Preventie en wetgeving Focus op trillingen 2009/3



Vergelijkbare documenten
Fiche 6 (Analyse): Réglementering

1 Beschrijving. 2.1 Mechanische trillingen Bespreking per hoofdstuk:

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 3. Trillingen

Technisch bureau van Eeden Arbeidsomstandighedenbesluit secties geluid en trillingen

EUROPEES PARLEMENT ***II STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 23 oktober /0449(COD) PE2

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

16 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 2. Lawaai

Fiche 8 (Analyse): Reglementering

Risico s van elektromagnetische velden op het werk Wetgevende nota

TRILLINGEN EN SCHOKKEN

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Hand-armtrillingen

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)

Focus op optische straling 2010/2

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren (B.S )

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities. KB Optische straling

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Focus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Fiche 1 (Observatie): Definities, orde van grootte

Participatieve risico-inventarisatie op maat van kleine ondernemingen. De SOBANE-strategie

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Lichaamstrillingen

Trillingen. Inleiding trillingen. Als de lucht trilt, wordt het waargenomen door het oor: men noemt dit geluid

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 1. Thermische omgevingsfactoren

Circulaire THERMISCHE OMGEVINGSFACTOREN

TRILLINGEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Mechanisch loonwerk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

SOBANE methoden: Hand-arm trillingen NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

ARAB + Welzijnswet Elektrisch materieel in 82/130/EEG( ) PBL-L 59( )

SOBANE methoden: Globale lichaamstrillingen NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Tabel B: Omzetting van de Richtlijnen "Veiligheid en gezondheid van de werknemers" (artikel 137)

Vademecum Welzijn op het werk

Dit document is u aangeboden door: Technisch bureau van Eeden s-hertogenbosch

Wat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk

Bulletin nr : B081 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : Zittingsperiode : 51

Blootstellingscriteria voor aandoeningen van de rug. Dienst preventie Fonds voor de beroepsziekten. Luts Joeri.

Bescherming van stagiairs

Tekst bij de sheets: Toolbox Trillingen

DE ROL VAN DE PREVENTIEADVISEUR-ARBEIDSGENEESHEER

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen

Niet-bindende praktijkgids voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/44/EG (trillingen op het werk)

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Welzijn en opleidingen

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Interpretatiemogelijkheden van meetgegevens. Louis de Jong - Rob Buster - Erwin Speklé

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Focus op de Codex welzijn op het werk 2017/1

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN

Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

De Arbeidsinspectie in het kort. Blootstelling aan trillingen heftrucks

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 1. Thermische omgevingsfactoren

Focus op biologische agentia op het werk 2014/4

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Niet-bindende praktijkgids voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/44/EG (trillingen op het werk)

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

De onderstaande tabel geeft de orde van grootte weer voor enkele typische geluiden. Fluistertoon Heel rustig <30 Flat in een rustige buurt

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren Koninklijk besluit van 14 oktober 2012 arbeidsplaatsen

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Preventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Focus op manueel hanteren van lasten. Preventie en wetgeving 2011/3

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Bescherming van werknemers tegen blootstelling aan kankerverwekkende agentia.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

RSI. Lijdt U reeds aan of bestaat er een risico op musculoskeletale. Repetitive Strain Injuries? Ga bij uzelf na of U: Inspanning. Houding.

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Circulaire THERMISCHE OMGEVINGSFACTOREN

Dosimetrisch toezicht Nota over de wetgeving

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Langdurige ongeschiktheid. De faciliterende rol van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Het K.B.Asbest toepassing in de praktijk. Asbestcement op containerparken

CO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Transcriptie:

Focus op trillingen Preventie en wetgeving 2009/3

Inhoud 1 Wettelijk kader...5 1.1 Referentie...5 1.2 Historiek...5 2 Krachtlijnen...9 2.1 Definities en begrippen...9 2.2 Risicoanalyse...12 2.3 Preventiemaatregelen...14 2.4 Participatie...17 2.5 Overzicht...17 3 Bijkomende informatie...19 3.1 Literatuurreferenties...19 3.2 Interessante websites...19 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 3

1 Wettelijk kader 1.1 Referentie De belangrijkste bepalingen inzake trillingen op het werk zijn terug te vinden in het KB van 7 juli 2005 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico s van mechanische trillingen op het werk (BS 14 juli 2005) (KB Trillingen). Deze bepalingen vormen hoofdstuk 4 Trillingen van Titel IV Omgevingsfactoren en fysische agentia van de Codex Welzijn op het werk. 1.2 Historiek De bepalingen op trillingen op het werk maakten oorspronkelijk deel uit van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB). Met de omzetting van een Europese richtlijn in een Koninklijk Besluit, zijn de bepalingen uit het ARAB gehaald en in de Codex Welzijn op het werk ondergebracht. 1.2.1 ARAB Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) bracht sinds 1946 de verschillende besluiten inzake veiligheid en gezondheid op het werk samen. Titel II van het ARAB Algemene bepalingen betreffende de arbeidshygiëne alsmede de veiligheid en gezondheid van de arbeider bevatte een aantal artikelen over trillingen op het werk. De bepalingen waren hoofdzakelijk terug te vinden in artikel 148decies 2.1b. Deze bepaling stelde dat de werkgever alle maatregelen moet nemen om trillingen aan de bron te vermijden. Indien blijkt dat deze maatregelen niet volstaan, dan moeten de werknemers de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen krijgen. In het onderdeel over persoonlijke beschermingsmiddelen van het ARAB stond beschreven dat werknemers blootgesteld aan trillingen beschermhandschoenen moeten dragen (art. 157). Werknemers blootgesteld aan trillingen zijn bovendien onderworpen aan het medisch toezicht. Trillingen vormen een fysisch agentia dat een risico inhoudt voor een beroepsziekte (ARAB, art. 124, bijlage II). Werknemers die ten minste 7 dagen blootgesteld worden aan mechanische trillingen van 2 tot 30.000 Hz moeten een medisch onderzoek ondergaan voor de aanwerving en vervolgens jaarlijks. Het jaarlijks onderzoek omvatte ook een radiologisch onderzoek van de wervelkolom en van de bovenste ledematen, afhankelijk van de frequentie van de trillingen (zie tabel 1). In 1990 werd de frequentie van het radiologisch onderzoek voor de wervelkolom op 5 jaar gebracht. Tabel 1 Medisch toezicht in geval van blootstelling aan mechanische trillingen van 2 tot 30.000 Hz (ARAB, art. 124, bijlage II) Blootgesteld aan trillingen en schokken Frequenties Jaarlijks onderzoek met een het gehele lichaam < 20 Hz radiologisch onderzoek van de wervelkolom* het manu-brachiaal stelsel < 100 Hz radiologisch onderzoek van de bovenste ledematen het manu-brachiaal stelsel > 100 Hz onderzoek van de schommelingen van de huidtemperatuur van de bovenste uiteinden * in 1990 is de frequentie van dit radiologisch onderzoek op vijf jaar gebracht Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 5

1.2.2 Europese richtlijnen Algemene basisprincipes in de kaderrichtlijn De Europese richtlijnen vinden hun basis in de kaderrichtlijn. Deze kaderrichtlijn (89/391/EEG, 12 juni 1989) betreffende veiligheid en gezondheid op het werk (PB 29 juni 1989) legt de basisprincipes inzake veiligheid en gezondheid op het werk vast. Specifieke thema s vinden hun uitwerking in de zogenaamde bijzondere richtlijnen (bv. arbeidsmiddelen, arbeidsplaatsen, manueel hanteren van lasten,...). Richtlijn fysische agentia mislukt In 1993 kwam er een voorstel voor richtlijn van de Europese Commissie die de minimumvoorwaarden bepaalde voor de blootstelling van werknemers aan fysische agentia. Deze fysische agentia omvatten naast trillingen ook andere agentia zoals lawaai, elektromagnetische velden en optische stralingen. Deze richtlijn wou niet alleen een gemeenschappelijke aanpak naar voren schuiven voor al deze fysische agentia maar ook de bepalingen inzake trillingen laten aansluiten bij de kaderrichtlijn. Het voorstel van richtlijn kreeg echter nooit voldoende steun en daarom voerde de Commissie het in 1999 definitief af. De Commissie besliste om voor elk van de fysische agentia toch afzonderlijke richtlijnen op te stellen. De afzonderlijke richtlijnen vormen elk een bijzondere richtlijn van de kaderrichtlijn. Richtlijn trillingen In 2002 verscheen de richtlijn 2002/44/EG van 25 juni 2002 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico s van fysische agentia (trillingen) (PB 6 juli 2002). Het is de 16de bijzondere richtlijn van de kaderrichtlijn. De richtlijn schuift preventiemaatregelen naar voren die toelaten om een belangrijk risico voor beroepsziekten te beheersen. Trillingen liggen immers aan de basis van heel wat werk-gerelateerde aandoeningen. De richtlijn legt tevens een minimumniveau vast om op die manier concurrentievervalsing tussen de verschillende lidstaten tegen te gaan. Belangrijk is dat de richtlijn actiewaarden bepaalt. Deze actiewaarden leggen niveaus vast voor het nemen van een aantal maatregelen. Daar bovenop bepaalt de richtlijn grenswaarden. Dit zijn waarden die niet overschreden mogen worden. De waarden verwijzen naar een gemiddelde blootstelling gemeten over 8u. Aangezien het om minimumvoorschriften gaat, staat het de lidstaten vrij om bijkomende maatregelen te nemen voor de bescherming van de gezondheid van de werknemers. Zo kan een lidstaat de actiewaarden verlagen of in geval van sterk wisselende blootstelling opteren voor een andere blootstellingsperiode (wekelijks i.p.v. dagelijks). De richtlijn maakt een onderscheid tussen hand-arm trillingen en lichaamstrillingen. Om de blootstelling aan trillingen te verminderen, legt de richtlijn vooral de nadruk op het nemen van de gepaste preventiemaatregelen vanaf de ontwerpfase van arbeidsposten en plaatsen en ook bij de keuze van arbeidsmiddelen en methoden. De werkgever moet daarbij oog hebben voor de technische vooruitgang en kennis van risico s en preventie om zo de veiligheid en gezondheid van de werknemers te bevorderen. De structuur van de richtlijn is gelijkaardig met andere sociale richtlijnen (kader 1). Kader 1 - Structuur van richtlijn 2002/44/EG 1 Bepaling van een maximale grenswaarde 2 Bepaling van actiewaarde vanaf dewelke bijkomende preventiemaatregelen noodzakelijk zijn 3 Verplichtingen van de werkgever - identificeren en analyseren van het risico - indien nodig, blootstellingswaarden nagaan aan de hand van metingen - maatregelen nemen om het risico te beheersen - indien nodig, persoonlijke bescherming voorzien - informatie en opleiding van de werknemers - raadpleging en participatie van de werknemers 4 Bepalingen i.v.m. het gezondheidstoezicht 5 Overgangsperiode 6 Afwijkingen in bepaalde omstandigheden 6 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3

De richtlijn omvat een bijlage met aanwijzingen voor het evalueren en meten van blootstelling aan trillingen. De bijlage verwijst naar de ISO norm terzake. Specifiek voor de richtlijn trillingen zijn de soepele overgangsperiodes om op die manier rekening te houden met technische beperkingen. Zo kunnen de lidstaten gebruikmaken van een overgangsperiode van ten hoogste vijf jaar vanaf 6 juli 2005, wanneer arbeidsmiddelen worden gebruikt die vóór 6 juli 2007 ter beschikking van de werknemers zijn gesteld. Voor arbeidsmiddelen die gebruikt worden in de land- en bosbouw, kan deze overgangsperiode nog eens verlengd worden met ten hoogste vier jaar. 1.2.3 Omzetting in Belgische wetgeving De richtlijn 2002/44/EG werd omgezet in Belgisch recht door het KB van 7 juli 2005 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico s van mechanische trillingen op het werk (BS van 14 juli 2005). De bepalingen van het KB vormen hoofdstuk 4 Trillingen van Titel IV Omgevingsfactoren en fysische agentia van de Codex over het Welzijn op het werk. De bepalingen vervangen volledig de bepalingen uit het ARAB. 1.2.4 KB Trillingen Aangezien de oude bepalingen uit het ARAB over trillingen weinig uitgewerkt waren, bevatte het KB heel wat nieuwigheden. Voor het eerst werden er grenswaarden vastgelegd voor blootstelling aan trillingen. In alle KB s genomen op basis van de wet welzijn (4 augustus 1996) en die een omzetting zijn van een Europese richtlijn gebaseerd op de kaderrichtlijn, is dezelfde gestructureerde aanpak terug te vinden. Vertrekkende van een risicoanalyse moeten aangepaste maatregelen genomen worden (zie ook tabel 2). De rol van de risicoanalyse wordt dan ook sterker benadrukt dan in de oude wetgeving terzake. Tabel 2 Structuur van het KB Trillingen (Codex, Titel IV, Hoofdstuk 4) Artikel Inhoud 1 4 toepassingsgebied en definities 5-6 grens- en actiewaarden 7 12 risicoanalyse 13 16 maatregelen om de blootstelling aan trillingen te verminderen 17 18 informatie/vorming/participatie van de werknemers 19 25 gezondheidstoezicht 26 33 overgangsperiode en afwijkingen bijlage Hand-armtrillingen en lichaamstrillingen: beoordeling van de blootstelling, meting, interferentie, indirecte risico s, PBM Het KB bracht de bepalingen inzake het gezondheidstoezicht in overeenstemming met het KB Gezondheidstoezicht (KB van 28 mei 2003, BS 16 juni 2003, Codex, titel I, hfst. IV). De noodzaak voor het gezondheidstoezicht hangt af van de risicoanalyse. Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 7

2 Krachtlijnen Net zoals de wet welzijn in algemene termen voorschrijft, volgen de bepalingen van het KB Trillingen de preventieprincipes. De werkgever heeft de verplichting om de blootstelling aan trillingen zoveel mogelijk te beperken en om preventiemaatregelen te nemen op basis van een risicoanalyse. Grens- en actiewaarden geven aan vanaf wanneer maatregelen absoluut noodzakelijk zijn. 2.1 Definities en begrippen 2.1.1 Types Indien het lichaam heen en weer schokt als een effect van externe of interne krachten, dan spreekt men van trillingen. Over het algemeen wordt een onderscheid gemaakt tussen trillingen die overgebracht worden op het ganse lichaam (lichaamstrillingen) of trillingen die een effect hebben op de handen en armen (hand-arm trillingen). Hand-arm trillingen ontstaan door het hanteren van elektrisch of pneumatisch handgereedschap (bv. drilboor, pneumatische hamer) waarbij trillingen via de handvatten overgebracht worden op handen, polsen, ellebogen en schouders. Bij lichaamstrillingen worden trillingen via de vloer of een voertuig overgebracht op het lichaam. Vaak is dit het gevolg van het werken met grote, zware machines. Kader 2 - Definities hand-armtrillingen: mechanische trillingen die, wanneer zij op het hand-armsysteem van de mens worden overgebracht, risico s voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers inhouden, met name vaat-, bot- of gewrichts-, zenuw- of spieraandoeningen; lichaamstrillingen: mechanische trillingen die, wanneer zij op het lichaam in zijn geheel worden overgebracht, risico s voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers inhouden, met name aandoeningen van de lage rug en beschadigingen van de wervelkolom. KB Trillingen, art. 4 2.1.2 Karakteristieken Trillingen worden gekenmerkt door hun frequentie en hun amplitude. Frequentie De frequentie wijst op het aantal keer per seconde dat het lichaam beweegt (trilt). Frequentie wordt uitgedrukt in Hertz. Het effect van trillingen is afhankelijk van hun frequentie: ß trillingen met een erg lage frequentie (< 2 Hz) treffen vooral zeelieden en personeel van vliegtuigen. ß trillingen met een lage frequentie (2 20 Hz) hebben een impact op het volledige lichaam en komen voor tijdens het transport (vrachtwagenchauffeurs, buschauffeurs, heftruckbestuurders, bestuurders van werfvoertuigen). ß trillingen met een frequentie boven de 20 Hz worden hoofdzakelijk veroorzaakt door trillende handwerktuigen (handarmtrillingen). Amplitude De amplitude wordt meestal uitgedrukt in de eenheid van versnelling m/s 2. Hoe hoger de amplitude, hoe hoger het risico op aandoeningen. Normaal gezien is de amplitude van de trillingen lager indien: ß het voertuig goed onderhouden is, een goede ophanging heeft en als het op een vlakke ondergrond rijdt. ß het werktuig in goede staat is, goed uitgebalanceerd en voorzien van anti-trillingshandvatten. Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 9

2.1.3 Grens- en actiewaarden Het KB is van toepassing op alle werksituaties waarbij werknemers blootgesteld worden aan mechanische trillingen. Of deze nu het hele lichaam beïnvloeden of enkel het hand-armsysteem. De wetgeving bepaalt een aantal grens- en actiewaarden. Bij het overschrijden van deze waarden, is het nemen van maatregelen verplicht. De grens- en actiewaarden zijn de niveaus van blootstelling gedurende een werkdag; de referentieperiode is 8 uur. Twee waarden zijn bepaald: grenswaarden en actiewaarden. Grenswaarden De grenswaarde is de maximale waarde. Dit niveau mag niet overschreden worden. De grenswaarden zijn afhankelijk van het type trilling. Voor hand-armtrillingen bedraagt de grenswaarde 5 m/s 2 en voor lichaamstrillingen is dit 1,15 m/s 2. Actiewaarden De actiewaarden geven een richtlijn voor het nemen van maatregelen. Bij het overschrijven van dit niveau dringen een aantal maatregelen zich op zoals bijvoorbeeld het kiezen van trillingsarm gereedschap rekening houdend met het werk. Ook de actiewaarden zijn afhankelijk van het type trilling. Voor hand-armtrillingen bedraagt de actiewaarde 2,5 m/s 2 en voor lichaamstrillingen is dit 0,5 m/s 2. Tabel 3 Grens-en actiewaarden voor trillingen Mechanische trillingen hand-arm lichaam grenswaarde (referentieperiode van 8 uur) actiewaarde (referentieperiode van 8 uur) KB Trillingen, art. 5 en 6 5m/s² 2,5m/s² 1,15m/s² 0,5m/s² Uitzondering Hoewel het nemen van maatregelen verplicht is bij het overschrijden van de grens- en actiewaarden, zijn er in bepaalde gevallen uitzonderingen mogelijk. De uitzonderingen zijn beperkt tot specifieke omstandigheden. 1 Zo is het in de sectoren van de luchtvaart en de zeevaart toegelaten om de grens- en actiewaarden voor lichaamstrillingen te overschrijden indien het ondanks alle technische en organisatorische maatregelen niet mogelijk blijkt om de trillingsniveaus voldoende terug te dringen. 2 In bepaalde omstandigheden mag de dagelijkse blootstelling aan trillingen vervangen worden door de wekelijkse blootstelling. Dit kan enkel indien volgende voorwaarden vervuld zijn: ß het trillingsniveau van de werkzaamheden verschilt sterk maar is over het algemeen lager dan de actiewaarde en overschrijdt slechts uitzonderlijk de grenswaarde; ß het wekelijkse niveau van blootstelling aan trillingen bedraagt niet meer dan de grenswaarde voor blootstelling; ß preventiemaatregelen worden genomen om trillingen zoveel mogelijk te verminderen. 10 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3

De werkgever moet de afwijking aanvragen bij de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (kader 3). Kader 3 Een afwijking aanvragen ß De werkgever vraagt de afwijking schriftelijk aan bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. ß De aanvraag bevat - een omschrijving van de omstandigheden en de redenen waarom de werkgever de afwijking aanvraagt; - een opsomming van de maatregelen die voorzien worden om de blootstelling te verminderen; - het verslag van de vergadering van het comité pbw waar de leden van het comité hierover een advies hebben uitgebracht; - het advies van de dienst pbw. ß De afwijking wordt toegestaan door de minister na een onderzoek en het advies van de bevoegde ambtenaren. De afwijking blijft gedurende vier jaar geldig tenzij de bijzondere omstandigheden wijzigen. ß Indien de werkgever binnen de twee maanden geen antwoord ontvangt op zijn aanvraag tot afwijking, dan wordt het advies geacht om gunstig te zijn. ß Indien de afwijking wordt toegestaan, moeten de werkgevers onder verscherpt gezondheidstoezicht geplaatst worden. KB Trillingen, art. 29-33 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 11

2.2 Risicoanalyse 2.2.1 Wat zijn de risico s? Lichaamstrillingen De overdracht van trillingen op het lichaam is afhankelijk van de lichaamshouding. Daarom zijn de effecten van trillingen complex. Een langdurige blootstelling aan lichaamstrillingen leidt tot een verhoogd gezondheidsrisico, met name in de lumbale wervelkolom en nek en schouders. Ook aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel worden in verband gebracht met blootstelling aan trillingen. De risico s zijn het grootst bij hoge trillingsniveaus, langdurige, herhaalde en regelmatige blootstelling en wanneer de trillingen gepaard gaan met ernstige schokken of stoten. Daarbij mag niet vergeten worden dat bestuurders van mobiele machines niet alleen zijn blootgesteld aan lichaamstrillingen, maar ook aan talloze andere factoren die de rug, schouders en nek belasten. Voorbeelden zijn het langdurig zitten in een verkrampte houding, het veelvuldig tillen en hanteren van materialen, stress... Hand-armtrillingen Werknemers die regelmatig worden blootgesteld aan hoge niveaus van hand- en armtrillingen kunnen op lange termijn te maken krijgen met - een verslechterde bloedsomloop in de vingers (witte vingers syndroom of ziekte van Raynaud) - verstoringen van de neurologische functies van hand en arm (tintelingen, gevoelloosheid) - verstoringen van de motorische functies van hand en arm (carpal tunnelsyndroom, musculo-skeletale aandoeningen) Het risico op en de ernst van het wittevinger syndroom is onder meer afhankelijk van de kenmerken en de duur van de blootstelling aan trillingen, de gebruikte arbeidsmiddelen en arbeidsprocessen, omgevingselementen (temperatuur, luchtstroom, vochtigheid, lawaai), biodynamische en ergonomische factoren (grijpkracht, duwkracht, armpositie) en ook individuele eigenschappen zoals persoonlijke gevoeligheid, roken,... 2.2.2 Stapsgewijs De risicoanalyse vereist een stapsgewijze aanpak om na te gaan of de werknemers blootgesteld zijn aan trillingen. Daarbij is het belangrijk om iedereen in de onderneming te betrekken en voldoende te informeren. Eerste inventarisatie Tijdens deze stap is het vooral belangrijk om na te gaan of er eventueel een risico is: op welke werkplekken is er eventueel een probleem en wie is er mogelijk blootgesteld aan te hoge trillingsniveaus. Uitgangspunten daarbij zijn de werkzaamheden, de werkmethoden en de gebruikte arbeidsmiddelen en transportvoertuigen: ß Maken de werknemers gebruik van roterende gereedschappen (bv. slijpmachines, polijstmachines) of slag- en stootgereedschappen? ß Besturen of bedienen de werknemers dagelijks gedurende lange tijd trillende machines? Andere gegevens die aanwijzingen kunnen bieden om na te gaan of er een probleem is, zijn ß gegevens verzameld op basis van het gezondheidstoezicht; ß klachten; ß incidenten of ongevallen; ß gegevens over de trillingsniveaus van machines, andere gereedschappen en transportvoertuigen afkomstig van fabrikanten. Tijdens deze stap kan bovendien reeds nagegaan worden ß of er reeds een aantal collectieve preventiemaatregelen zijn genomen zoals een aangepaste ophanging; ß of sommige werknemers persoonlijke beschermingsmiddelen (beschermhandschoenen) dragen en in welke omstandigheden. Het resultaat van deze stap is een lijst van werkplekken en werknemers waarvoor een grondiger analyse vereist is. 12 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3

Blootstellingsniveaus bepalen Als uit de eerste analyse blijkt dat er eventueel een probleem is, dan moet nagegaan worden aan welke trillingsniveaus de werknemers zijn blootgesteld. Het doel is vooral om vast te stellen of de actie- of zelfs grenswaarden niet overschreden worden. De analyse van mechanische trillingen waaraan de werknemers blootgesteld zijn, berust in de eerste plaats op de observatie van werkmethoden en op de informatie van leveranciers over het waarschijnlijke trillingsniveau van het gebruikte materieel. Indien de verzamelde gegevens niet volstaan om vast te stellen of de grenswaarden worden nageleefd, moet een meting van het trillingsniveau gebeuren. Het meten van trillingen is niet eenvoudig. Het vergt het gebruik van geschikte apparaten en de toepassing van een aangepaste methode. Als de werkgever niet over de nodige interne deskundigheid beschikt, doet hij een beroep op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk of op een laboratorium erkend voor het meten van mechanische trillingen. Bij het beoordelen of meten van blootstelling aan trillingen moet rekening gehouden worden met de bijlage van het KB Trillingen waarin verwezen wordt naar de normen terzake, nl.: ß ISO-norm 5349 (2001) (Mechanische trillingen - Meting en beoordeling van blootstelling van het menselijk lichaam aan hand-armtrillingen) ß ISO-norm 2631 (1997) ( Mechanical vibration and shock - Evaluation of human exposure to whole-body vibration ) Kader 4 Meten van trillingen Trillingen worden gemeten als versnelling, in meter per seconde kwadraat (m/s2). Het vergt gespecialiseerde meetapparatuur en is een zaak voor experten. De meetapparatuur voor trillingen meet de trillingen enkel in één richting. Daarom moet de expert de trillingen meten in 3 assen. Lichaamstrillingen - X-as, in horizontale richting, van voren naar achteren - Y-as, in horizontale richting van links naar rechts - Z-as, in verticale richting Hand-armtrillingen - X-as = loodrecht op de handpalm - Y-as = evenwijdig met de handpalm - Z-as = in het verlengde van de arm. Risico s evalueren Op basis van de eerste inventaris en de beoordeling van het trillingsniveau kan een evaluatie van de risico s gemaakt worden. Kader 5 geeft een opsomming van een aantal elementen waarmee rekening moet gehouden worden. Kader 5 Elementen voor de risico-evaluatie ß niveau van de blootstelling; ß aard van de blootstelling (blootstelling aan intermitterende trillingen of herhaalde schokken); ß duur van de blootstelling; ß grens- en actiewaarden; ß mogelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers met een verhoogd risico (oudere werknemers, werknemers met rugklachten, zwangere vrouwen); ß wisselwerking tussen mechanische trillingen en de arbeidsplaats, of andere arbeidsmiddelen (bv. trillingen bemoeilijken de bediening van besturingsknoppen of het lezen van informatie); ß informatie verstrekt door fabrikanten van arbeidsmiddelen; ß de beschikbaarheid van trillingsarme alternatieven; ß bijzondere arbeidsomstandigheden, zoals het werken bij lage temperaturen; ß informatie op basis van het gezondheidstoezicht of andere gepubliceerde informatie. Gebaseerd op art. 11 van KB Trillingen Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 13

Verdere opvolging De resultaten van de risicoanalyse moeten vastgelegd worden in een document. Hierdoor wordt het mogelijk om de resultaten van de analyse en de metingen te raadplegen. De risicoanalyse moet ook regelmatig aangepast en bijgestuurd worden. Zeker indien de omstandigheden wijzigen of als uit de resultaten van het gezondheidstoezicht blijkt dat er een probleem is. KB Trillingen, art. 10 en 12 2.3 Preventiemaatregelen 2.3.1 Welke maatregelen? De maatregel bij uitstek is het verminderen van het lawaai aan de bron en dus de geluidsemissies van de aanwezige geluidsbronnen zoals machines, apparatuur,... naar beneden halen. Het KB Trillingen gaat trouwens uit van dit preventieprincipe (kader 6). Alternatieve werkmethoden Door het mechaniseren van taken, bv. een transportband gebruiken i.p.v. een transportvoertuig, of door het gebruiken van aangepaste werkmethoden, kan de blootstelling aan trillingen verminderen of volledig verdwijnen. Keuze van arbeidsmiddelen Een goed aankoopbeleid kan ervoor zorgen dat de werknemers beschikken over trillingsarm gereedschap en aangepaste transportvoertuigen. Voor hand-armtrillingen is een zorgvuldige keuze van werktuigen (bv. slijpmateriaal voor slijpmachines en vlakschuurmachines) of accessoires (zoals boorkoppen, beitels en zaagbladen) van belang. Voor lichaamstrillingen is bijvoorbeeld ook de keuze van de banden belangrijk en de inrichting van de bestuurderscabine. Hulpmiddelen Hulpmiddelen kunnen de risico s op letsels door een blootstelling aan trillingen beperken. Voorbeelden van dergelijke hulpmiddelen zijn aangepaste bestuurderszetels in transportvoertuigen of het gebruik van aangepaste handvatten op gereedschap. Bij hand-armtrillingen kan ook het beperken van de benodigde grijp- en duwkrachten voor de bediening, een rol spelen. Onderhoud Een regelmatig onderhoud van machines en andere arbeidsmiddelen draagt bij tot het beperken van trillingen (correct afgesteld, gesmeerde onderdelen, vervanging van versleten onderdelen,...). Ook het vervangen van versleten onderdelen zoals schokbrekers is ook noodzakelijk voor een efficiënte werking. Informatie en opleiding De werknemers moeten opgeleid en geïnformeerd worden over het veilig en gezond gebruiken van arbeidsmiddelen (goede werkhouding, bediening van trillend gereedschap, een goede instelling van de bestuurderszetel,...). Het is ook belangrijk dat de operators en de onderhoudstechnici op de hoogte zijn wanneer bepaalde onderdelen die een effect hebben op het trillingsniveau, moeten vervangen worden (bv. ophanging). Werkorganisatie Een goede werkorganisatie (planning, werkuren, pauzes) kan de blootstelling aan trillingen inperken. Kleding Omgevingsfactoren zoals koude en het werken in een vochtige omgeving verhogen het risico. Daarom is aangepaste kleding essentieel. 14 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3

Kader 6 Preventiemaatregelen tegen trillingen volgens de preventiehiërarchie ß alternatieve werkmethoden; ß keuze van de juiste arbeidsmiddelen, ergonomisch goed ontworpen en zo weinig mogelijk trillingen veroorzaken, rekening houden met het werk; ß ter beschikking stellen van hulpmiddelen om het risico van gezondheidsschade ten gevolge van trillingen te voorkomen; ß onderhoudsprogramma s voor de arbeidsmiddelen, de arbeidsplaats en de systemen op de arbeidsplaats; ß ontwerp en indeling van de arbeidsplaatsen en de werkposten; ß adequate voorlichting en opleiding van de werknemers; ß aangepaste werkorganisatie; ß verschaffen van kleding die de blootgestelde werknemers beschermt tegen koude en vocht. KB Trillingen, art. 14 2.3.2 Wanneer zijn maatregelen vereist? Het KB legt grens- en actiewaarden vast. Bij het overschrijden van deze trillingsniveaus zijn een aantal maatregelen verplicht. Maatregelen bij het overschrijden van de actiewaarde De actiewaarde voor hand-armtrillingen bedraagt 2,5 m/s². Voor lichaamstrillingen is dit 0,5 m/s². Bij het overschrijden van deze waarden, moet de werkgever technische en organisatorische maatregelen nemen om de blootstelling (of de gevolgen van de blootstelling) zoveel mogelijk te beperken. Maatregelen bij het overschrijden van de grenswaarde De grenswaarde voor hand-armtrillingen bedraagt 5 m/s². Voor lichaamstrillingen is dit 1,15 m/s². Werknemers mogen niet blootgesteld worden aan trillingsniveaus hoger dan deze grenswaarden. Indien dit, ondanks alle preventiemaatregelen toch het geval zou zijn, dan moet de werkgever onmiddellijk maatregelen nemen om het trillingsniveau terug te dringen tot onder de grenswaarde. Voor arbeidsmiddelen die ter beschikking gesteld werden voor 6 juli 2007 is het onmiddellijk nemen van maatregelen enkel vereist vanaf 6 juli 2010. Voor de land- en bosbouw is dit vanaf 6 juli 2014. 2.3.3 En wat met persoonlijke beschermingsmiddelen? Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn slechts een laatste redmiddel. Voor de bescherming tegen trillingen is dit zeker het geval. Het ter beschikking stellen van speciale beschermhandschoenen om de gevolgen van een blootstelling aan handarmtrillingen, is niet in alle gevallen efficiënt. Enkel bij gereedschappen met een hoge rotatiesnelheid die met een lichte greep worden vastgehouden, heeft het dragen van anti-trillingshandschoenen enig effect. Kleding die beschermt tegen overmatige koude is in sommige omstandigheden nodig om het effect van trillingen in te perken. Voor de aankoop, de keuze en het gebruik van beschermkledij of -handschoenen moet de werkgever de wetgeving inzake persoonlijke beschermingsmiddelen respecteren. Het gaat met name om het ß KB van 31 december 1992 betreffende het op de markt brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen (BS 4 februari 1993) ß KB van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (BS 14 juli 2005, Codex, titel VII, hoofdstuk 2). Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 15

2.3.4 Informatie en opleiding voorzien Het informeren van de werknemers die blootgesteld worden aan trillingen is belangrijk. Vanaf de actiewaarde is dit trouwens verplicht opgelegd in het KB Trillingen. Over volgende elementen moet informatie gegeven worden: ß de aard van de risico s te wijten aan trillingen; ß de grens- en actiewaarden; ß de resultaten van de risicoanalyse; ß de preventiemaatregelen; ß de opsporing van symptomen van gezondheidsschade door trillingen (waarom, hoe, melden); ß het gezondheidstoezicht; ß veilige werkmethoden om trillingen zoveel mogelijk te beperken. KB Trillingen, art. 17 2.3.5 Gezondheidstoezicht organiseren Wanneer? Een gezondheidsbeoordeling is verplicht voor alle werknemers die blootgesteld worden aan trillingen tenzij de risicoanalyse uitwijst dat er geen risico is voor hun gezondheid. Deze verplichting geldt vanaf de actiewaarde. Het gezondheidstoezicht is aangewezen indien een ziekte of schadelijke gezondheidseffecten: ß in verband kunnen gebracht worden met de blootstelling; ß kunnen optreden gezien de arbeidsomstandigheden van de werknemer in kwestie; ß kunnen opgespoord worden met beschikbare technieken. Hoe organiseren? Voor de organisatie van het gezondheidstoezicht verwijst het KB Trillingen naar het KB over het gezondheidstoezicht (KB van 28 mei 2003, BS 16 juni 2003, Codex, Titel I, hoofdstuk 4). Zo moet er voor de werknemers die blootgesteld zijn aan trillingen en onderworpen zijn aan het gezondheidstoezicht ook een gezondheidsdossier bijgehouden worden. De bepalingen i.v.m. dit dossier zijn terug te vinden in art. 78 e.v. van het KB Gezondheidstoezicht en gaan over het opstellen, het bijhouden, het recht op inzage, de verwerking van de gegevens. Wat bij een aandoening tengevolge van trillingen? Indien tijdens het gezondheidstoezicht een aantoonbare ziekte of aandoening wordt vastgesteld bij een werknemer, dan wordt hij of zij verwittigd door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. De werkgever moet zijn beleid inzake trillingen bijsturen. Hij moet met name zijn risicoanalyse aanpassen en vervolgens de gepaste maatregelen nemen om de blootstelling aan trillingen te verminderen. Hij moet ook zorgen dat voor alle werknemers die aan gelijkaardig activiteiten werden blootgesteld, het gezondheidstoezicht georganiseerd wordt. Voor de bijsturing van zijn beleid inzake trillingen houdt hij rekening met de adviezen van de arbeidsgeneesheer, van andere preventieadviseurs en van de toezichthoudende ambtenaren (de inspectie). Eventueel kan de werknemer in kwestie aan een andere werkpost tewerkgesteld worden of met andere activiteiten belast worden. KB Trillingen, art. 19-25 16 Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3

2.4 Participatie De werknemers en hun afgevaardigden moeten geraadpleegd worden over de maatregelen die genomen worden om blootstelling aan trillingen tegen te gaan of te verminderen. Deze raadpleging gebeurt via het comité pbw (KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de comités voor preventie en bescherming op het werk, BS 10 juli 1999, Codex, titel II, hoofdstuk 4). Het comité pbw moet in ieder geval betrokken worden bij de risicoanalyse en het bepalen van gepaste maatregelen. KB Trillingen, art. 18 2.5 Overzicht Tabel 4 geeft een samenvattend overzicht van de verplichte maatregelen voor werkgevers. Tabel 4 Verplichte maatregelen Waarden voor blootstelling Acties (in geval van overschrijding) Preventiemaatregelen Voorlichting en opleiding werknemers Gezondheidstoezicht Actiewaarde (referentieperiode 8u) hand-armtrillingen: 2,5 m/s² lichaamstrillingen: 0,5 m/s² technische en/of organisatorische maatregelen nemen om de blootstelling aan trillingen te verminderen verplicht voorafgaand aan het werk jaarlijks Grenswaarde (referentieperiode 8u) hand-armtrillingen: 5 m/s² lichaamstrillingen: 1,15 m/s². - onmiddellijk maatregelen nemen om de blootstelling terug te dringen tot onder de grenswaarde - de oorzaak opsporen - de preventiemaatregelen bijsturen om herhaling te voorkomen Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 17

3 Bijkomende informatie Wie meer wil weten over dit onderwerp, vindt in onderstaande referenties verwijzingen naar artikelen die verschillende aspecten van de problematiek belichten. Het lijstje met websites biedt een overzicht van sites waar u terecht kan voor praktische ondersteuning. 3.1 Literatuurreferenties Richtlijn trillingen gepubliceerd, PreventActua, 14/2002 KB trillingen is uit, PreventActua, 14/2005 Globale lichaamstrillingen Reeks SOBANE-strategie: Het beheer van beroepsgebonden risico s http://www.werk.belgie.be (rubriek: Publicaties) Hand-arm trillingen Reeks SOBANE-strategie: het beheer van beroepsgebonden risico s http://www.werk.belgie.be (rubriek: Publicaties) Niet-bindende praktijkgids voor de uitvoering van Richtlijn 2002/44/EG betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico s van fysische agentia (trillingen) Report - Workplace exposure to vibration in Europe: an expert review (19/12/2008) Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk 3.2 Interessante websites Op volgende websites staat interessante informatie voor het beoordelen van trillingsniveaus. www.vibration.db.umu.se/default.aspx?lang=en Databases for Vibration Machines. Department of Public Health and Clinical Medicine Occupational and Environmental Medicine (universiteit van Umea, Zweden) www.las-bb.de/karla/ KARLA: catalogue of representative noise and vibration data at workplaces (Landesamtes für Arbeitsschutz des Landes Brandenburg - Duitsland) Preventie & wetgeving Focus op trillingen 2009/3 19

Focus op trillingen is een gezamenlijke uitgave van : Gachardstraat 88 bus 4, 1050 Brussel Tel.: 02 643 44 44 Fax: 02 643 44 40 www.prevent.be e-mail: prevent@prevent.be en Uitgeverij : Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule Tel. : 056 36 32 00 Fax: 056 35 60 96 www.uga.be e-mail: abonn@uga.be Copyright Prevent - UGA