Belangrijkste conclusies

Vergelijkbare documenten
De bruisende stad. Beleidskader

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Markante vaststellingen per hoofdstuk

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stad Genk Publicatie Verkeersongevallen en slachtoffers

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Hoofdstuk 2 Onderwijs en vorming

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

Een stad om in te wonen

Basisnota: Stadsatelier bevolking- en huishoudensprognoses - Demografische trends en uitdagingen in de steden

verbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden

Projectie private huishoudens. Edith Lodewijckx

Centrumsteden SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

Studiedag Gent in Cijfers Stadsvlucht bekeken vanuit cohorteperspectief

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Hoe kan de stadsmonitor bijdragen aan een efficiënte en effectieve overheid?

De gezins- en kindvriendelijkheid van onze centrumsteden in kaart

Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind

S t e d e n f o n d s

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Hoofdstuk 7 Zorg en gezondheid

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS

Hoofdstuk 9 Armoede. INDICATOR Link met intenties van de visie Pagina

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

Samenvatting WijkWijzer 2017

De stad maakt het verschil

Titel. Stadsmonitor voor leefbare en duurzame steden. UGent CDO en CLP - HoGent Trui Maes, UGent.CDO Brussel, transitiearena DuWoBo, 4juni 2009

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

Hoofdstuk 6 Natuur, milieu en energie

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Hoofdstuk 4 Wonen en woonomgeving

Projectie private huishoudens

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER WZC - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

VASTGOEDPRIJZEN 2009

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER CVK - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

Veroudering in het Waasland. Maart 2017

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers

Hoofdstuk 8 Samenleven

Huis Sofia 22 november 2011

Demografie SAMENVATTING

plage-lestijden onderwijzer

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Hoofdstuk 1 Cultuur en vrije tijd

Socio-economische blik op de Kempen

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000

EVALUATIE VLAAMSE STATIONSOMGEVINGEN FICHE STATIONSOMGEVING ROESELARE

Socio-economische blik op de Kempen

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

Congres Gemeente- en Stadsmonitor

BRUSSEL RAPPORT PERSONEEL 2012

en aan kinderen uit het lager en secundair onderwijs.

Centrumsteden in evolutie

Verslag stuurgroepvergadering van 3 februari 2015

Verhuisbewegingen van erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden. (periode 1/1/ /1/2018)

Bevolkingsprojecties voor de 13 grote en regionale steden van Vlaanderen, en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid

intra-europese migratie

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

VASTGOEDPRIJZEN 2010

Demografische fiche kust

Wonen in Aalst: over wonen, woningprijzen en betaalbaarheid

Demografische ontwikkelingen

ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging

Graag het absolute aantal en het groeipercentage in de periode eind mei eind mei 2017.

Veiligheid en leefbaarheid in Mechelen. Woensdag 19 november Congrescentrum Lamot

Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

Label Kindvriendelijke Stad. omgevingsanalyse - 8 september 2015

Levenslang thuis wonen Stad Aalst

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs

Transcriptie:

Gezinnen in de Stad Belangrijkste conclusies

1 Demografische cijfers Vergroening van de grootsteden en sommige centrumsteden: - Periode 2009-2014: De grootsteden Antwerpen en Gent kregen in deze periode al te maken met een gevoelige toename van het aantal kinderen en jongeren. In Antwerpen kwamen er tussen 2009 en 2014 12.984 kinderen onder de 18 jaar bij. Dat is een toename van 13%. Kinderen en jongeren maken ondertussen 21,9% of meer dan één vijfde uit van de Antwerpse bevolking. Ook in Gent maken anno 2014 min-achttienjarigen 19,2% van de bevolking uit, tegenover 18,9% in 2009. Dat is een stijging van 2.940 kinderen onder de 18 jaar of 6 tot 7% op vijf jaar tijd. Ook in Leuven, Mechelen, Aalst, Sint-Niklaas, Hasselt en Roeselare zijn het aantal kinderen tussen 2009 en 2014 gevoelig toegenomen. - Prognoses 2014-2020: deze vergroening zet zich in Antwerpen en Gent de komende jaren verder door. Ook in Mechelen, Sint-Niklaas, Hasselt en Aalst verwachten we een toename van het aantal kinderen en jongeren. In Brugge, Genk en Oostende geven de prognoses eerder aan dat het aantal jongeren erop achteruitgaat. In de andere centrumsteden stagneren de cijfers Toename aantal jonge gezinnen in de grootsteden en sommige centrumsteden: - Ook het aantal jonge gezinnen (koppel of alleenstaande ouder met oudste kind jonger dan 12 jaar) neemt in een aantal steden gevoelig toe. Antwerpen kent de sterkste toename. Daar zijn er tussen 2010 en 2014 meer dan 2500 jonge gezinnen bijgekomen. Ook in de andere steden is er een (beperkte) toename. In Brugge, Oostende en Genk is er een lichte afname. - Het aandeel jonge gezinnen tov het totaal aantal gezinnen neemt tussen 2010 en 2014 toe in Antwerpen, Mechelen, Turnhout, Roeselare, Gent en Sint-Niklaas. In Antwerpen maken jonge gezinnen in 2014 13,6% uit van het totaal aantal gezinnen ten opzichte van 12,9% in 2010 en 11,3% in 2000. Gezinnen in de Stad 2

2 Indicatoren gezinnen in de stad Leeswijzer: Het boek gezinnen in de stad: 1 e editie. Er worden geen evoluties geschetst in het boek wat betreft de surveyvragen. Voor registraties (bv. verkeersslachtoffers) kan dit wel. Bij de toelichting wordt gemakshalve gesproken over huishoudens met/zonder inwonende kinderen, hoewel het strikt genomen inwoners die leven in een huishouden met/zonder inwonende kinderen is. De survey van de Stadsmonitor richt zich op individuen en niet op de referentiepersoon van het huishouden. 2.1 Migratiesaldo Voor jongvolwassenen zijn de centrumsteden aantrekkelijk. - Positief migratiesaldo jongvolwassenen in elke centrumstad, met uitzondering van Genk. - Voor het totaal van de 13 centrumsteden komen er in de periode 2011-2013 gemiddeld 39 jongvolwassenen bij per 1.000 jongvolwassenen. - Na een doorlooptijd van 10 jaar blijft ongeveer de helft van de jongvolwassenen in de vorm van een gezin met kinderen in de stad wonen (conclusies artikel cohorte-onderzoek in Steden binnenstebuiten ) Positief migratiesaldo jonge gezinnen in 8 van de 13 steden. - Positief migratiesaldo in Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout. - Migratiesaldo jonge gezinnen neemt wel af tussen 2008-2010 en 2011-2013. - Uitstromers hebben vaak een sterker socio-economisch profiel (conclusies artikel verhuisintenties Steden binnenstebuiten. De verhuisintentie van gezinnen met inwonende kinderen hangt sterk af van stad tot stad (dit kan zowel binnen als buiten de stad zijn). - Voor het geheel van de 13 centrumsteden hebben gezinnen met inwonende kinderen een iets grotere verhuisintentie dan gezinnen zonder kinderen. - In Gent, Hasselt, Leuven, Mechelen en Turnhout geldt het omgekeerde. Daar geven gezinnen met kinderen in mindere mate aan de komende vijf jaar te willen verhuizen dan huishoudens zonder kinderen. 2.2 Hoge algemene tevredenheid van gezinnen met kinderen over de woning, buurt en stad Meer dan ¾ van de gezinnen met kinderen zijn tevreden over de woning, buurt en stad. Dit geldt ook zo voor gezinnen zonder kinderen. Het verschil tussen de steden met betrekking tot de tevredenheid over de stad is wel groot (55% van de gezinnen is tevreden Turnhout tov 87% in Leuven) De tevredenheid over de eigen woning is het hoogst (84% van de gezinnen met inwonende kinderen is hierover tevreden). Gezinnen in de Stad 3

2.3 Woningkenmerken Gezinnen met inwonende kinderen wonen vaker in een woning met groot comfort en een private buitenruimte dan gezinnen zonder kinderen. - 85% van de gezinnen met inwonende kinderen geeft aan in een woning te wonen met groot comfort en een private buitenruimte (tuin of terras of koer of balkon). Het verschil tussen de steden is niet zo groot. Dit aandeel is significant hoger dan het aandeel gezinnen zonder inwonende kinderen die in een woning met groot comfort en een private buitenruimte wonen (68%). Gezinnen met inwonende kinderen wonen ook vaker in een energiezuinige of energierecupererende woning dan gezinnen zonder inwonende kinderen. - 58% van de gezinnen met inwonende kinderen woont in een energiezuinige woning (tov 45% van de gezinnen zonder inwonende kinderen). - 35% van de gezinnen met inwonende kinderen woont in een energierecupererende woning (tov 21% van de gezinnen zonder inwonende kinderen). Het verschil is hier zeer groot tussen de steden, gaande van 17% in Antwerpen tot 73% van de huishoudens met inwonende kinderen in Roeselare. 2.4 Cultuur en vrije tijd Er worden veel vrijetijdsactiviteiten voor kinderen in de stad georganiseerd. - Gemiddeld genomen vinden er 282 vrijetijdsactiviteiten per 10.000 kinderen onder de 12 jaar per jaar plaats in de 13 centrumsteden. In Gent vinden de meeste vrijetijdsactiviteiten voor kinderen plaats (377 per 10.000 kinderen). Ook in Hasselt (333), Turnhout (325), Leuven (316) en Oostende (307) worden meer dan 300 activiteiten per 10.000 kinderen op jaarbasis georganiseerd. Cursussen en workshops voor kinderen worden het meest frequent georganiseerd in de 13 centrumsteden. Een zeer hoog aandeel gezinnen met inwonende kinderen bezochten het afgelopen jaar een park (92%) of speeltuin (66%). - Dit aandeel ligt ook hoger dan voor gezinnen zonder inwonende kinderen (86% voor parkbezoek en 37% voor bezoek speeltuin). Antwerpen kent het grootste aandeel gezinnen met inwonende kinderen dat een park (97%) of speeltuin (73%) bezoekt. Kortrijk en Roeselare kennen het kleinste aandeel. Het aandeel kinderen dat in de nabijheid (400m loopafstand) van speelruimte woont verschilt sterk van stad tot stad. - Het grootste aandeel vinden we in Antwerpen (85% van de 0-11 jarigen) en Turnhout (83%), het kleinste aandeel in Aalst (37%). Ook het aandeel jongeren dat in de nabijheid (1000m) van open of overdekte jeugdruimte woont verschilt sterk van stad tot stad. 95% van de 12-18jarigen in Antwerpen en Turnhout woont binnen de 1.000m van open jeugdruimte. In Oostende is dit 14%. Goede tevredenheid over voorzieningen en activiteiten in de vrije tijd op stadsniveau. - ¾ van de gezinnen met inwonende kinderen zijn tevreden over het aanbod aan sport in de stad. - 7 op 10 gezinnen met inwonende kinderen zijn tevreden over het aanbod aan recreatie in de stad. - Bijna 7 op 10 huishoudens met inwonende kinderen zijn tevreden over de kindvriendelijkheid van de horeca. De cijfers gelden ook voor gezinnen zonder inwonende kinderen Gezinnen in de Stad 4

Tevredenheid over voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren in de vrije tijd op buurtniveau scoort minder hoog (dan op stadsniveau). De tevredenheid over voorzieningen voor jongeren op buurtniveau scoort ook minder hoog dan deze voor kinderen: - De helft van de huishoudens met inwonende kinderen (52%) is tevreden over speelvoorzieningen in de buurt. Dit is hoger dan de tevredenheid van huishoudens zonder inwonende kinderen. - Minder dan de helft van de huishoudens met inwonende kinderen vindt dat men veilig kan spelen in de buurt. - 4 op 10 huishoudens met inwonende kinderen zijn tevreden over activiteiten voor kinderen in de buurt. - 45% van de huishoudens met inwonende kinderen is tevreden over geschikte plekken voor jongeren in de buurt - Slechts 3 op 10 huishoudens zijn tevreden over activiteiten voor jongeren in de buurt. De hoogste tevredenheid vindt men in Brugge, Hasselt, Leuven en Oostende. De laagste in Aalst en Sint- Niklaas. 2.5 Mobiliteit en verkeersveiligheid Daling van het aandeel jonge verkeersslachtoffers in de 13 centrumsteden (2005-2007 tov 2011-2013). - Dit geldt ook voor elke centrumstad afzonderlijk, behalve voor Hasselt. In de 13 steden zijn er voor de periode 2011-2013 gemiddeld 4 dode of zwaargewonde jonge (-20-jarigen) verkeersslachtoffers per jaar gevallen (per 10.000 min-20-jarigen). Dit cijfer is nagenoeg hetzelfde als voor het Vlaams Gewest (3,9). - Gemiddeld genomen over de 13 centrumsteden is er 1,1 dode of zwaargewonde fietser per 10.000 min-20-jarigen. Gent (2,0), Leuven (2,0), Sint-Niklaas (2,0) en Mechelen (1,9) hebben het hoogste aandeel verkeersslachtoffers bij fietsers onder de 20 jaar. Gezinnen met kinderen zijn maar matig tevreden over de fietsinfrastructuur en voetpaden in de buurt en in de stad. - Slechts de helft van de gezinnen met kinderen vindt dat er voldoende fietspaden zijn, dat de fietsen voetpaden veilig zijn en dat de fietspaden goed onderhouden zijn. Minder dan 1 op 3 gezinnen met kinderen vinden dat er voldoende fietsenstallingen in de buurt zijn. Deze cijfers gelden ook zo voor de totale bevolking. Ook over de verkeersveiligheid van de buurt voor kinderen is men weinig tevreden. - Minder dan helft van de gezinnen met kinderen vindt dat de schoolomgeving verkeersveilig is. Slechts 4 op 10 vindt dat kinderen zich zelfstandig en veilig kunnen verplaatsen in de buurt. Gezinnen met inwonende kinderen geven vaker aan onaangepaste snelheid in de buurt te ervaren dan gezinnen zonder inwonende kinderen. - 44% van de gezinnen met inwonende kinderen geeft aan de laatste maand last te hebben gehad van onaangepaste snelheid van het verkeer in de buurt. Over het openbaar vervoer in de buurt zijn gezinnen met kinderen zeer tevreden. - Meer dan 4 op 5 gezinnen zijn tevreden over het aanbod aan haltes openbaar vervoer in de buurt en over het aanbod aan bussen/trams in de buurt. Deze cijfers gelden ook voor de totale bevolking. Gezinnen in de Stad 5

2.6 Kansarmoede-indicatoren Kansarmoede-index is duidelijk gestegen: - In de 13 centrumsteden is tussen 2010 en 2013 het aandeel kinderen geboren in een kansarm gezin duidelijk gestegen van 16% naar 20%. - De sterkste relatieve stijgingen doen zich voor in Kortrijk, Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. In Mechelen en Leuven is er een lichte daling. - De cijfers voor de 13 centrumsteden liggen duidelijk hoger dan in het Vlaams gewest (11%). Enkel in Aalst (9%), Brugge (8%) en Hasselt (10%) zijn er gemiddeld minder kansarme geboortes dan voor het Vlaams Gewest (11%). - Andere kansarmoede-indicatoren blijven eerder stabiel. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin hebben een groter risico op armoede. - 37% van de kinderen in een eenoudergezin leven in een gezin zonder betaald werk (tov 11% van de kinderen die leven in een tweeoudergezin). - Deze cijfers zijn voor de 13 centrumsteden ook duidelijk hoger dan voor het Vlaamse Gewest. Enkel Brugge, Roeselare en Leuven doen het beter dan gemiddeld genomen in het Vlaamse Gewest. Gezinnen met inwonende kinderen ervaren meer betalingsproblemen dan gezinnen zonder inwonende kinderen: - 16% van de huishoudens met inwonende kinderen heeft het voorbije jaar betalingsmoeilijkheden ondervonden voor woonuitgaven (huishuur of lening) of uitgaven voor elektriciteit, water, gas of stookolie, gezondheidsuitgaven of andere aankopen op afbetaling (tov 11% bij huishoudens zonder inwonende kinderen). De verschillen tussen de steden zijn groot. In Genk, Oostende en Turnhout hebben meer dan 20% van de huishoudens met inwonende kinderen betalingsmoeilijkheden ondervonden, in Roeselare minder dan 10%. - Ook onkosten verbonden aan kinderopvang en aan de school zorgen voor betalingsmoeilijkheden. In Turnhout en Sint-Niklaas geven bijna 20% van de huishoudens met kinderen onder de 12 jaar aan het afgelopen jaar achterstallige betalingen te hebben (gehad) voor kinderopvang. In Hasselt is dat 3%. Ongeveer 1 op de 10 huishoudens met inwonende kinderen in Antwerpen, Genk, Sint-Niklaas en Turnhout geeft aan achterstallige betalingen te hebben voor schoolkosten. In Roeselare en Mechelen is dat minder dan 5%. Dezelfde steden scoren op de kansarmoede-indicatoren het hoogst en het laagst: - Antwerpen, Genk en Oostende, soms ook Sint-Niklaas, Turnhout scoren het laagst. - Brugge, Roeselare, soms ook Hasselt en Leuven scoren het hoogst. 2.7 Kinderopvang De capaciteit aan kinderopvang neemt toe doorheen de tijd. - De 13 centrumsteden hebben in 2013 gemiddeld 37 opvangplaatsen voorschoolse kinderopvang per 100 kinderen van 0 tot 3 jaar. De capaciteit neemt toe doorheen de tijd. Enkel in Sint-Niklaas en Leuven is er een afname ten opzichte van 2009. - Vier steden ( Brugge, Roeselare, Leuven en Hasselt) tellen meer dan 50 voorschoolse opvangplaatsen per 100 kinderen van 0 tot 3 jaar. Zij voldoen daarmee aan de doelstellingen van het pact 2020. Gezinnen in de Stad 6

95% van de 0-3 jarigen woont binnen de 1000m van kinderopvang. In Antwerpen is dit bijna 100%, terwijl dit in Kortrijk 73% bedraagt. Gezinnen met kinderen zijn maar matig tevreden over het aanbod aan kinderopvang in de buurt. - Slechts 1 op 2 is hierover tevreden. Het aandeel tevreden huishoudens met inwonende kinderen is het hoogst in Brugge (65%), Hasselt (65%) en Kortrijk (61%). In deze drie steden is er eveneens een hoger aanbod aan voorschoolse kinderopvang dan gemiddeld in de 13 steden. Ook in Leuven is het aanbod aan voorschoolse kinderopvang hoger dan gemiddeld in de 13 steden, maar de tevredenheid is er laag (45% van de huishoudens met inwonende kinderen is er tevreden over het aanbod aan kinderopvang in de buurt). In de 13 centrumsteden zorgen bijna een op vijf 55-plussers wekelijks of meer voor de opvang van kleine kinderen. - In de grootsteden ligt dit aandeel lager. In Genk zijn dit meer dan een op vier 55-plussers. 2.8 Leren en onderwijs De onderwijskansarmoedeindex lager onderwijs (OKI-index) is bijna dubbel zo hoog in de 13 centrumsteden (1,48) als in het Vlaamse Gewest (0,78). Iets minder dan de helft van de 2-11 jarigen woont op wandelafstand (400m) van een lagere school. - De verschillen tussen de steden zijn groot, gaande van 69% in Mechelen tot 31% in Aalst. Spijbelgedrag lager onderwijs en voltijds secundair onderwijs stijgt voor het geheel van de 13 steden (2008-2009 tov 2013-2014). - Dit geldt ook voor elke stad afzonderlijk (behalve Oostende voor het voltijds secundair onderwijs) Schoolse vertraging blijft gelijk voor het geheel 13 steden, - Maar veel individuele toenames en afnames in de steden afzonderlijk (schooljaar 2007-2008 tov schooljaar 2013-2014). De aantrekkingskracht van de centrumsteden voor het secundair onderwijs daalt de laatste 5 jaar. - Sterkste daling in Antwerpen, Gent en Turnhout. Stijging in Mechelen, Brugge en Sint-Niklaas. Hoge tevredenheid over onderwijsvoorzieningen in de stad en in de buurt - 8 op 10 gezinnen met inwonende kinderen zijn tevreden over het aanbod kleuter- en lager onderwijs in de buurt en over de onderwijsvoorzieningen in de stad. Knipperlichten toekomstige arbeidsloopbaan: - Toename van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs die thuis geen Nederlands spreken (+2procentpunten), sterkere stijging in Antwerpen, Aalst en Oostende. - Hoge ongekwalificeerde uitstroom. 21% van de leerlingen die in een centrumstad wonen, verlaat het secundair onderwijs zonder kwalificatie. - De werkloosheidsgraad bij jongeren varieert in 2013 van 16,6% in Roeselare tot 27,9% in Antwerpen. 10 van de 13 steden hebben een werkloosheidsgraad die hoger ligt dan het Vlaamse gemiddelde (17,7%). Gezinnen in de Stad 7

Hoge waarden voor de voorgaande indicatoren vinden we in de grootsteden Antwerpen en Gent. Maar ook Mechelen en Genk hebben hoge cijfers. In Roeselare, Brugge, Kortrijk en Aalst geldt het omgekeerde. Gezinnen in de Stad 8