Preventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Preventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk"

Transcriptie

1 Preventie en wetgeving Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 2013/3 actualisatie mei 2015

2

3 Inhoud 1 Wettelijk kader Referentie Historiek ARAB en de wet Europese wetgeving Codex en wet welzijn op het werk Krachtlijnen Indeling in groepen Verplichtingen van de werkgever Een interne dienst oprichten De structuur en de samenstelling van de interne dienst vastleggen De opdrachten en de taken van de interne dienst bepalen De middelen en deskundigheden bepalen waarover de interne dienst moet beschikken Een beroep doen op de externe dienst voor opdrachten en taken die niet vervuld worden door de interne dienst Het identificatiedocument opstellen Statuut en opleiding Het jaarverslag Bijkomende informatie Literatuurreferenties Interessante websites Bijlage 1 Opdrachten van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Bijlage 2 Taken van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Bijlage 3 Opdrachten en taken van het departement belast met het gezondheidstoezicht Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 3

4

5 1 Wettelijk kader 1.1 Referentie De bepalingen over de organisatie en structuur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn voornamelijk terug te vinden in - de wet welzijn op het werk (wet van 4 augustus 1996, BS 18 september 1996) (wet welzijn), hoofdstuk VI Preventie- en beschermingsdiensten; en - het Koninklijk Besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (BS 31 maart 1998, Codex, Titel II, hfst. 1) (KB Interne dienst). 1.2 Historiek De bepalingen over een interne dienst kennen reeds een lange historiek. Tijdens de laatste decennia zijn deze sterk geëvolueerd vooral onder invloed van de Europese reglementering. De bepalingen zijn opgenomen in de wet welzijn en in de Codex welzijn op het werk ARAB en de wet Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) verzamelde de bepalingen over veiligheid en gezondheid op het werk en werd in 1946 en 1947 uitgevaardigd door twee Regentsbesluiten. In 1952 verscheen de Veiligheidswet. Onder invloed van deze wet werden de arbeidsgeneeskundige diensten, de diensten voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (VGV) en de overlegstructuren zoals de comités VGV (adviesorgaan in de ondernemingen) en de Hoge Raad VGV (paritair adviesorgaan voor de overheid) verder uitgebouwd. Een belangrijke mijlpaal is 1975 toen het voorkomingsbeleid opgenomen werd in het ARAB (art. 54quater). Dit artikel legde de werkgever de verplichting op om een preventiebeleid te voeren en alle mogelijke maatregelen te nemen om de risico s tot een minimum te herleiden en het werk aan te passen aan de mens (ergonomie). Het betekende tevens een stimulans voor de uitbouw van de diensten VGV en de noodzaak om goed opgeleide preventieadviseurs in te zetten (KB van 1978 over de aanvullende vorming). De bepalingen over de diensten VGV waren vooral terug te vinden in de ARAB artikelen 833 tot 836ter (titel V Eindbepalingen, hoofdstuk 2, Organen voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen, afdeling 1 Algemene beginselen en afdeling 2 Diensten voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen). Deze artikelen tekenden het kader uit voor de diensten VGV: - de dienst VGV was intern in de onderneming; - taken i.v.m. het opsporen en beheersen van veiligheidsrisico s. Daarnaast was er een dienst voor het medisch toezicht, intern of extern. Deze dienst was belast met enerzijds het medisch toezicht van de werknemers en anderzijds het opsporen van gezondheidsrisico s Europese wetgeving De kaderrichtlijn van 12 juni 1989 over veiligheid en gezondheid op het werk (89/391/EEG van 12 juni 1989, PB van 29 juni 1989) bevat de basisprincipes die in de hele Europese Unie van toepassing zijn. De richtlijn behelst niet alleen technische aspecten maar ook meer organisatorische en sociale maatregelen. Hij legt de basis voor veiligheid en gezondheid op het werk in Europa. De richtlijn heeft het ook over de organisatie van de preventie in de bedrijven en legt o.m. op dat er een persoon moet aangeduid worden in de bedrijven die zich bezighoudt met veiligheid en gezondheid op het werk en dat er een beroep kan worden gedaan op externe diensten (zie kader 1). Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 5

6 Kader 1 Preventie- en beschermingsdiensten in de kaderrichtlijn 1. Onverminderd de in de artikelen 5 en 6 bedoelde verplichtingen wijst de werkgever een of meer werknemers aan die zich met de activiteiten op het gebied van de bescherming tegen en de preventie van beroepsrisico s in het bedrijf en/of de inrichting zullen bezighouden. (...) 6. Voor de bescherming tegen de preventie van risico s voor veiligheid en gezondheid waarvan sprake is in dit artikel, wordt gezorgd door een of meer werknemers, door een enkele dienst of door verschillende diensten, ongeacht of hij (zij) al dan niet deel uitmaakt (uitmaken) van het bedrijf en/of de inrichting. De werknemer(s) en/of dienst(en) moeten voor zover nodig samenwerken. 7. De Lid-Staten kunnen, rekening houdend met de aard der activiteiten en de grootte van het bedrijf, de categorieën van bedrijven bepalen waarin de werkgever mits hij de nodige capaciteiten bezit zelf de in lid 1 bedoelde taak op zich kan nemen. Kaderrichtlijn, art Codex en wet welzijn op het werk Wet welzijn op het werk Onder invloed van de Europese regelgeving maar ook door de gewijzigde arbeidsomstandigheden en maatschappelijke evoluties heeft de wetgeving over veiligheid en gezondheid op het werk in de jaren 1990 ingrijpende wijzigingen ondergaan. De wet van 1952 voldeed niet meer omdat deze geen voldoende basis verleende voor de meer multidisciplinaire aanpak, een ruimer toepassingsgebied, de participatie van de werknemers,... Daarom werd de wet van 1952 vervangen door de wet welzijn op het werk (Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, 4 augustus 1996, BS 18 september 1996). De wet plaatst de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de ruimere context van welzijn op het werk en dat vergt dan ook een meer multidisciplinaire aanpak van de problematiek. De organisatie van de oude diensten VGV en de diensten medisch toezicht wordt volledig herzien. In de plaats daarvan komen de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Elke werkgever is verplicht om een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten. De bepalingen i.v.m. de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn opgenomen in verscheidene bepalingen van de wet welzijn (zie tabel 1). Tabel 1 Bepalingen over de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk in de wet welzijn Hoofdstuk/afdeling Artikels Inhoud Hoofdstuk VI, Afdeling 1 33 algemene bepalingen voor preventie- en beschermingsdiensten Hoofdstuk VI, Afdeling en 39 specifieke bepalingen voor de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Hoofdstuk VI, Afdeling 4 41 coördinatie in het kader van de preventie- en beschermingsdiensten Hoofdstuk VI, Afdeling gemeenschappelijke bepalingen voor preventie- en beschermingsdiensten Hoofdstuk IX aan de organen gemeenschappelijke bepalingen 6 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

7 De opdracht van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is het bijstaan van de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bij de toepassing van de regelgeving inzake het welzijn van de werknemers. Het gaat hier om de eerstelijnspreventie, waarbij gestreefd wordt naar een multidisciplinaire benadering van de problemen. De vroegere bedrijfsgeneeskundige dienst werd opgenomen in de interne dienst onder de vorm van een departement belast met het geneeskundig toezicht. De diensten voor het medisch toezicht waarop de werkgevers een beroep konden doen die geen eigen geneeskundige dienst hadden, worden geïntegreerd binnen de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. De structuur van de interne dienst wordt bepaald in de artikelen 34 tot 37 van de wet welzijn. In vergelijking met de ARAB-bepalingen is er duidelijk vastgelegd dat de interne dienst moet opgericht worden op het hoogste niveau van de onderneming. Daarnaast is er ook voorzien dat een interne dienst uit verscheidene afdelingen moet bestaan indien er ook meerdere comités zijn. Daarom wordt de structuur vastgesteld rekening houdend met de technische bedrijfseenheden, zoals zij zijn bepaald voor de oprichting van die comités. Dit vooral om de samenwerking tussen de comités en de interne dienst te bevorderen. De opdrachten van de interne dienst vergen een multidisciplinaire aanpak. Indien de interne dienst niet over de nodige deskundigheid beschikt om een aantal aspecten van deze opdrachten te vervullen dan moet er een beroep gedaan worden op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. De multidisciplinaire aanpak onderstreept tevens het belang van de verschillende deskundigheden die elk hun rol hebben, nl. ergonomen, arbeidshygiënisten, arbeidspsychologen, veiligheidskundigen, arbeidsgeneesheren. KB Interne dienst Het KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (KB Interne dienst) maakt deel uit van 4 koninklijke besluiten die alle op 31 maart 1998 in het staatsblad verschenen. Op die manier was het mogelijk om aan heel wat aspecten opgesomd in de wet welzijn waarvoor een inwerkingtreding van 1 april 1998 was voorop gezet, de nodige uitvoering te geven. Het eerste KB behelst het beleid inzake welzijn op het werk, het tweede de interne dienst en het derde de externe dienst. Het vierde KB bevat alle wijzigingen en opheffingen die in het ARAB werden doorgevoerd. De meeste bepalingen over de interne dienst uit het ARAB werden door dit laatste KB opgeheven. Het KB Interne dienst maakt een onderscheid op basis van de grootte en het risico van de onderneming om de opdrachten vast te leggen. Deze indeling is gebaseerd op de indeling uit het KB van 10 augustus over de vorming van de preventieadviseurs. Aan de A, B en C-bedrijven werd wel een groep D toegevoegd met de ondernemingen met minder dan 20 werknemers en waar de werkgever zelf de functie van preventieadviseur invult (zie 2.1). Het KB Interne dienst vormt hoofdstuk 1 De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van titel II Organisatorische structuren van de Codex voor welzijn op het werk. Tabel 2 Structuur en inhoud van het KB Interne dienst (Codex, titel II, hfst. 1) Afdeling Artikelen Inhoud Inleidende bepalingen (toepassingsgebied, definities, indeling in groepen A, B, C en D) De opdrachten van de interne dienst De organisatie en werking van de interne dienst 1 Dit KB is vervangen door het Koninklijk Besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (BS 11 juli 2007, Codex, Titel II, hfst. 6) (KB Vorming); zie hierover Focus op de vorming van preventieadviseurs Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 7

8 Statuut van de preventieadviseurs van een interne dienst Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Inhoud van de documentatie die bijgehouden wordt door de preventieadviseurs Inhoud van de maand- en driemaandelijkse verslagen Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inhoud van de arbeidsongevallensteekkaart Wijzigingen Sinds de verschijning van de wet welzijn en het KB Interne dienst zijn er reeds verscheidene wijzigingen uitgevoerd. De aanpassingen zijn vooral doorgevoerd om de bepalingen in lijn te brengen met wijzigingen op het vlak van arbeidsongevallenregistratie, de opleiding van preventieadviseurs en de psychosociale risico s op het werk. 8 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

9 2 Krachtlijnen De werkgever moet in het kader van het beleid welzijn op het werk, een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten en de opdrachten en de taken van de dienst bepalen. Indien de dienst niet over de nodige deskundigheid beschikt om alle opdrachten en taken uit te voeren, dan moet er een beroep gedaan worden op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. 2.1 Indeling in groepen De bedrijven worden ingedeeld in 4 groepen naar gelang de aard van het risico en het aantal werknemers dat tewerkgesteld wordt. Principe Tot welke groep een onderneming behoort, wordt vooral bepaald door het aantal werknemers maar ook door het risico van de activiteiten. Het risico van de activiteiten wordt bepaald door de sector waarin de onderneming actief is. Deze sectoren staan vermeld in artikel 3 van het KB Interne dienst. Tabel 3 Indeling in groepen volgens grootte van de onderneming en volgens risicograad Groep A Groep B Groep C Groep D > 1000 werknemers en/of zeer hoge risicograad tussen 200 en 1000 werknemers en/of hoge risicograad minder dan 200 werknemers, risicograad niet behorend tot A of B minder dan 20 werknemers en de werkgever vervult de functie van preventieadviseur Belang De indeling in groepen bepaalt welke opdrachten steeds moeten toevertrouwd aan de interne dienst en tevens welke aanvullende vorming vereist is voor de preventieadviseurs die de dienst leiden of er deel van uitmaken (zie 2.2.4). 2.2 Verplichtingen van de werkgever De wet welzijn en het KB Interne dienst leggen verscheidene verplichtingen op aan de werkgever. De werkgever moet: - een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten (2.2.1); - de structuur en de samenstelling van de interne dienst vastleggen (2.2.2); - de opdrachten en de taken van de interne dienst bepalen (2.2.3); - de middelen en deskundigheden bepalen waarover de interne dienst moet beschikken (2.2.4); - een beroep doen op de externe dienst voor opdrachten en taken die niet vervuld worden door de interne dienst (2.2.5); - het identificatiedocument opstellen (2.2.6) Een interne dienst oprichten De wet welzijn legt de verplichting op om een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten (art. 33). Deze verplichting geldt voor alle ondernemingen. Ook voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers maar in deze ondernemingen kan de werkgever wel zelf de functie van preventieadviseur opnemen. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 9

10 In de privé-sector 2 hangt de structuur van de interne dienst af van de wijze waarop de comités pbw zijn opgericht in de onderneming. Aangezien de oprichting van de comités samenhangt met de technische bedrijfseenheden (zie kader 2), zijn ook deze bepalend voor de structuur van de interne dienst. Dat heeft tot gevolg dat de interne dienst er anders uitziet naar gelang er 1 of meerdere juridische entiteiten zijn en 1 of meerdere technische bedrijfseenheden (tabel 4). Een juridische entiteit met meerdere technische bedrijfseenheden (vestigingen) waarvoor ook een comité opgericht is, moet een centrale interne dienst oprichten met voor elke vestiging een afdeling van de interne dienst. Een specifieke situatie doet zich voor wanneer verscheidene ondernemingen er voor opteren om samen 1 interne dienst op te richten. Het principe om een dergelijke gemeenschappelijke dienst is mogelijk gemaakt door de wet welzijn (art. 38) maar is onderworpen aan een aantal strikte voorwaarden (KB van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, BS 16 november 2009, Codex, titel II, hoofdstuk 7). Kader 2 Juridische entiteit en technische bedrijfseenheid Volgens de wet welzijn moet er een comité opgericht worden in alle ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen. Een onderneming wordt omschreven als een technische bedrijfseenheid: onderneming: de technische bedrijfseenheid, bepaald in het kader van deze wet op grond van de economische en sociale criteria; in geval van twijfel primeren de sociale criteria (wet welzijn, art. 49). Het begrip technische bedrijfseenheid is dus niet hetzelfde als de juridische entiteit. Met een juridische entiteit wordt de juridische vorm van de onderneming bedoeld: nv, vzw,... De technische bedrijfseenheid wordt bepaald op basis van economische en sociale criteria. De technische bedrijfseenheid stemt overeen met de afzonderlijke vestigingen van een onderneming, op voorwaarde dat deze vestigingen een bepaalde economische en sociale zelfstandigheid hebben. Economische zelfstandigheid houdt in dat de activiteiten van een vestiging deels verschillen van die van de maatschappelijke zetel, of dat de verschillende vestigingen van eenzelfde juridische entiteit een reële vrijheid hebben bij de ontwikkeling van hun activiteiten. Sociale zelfstandigheid bestaat wanneer de werknemers van een vestiging zichzelf beschouwen als behorend tot een groep met een bijzondere sociale samenhang, apart van de maatschappelijke zetel. Het is ook mogelijk dat meerdere juridische entiteiten 1 technische bedrijfseenheid vormen. In dat geval moeten verscheidene voorwaarden vervuld zijn. Vooral de economische samenhang tussen de verschillende juridische entiteiten is van belang. Tabel 4 Oprichting van een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Juridische entiteiten/technische bedrijfseenheden 1 juridische entiteit = 1 technische bedrijfseenheid 1 juridische entiteit met meerdere technische bedrijfseenheden Toelichting = 1 onderneming, 1 juridische vorm, gevestigd op 1 plaats - 1 onderneming met al dan niet vestigingen op verschillende plaatsen; - de vestigingen met elk meer dan 50 werknemers hebben voldoende economische en sociale zelfstandigheid Oprichten interne dienst 1 interne dienst - 1 (centrale) interne dienst - afdeling van de interne dienst per comité (dus per vestiging) 2 Voor de openbare diensten is er een gelijklopende structuur als deze die van toepassing is in de privé-sector en die gebaseerd is op de syndicale organisatie en statuut in de overheidssector. De interne dienst moet op het hoogste niveau worden opgericht op hetzelfde niveau als het hoog overlegcomité. 10 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

11 Meerdere juridische entiteiten vormen 1 technische bedrijfseenheid - deze vestigingen zijn elk beschouwd als een technische bedrijfseenheid waarvoor de oprichting van een comité pbw vereist is - meerdere ondernemingen vanuit juridisch standpunt - op het vlak van economische en sociale criteria is er maar sprake van 1 bedrijf (economisch en sociaal onlosmakelijk verbonden) 1 interne dienst De structuur en de samenstelling van de interne dienst vastleggen Een interne dienst kan verschillende vormen aannemen naar gelang er verschillende technische eenheden met een comité pbw zijn of niet maar ook naar gelang er een medisch departement is opgericht. Het is de werkgever die de samenstelling van de interne dienst bepaald. Elke onderneming kan daarbij de keuze maken om binnen de interne dienst een departement voor gezondheidstoezicht op te richten of om voor het gezondheidstoezicht een beroep te doen op de externe dienst. Aan een interne dienst zijn preventieadviseurs verbonden en daarnaast kan er ook ander, administratief, personeel aan toegevoegd zijn. Ook de vertrouwenspersoon, die behoort tot het personeel van de werkgever, hangt functioneel af van de interne dienst wanneer hij handelt in het kader van zijn functie als vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft wel rechtstreeks toegang tot de persoon belast met het dagelijks beheer van de onderneming (KB Psychosociale risico s op het werk, art. 59). Een juridische entiteit zonder technische eenheden In een juridische entiteit zonder technische eenheden, zonder medisch departement, staat er een preventieadviseur aan het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Het hoofd van de interne dienst rapporteert rechtstreeks aan de persoon die belast is met de algemene leiding van de onderneming of instelling (zie schema 1). Indien er een medisch departement is, dan staat dit departement onder leiding van een arbeidsgeneesheer. Deze heeft eveneens rechtstreeks toegang tot de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer (zie schema 2). Het hoofd van de interne dienst is, naar gelang de groep waartoe de onderneming behoort (zie 2.1), een preventieadviseur met niveau I, niveau II of basiskennis. Als het hoofd van het departement voor gezondheidstoezicht en het hoofd van de interne dienst één en dezelfde persoon zijn dan moet, voor de ondernemingen van de groepen A en B, bijkomend nog een preventieadviseur met niveau I of II aangesteld worden (tabel 5). Schema 1 Structuur van de interne dienst zonder een medisch departement in een juridische entiteit zonder technische een heden * enkel interne vertrouwenspersonen en voor de opdrachten als vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft wel rechtstreeks toegang tot de persoon belast met het dagelijks beheer van de onderneming Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 11

12 Schema 2 Structuur van de interne dienst met een medisch departement in een juridische entiteit zonder technische eenheden * enkel interne vertrouwenspersonen en voor de opdrachten als vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft wel rechtstreeks toegang tot de persoon belast met het dagelijks beheer van de onderneming Tabel 5 Samenstelling van de interne dienst zonder of met medisch departement in een juridische entiteit zonder technische eenheden Indien er een medisch departement is hoofd van de interne dienst preventieadviseurs hoofd medisch departement Groep A niveau I + 2 jaar ervaring* niveau II arbeidsgeneesheer Groep B niveau II** basiskennis arbeidsgeneesheer Groep C basiskennis arbeidsgeneesheer Groep D (werkgever zelf) basiskennis * indien deze persoon ook hoofd is van het medisch departement dan is nog een niveau I vereist ** indien deze persoon ook hoofd is van het medisch departement dan is nog een niveau II vereist Een juridische entiteit met verschillende technische eenheden In een juridische entiteit met verschillende technische eenheden, moet voor elke comitéplichtige entiteit een afdeling van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opgericht worden. Op niveau van de juridische entiteit is een centrale dienst vereist die de verschillende afdelingen integreert. Het gezondheidstoezicht kan op verschillende manieren geregeld worden. Zo kan er één intern medisch departement op centraal niveau zijn, één per afdeling of een aantal afdelingen kunnen een beroep doen op een intern departement terwijl andere een externe dienst inroepen (zie schema 3). Voor deze afzonderlijke afdelingen gelden dezelfde regels als voor een juridische eenheid zonder technische eenheden. Het hoofd van de interne dienst is, naar gelang de grootte en de activiteit van de volledige juridische entiteit, een preventieadviseur met niveau I, niveau II of basiskennis. Als het hoofd van het medisch departement en het hoofd van de interne dienst één en dezelfde persoon zijn dan moet, voor de ondernemingen van de groepen A en B, bijkomend nog een preventieadviseur met niveau I of II aangesteld worden (tabel 6). De ondernemingen bepalen zelf, in functie van de eigen organisatie, en na advies van het comité pbw, de verhouding tussen de centrale dienst en de afdelingen en de taakverdeling. 12 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

13 Schema 3 Structuur van de interne dienst in een juridische entiteit met technische eenheden Tabel 6 Samenstelling van de interne dienst zonder of met medisch departement in een juridische entiteit met technische eenheden Centrale dienst Afdeling Medisch departement(en) hoofd van de dienst hoofd van de dienst preventieadviseurs preventieadviseurs hoofd van het departement Groep A niveau I + 2 jaar ervaring* niveau II niveau I + 2 jaar ervaring* niveau II arbeidsgeneesheer Groep B niveau II** basiskennis niveau II** basiskennis arbeidsgeneesheer Groep C basiskennis basiskennis arbeidsgeneesheer Groep D (werkgever zelf) basiskennis basiskennis *indien deze persoon ook hoofd is van het medisch departement dan is nog een niveau I vereist ** indien deze persoon ook hoofd is van het medisch departement dan is nog een niveau II vereist Multidisciplinair De interne dienst is zo samengesteld dat de dienst de opdracht kan vervullen op een multidisciplinaire manier. Dit principe van multidisciplinariteit vertaalt zich door een gecoördineerd optreden van preventieadviseurs en experten die over verschillende deskundigheden beschikken en samen bijdragen tot de bevordering van het welzijn op het werk. Die deskundigheden behelzen - arbeidsveiligheid; - arbeidsgeneeskunde; - ergonomie; - arbeidshygiëne; en - psychosociale aspecten. KB Interne dienst, art. 14 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 13

14 2.2.3 De opdrachten en de taken van de interne dienst bepalen Opdrachten De interne dienst heeft als algemene opdracht het bijstaan van werkgever, hiërarchische lijn en werknemers bij het preventiebeleid. De opdrachten passen in het dynamisch risicobeheersingsysteem dat elke werkgever moet opzetten. De opdrachten zijn van adviserende en ondersteunende aard. Dat neemt niet weg dat van de interne dienst verwacht wordt om bijvoorbeeld op het vlak van risicoanalyse een sturende rol op te nemen en er voor te zorgen dat de risico s in kaart worden gebracht en dat er gezocht wordt naar de oorzaken van ongevallen, beroepsziekten,... (zie bijlage 1). KB Interne dienst, art. 4 en 5 Taken De opdrachten van de interne dienst vertalen zich in een aantal concrete taken. Deze taken omvatten onder meer het opstellen van verslagen, ongevalsteekkaarten en documentatie. Ook het verzekeren van het secretariaat van het comité pbw behoort tot de taken (zie bijlage 2). KB Interne dienst, art. 7, 1 Opdrachten en taken van het departement belast met het gezondheidstoezicht Wanneer de interne dienst niet beschikt over een departement voor gezondheidstoezicht moet de onderneming een beroep doen op een erkende externe dienst voor de taken die normaliter voorbehouden zijn voor dit departement (bijlage 3). Een uitzondering op deze regel zijn de taken i.v.m. eerstehulpverlening. Ook als er geen medisch departement is moeten deze toch door de interne dienst uitgevoerd worden. KB Interne dienst, art. 7, De middelen en deskundigheden bepalen waarover de interne dienst moet beschikken Middelen De werkgever bepaalt, na voorafgaand advies van het Comité: - de technische en wetenschappelijke middelen, de lokalen en de financiële middelen, en ook het administratief personeel dat ter beschikking van de interne dienst wordt gesteld; - de minimumduur van de prestaties van de preventieadviseurs zodat de interne dienst de opdrachten te allen tijde volledig en doeltreffend worden vervuld (zie kader 3). KB Interne dienst, art Kader 3 - Hoe de prestatieduur bepalen? De werkgever is vrij om te bepalen hoeveel tijd de preventieadviseur aan zijn preventieopdracht mag spenderen. De enige voorwaarde is dat dit tijdsbestek ruim genoeg moet zijn, zodat de preventieadviseur zijn taken kan afhandelen die hem worden toegewezen. Bovendien moet de prestatieduur goedgekeurd worden door het comité. Bij het bepalen van de prestatieduur moet rekening gehouden worden met verschillende factoren, onder andere het aantal werknemers, het aantal locaties en vestigingen, de activiteiten die uitgevoerd worden in het bedrijf en de risico s die hiermee gepaard gaan. Ook de voorgeschiedenis van het preventiebeleid in de onderneming speelt een rol. Andere factoren zijn de mate waarin de hiërarchische lijn meewerkt aan het preventiebeleid, het feit of de taken binnen de ondernemingen vaak wijzigen, of de werknemers steeds bij hun vaste taak blijven, Er bestaat een vuistregel die een ruwe schatting kan geven van de prestatieduur van de preventieadviseur. Deze vuistregel zegt dat in de tertiaire sector (waar het risico laag ligt) per schijf van 100 werknemers tien procent van de wekelijkse werkduur van een voltijdse equivalent moet genomen worden als minimale prestatieduur. In de sectoren met gemiddeld risicohoudend werk moet dit percentage verdubbeld worden. In sectoren met hoog risicohoudend werk wordt correctiefactor 3 gebruikt en in sectoren met zeer hoog risicohoudend werk factor Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

15 Informatie Om hun opdrachten goed te vervullen moet de interne dienst tevens over de nodige informatie beschikken. Daarom moet de werkgever ervoor zorgen dat de dienst hierover kan beschikken. Het gaat o.m. over informatie over - fabricageprocedés, de werktechnieken, de werk- en productiemethodes, de gebruikte stoffen en producten; - wijzigingen aan de fabricageprocedés, de werktechnieken of installaties, nieuwe producten; - wijzigingen aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico s op het werk; - activiteiten die op de arbeidsplaats worden uitgevoerd door aannemers, zelfstandigen of uitzendkrachten. KB Interne dienst, art. 18 Deskundigheden In functie van de opdrachten en de taken van de interne dienst (en dit hangt ook af van de activiteiten van het bedrijf, de risico s, de arbeidsomstandigheden, enz.) moet de werkgever bepalen op welke manier de deskundigheden (cfr. multidisciplinariteit) worden ingevuld Een beroep doen op de externe dienst voor opdrachten en taken die niet vervuld worden door de interne dienst Alle opdrachten en taken kunnen zowel aan de interne als aan de externe dienst toevertrouwd worden. Indien de nodige deskundigheid niet beschikbaar is in de interne dienst of bij andere deskundigen binnen het bedrijf, dan moet de werkgever een beroep doen op de externe dienst. Dat neemt niet weg dat in de wetgeving vastgelegd is dat een aantal opdrachten en taken steeds door de interne dienst moeten uitgevoerd worden. Het gaat dan om opdrachten en taken die bedrijfsspecifieke kennis vragen en die, zeker in bedrijven van groep A en B waar toch de nodige deskundigheid in huis is, best intern worden uitgevoerd. Kleine bedrijven waar doorgaans minder deskundigheid is, mogen meer beroep doen op externe deskundigheid. Bedrijven van groep C, waar geen preventieadviseur niveau I of II aanwezig is, en de bedrijven van groep D moeten een beroep doen op een externe dienst voor de adviezen i.v.m. de risicoanalyse en voor het onderzoek van de arbeidspost na een arbeidsongeval met vier of meer dagen arbeidsongeschiktheid. Bedrijven van groep C zijn slechts voor een beperkt aantal opdrachten en taken verplicht een beroep te doen op de interne dienst. Voor alle andere mogen zij een beroep doen op een externe dienst. Voor de groep D bedrijven geldt dat voor alle opdrachten en taken. De interne dienst is wel steeds belast met de samenwerking met de externe dienst en met de coördinatie van de activiteiten Het identificatiedocument opstellen De weerslag van de samenstelling, opdrachten, middelen, aanwezige deskundigheden van de interne dienst staat genoteerd in het identificatiedocument. Elke werkgever moet een identificatiedocument opstellen. Dit identificatiedocument wordt ter beschikking gehouden van de toezichthoudende ambtenaar. Het document omvat: - de identificatie van de werkgever; - de opdrachten verricht door de interne dienst; - de samenstelling van de interne dienst, het aantal preventieadviseurs, hun kwalificaties en prestatieduur; - de aanwezige vaardigheden; - de administratieve, technische en financiële middelen; - de adviezen van het comité; - indien de interne dienst belast is met het gezondheidstoezicht, een kopie van de erkenning verleend door de bevoegde gemeenschap. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 15

16 Het identificatiedocument is - een afzonderlijk document; of - een bijlage bij het jaarverslag van de interne dienst; of - een bijlage bij het contract met de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. KB Interne dienst, art Statuut en opleiding Aanstelling en verwijdering De werkgever duidt de preventieadviseur aan na een voorafgaand akkoord van het comité pbw. Ook voor de vervanging of verwijdering uit de functie is het voorafgaandelijk akkoord vereist. De preventieadviseur werkt in de onderneming (arbeidsovereenkomst) en indien het om de preventieadviseur van een afdeling van de interne dienst gaat, in de technische bedrijfseenheid van de afdeling. Indien de arbeidsovereenkomst van de preventieadviseur beëindigd wordt of indien de preventieadviseur uit de functie verwijderd wordt, gelden er bovendien specifieke procedures. De bescherming van de preventieadviseurs is geregeld op basis van de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (BS 20 januari 2003). KB Interne dienst, art Opleiding en bijscholing Alle preventieadviseurs moeten over voldoende kennis beschikken om hun opdrachten naar behoren te vervullen. Voor de preventieadviseurs van bedrijven uit groep A en B is respectievelijk een niveau I en II vereist. Preventieadviseurs die de interne dienst van een bedrijf uit groep A leiden moeten bovendien ten minste 2 jaar ervaring aantonen als preventieadviseur in een interne dienst. De preventieadviseurs moeten bovendien de mogelijkheid hebben om zich te vervolmaken en bij te scholen. KB Interne dienst, art Onafhankelijk De preventieadviseurs moeten hun opdrachten in volledige onafhankelijkheid kunnen vervullen ten overstaan van de werkgever en de werknemers. Ze moeten ook alle contacten onderhouden met de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en andere instanties. KB Interne dienst, art Het jaarverslag De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is wettelijk verplicht om uiterlijk tegen 31 maart een jaarverslag op te maken van de activiteiten van het voorbije werkjaar. Het jaarverslag is een samenvatting van de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk in het afgelopen jaar. Het geeft een statistisch beeld van al wat er het voorbije jaar gebeurd is in de onderneming op het vlak van welzijn op het werk en een overzicht van de genomen preventiemaatregelen. Het jaarverslag is bestemd voor de werkgever, het Comité voor preventie en bescherming op het werk en de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (arbeidsinspectie). Het verslag bestaat uit 7 rubrieken: Rubriek 1 bevat de identificatiegegevens die door de inspectie gebruikt worden voor het updaten van hun gegevensbestand. Rubriek 2 tot en met 7 bevatten inlichtingen over de arbeidsongevallen en over de werking van de dienst. Deze luiken zijn hoofdzakelijk bedoeld voor de interne evaluatie binnen het bedrijf door het management en de overlegstructuur. Deze gegevens worden niet systematisch verwerkt door de inspectie. Ze kunnen wel het onderwerp vormen van een inspectiebezoek indien dit relevant lijkt. 16 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

17 3 Bijkomende informatie Wie meer wil weten over dit onderwerp, vindt in onderstaande referenties verwijzingen naar artikelen die verschillende aspecten van de problematiek belichten. Het lijstje met websites biedt een overzicht van sites waar u terecht kan voor praktische ondersteuning. 3.1 Literatuurreferenties - Jaarverslag van de interne dienst: rubriek 7 aangepast, 3/ Indeling in groepen: strengere eisen voor drie sectoren, PreventActua, 15/ Hoe bepaal je de minimale prestatieduur van de preventieadviseur?, PreventActua, 15/ KB gemeenschappelijke interne dienst verschenen, PreventActua, 21/ Documentatie bewaren: welke verplichtingen?, PreventActua, 21/ Herstructurering: wat met het comité PBW? (deel I), PreventActua, 07/ Interessante websites Op volgende website staat interessante informatie en documenten i.v.m. de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. - toelichting en formulieren voor het opmaken van het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 17

18 Bijlage 1 Opdrachten van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk X = verplicht intern 0 = verplicht extern *indien geen preventieadviseur niveau I of II aanwezig 1 risicoanalyse - meewerken aan identificatie gevaren - advies over risicobepaling - advies en voorstellen over globaal preventieplan en jaarlijks actieplan A/B C D X 0* 0 2 ongevallen en incidenten onderzoeken - onderzoek na een arbeidsongeval op de arbeidsplaats met 4 of meer dagen arbeidsongeschiktheid 0* 0 - onderzoek en omstandig verslag na een ernstig arbeidsongeval 0* 0 3 oorzaken van beroepsziekten onderzoeken 3 /1 oorzaken van psychosociale risico s op het werk onderzoeken 4 psychosociale factoren en aanpassing van werk aan de mens onderzoeken X 5 advies over organisatie van werkpost, arbeidsmiddel, gevaarlijke producten en elementen die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico s op het werk 6 advies over hygiëne, arbeidsplaatsen en sociale voorzieningen X X 7 advies instructies - gebruik arbeidsmiddelen - gebruik gevaarlijke producten - gebruik collectieve/persoonlijke bescherming - brandvoorkoming - procedures bij ernstig en onmiddellijk gevaar 8 advies vorming werknemers bij - indienstneming - overplaatsing/verandering functie - invoering/verandering arbeidsmiddel - invoering nieuwe technologie X X 9 voorstellen over onthaal, informatie, vorming en sensibilisering en meewerken aan propaganda X 10 algemeen advies verstrekken aan werkgever en comité X 11 deelnemen aan coördinatie, samenwerking en informatie over werken met derden X 12 ter beschikking staan van werkgever, leden van hiërarchische lijn en werknemers X X 13 meewerken aan noodprocedures X 14 meewerken aan organisatie eerste hulp X 15 secretariaat comité X X 16 overige opdrachten in bijzondere reglementeringen 18 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

19 Bijlage 2 Taken van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk X = verplicht intern 0 = verplicht extern *indien geen preventieadviseur niveau I of II aanwezig A/B C D 1 permanente risicoanalyse en medewerking aan globaal preventieplan en jaarlijks actieplan - veelvuldig en systematisch onderzoek van de arbeidsplaatsen X X - onderzoek werkposten bij verhoging van/bij nieuwe risico s X - jaarlijks grondig onderzoek X X - onderzoek van arbeidsongeval of incident - nuttige, nodige en pertinente onderzoeken en opsporingen X - analyses en controles uitvoeren X - kennis nemen van onderzoeken en fabricageprocedés, werkmethodes en arbeidsprocessen en maatregelen tegen risico s voorstellen X - documentatie bijhouden X X - nodige maatregelen nemen bij onmogelijkheid om op directie een beroep te doen X X - taken in het kader van ernstige arbeidsongevallen 0* 0 - kennis nemen van de elementen die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico s op het werk 2 beheer en werking van de dienst - maandelijkse / driemaandelijkse verslagen X X - jaarverslag X X - ongevallensteekkaart X X 3 documenten aankoopbeleid (drie groene lichten) arbeidsmiddelen, pbm s, cbm s, brandbestrijdingsmiddelen X X 4 kennisgevingen aan overheid X X 5 secretariaat comité X X 6 documenten onthaal bijhouden Bijlage 3 Opdrachten en taken van het departement belast met het gezondheidstoezicht Opdrachten Taken - onderzoeken wisselwerking mens en arbeid - gezondheidstoezicht (o.a. medische onderzoeken) - toezicht op organisatie van de eerstehulpverlening - eerstehulpverlening (enkel interne dienst) - aangifte beroepsziekten Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 19

20 Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is een gezamenlijke uitgave van: en Kolonel Begaultlaan 1A/51, B-3012 Leuven T F E prevent@prevent.be Industrielaan 5, B-8501 Heule T F E abonn@innipublishers.com Copyright Prevent -

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1 dentificatiedocument Groep A / B / C+ 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam:... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel:... Adres van de bedrijfszetel:...... Adres correspondentie:...

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1 dentificatiedocument Groep A / B / C+ 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam:... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel:... Adres van de bedrijfszetel:...... Adres correspondentie:...

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep C- / D 1

Identificatiedocument Groep C- / D 1 dentificatiedocument Groep C- / D 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam :.. Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel :... Adres van de bedrijfszetel :... Adres correspondentie :...

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk BASISTEKST AANGEPASTE TEKST KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Art. 4. Het dynamisch risicobeheersingsysteem is gesteund op

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep C- / D 1

Identificatiedocument Groep C- / D 1 dentificatiedocument Groep C- / D 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam :... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel :... Adres van de bedrijfszetel :... Adres correspondentie :...

Nadere informatie

Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun

Nadere informatie

Concordantietabel boek II Organisatorische structuren en sociaal overleg van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek II Organisatorische structuren en sociaal overleg van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek II Organisatorische structuren en sociaal overleg van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming

Nadere informatie

Circulaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Doel van de oprichting Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

... Identificatiedocument/contactfiche inzake Dienst voor Preventie en Bescherming IDENTIFICATIE VAN DE WERKGEVER

... Identificatiedocument/contactfiche inzake Dienst voor Preventie en Bescherming IDENTIFICATIE VAN DE WERKGEVER . Identificatiedocument/contactfiche inzake Dienst voor Preventie en Bescherming. 1.1 IDENTIFICATIE VAN DE WERKGEVER Naam van de onderneming: Hoofdzetel : Adres van de exploitatiezetel: NACE-code: Ondernemingscategorie:...

Nadere informatie

Focus op de melding en de registratie van arbeidsongevallen

Focus op de melding en de registratie van arbeidsongevallen Preventie en wetgeving Focus op de melding en de registratie van arbeidsongevallen 2012/2 actualisatie november 2014 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 Algemeen

Nadere informatie

27 MAART Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998

27 MAART Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998 27 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998 Gewijzigd door : KB van 10/04/14 BS van 28/04/14 KB van 24/04/14

Nadere informatie

Vademecum Welzijn op het werk

Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk 3 4 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 7. Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6.

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6. Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999

Nadere informatie

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving

Nadere informatie

Dienst en secties PBW

Dienst en secties PBW Deel I Titel II Structuur PBW Dienst en secties PBW ARAD 06 Hoofdstuk I Algemene organisatie 1. SAMENSTELLING 1.1. Principes 30 In de zin van artikel 33 1 van de wet van 04.08.96 en van de CODEX II-I is

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 1. De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch recht van de Europese

Nadere informatie

Focus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5

Focus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5 Preventie en wetgeving Focus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 2 Krachtlijnen... 8 2.1 Definitie... 8 2.2 Verplichtingen van

Nadere informatie

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV = 11 erkende EDPB s EDPB s zorgen met ± 3000 medewerkers voor : 3.300.000 werknemers 210.000 bedrijven 2 WERKING CO-PREV

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 2. De gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG

Nadere informatie

Identificatiedocument GPD GO!

Identificatiedocument GPD GO! Identificatiedocument GPD GO! Gemeenschappelijke preventiedienst GO! 1-9-2018 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. De identificatie van de

Nadere informatie

Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk

Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk Departement? Om regelmatig overleg, betrokkenheid, advies en informatiedoorstroming rond Welzijn op het Werk mogelijk te maken, is het voor organisaties

Nadere informatie

Circulaire 2016/03. Tarifering Externe Diensten PBW

Circulaire 2016/03. Tarifering Externe Diensten PBW Een nieuwe tarifering voor Externe Diensten Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW) PRINCIPE KB 27 november 2015, dat het KB Externe Diensten van 27 maart 1998 wijzigt WELZIJNSWET 1996 Welzijnswet

Nadere informatie

Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België

Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België DEPARTEMENT: PREVENTION 1. Inleiding Huidig document is een aanvulling op het Algemeen Beleid Gegevensverwerking G4S België, specifiek voor het departement PREVENTION

Nadere informatie

Vademecum Welzijn op het werk 3

Vademecum Welzijn op het werk 3 Vademecum Welzijn op het werk 3 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL VOORWOORD.......................................................................................................................................................................................

Nadere informatie

Opstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias

Opstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias op basis van verslagen Els Fias GPP: Globaal PreventiePlan JAP: JaarActiePlan Wettelijke instrumenten bij de organisatie van de preventie in elke onderneming of instelling Vereisen een zorgvuldige, methodische

Nadere informatie

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3. Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Focus op de Codex welzijn op het werk 2017/1

Focus op de Codex welzijn op het werk 2017/1 Preventie en wetgeving Focus op de Codex welzijn op het werk 2017/1 Inhoud 1 Situering... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Historiek... 5 1.3 Codificatie... 8 2 Inhoud en structuur... 9 2.1 Boek I Algemene beginselen...

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 16.11.2009) Afdeling 1. Definities Artikel 1.-

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

Focus op onthaal van nieuwe werknemers

Focus op onthaal van nieuwe werknemers Preventie en wetgeving Focus op onthaal van nieuwe werknemers 2007/2 actualisatie september 2014 Inhoud 1 Wettelijk kader...5 1.1 Arbeidsreglementering...5 1.1.1 Wet arbeidsovereenkomsten...5 1.1.2 Collectieve

Nadere informatie

Circulaire TARIFERING EXTERNE DIENSTEN PBW

Circulaire TARIFERING EXTERNE DIENSTEN PBW EEN NIEUWE TARIFERING VOOR EXTERNE DIENSTEN PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (ED) PRINCIPE Codex II.3 Het financieringssysteem van de Externe Diensten werd aangepast aan de huidige behoeften op vlak

Nadere informatie

Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Formulier C - Dienstjaar 2007

Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Formulier C - Dienstjaar 2007 Opgelet! Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Formulier C - Dienstjaar 2007 Te bezorgen aan de bevoegde regionale directie(s) vóór 1 april 2008 Dit formulier C is

Nadere informatie

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité 27 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998. Gewijzigd door: KB van 17/05/07 - BS van

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1)

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1) 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet

Nadere informatie

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing

Nadere informatie

WIJZIGINGEN AAN TE BRENGEN AAN ARAD 06 DEEL I EN II

WIJZIGINGEN AAN TE BRENGEN AAN ARAD 06 DEEL I EN II NMBS-Holding Brussel, 16. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 4 H-VM 2012 WIJZIGINGEN

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 Maddy Van Temsche Sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving Psychosociale

Nadere informatie

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens Opleiding niveau Brandweerman Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid Kapt. Jean-Paul Heyens Inleiding en duiding Beschrijving van het Vakgebied Welzijn - Welzijn en welzijnswetgeving sinds 4 augustus 1996 - Kaderwet

Nadere informatie

Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem

Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem Preventie en wetgeving Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem 2008/4 actualisatie juni 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB... 5 1.2.2 Europese

Nadere informatie

Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid

Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid Ann Goeman Coördinator psychosociale aspecten Gemeenschappelijke preventiedienst GO! - Wettelijke bepalingen - Betrokken actoren - de werkgever - hiërarchische

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 37 van 12 oktober 2001 met betrekking tot de modellen van jaarverslag van de externe

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Deel II Organisatie PBW. Het betreft de documenten bepaald in : - titel I hoofdstuk III van de CODEX; - titel II hoofdstuk I van de CODEX.

Deel II Organisatie PBW. Het betreft de documenten bepaald in : - titel I hoofdstuk III van de CODEX; - titel II hoofdstuk I van de CODEX. ARAD 06 Deel II Organisatie PBW Titel III Opstellen en bijhouden van documenten Hoofdstuk I Op het niveau van het hoofd van dienst PBW 151 1. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Onder de documentatie PBW vermeld

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 6.6.2007)

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK -------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve

Nadere informatie

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS Nadine Gilis juriste FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Directie humanisering van de arbeid Afdeling normen Doelstelling De mogelijkheden van

Nadere informatie

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. Doel Toelichting Het jaarverslag heeft enerzijds tot doel een samenvatting

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING

PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING 1. Plaats in het organigram De preventieadviseur ressorteert voor de wettelijk omschreven taken rechtstreeks onder de bevoegdheid van het College van Burgemeester

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING Bijlage 2: Cao 104 1 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING ----------------- Gelet op de wet van 5

Nadere informatie

WELZIJN OP HET WERK. Preventie- en beschermingsorganen ter beschikking van de werkgever

WELZIJN OP HET WERK. Preventie- en beschermingsorganen ter beschikking van de werkgever Informatief 2009/113 - bijlage 1 Datum 5 augustus 2009 Ons kenmerk JB/MTR/AS/723//2009 WELZIJN OP HET WERK Preventie- en beschermingsorganen ter beschikking van de werkgever Jules BAERT 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Wetgeving

De rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Wetgeving De rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Wetgeving najaar 2016 1 Algemeen overzicht 1. Welzijn op het werk? 2. Belgische welzijnswetgeving 3. Rol van het comité PB 4. Praktische

Nadere informatie

Focus op het comité voor preventie en bescherming op het werk

Focus op het comité voor preventie en bescherming op het werk Preventie en wetgeving Focus op het comité voor preventie en bescherming op het werk 2009/1 actualisatie februari 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Historiek... 5 1.2 Wet welzijn en uitvoeringsbesluit...

Nadere informatie

MEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN

MEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN MEDEDELING 2011-02 18/01/2011 MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het

Nadere informatie

Psychosociale Risico s en welzijn op het werk. Ing. Christian Halsberghe Sociaal Inspecteur Toezicht Welzijn op het Werk

Psychosociale Risico s en welzijn op het werk. Ing. Christian Halsberghe Sociaal Inspecteur Toezicht Welzijn op het Werk Psychosociale Risico s en welzijn op het werk Ing. Christian Halsberghe Sociaal Inspecteur Toezicht Welzijn op het Werk 1 Overzicht 1. Wettelijke bepalingen 2. Definities 3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 43 van 14 december 2001 met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid bij uitzendarbeid.

Nadere informatie

Communicatiekanalen in bedrijven

Communicatiekanalen in bedrijven Communicatiekanalen in bedrijven Valérie Vervliet Federale Overheidsdienst Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg Overleg Comité PBW vakbondsafvaardiging rechtstreekse participatie Advies preventieadviseurs

Nadere informatie

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Opstart van het Nieuwe Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (Naam) (Plaats) (Datum)

Opstart van het Nieuwe Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (Naam) (Plaats) (Datum) Opstart van het Nieuwe Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (Naam) (Plaats) (Datum) Opstart van het Comité PBW Leerdoelstellingen Kennen van het toepassingsgebied van deze informatie Kennen

Nadere informatie

INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL. Welzijnsdag 12 november 2012

INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL. Welzijnsdag 12 november 2012 INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL Welzijnsdag 12 november 2012 Hoe begin ik eraan? Veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu in scholen WELZIJNSBELEID 2 De 7 welzijnsdomeinen 1 de arbeidsveiligheid

Nadere informatie

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering Ir. Werner Keppens Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Werner.keppens@werk.belgie.be 03/2327905 30/01/2014 Open Forum

Nadere informatie

Preventie en welzijn. Kris De Troyer 8/12/2017. w w w. c r e s e p t. b e. All rights reserved"

Preventie en welzijn. Kris De Troyer 8/12/2017. w w w. c r e s e p t. b e. All rights reserved Preventie en welzijn Kris De Troyer 8/12/2017 1 w w w. c r e s e p t. b e Doelstellingen U informeren over de welzijnswetgeving actoren betrokken bij preventie en bescherming taken van die actoren Ingaan

Nadere informatie

Focus op werken met derden 2008/2

Focus op werken met derden 2008/2 Preventie en wetgeving Focus op werken met derden 2008/2 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referenties... 5 1.2 Historiek... 5 1.3 Aanpassing in 2007... 6 2 Krachtlijnen... 7 2.1 Op eenzelfde arbeidsplaats...

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs

De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be 1 Inhoud 1. Film over

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING ----------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende

Nadere informatie

Bulletin nr : B081 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : Zittingsperiode : 51

Bulletin nr : B081 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : Zittingsperiode : 51 Bulletin nr : B081 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0292 - Zittingsperiode : 51 Auteur Departement Sub-departement Titel Muriel Gerkens, ECOLO Minister Werk Werk FOD. - Follow-up de medische dossiers

Nadere informatie

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Wettelijk kader Musculoskeletale Aandoeningen Yves De Groeve FOD WASO RD TWW Oost-Vlaanderen Kennisdirectie

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving?

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Lucie Guillemyn Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

Wettelijke en juridische aspecten

Wettelijke en juridische aspecten Wettelijke en juridische aspecten 8 oktober 2013 Krista.dekoning@gidpbw.be 1 Europese regelgeving (p.7) Richtlijnen: - economische - sociale Omzetten in Belgisch recht bv. CE markering, PBM s 2 Belgische

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

CO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

CO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk CO-PREV Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV= 13 erkende EDPB s EDPB s zorgen met +/- 3000 medewerkers voor: 3.200.000 werknemers; +/- 202.000 bedrijven.

Nadere informatie

Re-integratie na langdurige afwezigheid : rol van de Arbeidsgeneesheer. Code 32 25-10-2012 Dr. H. DUPREZ

Re-integratie na langdurige afwezigheid : rol van de Arbeidsgeneesheer. Code 32 25-10-2012 Dr. H. DUPREZ Re-integratie na langdurige afwezigheid : rol van de Arbeidsgeneesheer 1 Inhoud 1. Het wettelijke kader van de arbeidsgeneesheer 2. Huidige gang van zaken 3. Knelpunten en moeilijkheden 4. Besluit 2 1.

Nadere informatie

Globaal preventieplan

Globaal preventieplan // Globaal preventieplan 2017-2021 1. Doelstelling In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en het uitvoeringsbesluit van 27 maart 1998 (B.S. 31 maart 1998) Art. 10, stelt de werkgever, in overleg

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

Functiebeschrijving LANGEMARK- POELKAPELLE. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie. Beoordelaars

Functiebeschrijving LANGEMARK- POELKAPELLE. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie. Beoordelaars Functiegegevens Functie: Intergemeentelijke preventieadviseur Periode van - tot: 01/01/2016 - Graad: B1 Niveau: B Standplaats: Personeel en organisatie Doel van de functie Als preventie-adviseur adviseer

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 104 -------------------------------------------------------------------- Zitting van 27 juni 2012 ------------------------------ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Aandacht voor psychosociale risico s op het werk - Verwachtingen van inspectie TWW. Ann Goeman Gemeenschappelijke preventiedienst GO!

Aandacht voor psychosociale risico s op het werk - Verwachtingen van inspectie TWW. Ann Goeman Gemeenschappelijke preventiedienst GO! Aandacht voor psychosociale risico s op het werk - Verwachtingen van inspectie TWW Ann Goeman Gemeenschappelijke preventiedienst GO! Wettelijke bepalingen rond psychosociale risico s op het werk Wet van

Nadere informatie

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Versie goedgekeurd op Comité PBW dd. 1 GLOBAAL PREVENTIEPLAN - 2017 JAARLIJKS

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 60 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van

Nadere informatie

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Voorwoord... Voorafgaandelijk... 1

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Voorwoord... Voorafgaandelijk... 1 v De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier.................................. Voorwoord...................................................... i iii Voorafgaandelijk..................................................

Nadere informatie

Formulier B - Dienstjaar 2000

Formulier B - Dienstjaar 2000 Opgelet! Jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Formulier B - Dienstar 2000 Te bezorgen aan de bevoegde directie(s) van de Technische Inspectie vóór 1 april 2001 Dit

Nadere informatie

Eerste hulp op het werk

Eerste hulp op het werk Eerste hulp op het werk De regelgeving in de praktijk IDEWE 1 Vragen: Is/wordt de eerste hulp in uw (aangesloten) onderneming goed geregeld/uitgevoerd/opgevolgd? IDEWE 2 Vragen: Is/wordt de eerste hulp

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 2. Uitzendarbeid

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 2. Uitzendarbeid Codex over het welzijn op het werk Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Titel 2. Uitzendarbeid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 91/383/EEG van de Raad van de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Basisvorming Preventieadviseur Welzijnsstructuren

Basisvorming Preventieadviseur Welzijnsstructuren Pascal De Roissart - Vrij Onderwijs Ronse Basisvorming Preventieadviseur Welzijnsstructuren Opleiding PA - Basisvorming 10-10-2013 1 De actoren Werkgever = Inrichtende Macht of Schoolbestuur (verantwoordelijkheid)

Nadere informatie