Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en beoordelen WRM cat. B.



Vergelijkbare documenten
Brondocument WRM-T examen: Toetsdomein

Scorevoorschrift bij WRM beoordelingsprotocol Instructie geven en coachen

Scorevoorschrift bij WRM beoordelingsprotocol Instructie geven en coachen

Examenthema II van cluster 4 Beoordelen van rijvorderingen (toets 2.b)

BIJLAGE B (categorie B) behorende bij het

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Videodossiers als bewijsvoering

Veilig rijden. Apollo rijden CA Almere

VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Wees wijs. Haal met RIS snel en veilig je rijbewijs. Informatie over de Rijopleiding in Stappen

Kruispunten met de borden

Elementen in de scenario s In zowel het basisscenario als in het vervolgscenario dienen de onderstaande drie elementen te worden opgenomen:

BIJLAGE T (categorie T) behorende bij het

Brondocument WRM-T examen:toetsdomein

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Examenthema II.2, cluster 3 Lesuitvoering (toets 2.b)

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Kijkgedrag, Gebruik je ogen goed, het kost niets

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

BIJLAGE A (categorie A) behorende bij het

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

Toetsmatrijs Rijvaardigheidsanalyse Praktijktrainer Nascholing

Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009

BIJLAGE D (categorie D) behorende bij het

Wees wijs. Haal met RIS snel en veilig je rijbewijs. Informatie over de Rijopleiding in Stappen

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART GR STEENBERGEN

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

VORDERINGENTOETSEN RIJBEKWAAMHEID. Jan Vissers Jan Vissers Royal HaskoningDHV Nederland

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Het wegrijden Hoe doe je dat?

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

Oefenboek. rijbewijs A

<<RIJOPLEIDING IN STAPPEN>> Wees wijs. Haal met CBR RIS Gecertificeerde VERKEERSSCHOOL VAN MAAREN snel en veilig je rijbewijs!!!

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2


RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

Tips voor je rij-examen

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding STUDIEGIDS. Wie zijn wij? Algemene informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen

T-rijbewijs. Informatiebijeenkomst opleiders

Toetsmatrijs aanvullende opleiding elektrische voertuigen

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

PvB Beoordelaar Afnemen van praktijktoetsen

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën

Onderzoeksrapport. gemeente Barneveld

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen.. wat kunnen wij voor jou betekenen? Een goede rijopleiding die duidelijk en omvattend is!

GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W. Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering

Oudere Weggebruikers. Kennisdag ROV Oost NL. Alex Oosterveen en Reinoud Nägele 10 december 2015 Dia 1

Inhoudsopgave. Inleiding. Colofon: Hoe slaag ik in 1 keer

Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding STUDIEGIDS

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

Beoordelingsformulier tweedelijns toezicht

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

Theorieboek rijbewijs B

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Rijexamen: Clusteropdracht Omkeeropdracht Zelfreflectie en meer

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D

Informatiebrochure.

Competentieprofiel instructeurs

DE OPLEIDING VOOR RIJINSTRUCTEURS

Verkeerseducatie KBS- De Werft, Breda

Even opfrissen... Moeilijke verkeersregels en -situaties uitgelegd. Ga wijs op weg, blijf veilig mobiel!

Basis Motoropleiding (rijbewijsopleiding)

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden

Tool scan formatieve toetscyclus

Beschrijving lessen en scenarios

Uitvoering elementen rijexamen

De afdeling Zuidplas (eerder Nieuwerkerk aan den IJssel) is op verzoek van de gemeente geïnstalleerd op 16 oktober 2007

Oefenboek. rijbewijs B

Naam opleider Wallink Rijopleidingen, registratienummer 1234A1. Versienummer en datum Opleidingsplan versie 3; 1 maart 2014

DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

Reguliere opleiding Rij-instructeur kostenoverzicht:

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Veilig je draai vinden...

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Oefenboek. rijbewijs B

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

VT4 PvB 4.2 Coachen bij wedstrijden

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Transcriptie:

Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en beoordelen WRM cat. B. Matrijs De theorietoets duurt 90 minuten met (maximaal) 60 mc-vragen. De toetsmatrijs staat hieronder. Toetsmatrijs examenthema II.2 Lesuitvoering en evalueren Taakdomein 3.1: Instructie Vragen in de toets Introductie 3 Uitleg 8 Aanbieden oefensituaties 8 Feedback 7 Subtotaal 26 Taakdomein 3.2: Coachen Signaleren bij uitvoering van rijtaken 5 Ondersteuning aanleren rijtaken 13 Afstemming 5 Leerhouding 4 Interpersoonlijk handelen 2 Subtotaal 29 Taakdomein 4.1: Beoordelen van rijvorderingen Kiezen van toets en toetsmoment 1 Voorbereiden van de toetsafname 1 Samenstelling van de toets 1 Observeren en beoordelen 1 Terugkoppeling van toetsresultaten 1 Subtotaal 5 TOTAAL 60 Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 1

Soorten vragen De toets bestaat uit zogenaamde handelingskeuzevragen en casusvragen. Handelingskeuzevragen De handelingskeuzevragen vragen naar concrete gedragsvoornemens, uit te spreken door de kandidaatinstructeur over een kenmerkende of kritische instructiesituatie met een leerling die in een opleidingsfase verkeert, over een bepaalde rijinstructie-inhoud (zie hiervoor de schema s 1, 2 en 3 in deze notitie). In handelingskeuzevragen wordt niet de feitelijke handeling getoetst, maar het voornemen (de beslissing) tot een bepaalde handeling. De gedragsvoornemens hebben betrekking op het voorbereiden en uitvoeren van lessen en de subrubrieken daarbinnen. Een vraag kan verwijzen naar interventies van instructeurs die uit een smalle en brede verzameling interventies kan worden gekozen. Mogelijke vraagstellingen bij handelingskeuzevraag Taaksubdomein Algemeen bruikbaar: Instructie Coaching Bruikbare vraagstellingen Alle vragen: Wat is de beste handelwijze in deze situatie? Binnen taakrubriek en varianten: Welke stap/handeling slaat de instructeur hier over? Wat had de instructeur het best kunnen doen in deze situatie? Welke handeling heeft nu het beste effect op de leerling als het gaat om X (zelfvertrouwen, gelegenheid om te oefenen etc.)? Welke handeling moet je als instructeur zeker gaan verrichten? Varianten van één interventie: Beoordeel welk onderdeel van de uitleg de instructeur het meest adequaat verricht Varianten van één interventie: Welke hint zou u nu geven? Casusvragen De casusvragen vragen naar kennishandelingen uit te voeren door de kandidaat-instructeur op een taakdomein. Deze kennishandelingen bestaan uit het leggen van relaties en het hanteren van begrippen ter verklaring van concreet instructeursgedrag. De vragen hebben betrekking op: - een kenmerkende opleidingssituatie, die bepaalde wordt door de combinatie van - een leerling die in een opleidingsfase verkeert, - een rijinstructie-inhoud centraal staat - onder specifieke rijomstandigheden (zie hiervoor de schema s 1, 2 en 3 in deze notitie) Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 2

In de casusvragen wordt een kennishandeling getoetst. We onderscheiden de volgende kennishandelingen: 1. Relaties leggen: a. Middel-doelrelatie aangeven: wat is de functie van de uitleg van de instructeur in deze situatie? Welk doel beoogt de instructeur met activiteit X? Past activiteit A bij de gestelde doelen? b. Verklaren: wat is de meest waarschijnlijk oorzaak van het falen van de leerling op deze taak? Hoe komt het dat de leerling X doet? c. Voorspellen: wat zal er hoogst waarschijnlijk gebeuren als de instructeur doorgaat met handeling X? 2. Begrippen hanteren: a. Herkennen van begrippen: hoe wordt dit gedrag van de leerling genoemd? Welke emotie laat de leerling hier zien? b. Toepassen op voorbeelden. Wat komt eerst in de volgorde van het aanleren van script A? c. Concluderen: met welk begrip vatten we alle handelingen van de instructeur samen? Mogelijke vraagstellingen bij casusvraag (niet uitputtend) Taaksubdomein Algemeen bruikbaar: Lesplanning op maat maken Uitwerken van rijvaardigheidsdidactiek Organiseren Bruikbare vraagstellingen Relatie (voorspellen): De instructeur bij leerling X, A te doen in fase Q van de rijopleiding. Wat is hiervan het meest waarschijnlijke gevolg? Relatie (verklaren): De rij-instructeur doet X met leerling A. reageert op wijze Y. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de reactie Y? Begrippen (toepassen op voorbeelden): Wat komt eerst in de ordening van rijtaken en scripts in een opleidingsprogramma? Begrippen herkennen: De leerling komt tijdens de les in situatie X terecht. Zoals de leerling nu reageert is een uiting van. Begrippen concluderen: De instructeur heeft met de leerling vooral kruispunten met geregelde voorrang geoefend. De leerling heeft moeite met het berijden van gelijkwaardige kruisingen. Met andere woorden, de leerling heeft nu moeite met.. Begrippen (herkennen): De instructeur heeft activiteiten zodanig voorbereid dat er weinig lestijd tijd verloren gaat met het organiseren van leermiddelen. Hoe wordt dit genoemd? Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 3

Schema 1: Opleidingsfase en inhoud rijinstructie als factor van een kritieke lessituatie Opleidingsfase Inhoud rijinstructie (scripts) Specifieke deeltaken van een script 1. Voertuigbediening: starten en afzetten, gas geven, sturen, positie, remmen, ontkoppelen, stoppen, koppelen, schakelen, Technische wijze wegrijden controle buiten de auto, controle in de auto, instappen, uitstappen, zithouding, stuurhouding, afstellen spiegels 2. Rijden in eenvoudige verkeerssituaties: 3. Rijden in ingewikkelde verkeerssituaties: wegrijden en stoppen, volgafstand, tegemoet komen, ingehaald worden, kruispunten, afslaan, hellingproef, kruispunten berijden Rijstrook wisselen/zijdelings verplaatsen, voorbijgaan, inhalen Invoegen, uitrijden, rotondes, erven, spoorwegovergang, voetgangersoversteekplaats, tramen bushalte 4: Verantwoord rijgedrag: Moeilijke omstandigheden, ritvoorbereiding, specifieke omstandigheden, milieuverantwoord rijden, defensief rijden, besluitvaardig rijden, mentaliteit en verantwoordelijkheid Kruispunten berijden: Scannen Soort kruispunt bepalen Ruimtekussen aanleggen Kijken (verandering opmerken) Voorrang verlenen Kijken Scannen Schema 2: (Rij)omstandigheden waarin wordt gereden als factor van een kritieke lessituatie Weg: rijden op/in/nabij Weer Verkeer en verkeersdeelnemers Auto(snel)wegen Nat en glad wegdek: ijzel, Voetgangers sneeuw, 80 km-wegen Slechts zicht: mist, sneeuw, Brom-/snorfietsen, fietsen regen, duisternis 60 km-zones Warmte Motorrijders 50 km-wegen Wind Andere automobilisten 30 km zones Bestelauto s Erven Bussen, vrachtauto s Voetgangersoversteekplaats Extra kwetsbare deelnemers: kinderen, ouderen, gehandicapten Rotondes Speciale verkeersdeelnemers: colonnes, (lijn)bussen, landbouwverkeer, werkverkeer Bruggen en viaducten Hulpdiensten Spoorwegovergangen Files Tunnels Omleidingen Scholen, Speelplaatsen, Winkelcentra, Feesten, Recreatiegebieden, Veemarkten, Bedrijfsterreinen Veel verschillende weggebruikers Grote snelheidsverschillen Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 4

Schema 3: Leerling als factor van een kritieke lessituatie Kenmerken Rijgedrag Beleving en interactie Leerling beheerst de Nederlandse taal slecht Leerling is verlegen Leerling is faalangstig Leerling is overmoedig (jongensgedrag) Leerling maakt een bepaalde fout in de rijtaak of maakt meer in het algemeen nog veel fouten Leerling maakt een fout in waarneming of doet dit in het algemeen nog veel Leerling raakt de draad kwijt tijdens een verkeerstaak, raakt overbelast Leerling toont gebrekkige kennis van borden en tekens (weet niet wat betekent) Leerling barst in tranen uit Leerling wordt kwaad Leerling ziet er zeer moe uit Leerling heeft gedronken of geblowd, is ziek Leerling handelt ongeïnteresseerd Leerling zit met zweet achter het stuur, ziet ergens zeer tegenop Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 5

Beschrijving van het examenthema De uitwerking van het examenthema in taakdomeinen is opgenomen in het Brondocument Toetsdomein Examenthema II.2 Lesuitvoering en Brondocument Toetsdomein Examenthema II.2 Beoordelen van rijvorderingen. Omdat dit uitgebreide tabeldocumenten zijn, volgt hierna een kort overzicht van het handelingsrepertoire van alle taakdomeinen van toets 2.b (overgenomen uit de brondocumenten). 3.1. Instructie geven 1.1 Introductie I1: De instructeur geeft aan wat er in de les(onderdelen) aan de orde komt en in welke volgorde. I2: De instructeur beschrijft de essentie van wat de leerling gaat leren en hij motiveert de noodzaak van de nieuw aan te leren rijtaak. 1.2 Uitleg U1: De instructeur sluit in zijn uitleg aan bij het voorgaande lesonderdeel. U2: De instructeur geeft uitleg over de rijtaak conform de beschrijving in de Rijprocedure. U3: De instructeur beschrijft hoe de concrete deelstappen uitgevoerd moeten worden. U4: De instructeur geeft aan waar bij de uitvoering van het lesonderdeel fouten kunnen ontstaan én mogelijke gevolgen ervan. 1.3 Aanbieden oefensituaties A1: De instructeur kiest een geschikte plaats voor het oefenen van de rijtaak. A2: De instructeur kiest oefensituaties die de leerling aankan en de leerling stimuleren. A3: De instructeur geeft de leerling gelegenheid om te oefenen. A4: De instructeur geeft de leerling ruimte om fouten te maken zolang de veiligheid niet in het gedrang komt. 1.4 Feedback F1: De instructeur geeft een samenvatting van het lesonderdeel. F2: De instructeur stelt het leerresultaat vast en bespreekt dit met de leerling. F3: De instructeur gaat samen met de leerling na hoe het leerproces verlopen is. 3.2. Coachen van het leerproces 2.1 Signaleren bij uitvoering van rijtaken S1: De instructeur merkt fouten in de uitvoering van rijtaken volgens de Rijprocedure op. S2: De instructeur stimuleert de leerling (hardop) te laten verwoorden hoe hij een rijtaak aanpakt. 2.2 Ondersteuning aanleren rijtaken O1: De instructeur geeft tijdig hints of corrigerende aanwijzingen gedurende de uitvoering van rijtaken. O2: De instructeur geeft commentaar met concrete verbeterpunten dat inhoudelijk overeenkomt met de rijprocedure. O3: De instructeur bespreekt wat en waarom een rijtaak goed of fout is uitgevoerd volgens gangbare criteria van rijvaardigheid. O4: De instructeur laat in zijn commentaar essentiële zaken aan de orde komen. O5: De instructeur geeft op een passend moment na de taakuitvoering commentaar. 2.3 Afstemming Af1: De instructeur geeft de leerling precies die steun die hij nodig heeft om een stap vooruit te maken in de beheersing van de rijtaak. Af2: De instructeur geeft de leerling die mate van zelfstandigheid die past bij de tot dan toe gemaakte vorderingen. 2.4 Leerhouding L1: De instructeur stimuleert een positieve beleving bij het uitvoeren van de rijtaak (humor, relativering, plezier inbrengen). L2: De instructeur geeft gedoseerd complimenten als zaken goed zijn uitgevoerd. L3: De instructeur benadrukt dat fouten maken onderdeel is van het leerproces. Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 6

L4: De instructeur uit positieve verwachtingen van de leerling, toont vertrouwen in de leerling. 2.5 Interpersoonlijk handelen IP1: De instructeur leeft zich zichtbaar in de leefwereld van de leerling in. IP2: De instructeur past taalgebruik en taalniveau aan de leerling aan. 4.1. Beoordelen van rijvorderingen 1.1 Kiezen van toets en toetsmoment K1: De instructeur kiest relevante momenten om rijvaardigheid te toetsen. K2: De instructeur K2 De rijinstructeur kiest een voor het doel relevante toets 1.2 Voorbereiden van de toetsafname V1: De instructeur schept die afnamecondities bij de toets waardoor leerlingen de kans krijgen hun ware kunnen te tonen. V2: De rijinstructeur introduceert de toets op zo n manier dat de leerling exact weet wat en hoe er getoetst wordt. V3: Tijdens het systematisch observeren van een leerling kan de instructeur de drang onderdrukken om de leerling tussentijds te begeleiden. 1.3 Samenstelling van de toets S1: De instructeur kiest passende situaties die het te observeren of te beoordelen rijgedrag in hoge mate oproepen. S2: Praktijktoets: De instructeur laat de leerling in een dekkend aantal taaksituaties rijden om aan een categorie/rubriek een geldige en betrouwbare score toe te kennen. S3: Theorietoets: De instructeur kan verantwoord gebruik maken van door anderen samengestelde toetsopgaven ter toetsing van de theoretische kennis van de leerling. 1.4 Observeren en beoordelen O1: De instructeur houdt tijdens elke rijles relevante gebeurtenissen in het rijgedrag van de leerling bij. O2: De rijinstructeur houdt tijdens elke rijles bij in hoeverre de leerling is gevorderd in het uitvoeren van (onderdelen van) rijtaken, handelingsscripts als onderdeel van registratie van lesactiviteiten. O3 Praktijktoets: de rijinstructeur geeft een beschrijving van het waargenomen gedrag van de leerling, die dicht blijft bij de feiten, zonder eigen interpretaties daarvan. Hij geeft later pas de interpretatie op basis van de waarnemingen. O4 Praktijktoets: de rijinstructeur is zich bij het beoordelen van een praktijkrit bewust van zijn eigen vooroordelen en vermijdt deze als basis te nemen voor zijn scores. In plaats daarvan baseert hij zijn scores op waarnemingen van alle relevante gedragingen tijdens lessituaties. O5 Praktijktoets: de rijinstructeur ordent de gedragingen die hij waarneemt bij de leerlingen in passende taakrubrieken en onder de passende beoordelingscriteria. O6 Praktijktoets: de rijinstructeur vat de verzamelde bewijzen verkregen uit observaties samen met een score op een scoreschaal. O7 De rijinstructeur beoordeelt aan de hand van zijn alledaagse lesobservaties welke leerdoelen gerealiseerd zijn (op welk niveau een leerling de uitvoering van rijtaken beheerst). 1.5 Terugkoppeling van toetsresultaten T1: De instructeur maakt een foutenanalyse door per onderdeel van de rijtaak aan te geven wat goed en fout zowel ging. T2: bespreekt de resultaten zodanig met de leerling dat deze aanknopingspunten heeft voor verbetering van het rijgedrag. Matrijsnotitie toets 2.b Lesuitvoering en evalueren 1.2014 7