniserende straling uitzendende toestellen mag uitsluitend worden uitgevoerd door deskundige blootgestelde werknemers. Voorwaarden zijn daarnaast dat men toegelaten art. 12 functionaris is en dat toestemming is gegeven voor de uitvoering van dierproeven door de Dierexperimentele Commissie en de lokaal deskundige van de afdeling waar de experimenten uitgevoerd zullen worden. 4.2.4 SIG s voor pre-klinische studies In 2014 zijn 32 goedkeuringen afgegeven voor het uitvoeren van pre-klinische wetenschappelijke studies waarbij ioniserende straling gebruikt wordt. Dit aantal is stabiel gebleven in de afgelopen twee jaren. Zoals te zien in tabel 4, zijn vanuit het azm zijn 8 aanvragen voor pre-klinische studies waarbij ioniserende straling gebruikt wordt, goedgekeurd vanuit de SBE. Vanuit de UM zijn dit er 13; vanuit Maastro 11. Tabel 4: Verleende goedkeuringen voor pre-klinische studies, waarbij ioniserende straling gebruikt wordt, ingedeeld naar aanvragende afdeling per instelling. Instelling Aanvragende afdeling Aantal studies azm Algemene Heelkunde 1 Cardiologie 1 Pathologie 3 Nucleaire Geneeskunde 2 Kindergeneeskunde 1 8 UM Neuropsychologie 1 Interne Geneeskunde 2 Pathologie 1 Fysiologie 5 Pulmonologie 2 Biochemie 1 Cardiologie 1 13 Maastro 11 Totaal: 32 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 16 van 47

De hoeveelheid aanvragen voor het gebruik van ioniserende straling in pre-klinisch onderzoek is lager dan een vijftal jaren geleden. De verklaring hiervoor ligt grotendeels in het feit dat veel onderzoekers hun onderzoeksaanvraag zodanig opstellen dat de verschillende micro-imaging technieken gebundeld worden. Het aantal aanvragen daalt hierdoor, terwijl de onderzoeken vaak complexer van aard worden. Binnen de afdeling RadioNuclidenLaboratoria, waar het merendeel van deze pre-klinische aanvragen worden uitgevoerd, is het gevolg hiervan dat de risicoanalyses uitgebreider worden. Meer en beter overleg tussen beheerder en onderzoeker is hierbij wenselijk. Hier wordt op deze manier dan ook invulling aan gegeven. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 17 van 47

5. Dosimetrie 5.1 Persoonsdosimetrie in de Randwyck-instellingen 5.1.1 Aantallen blootgestelde werkers en collectieve dosis In de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 zijn er binnen de instellingen deelnemend aan de Complexvergunning Randwyck een totaal van 713 werknemers geregistreerd die potentieel worden blootgesteld aan ioniserende straling. Hun collectieve dosis, geregistreerd met thermoluminescente dosismeters (TLD) van de dosimetriedienst NRG in Petten, bedroeg 273 millimansievert. De procentuele verdeling van deze potentieel blootgestelde werknemers over de vergunningspartners én de corresponderende verdeling van geregistreerde collectieve dosis, zijn weergegeven in figuur 1. In tabel 5 worden dezelfde gegevens kwantitatief gepresenteerd, waarbij de vergelijking wordt gemaakt met data van de twee voorgaande jaren. Figuur 1: Procentuele verdeling van blootgestelde medewerkers en hun collectieve dosis gespecificeerd per instelling in het kalenderjaar 2014. Tabel 5: Overzicht blootgestelde werknemers en collectieve dosis per instelling in de periode 2012 t/m 2014 Instelling Aantal blootgestelde werknemers Collectieve dosis [mman-sievert] 2014 2013 2012 2014 2013 2012 azm 469 423 416 272,0 249,0 288,0 Maastro 162 95 97 0,4 1,0 1,3 UM 80 73 74 0,4 3,0 5,6 BPCM 2 2 2 0,0 0,0 0,0 Totaal 713 593 589 272,8 252,0 295,0 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 18 van 47

Figuur 1 toont aan dat het azm 66% van alle badges in gebruik heeft, waarbij nagenoeg 100% van de totaal ontvangen dosis binnen alle instellingen over 2014, geregistreerd is. Dit betekent impliciet dat de resterende 34% van alle blootgestelde medewerkers weinig tot geen dosis geregistreerd zien op hun badges. De verdeling in dosis binnen verschillende afdelingen in het azm, wordt in paragraaf 5.2 en tabel 7 nader toegelicht. Tabel 5 laat een toename zien in het totaal aantal blootgestelde werknemers in 2014 (713) ten opzichte van de 2 voorafgaande jaren. Deze toename is het grootst binnen het azm en Maastro. In beide instellingen zijn aanpassingen geweest op afdelingsniveau. Zo zijn abonnementen dosimetrie verstrekt aan het verplegend personeel van de 131-I therapie-afdeling in het azm, na een periode waarin gebruik werd gemaakt van EPD s. Deze maatregel is passend bij de omvang van de toepassing en de daarvoor gestelde maatregelen in de Aanbevelingen voor het werken met therapeutische doses radionucliden. De toename in het aantal blootgestelde werknemers bij Maastro Clinic is in feite geen reële toename, maar het gevolg van de constatering dat de SBE de afgelopen twee jaar niet beschikte over het volledige bestand aan blootgestelde medewerkers. De oorzaak lag in een beperking in de data-omvang van het periodiek door dosimetriedienst NRG aangeleverde Excel-document. In de aan de SBE verstrekte documentatie ontbraken de gegevens van 67 medewerkers. De lokale stralingsdeskundige heeft wel altijd inzage gehad in het geheel aan abonnementen dosimetrie van Maastro Clinic, waardoor er wel steeds toezicht is geweest op de blootstelling van deze personen. Analyse van de gegevens toont aan, dat voor al deze 67 personen in de periode 2012-2014, géén blootstelling is geregistreerd. Daarmee behoeft de weergave van collectieve dosis van de twee voorafgaande jaren geen aanpassing. De collectieve dosis binnen het azm vertoont een lichte stijging, hetgeen wordt beschouwd als een logisch gevolg van de natuurlijke schommelingen in de bedrijfsvoering van een academisch ziekenhuis. Deze schommelingen zijn ook te zien in de eerdere kalenderjaren (2013 en 2012). Bij zowel Maastro Clinic als de UM is er een daling in collectieve dosis zichtbaar; ook hier past dit in het variërende karakter van patiëntenzorg en wetenschappelijk onderzoek. 5.1.2 Blootstelling opgedeeld in dosiscategorieën Wanneer de ontvangen dosis van de werknemers in de betreffende instellingen onderverdeeld wordt naar dosiscategorie, ontstaan de gegevens die gepresenteerd worden in tabel 6a en tabel 6b. Tabel 6a: Aantal blootgestelde werknemers per instelling, naar dosiscategorie Dosis categorie azm Maastro UM BPCM Totaal 0-1 msv 425 162 80 2 669 1-6 msv 30 0 0 0 30 6-20 msv 13 0 0 0 13 > 20 msv 1 0 0 0 1 Totaal 469 162 80 2 713 Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 19 van 47

Tabel 6b: Collectieve dosis per instelling in millimansievert, naar dosiscategorie Dosis categorie azm Maastro UM BPCM Totaal 0-1 msv 36 0,4 0,4 0 37 1-6 msv 65 0 0 0 65 6-20 msv 136 0 0 0 136 > 20 msv 36 0 0 0 36 Totaal 272 0,4 0,4 0 273 Tabel 6a en 6b laten zien dat voor 93,8% (669) van het totale aantal blootgestelde werknemers (713), in 2014 een dosis is geregistreerd die kleiner is dan 1 msv. De collectieve dosis van deze dosiscategorie is 36,8 msv; dat is ongeveer 13,5% van de totale collectieve dosis. Dat betekent impliciet dat de resterende 44 werknemers (6,2% van alle potentieel blootgestelde werknemers), allen werkzaam binnen het azm, verantwoordelijk zijn voor de resterende 86,5% van de geregistreerde collectieve dosis. De verdeling in dosis binnen verschillende afdelingen in het azm, wordt in paragraaf 5.2 en tabel 7 nader toegelicht. De werknemers die meer dan 6 msv op hun badge hebben ontvangen, maken allen deel uit van het bestand aan categorie A-werkers. In 2014 bestond dit bestand aan A-werker uit 61 personen. De indeling is deels gebaseerd op potentiële effectieve lichaamsdosis en deels op potentieel te ontvangen extremiteitendosis. Verdere informatie omtrent A-werkers wordt gegeven in paragraaf 5.3. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 20 van 47

5.2 Persoonsdosimetrie in het azm Zoals blijkt in paragraaf 5.1, ligt het zwaartepunt van de geregistreerde collectieve dosis bij het academisch ziekenhuis Maastricht. Meer specifiek betreft het de afdelingen Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie en Vaatchirurgie. In deze paragraaf worden de geregistreerde doses nader gespecificeerd voor de betreffende afdelingen, zoals weergegeven in figuur 2. In Tabel 7 worden de gegevens naar aantal gespecificeerd, in vergelijking met de data van de twee voorgaande jaren. Figuur 2: Procentuele verdeling van blootgestelde medewerkers en hun collectieve dosis van de afdelingen Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie en Vaatchirurgie en alle overige afdelingen binnen het azm met toepassingen van ioniserende straling. Deze overige afdelingen zijn samengevat onder de noemer AzM. Tabel 7: Collectieve dosis en het aantal blootgestelde werknemers voor de afdelingen Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie, Vaatchirurgie en de overige afdelingen binnen het azm in de periode 2012 2014 Afdeling Aantal blootgestelde werknemers Collectieve dosis [mmansv] 2014 2013 2012 2014 2013 2012 Hartfunctie 66 54 53 152 144 168 Radiologie 163 160 156 72 68 72 Anesthesiologie 6 6 7 14 7 20 Vaatchirurgie 8 6 7 20 19 17 subtotaal 243 226 223 257 238 277 Overige afdelingen 226 197 193 15 11 11 Totaal 469 423 416 272 249 288 In figuur 2 wordt weergegeven dat 52% van de blootgestelde medewerkers in het azm werkzaam is op de afdelingen Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie en Vaatchirurgie, waarbij 95% van de collectieve dosis van de gehele instelling aan hen is toe te schrijven. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 21 van 47

De oorzaak hiervan ligt in de aard van de toepassingen. Het betreft het gebruik van röntgenstraling in de vorm van doorlichting en opnames tijdens (vaak langdurige en gecompliceerde) interventies aan hart en bloedvaten, dan wel behandelingen in het kader van pijnbestrijding. De collectieve dosis is de optelsom van op personen geregistreerde doses die worden gemeten middels thermoluminescente dosismeters (TLD) en waarvan op nationaal niveau registratie wordt gevoerd in de database NDRIS. Voor de afdelingen die hier specifiek worden benoemd, is het echter geen maat voor de reële effectieve lichaamsdosis. Op deze afdelingen wordt namelijk uitsluitend gebruik gemaakt van röntgentoestellen, waarbij consequent gebruik wordt gemaakt van loodschorten en schildklierkragen. De TLD s worden gedragen aan de buitenkant van de loodschorten op borst- of kraaghoogte. Er ontstaat door het gebruik van deze persoonlijke beschermingsmiddelen een overschatting, waardoor de daadwerkelijke effectieve lichaamsdosis tenminste een factor 5 lager ligt. In alle gepresenteerde figuren en tabellen wordt de niet-gecorrigeerde dosis weergegeven. 5.2.1 A-werkers Alle werknemers die conform risicoanalyse potentieel kunnen worden blootgesteld aan een dosis groter dan 6 msv per jaar, geen rekening houdend met persoonlijke beschermingsmiddelen, zijn geclassificeerd als A-werker. Zij worden conform de verplichting in het Bs, jaarlijks opgeroepen voor een medische keuring bij een geregistreerd stralingsarts. In 2014 werden 61 werknemers, ingedeeld in de categorie A, opgeroepen voor een medische keuring. De keuring bestaat uit een vragenlijst, gerelateerd aan gezondheid en uitgevoerde werkzaamheden waarbij blootstelling aan ioniserende straling optreedt, een facultatief bloedonderzoek en/of gesprek met de stralingsarts. Sinds 2012 wordt daarbij ook, specifiek voor interventionisten, een ooglensonderzoek aangeboden om cataract als gevolg van blootstelling aan straling in een vroeg stadium te kunnen onderkennen. De respons op de vragenlijst bedroeg 97%. 1 Medewerker maakte gebruik van het aangeboden bloedonderzoek. Van het aanbod voor een ooglensonderzoek is slechts beperkt gebruik gemaakt. Alle gekeurde medewerkers zijn geschikt bevonden voor de werkzaamheden. Uit het onderzoek en de ingevulde vragenlijsten bleek voorts, dat extra aandacht nodig is voor het toezicht op het dragen van persoonlijke dosismeters. Dit wordt door de SBE onder de aandacht gebracht in de relevante medische commissies en bij de lokaal stralingsdeskundigen. Ook op organisatorisch vlak is hier winst te behalen door beter te borgen dat aan personen die slechts gedurende een relatief korte periode A- werkzaamheden verrichten, tijdig een persoonlijk controlemiddel wordt verstrekt. Medewerkers stelden ook verbeteringen en aanvullende afschermende materialen voor, specifiek gericht op de persoonlijke situatie. In overleg met de afdelingen wordt bekeken wat de mogelijkheden hiervoor zijn. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 22 van 47

In 2014 werd bij één medewerker van de afdeling Hartfunctie een dosis geregistreerd die de jaardosislimiet van 20 msv overstijgt. Van dit feit is melding gemaakt bij de inspectie, met de mededeling dat de reële dosis door het gebruik van loodschort en schildklierkraag factoren lager ligt en beneden de jaardosislimiet. 5.3 Initiatieven en maatregelen in het kader van stralingshygiënische zorg en ALARA 5.3.1 Initiatieven en maatregelen bij afdeling Hartfunctie, Radiologie, Anesthesiologie en Vaatchirurgie binnen het azm Binnen de instellingen, maar op de 4 in de vorige paragraaf genoemde afdelingen in het bijzonder, wordt voortdurend gestreefd naar optimalisatie en het zo veel als mogelijk reduceren van de blootstelling aan ioniserende straling. Daartoe worden allerlei initiatieven ontplooid, die variëren van onderzoek naar persoonlijke beschermingsmiddelen en afschermende materialen, tot systemen die bijdragen aan bewustwording door een live dosisregistratie tijdens bijvoorbeeld interventies (Dose Aware). In 2014 is op de interventiekamers ook een upgrade van de apparatuur aangekocht met als doel reductie van dosis van patiënt én medewerker. Uiteindelijk heeft deze upgrade aanvankelijk zelfs geleid tot een dosisverhoging, doordat de firma, blijkens onderzoek van klinisch fysici en lokaal stralingsdeskundige, de apparatuur-instellingen programmeerde met uitsluitend aandacht voor optimale beeldkwaliteit. De apparatuurinstellingen zijn aangepast en het gewenste effect, dosisreductie bij patiënt én medewerker, is bereikt. De commissie röntgentoestellen azm, adviseert over dosis reducerende maatregelen en bewaakt ook nadrukkelijk de voortgang en resultaten hieromtrent. Ook bij de afdeling Hartfunctie is het onderwerp een vast agendapunt. 5.3.2 Algemene initiatieven en maatregelen Het evalueren van procedures en methodes, volgen van nieuwe (technische) ontwikkelingen en optimalisatie van werkwijzen staan voortdurend onder de aandacht. In afdelingsvergaderingen en medische commissies vormen deze onderwerpen vaste agendapunten. Ondersteuning en advisering wordt daarbij geboden door de stralingsbeschermingseenheid, lokaal stralingsdeskundigen, klinisch fysici en het dosimetriecentrum azm. Maatregelen in de uitvoerende sfeer die hier uit voortvloeien zijn divers en worden hier naar onderwerp toegelicht. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 23 van 47

5.3.2.1 Dosimetriecentrum Het dosimetriecentrum azm verricht onderzoek naar blootstelling aan ioniserende straling ten behoeve van de instellingen binnen de Complexvergunning Randwyck, met als doel toepassingen te optimaliseren dan wel te toetsen aan geldende normen. Het dosimetriecentrum fungeerde altijd als aparte entiteit onder aansturing van de klinisch fysicus Radiologie. In 2014 is een voorstel tot aanpassing van de organisatie hiervan verder vormgegeven, met als doel te komen tot een afdeling stralingsbescherming waarin stralingshygiënische zorg en deskundigheid worden gebundeld en tegelijkertijd de taken van lokaal deskundigen worden ondergebracht. De klinisch fysici van Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, die in de toekomst vanuit een overkoepelende afdeling Beeldvorming zullen opereren, kunnen dan fungeren als stralingscoördinator en de taken van de verschillende lokale stralingsdeskundigen en dosimetrie medewerkers aansturen en coördineren. Dit voorstel is in 2014 nog niet definitief. Specifieke onderwerpen waarnaar het dosimetriecentrum in 2014 onderzoek heeft verricht betreffen (Bron: jaarverslag dosimetriecentrum 2014): constantheidtesten van stralingsmeetapparatuur binnen de Randwyck-instellingen; optimalisatie van röntgenapparatuur in interventiekamers na software upgrade; ruimtedosimetrie na het installeren van nieuwe (vervangende) apparatuur; aanvullende persoonsdosimetrie voor omstanders aanwezig in de vaatkamer tijdens interventies; bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek naar onder meer stralingsdosis ontvangen door kinderen ten gevolge van CT-scans en kankerinductie; ondersteuning bij de berekening van patiëntdoses ten behoeve van wetenschappelijk onderzoeksprotocollen; ondersteuning bij het digitaliseren van dosisgegevens van röntgenonderzoeken. 5.3.2.2 Afdelingsspecifieke maatregelen en aanvullende dosimetrie Elektronische dosismeters (electronic personal dosimeters of EPD) worden consequent ingezet voor aanvullende dosimetrie op de afdelingen Nucleaire Geneeskunde azm, Radionuclidenlaboratoria UM en bij Maastro Clinic. Ze worden ingezet bij risicovolle (veelal PET-) werkzaamheden en in geval van zwangerschap. Ook bij onderhouds-, en schoonmaakwerkzaamheden evenals onderwijsactiviteiten worden deze EPD s ingezet. Reeds in 2012 is gestart met het toepassen van extremiteitendosimetrie op de afdelingen Nucleaire Geneeskunde (azm) en Radionuclidenlaboratoria (UM). De aard van de toepassingen op deze afdelingen maakt, dat de blootstelling van extremiteiten bepalend kan zijn voor de categorie-indeling van blootgestelde werknemers. Het gaat dan met name om het bereiden en toedienen van radiofarmaca in klinisch en preklinisch onderzoek met beeldvormende technieken. Omdat het vooraf berekenen van deze potentiële dosis lastig is, en kleine verschillen in aannames tot grote afwijkingen kunnen leiden, is besloten om de blootstelling simultaan te gaan meten, zodat de risicoanalyses op dit vlak geverifieerd kunnen worden. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 24 van 47

Ook in de operatieve geneeskunde wordt onderzoek gedaan naar de extremiteitendosis; bijvoorbeeld op de afdeling chirurgie die betrokken is bij patiënten waarbij, voorafgaand aan een ingreep, radioactieve stoffen zijn toegediend voor lokalisatiedoeleinden (mamma-procedures). Duidelijk is geworden, dat laboranten (MNW-ers) op de afdeling Nucleaire Geneeskunde (azm), op basis van extremiteitendosis, ingedeeld moeten worden als categorie A- werknemer. Dat geldt ook voor enkele onderzoekers die preklinisch onderzoek verrichten op de afdeling RNL (UM). Vooralsnog wordt de extremiteitendosis aan beide handen gemeten. Bekeken wordt, of het meten van één hand een betrouwbaar en representatief resultaat kan opleveren. Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 25 van 47

6. Algemene voorwaarden Complexvergunning: radioactieve stoffen en bronnen, toestellen In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de omvang en aard van de vergunde radioactieve stoffen, bronnen en röntgentoestellen. Daarbij worden algemene voorwaarden geformuleerd die van toepassing zijn op het gebruik hiervan. In tabel 8 worden de in de vergunning gestelde eisen vergeleken met de praktische invulling hiervan. Vervolgens wordt in paragraaf 6.1 tot en met 6.10 ingegaan op specifieke eisen, passend bij de toepassing in het kader van medische diagnostiek, therapie, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De onderwerpen volgen de in de Complexvergunning geformuleerde Algemene Voorwaarden voor het gebruik van radioactieve stoffen en bronnen (paragraaf A in de vergunning). Waar nodig wordt verwezen naar bijlagen en/of andere hoofdstukken. In paragraaf 6.11 ten slotte, wordt een overzicht gegeven van de vergunde kaders voor het toegestane aantal toestellen, naar aard en toepassing (paragraaf B in de vergunning). Ook hier wordt de praktische invulling getoetst aan de vergunningseis. Tabel 8: Overzicht van vergunde handelingen en werkzaamheden binnen de Complexvergunning en de vergelijking met de daadwerkelijke invulling hiervan. Complexvergunning Gespecificeerd per instelling Totaal Par. Handeling/werkzaamheid (Maximum) eis azm UM Maas A.1 Voorhanden hebben en toepassen van open bronnen A.2.1 Laboratoria op B-, C- en D- niveau Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 26 van 47 tro Sanq uin Max. 7000 Re inh 2090 16 11-2116 Re inh Max. 15 x B- niveau A.2.2 Max. 50 x C-, D- niveau A.3 Uranylzouten Max. 200 gram - 25 A.5.1 Voorhanden hebben en A.5.2 A.5.3 toepassen van ingekapselde bronnen voor brachytherapie A.6 Bestralen bloed en bloedproducten A.7.1 Ijk-, en referentiedoeleinden A.7.2 192-Ir: max. 500 GBq per bron 192-Ir: max. gezamenlijke act. 2TBq 125-I: max. gezamenlijke act. 25 GBq op enig moment 137-Cs: max. 67 TBq Max. act. 1 GBq per bron Max. gezamenlijke act. 20 GBq 2 2 - - 4 x B-niveau 2 8 - - 10 x C- gram - - 370 niveau - - 25 gram GBq - - 0,74 TBq - - 10,8 GBq - - - 66,7 <1 GBq 1,4 GBq <1 GBq 2,1 GBq <1GB q 0,5 GBq - 370 GBq - 0,74 TBq - 10,8 GBq TBq 66,7 TBq 3 - <1 GBq - 4 GBq A.10 Emissie naar water Max. 180 Re ing 19,92 0,21 0,00-20,13 A.11 Emissie naar lucht Max. 10 Re inh 2,55 0,10 0,01-2,66 3 Deze ingekapselde 137-Cs bron (1988) heeft een huidige activiteit van 36 TBq.

6.1 Paragraaf A.1: Ingekochte open radioactieve stoffen Deze open radioactieve bronnen worden toegepast in wetenschappelijk (preklinisch) onderzoek, medische diagnostiek en nuclidentherapie in het azm, wetenschappelijk (preklinisch) onderzoek en onderwijs in de UM, en wetenschappelijk (preklinisch) onderzoek en simulatie in het kader van radiotherapie bij Maastro Clinic. In tabel 9 is de inkoop van open bronnen per instelling inzichtelijk gemaakt. Een specificatie van de ingekochte hoeveelheden open bronnen, naar nuclide en instelling, is opgenomen in bijlage C1. Tabel 9: Ingekochte hoeveelheid open radioactieve stoffen in het jaar 2014 Instelling Activiteit [Bq] Radiotoxiciteitsequivalenten [Sv] azm 1,84E+13 2090 UM 7,21E+10 16 Maastro 1,82E+11 11 Totaal 1,87E+13 2116 Een totaal van 1,87E+13 Bq aan open radioactieve stoffen is ingekocht in het jaar 2014. Dit staat gelijk aan 2116 Re inh, waarbij de aangekochte hoeveelheid open bronnen dus ruimschoots binnen de vergunde hoeveelheid van 7000 Re inh blijft. 6.2 Paragraaf A.2: Indeling radionuclidenlaboratoria Een overzicht van de verschillende laboratoria wordt gegeven in bijlage G. De aantallen laboratoria op B-, en C-, D-niveau overschrijden de gestelde eis niet. 6.3 Paragraaf A.3: Uranylzouten Binnen het complex zijn 25 gram uranylzouten voorhanden in 2014, zie bijlage C2. Deze uranylzouten worden gebruikt ten behoeve van elektronenmicroscopie op de afdeling Nanoscopie (UM). 6.4 Paragraaf A.4: Richtgetallen medische diagnostiek/therapie De hoeveelheid activiteit die gebruikt wordt voor handelingen met open bronnen ten behoeve van medische diagnostiek en/of therapie, voldoet aan de richtgetallen zoals aangegeven door de beroepsgroep in Aanbevelingen Nucleaire Geneeskunde. 6.5 Paragraaf A.5: Ingekapselde bronnen voor brachytherapy Geneesmiddelen in de vorm van ingekapselde 125-Ibronnen ( seeds ) worden ingekocht en gebruikt als therapeuticum in de behandeling van prostaatcarcinomen. Tabel 10: Ingekapselde bronnen voor brachytherapie bij Maastro Clinic, 2014 Nuclide Aantal bronnen Toepassing Gemiddelde activiteit [Bq] Totale activiteit [Bq] 192-Ir 8 Brachy HDR 3,7E+11 3,0E+12 125-I 3854 Brachy (prostaat) therapie 1,8E+07 7,0E+10 In het kader van een radiotherapeutische behandeling bij Maastro Clinic, worden deze Jaarverslag Stralingshygiëne Randwyck Maastricht 2014 Pagina 27 van 47