VMBO Herkend Concept advies Structuur van het vmbo in de toekomst



Vergelijkbare documenten
Structuur van het vmbo in de toekomst, advies op basis van het veldonderzoek Stichting Platforms VMBO. VMBO Herkend

VMBO Herkend Structuur van het vmbo in de toekomst Advies op basis van het Veldonderzoek Stichting Platforms VMBO 2009

Overstap VSV Noord-Kennemerland en West-Friesland 6 maart 2014, Hoorn Rob Abbenhuis Projectleiding

Het nieuwe examenprogramma Z&W algemene informatie project en informatie over Z&W. December 2013

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (1) Rob Abbenhuis

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (2) Rob Abbenhuis

Docentennetwerkbijeenkomst Mobiliteit en Transport

Regiobijeenkomsten januari/februari

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

Wat moet en wat mag in het voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Vmbo-referentieplanning PMVO, april 2000

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo

Wijziging van de sectorvakken in het vmbo

Verantwoording concept examenprogramma Media, vormgeving en ICT Jan van Hilten en Jacqueline Kerkhoffs 9 mei 2014

18 september 2008 VO/OK/48770

Borging. experimentele programma s herontwerp vmbo techniek

Structuur beroepsgericht vmbo Jacqueline Kerkhoffs, Rob Abbenhuis April 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

Nassaulaan JS Den Haag. Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer drs. S. Dekker Postbus BJ Den Haag

Vmbo. Wat je als professional moet weten over kunst en cultuur in het vmbo.

Voortgangsrapportage en Projectplan Ontwikkelingsinitiatief Vmbo Sector Economie

Voorlichting klas 4. Voor: 4 VMBO - kb 4 VMBO - bb

Onderzoek naar Experimenten

Stappenplan invoering vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

VM2 Nijmegen. Kandinsky College VMBO

Netwerkbijeenkomsten Platform VMBO Zorg & Welzijn. Bijeenkomsten februari/maart 2015

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo

VMBO Zorg & welzijn voor een brede basis. Verduidelijken, vereenvoudigen en actualiseren

Jacqueline Kerkhoffs December 2016

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

januari Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

De TL (G) in 21 e eeuw.

20 juni 2016 Nieuwsbrief 25

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stapeling binnen Melanchthon

3 Basisberoepsgerichte leerweg 3 Kaderberoepsgerichte leerweg

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

De Overstap. Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

VMBO Zorg & welzijn voor een brede basis. Verduidelijken, vereenvoudigen en actualiseren

Doorlopende leerlijn vmbo - mbo

Voordat begonnen kan worden met de praktische voorbereiding voor de lessen moet er eerst een schoolvisie op het nieuwe programma zijn

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

WERKBOEK VERNIEUWING VMBO & LOB. Bijeenkomst Stichting Platforms vmbo

De kracht van vakmanschap

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Voorbeeld efficiënte inpassing lwoo en pro binnen passend onderwijs.

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Nieuw intersectoraal programma vmbo. Studiemiddag VBG. Barneveld, 21 maart 2013

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. Datum 9 november 2018 Toekomst van rekenen in het vo en mbo

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Het invullen neemt ongeveer 20 minuten in beslag. U kunt de vragenlijst invullen tot 29 april 2016.

De Overstap. Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Spellingcontrole mag aan voor kandidaten met dyslexie. Afschaffing loting bij opleidingen met een numerus fixus

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notitie afspraken op- en afstroom binnen VMBO bovenbouw

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Regeling vaststelling examenprogramma s v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en v.b.o.

In deze memorie van toelichting worden de wijzigingen en voordelen van de nieuwe situatie ten opzichte van de huidige situatie nader toegelicht.

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

Naar het Voortgezet Onderwijs (VO) in Enschede

Welkom. op de informatieavond voor ouders over: Overgang van PO naar VO

Wijziging beleidsregel regionale arrangementen in verband met het

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Praktijkonderwijs naar 2025

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Ruimte gewaarborgd. Onderzoeksrapportage aanvullende opdracht Adviesgroep vmbo

Betreft: advies praktijkgerichte component in de nieuwe leerweg (GTL)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Keuzevak. Ondernemen. Schoolexamen voor ondernemende leerlingen. Digitaal theorieexamen. Examenmix van praktijk én theorie.

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

Onderwijsagenda SECTORPLAN AOC S 2012/2015 9

PAKKETKEUZE EN LOOPBAAN ORIËNTATIE

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

VMBO Pascal Zuid. Ouderavond leerjaar 4

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Ouderavond leerjaar 3

TAK Centrum wil innovatieve onderwerpen, vermeld in onze regiovisie, gebruiken om lesmateriaal te ontwikkelen voor het vak Science.

September Een eerste inventarisatie van de positie van loopbaanoriëntatie op het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl

Leidinggeven aan het vormgeven van de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wat moet en wat mag?

Platform-TL Koersplan

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Vragen en antwoorden Vakmanschaproute & Technologieroute (bron DUO)

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Transcriptie:

VMBO Herkend Concept advies Structuur van het vmbo in de toekomst Opzet advies Deel 1: 1. Inleiding 2. Opdracht OCW Recente ontwikkelingen Adviesgroep vmbo 3. Samenvatting onderzoeksresultaten 4. Samenvatting advies 5. Vervolgactiviteiten Deel 2: Verloop van het onderzoek Opbrengsten onderzoek Diversiteit in programmaclusters* Proces en overleg Advies en vervolgstappen Deel 1 moet een korte beknopte samenvatting zijn, deel 2 een meer uitgebreide rapportage en toelichting bij deel 1. * we stellen voor over programmaclusters te spreken als een eenheid van programma s die logischerwijs elkaar raken. Dit begrip vervangt het begrip sectoren/clusters en is van belang in de verdere uitwerking van dit advies vooral waar het gaat om een kernprogramma voor een programmacluster. Hierna wordt deel 1 in concept uitgewerkt, deel 2 komt later, de ingrediënten daarvoor zijn er al. Tijdpad vervolg Intern Extern 11 september DB overleg, bespreking concept deel 1 en bijstelling voor bestuursvergadering 18 september Bestuursvergadering, bespreking concept deel 1 Eind september Overleg OCW concept deel 1, oplossingsrichtingen 2 oktober Heidag: vaststellen conceptnotitie (met nadruk op deel 1) 6 oktober Overleg VO-raad concept deel 1, oplossingsrichting 8 oktober Secretarissenoverleg: voorleggen notitie (deel 1) + presentatie ter informatie en voorbereiding op bespreking in de platforms Oktober/november Bespreken notitie met derden, MBO Raad, AOC Raad, VVVO, LAKS, Ouders en COO, MBO 2010, Colo, in enkele overleggen Oktober/november Bespreken notitie in platforms en met (tot uiterlijk13 november) middenmanagement 30 oktober Overleg OCW stand van zaken 20 november In bestuur SPV vaststellen definitief advies 4 december 2009 Aanbieden advies aan OCW 1

Deel 1 1. Inleiding In de eerste helft van 2009 heeft de Stichting Platforms VMBO, op verzoek van het ministerie van OCW, onderzoek gedaan naar de mening van docenten en middenmanagement in het vmbo over de programmastructuur van het vmbo. Dit onderzoek (fase 1) is in vier stappen uitgevoerd: In de periode januari april 2009 hebben 1083 docenten deelgenomen aan netwerkbijeenkomsten georganiseerd door de 16 platforms die bij SPV zijn aangesloten In maart/april 2009 hebben ongeveer 100 leden van het middenmanagement 1 van vmbo-scholen deelgenomen aan voor hen georganiseerde bijeenkomsten In de eerste helft van april 2009 konden mensen betrokken bij het vmbo een digitale enquête invullen. Van deze mogelijkheid hebben 650 mensen, waaronder 512 docenten, gebruik gemaakt. In de periode januari mei 2009 heeft een delegatie van SPV gesproken met vertegenwoordigers van verschillende organisaties, zoals VO-raad, LAKS, Ouders en Coo, MBO Raad, AOC Raad, Colo, Mbo 2010, VVVO. Deze gesprekken hadden vooral een informerend karakter. In fase 2 van het veldonderzoek zal deze organisaties naar hun mening gevraagd worden over de voorstellen die hen dan worden voorgelegd. Op basis van de onderzoekresultaten heeft het bestuur van SPV conclusies getrokken, geeft zij oplossingsrichtingen aan en doet zij aanbevelingen aan OCW. In de periode oktober 2009 december 2009 (fase 2) worden de oplossingsrichtingen en aanbevelingen voorgelegd aan alle geledingen die in fase 1 zijn bevraagd. De reacties van deze mensen en organisaties worden verwerkt in het definitieve advies aan OCW dat in december 2009 wordt aangeboden. 2. Opdracht OCW zoals verwoord in Organisatie en Plan van Aanpak Veldtaken SPV heeft bij de start van het veldonderzoek de volgende opdracht van OCW meegekregen: Onderzoek naar wenselijkheid en mogelijkheden tot inhoudelijke herordening van programma-aanbod vmbo, onder de deelnemers van netwerkbijeenkomsten van afzonderlijke of samenwerkende platforms (SPV) naar het huidige aanbod van beroepsoriënterende en beroepsgerichte programma's. Parallel overleg met management geledingen die nauw betrokken zijn bij de uitvoering van vmbo programma s in de scholen. Het ministerie van LNV heeft zich bij deze opdracht aangesloten. Overeenkomstig de omschrijving in het Plan van Aanpak houdt het onderzoek rekening met: domein/kwalificatiestructuur mbo opbrengst Adviesgroep VMBO (zie toelichting in de volgende paragraaf) uitgangspunten bij globalisering van huidige examenprogramma's (als bekend veronderstelt) ontwikkeling van leerlingaantallen in het vmbo (gezien demografische ontwikkelingen, advisering door po, tussentijdse instroom en verruiming verblijfsduur, zie overzichten in deel 2 van deze notitie) 2.1 Recente ontwikkelingen Naast de omschrijvingen in het Plan van Aanpak wordt ook aandacht geschonken aan relevante ontwikkelingen die plaatsvinden binnen vmbo en mbo, voor zover die van invloed zijn op het veldonderzoek c.q. in de adviezen naar aanleiding van het veldonderzoek meegenomen moeten worden, zoals: effecten voor het vmbo van een mogelijke invoering van domeinen in het mbo gevolgen van de, verhoudingsgewijze, constante daling van het aantal vmbo-leerlingen (in een aantal leerwegen) experimenten en pilots zoals VM2 en vakcolleges toegenomen aandacht voor intensivering van LOB-trajecten beleid gericht op niveau verhoging taal en rekenen in het gehele onderwijs. In deel 2 van dit advies worden deze ontwikkelingen kort toegelicht. 2.2 Advies adviesgroep vmbo. In haar vensters voor verantwoording formuleert de adviesgroep VMBO vier vensters, waarvan er drie van toepassing zijn op het veldonderzoek van SPV, namelijk: 1 Onder middenmanagement wordt verstaan: medewerkers aan een VO-school met eindverantwoordelijkheid voor het vmbo, dit kunnen zijn sectordirecteuren, afdelingsleiders, locatieleiders, enz. 2

Intensivering van loopbaanorientatie en begeleiding binnen het vmbo en vervolgonderwijs. Met als perspectief: verschillende prikkels voor schooloverstijgende samenwerking, gericht op een gedeelde verantwoordelijkheid van vmbo en vervolgonderwijs voor de doorlopende leerloopbaan van de vmbo-leerling, tot en met het behalen van zijn startkwalificatie. Flexibilisering en vereenvoudiging van de structuur van de programmering in het vmbo. Met als perspectief: vereenvoudiging van het systeem van vmbo-programmering door een combinatie van een beperkt aantal kernprogramma s (avo én beroepsgericht) met ruimte voor keuzeprogramma s. Versterking van de kwaliteitsborging in het vmbo. Met als perspectief: invoering van landelijke examinering van kernprogramma s en regionale examinering van keuzeprogramma s. De resultaten van het veldonderzoek en de opdracht van OCW - met name waar het de bovengenoemde opbrengsten van de Adviesgroep betreft - dienen wel overwogen en indien nodig, gerelateerd te worden aan de bevindingen uit het veldonderzoek. 3. Meest opvallende opbrengst uit het veldonderzoek Uit het veldonderzoek komt naar voren dat docenten en middenmanagement een intensieve doorontwikkeling van programma s van het vmbo willen, waardoor ze actueler en flexibeler worden en beter aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen, het aanleverend en het vervolgonderwijs. Een stelselverandering met betrekking tot het vmbo wordt niet noodzakelijk gevonden. Men is over het algemeen tevreden met de functie van het vmbo en het programma aanbod. Deze uitkomst is in relatie gebracht met een eerder uitgesproken wens van betrokkenen, waaronder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, om geen uitbreiding te doen plaatsvinden van het reeds omvangrijke programma-aanbod (2008-2009: ± 50 programma s). Ook het aantal centrale examens voor een soms zeer beperkt aantal deelnemers ziet het ministerie graag beperkt, c.q. anders georganiseerd (2008-2009: ± 140 centrale examens in het vmbo). OCW wil binnen de bestaande structuur de optimale ontwikkeling van het vmbo mogelijk maken en waar mogelijk de complexiteit reduceren. Het matchen van deze aspecten is een niet eenvoudige opdracht. 4. Samenvatting Onderzoek en Adviezen 4.1 Samenvatting onderzoeksresultaten veldonderzoek Uit de veldraadpleging zijn de volgende resultaten als belangrijkste naar voren: 1. Docenten hebben geen behoefte aan stelselwijzigingen, wel aan ruimte voor intensieve doorontwikkeling van programma s. Docenten en management zijn redelijk tevreden over hun vmbo. 2. Het vmbo heeft vooral een oriënterende en voorbereidende functie en minder een opleidende functie. Binnen de sector techniek wordt aan het vmbo ook een opleidende functie toegekend, dit is te verklaren uit het feit dat veel leerlingen uit deze sector doorstromen naar een beroepsbegeleidende opleiding in het mbo en dus na het vmbo direct aan het werk gaan. 3. Naast duidelijk geformuleerde structuur is er behoefte aan flexibiliteit en maatwerk om leerlingen een passend aanbod te doen, gericht op doorstroom naar mbo. 4. Onvrede over de examens, met name over de verhouding CE SE en de representativiteit van de CE voor de diverse programma s. 5. Betere aansluiting en meer herkenbaarheid van de bovenbouw (leerjaren 3 en 4 vmbo) is gewenst voor onderbouw, mbo en bedrijfsleven. De herkenbaarheid geldt ook voor ouders en leerlingen. 6. Beperkte samenwerking en overleg tussen docenten en management in het vmbo. Het bestaande overleg richt zich vooral op het hier en nu en niet op de gewenste/noodzakelijke ontwikkelrichting. 7. Docenten blijken een relatief beperkte kennis te hebben van de mogelijkheden die de huidige regelingen vmbo-programma s reeds bieden. 4.2 Samenvatting advies 4.2.1 Behoud de vmbo-structuur Docenten en management vmbo pleiten voor behoud van: het vmbo als voorbereiding op de domeinen-/kwalificatiestructuur van het mbo en de arbeidsmarkt diversiteit in programma-aanbod (waardoor maatwerk aan leerlingen mogelijk is) 3

praktijkgericht/beroepsgericht onderwijs aan leerlingen die praktisch leren een programma-aanbod dat toereikend is voor de functie die het vmbo wordt toegekend, met extra aandacht voor de gemengde leerweg (docenten zijn van mening dat de functie de gemengde leerweg met het huidige programma-aanbod moeilijk gerealiseerd kan worden) en de kaderberoepsgerichte leerweg (deze leerweg geeft rechten op doorstroom naar niv. 4, maar wordt in de mbo-praktijk nogal eens gelijk geschakeld met de basisberoepsgerichte leerweg) Het programma-aanbod is in grote lijnen toereikend voor het realiseren van de functie die docenten en management het vmbo toekennen, maar behoeft wel verdere doorontwikkeling c.q. actualisering. Daarnaast willen docenten graag meer mogelijkheden voor flexibiliteit en maatwerk (zie punt 3). Uit de digitale enquête blijkt dat docenten en management positief staan tegenover indaling van niveau 1 en 2 in het vmbo. De VM2-trajecten zijn als een impuls ervaren. Over de positie van het examen in deze trajecten zijn geen vragen gesteld (wel opmerkingen gemaakt) dit vraagt nader onderzoek. Niet iedereen is zonder meer voorstander van afschaffing van het examen voor vmbo-leerlingen. 4.2.2 Functie van het vmbo Docenten en managers blijven in hun opvattingen dicht bij de oorspronkelijke functie van het vmbo. Zij kennen het vmbo vooral een oriënterende en voorbereidende functie toe, waarbij de nadruk verschuift van voorbereiden naar oriënteren met het niveau van de leerweg. In de gemengde leerweg leggen betrokkenen de nadruk meer op oriënteren dan op voorbereiden. Dit maakt dat er extra nadruk moet liggen op LOB in het vmbo. Leerlingen moeten in het vmbo worden toegeleid naar een keuze in het mbo in de vorm van een domein of (waar mogelijk) een specifieke opleiding. Er doen zich verschillen voor tussen de verschillende programmaclusters in de functie die aan het vmbo wordt toegekend en de doorstroom naar BBL of BOL-opleidingen in het mbo. Vanuit het cluster techniek stromen meer leerlingen door naar een BBL-opleiding. Aan de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen in dit cluster wordt vaker dan in andere programmaclusters een opleidende functie toegekend. Dit heeft consequenties voor de inhoud van de programma s in deze leerwegen. Hiermee moet bij de doorontwikkeling van programma s rekening gehouden worden. In alle programmaclusters moet gekeken worden naar de functie van de verschillende leerwegen en de wijze waarop die leerwegen zich van elkaar onderscheiden. Met name de positie van de kaderberoepsgerichte leerweg, als praktische toeleiding naar niveau 4 opleiding, dreigt verloren te gaan. De kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg moeten opnieuw gepositioneerd worden in het stelsel, zodat ze zich duidelijker onderscheiden van andere leerwegen en hun eigen functie behouden. 4.2.3 Flexibiliteit en maatwerk Docenten willen meer mogelijkheden om leerlingen op maat te bedienen en pleiten daarom voor flexibele programma s en maatwerk aan leerlingen. Dit kan door te werken met een kern- en keuzeprogramma: Alle leerlingen krijgen per leerweg een kernprogramma van een programmacluster 2 aangeboden en kiezen daarnaast een vooraf bepaald aantal keuzeprogramma-eenheden. De keuzeprogramma-eenheden zijn qua inhoud allemaal ongeveer even omvangrijk. Het aantal kan per leerweg verschillen. Werken met keuzeprogramma-eenheden vergt een onderwijsconcept waarin begeleiding en LOB centraal staan. Belangrijk daarbij is dat keuzes gemaakt worden door leerlingen en niet door docenten. Van de leerling wordt gevraagd zelf, met begeleiding van een docent zijn programma samen te stellen. De school bepaalt, in overleg met regionaal bedrijfsleven en ROC, het aantal keuzeprogramma-eenheden dat wordt aangeboden en waaruit leerlingen een keuze kunnen maken. De keuzeprogramma eenheden bevatten, naast een LOB-component, die in elke eenheid én in het kernprogramma zit, elk een specifiek beroepsoriënterend of beroepsgericht aspect van de programmasector waarvoor het programma bedoeld is, waardoor leerlingen brede en/of smalle opleidingen samen kunnen stellen. Kennismaken met de beroepspraktijk maakt onderdeel van elke keuzeprogramma-eenheden. Kern- en keuzeprogramma-eenheden moeten in overleg tot stand komen. 2 Het begrip programmacluster wordt hier ingevoerd. Toelichting: Een programmacluster is een combinatie van bestaande beroepsgerichte programma s die zich richten op beroepsopleiding t.b.v. een sector. 4

Op het organisatievermogen van scholen wordt een appel gedaan. De keuzeprogramma-eenheden kunnen allemaal binnen één afdelingsstructuur of één programmacluster liggen, maar kunnen ook buiten het cluster vallen, afhankelijk van de mogelijkheden van een school. Scholen kunnen zelf de breedte van hun aanbod bepalen (smal: alleen afdelingsprogramma s zonder veel ruimte voor keuzes buiten dit programma, breed met veel ruimte voor de leerlingen om een eigen programma samen te stellen). Landelijk moet een structuur bepaald worden voor de omvang en inhoud van het kernprogramma en het aantal keuze-eenheden dat leerlingen in verschillende leerwegen moeten volgen. Dit zal gaan in de vorm van een groeimodel, waarbij het ene programmacluster sneller is dan het andere. In deze is programmacluster geen synoniem voor sector, er kunnen meer programmaclusters dan sectoren onderscheiden worden. Afstemming avo- beroepsgericht In overleg met de VO-raad en waar mogelijk in samenwerking met VVVO kunnen voorstellen uitgewerkt worden om met name taal en rekenen op te nemen in de beroepsgerichte programma s en worden voorstellen ontwikkeld om dit vorm te geven voor de verschillende programmaclusters. Waar het gaat om examinering van deze programma s (waar in taal en/of rekenen onderdeel uitmaken van het beroepsgericht programma) wordt afstemming met Cevo gezocht. Uit te werken door de SPV: Ontwikkelen van criteria en uitgangspunten voor kern- en keuzeprogramma-eenheden. Ontwikkelen van een structuur van kern- en keuzeprogramma s die aansluit bij bestaande programma s, maar ruimte biedt voor flexibiliteit en maatwerk aan scholen die dat willen en aansluit bij het niveau en de functie van de verschillende leerwegen Ontwikkelen van een LOB structuur die waarborgt dat leerlingen keuzes maken en niet docenten en die aandacht schenkt aan de overgang van een oriënterend/voorbereidend programma naar een opleidend programma Ontwikkelen van een examensystematiek (zie ook 4) Ontwikkelen van voorstellen voor afstemming van taal en rekenen (voor scholen die dat wensen) met het beroepsgericht programma 4.2.4 Examens Bij een andere programmastructuur (van kern- en keuzeprogramma s) hoort een daarop aansluitende examenmix. SPV is geen voorstander van afschaffen van de centrale examens in het vmbo, maar ziet wel mogelijkheden voor een andere invulling van deze examens, bijv. met gebruikmaking van de digitale mogelijkheden. In het vmbo bestaat een examenmix van centrale examens en schoolexamens. Het ene type is niet belangrijker dan het andere (nu dreigt de aandacht vooral uit te gaan naar het centraal examen), het ene programmaonderdeel leent zich meer voor bijv. een SE en het andere voor een CE. SPV beveelt aan om samen met Cevo en Cito het belang van de examenmix (waarin CE en SE even belangrijk zijn) onder de aandacht brengen. Daarnaast moet een plan gemaakt worden voor de kwaliteitswaarborging van het schoolexamen, waarbij aangesloten wordt bij het protocol schoolexamens van de VO-raad, zodat getoetst wordt wat er getoetst moet worden en een zo objectief mogelijke beoordeling tot stand komt. SPV is er voorstander van deze kwaliteitsborging regionaal te organiseren en wil daar plannen voor ontwikkelen waarin de platforms een rol spelen. 4.2.5 Herkenbaarheid voor derden (onderbouw, mbo, bedrijfsleven, ouders, leerlingen, maatschappij) De waarde die docenten en management hechten aan de herkenbaarheid van beroepsgerichte programma s voor derden verschilt per programmacluster. Voor zorg en welzijn is, vanwege door doorstroom van leerlingen en de breedte van de sector, bijvoorbeeld het mbo erg belangrijk, de technische programma s hecht erg veel waarde aan herkenning door het bedrijfsleven. 5

Docenten en management geven aan het belangrijk te vinden dat derden een goed beeld hebben van het vmbo, maar schatten in dat dit beeld niet optimaal is. Dit geldt voor verschillende groeperingen die allemaal op een eigen oplossing vragen: Onderbouw: vanuit het derde en vierde leerjaar vmbo moet een visie ontwikkeld worden op de functie van leerjaar 1 en 2 van het voortgezet onderwijs. Ontwikkelingen die daarbij betrokken moeten worden: Positie van avo-vakken/praktijkgerichte vakken Taal en rekenen LOB/PSO Vroegselectie SPV vindt dat de visie-ontwikkeling breed (voor het hele VO) tot stand moet komen en wil daar graag een rol in spelen en daarin samenwerken met de VO-raad MBO (waaronder VM2): binnen het mbo doen zich verschillende ontwikkelingen voor die van invloed zijn op het vmbo, zoals de totstandkoming van de domeinindeling. Samen met het mbo moet het vmbo een visie ontwikkelen op het einddoel van het vmbo c.q. het begindoel van het mbo. Centraal daarin staat de vraag waar vmbo ophoudt en mbo begint en of er samen gekomen kan worden tot een naadloze aansluiting overgang zonder verdikkingen. In deze visie-ontwikkeling wil SPV in de eerste plaats aftstemming met de VO-raad en wordt uiteraard samenwerking gezocht met MBO Raad en AOC-raad. Bedrijfsleven heeft een functie in het vmbo als het gaat om: LOB/keuzeproces, beschikbaar stellen van stageplaatsen, invulling van programma s. De herkenbaarheid van het vmbo voor het bedrijfsleven moet verbeteren, zowel landelijk, als regionaal en plaatselijk, zodat het bedrijfsleven weet wat ze in huis haalt als er een vmbo-leerling komt die stage wil lopen of een BBL-plaats zoekt. SPV beveelt aan samen met Colo, branche-organisaties, KBB s, BTG s en regionaal bedrijfsleven te werken aan de herkenbaarheid van het vmbo voor het bedrijfsleven. Ouders, leerlingen, primair onderwijs Vanuit SPV wordt gewerkt aan voorlichting voor verschillende partijen, zodat een reëel beeld ontstaat van het vmbo voor diegenen die betrokken zijn bij de voorlichting aan en keuze van leerlingen. SPV werkt hierin samen met PO-raad, ouderorganisaties, LAKS, vakbonden (informeren van MR en) en anderen. Landelijk moet gewerkt worden aan visie-ontwikkeling op het vmbo in de toekomst, bijvoorbeeld 2020, zodat een duidelijke onderwijsvorm wordt neergezet die ook voor derden herkenbaar is. SPV wil hierin het voortouw nemen. 4.2.6 Samenwerking tussen docenten en management Docenten en management geven aan geen of weinig zicht te hebben op de mening van de andere partij als het gaat om bijv. de functie van het vmbo of de bereidheid tot veranderen. Dit wekt de suggestie dat er op scholen weinig gesproken wordt over deze onderwerpen en de toekomst van het eigen vmbo. SPV kan de samenwerking binnen de school niet echt op gang brengen maar kan via haar platforms wel: Informeren en stimuleren Good practices beschrijven en publiceren Ontwikkelingen monitoren Bijeenkomsten organiseren rond thema s en voor het middenmanagement In deze activiteit werkt SPV samen met de VO-raad en de VVVO 4.2.7 Beperkte kennis van wat moet en mag Het veldonderzoek laat zien dat er bij veel docenten en management een informatieachterstand is als het gaat om de ruimte en mogelijkheden die men heeft binnen de wet- en regelgeving. Deze informatieachterstand kan teruggedrongen worden door informatie te verschaffen zowel via de media (website, publicaties) als tijdens platformbijeenkomsten. Meer effect wordt bereikt door docenten te betrekken bij de ontwikkeling van hun vmbo, zodat ze meedenken over wat kan en mag en heel direct kennis maken met de kaders waarbinnen ontwikkelingen plaats moeten vinden. SPV wil richtlijnen ontwikkelen voor het vmbo van de toekomst en, via de platforms, docenten en management betrekken bij het invullen van de programma s. 6

5. Vervolgactiviteiten in het kader van het advies Met het eerste concept van deze notitie start fase 2 van het veldonderzoek (19 juni 2009). De notitie is op 3 juli besproken met een drietal externe deskundigen. Naar aanleiding van deze bespreking is de notitie bijgesteld, verder uitgewerkt en nogmaals besproken. 2 oktober 2009 wordt de notitie ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur van de Stichting Platforms VMBO. Daarna wordt er een PowerPoint versie van de notitie gemaakt die voorgelegd kan worden in de platforms en aan de organisaties waarmee SPV in het kader van het veldonderzoek moet overleggen. Deze besprekingen vinden plaats in de maanden oktober en november 2009. De resultaten van de verschillende bespreking worden teruggekoppeld naar SPV, gewogen door het bestuur en in een definitieve versie van de notitie verwerkt. 5.1 SPV activiteiten volgend op het Advies VMBO Herkend Het advies VMBO Herkend noemt een aantal thema s en concrete onderwerpen waarop vervolgactiviteiten gewenst, c.q. noodzakelijk zijn. In de periode dat de notitie besproken wordt in de platforms beroepsgerichte programma s en met andere organisaties inventariseert het dagelijks bestuur van SPV de activiteiten die uitgevoerd moeten worden om uitwerking aan de notitie te geven en zet deze in een ontwikkelagenda die ter vaststelling voorgelegd wordt aan het bestuur en met het eindadvies van het veldonderzoek aangeboden wordt aan OCW. In de ontwikkelagenda geeft SPV prioriteiten aan, een tijdlijn en de actoren die bij de verschillende activiteiten moeten worden betrokken. Uitgangspunt daarbij is dat SPV regie houdt op de doorontwikkeling van het vmbo zowel wat betreft de inhoud van de programma s, de programmastructuur als de structuur van examinering. Over licenties, bekostiging en dergelijke is SPV gesprekspartner van OCW samen met de VO-raad. Onderwerpen die op basis van voorliggend advies verder uitgewerkt moeten worden zijn: Uitwerken van de kernprogramma s per cluster en de keuzedelen; Vernieuwen van de examenprogramma s; Vormgeven aan de examenmix (in deze nieuwe context); Verder uitwerken van een structuur waarbij de kwaliteit van de schoolexamens gewaarborgd wordt; Kwaliteitssysteem om succes van LOB te waarborgen (gericht op effectieve doorstroom vmbo-mbo); Versterking aansluiting vmbo-mbo, mede op basis van de evaluatie van de VM2 trajecten; Integratie avo programmadelen met beroepsgerichte programma s; Imago en beeldvorming versterking vmbo. 7