Van Bèta 1op1-mentor naar Persoonlijk Assistent van de Leraar (PAL) B ètawijs Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag T (070) 311 97 11 F (070) 311 97 10 info@platformbetatechniek.nl www.platformbetatechniek.nl September 2008 B ètawijs
Inleiding De kwaliteit van het voortgezet onderwijs kan verbeterd worden door de introductie van de Persoonlijke Assistent voor Leraren (PAL), zo luidt het advies van de Nationale Denktank 1. Het idee om studenten te laten werken als PAL sluit aan bij ontwikkelingen binnen Nederlandse Universiteiten om studenten in te zetten op vo-scholen in de regio in het kader van het Bèta 1op1-programma. In dit programma begeleiden bètastudenten leerlingen uit de bovenbouw van het vwo intensief bij het maken van een gefundeerde studiekeuze en proberen zij de belangstelling voor een bètacarrière te stimuleren. Het Bèta 1op1-programma wordt uitgevoerd door alle universiteiten met bètatechniekopleidingen en is een initiatief van het Platform Bèta Techniek. Het idee van de PAL is inmiddels opgepakt door zes universiteiten. Vanaf 2009 gaan deze universiteiten het mentorenproject Bèta 1op1 verder ontwikkelen naar PAL. Dat betekent dat de studentmentor een Persoonlijke Assistent van de Leraar kan worden. Studenten inzetten als PAL klinkt mooi, maar er zal wel aan bepaalde voorwaarden voldaan moeten worden, zowel door de school als door de universiteit en door de student. De zes universiteiten die aan de slag gaan met het inzetten van studentenmentoren als PAL, realiseren zich dat terdege en willen dit traject met de nodige zorgvuldigheid opzetten. Het aan de TU Delft gelieerde onderwijsbureau Bètawijs heeft daarom in samenwerking met de universiteiten het initiatief genomen tot het opstellen van deze brochure. Bètawijs heeft de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met het inzetten van studenten in het Delftse Bèta 1op1 programma. Deze brochure is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkeling van de PAL en wil bijdragen aan het succes van dit initiatief. De PAL moet nog verder vorm krijgen en deze brochure biedt een aanzet tot een constructieve discussie hierover. We hopen het komende jaar veel te leren over de kansen, valkuilen, uitdagingen en beperkingen van de student in de rol van Persoonlijke Assistent van de Leraar. Annemiek Staarman VSNU, landelijke coördinatie Bèta 1op1 2 1 Nationale Denktank (2007), Succes op School, eindrapport van de Nationale Denktank 2007
Rollen van de PAL De PAL op een vo-school is vergelijkbaar met de student-assistent op de universiteit. Waar een universitair docent verantwoordelijk is voor het lesprogramma, de doorlopende leerlijn en de afstemming met collega s, neemt een student-assistent kleinere taken van de docent over en biedt hij ondersteuning bij het onderzoek. Een dergelijke rolverdeling van de leraar en de PAL in het voortgezet onderwijs kan de functie van leraar inhoudelijk aantrekkelijker maken en hem de status geven die hij verdient. Voor de student is het PAL-schap een zinnige bijbaan: in plaats van achter de bar staan of vakken te vullen in een supermarkt kan hij een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. Daarnaast kan de student zich, onder verantwoordelijkheid van de docent, oriënteren op het vak van leraar. Vanuit de TU Delft is het afgelopen jaar op bescheiden schaal geëxperimenteerd met de rol die een PAL zou kunnen vervullen. Uitgaand van de ervaringen met Bèta 1op1 is er een model opgezet waarbij diverse rollen van de PAL worden onderscheiden. Dit helpt bij het afbakenen van de verantwoordelijkheden, vrijheden en taken van een PAL. Tevens verschaft het inzicht in de benodigde training en scholing van de toekomstige PAL. De PAL als mentor Een mentor vervult taken in het kader van de loopbaanoriëntatie van leerlingen. Het doel van het mentorschap is de leerling te helpen bij het maken van een gefundeerde studiekeuze. Zo zou de PAL een excursie kunnen organiseren naar bijvoorbeeld een ziekenhuis, de haven van Rotterdam, een groot bedrijf of een universiteit. Ter introductie kan hij een voorbereidende les geven zodat de leerlingen optimaal zijn voorbereid op de excursie. Taken van de PAL als begeleider kunnen zijn: het onderzoeken van de mogelijkheden voor de inzet van practicummateriaal, het begeleiden van huiswerk, het begeleiden van profielwerkstukken, het oefenen met rekenvaardigheden, het geven van een impuls aan de ICT-inzet in het onderwijs bij bijvoorbeeld lessenseries over de kwantummechanica, aerodynamica, technisch ontwerpen, etc. Zo n lessenserie zou vakverbredend of - verdiepend kunnen zijn en kan de leerlingen een goed beeld geven van technische studies en actueel onderzoek. De PAL voor de klas In overleg kunnen de leraar en PAL onderzoeken op welke manier de student kan ervaren of een (tijdelijke) carrière in het onderwijs aantrekkelijk zou kunnen zijn. De student kan gestimuleerd worden in de richting van een educatieve minor. Gezien het docententekort lijkt het verstandig zulke geïnteresseerde studenten de kans te geven een mooie ervaring op te doen in het onderwijs. De eindverantwoordelijkheid voor het gegeven onderwijs blijft altijd bij de docent liggen. De PAL is niet bevoegd voor het verzorgen van onderwijs en geeft les onder toezicht van de docent. Een student kan op deze manier vrijblijvend kennis maken met het onderwijs. Bèta 1op1 De PAL als begeleider Een begeleider vervult taken ter ondersteuning van het reguliere onderwijsprogramma, maar wel onder toezicht en verantwoordelijkheid van de docent. Het doel van deze begeleiding is de docent werk uit handen te nemen en de leerling op een vanzelfsprekende wijze in contact te brengen met studenten. Het doel van Bèta 1op1 is het stimuleren van de belangstelling voor universitaire bètatechnische opleidingen bij leerlingen uit de bovenbouw van het vwo en hen te helpen bij het maken van een gemotiveerde studiekeuze. Studenten fungeren als mentor van deze leerlingen en begeleiden hen bij het maken van een gemotiveerde studiekeuze.
Verwachtingen De verwachtingen die er zijn t.a.v. de verschillende actoren (school, universiteit, student) zijn gebaseerd op de projectervaringen van de eerste twee jaar van Bèta 1op1. De lijst is niet uitputtend en de tips zijn bedoeld als stof tot nadenken. Wat wordt er van een school verwacht? 1. Begeleiding en aandacht Studenten hebben begeleiding en aandacht nodig. Niet alleen omdat zij geen ervaring hebben met lesgeven, het helpt ook om de onderlinge betrokkenheid tussen school en student te onderhouden Scholen waar men tevreden is over de inzet van de student, maken vaak gebruik van een intern begeleidingssysteem (BOS Begeleider op School). Een student wordt enthousiast van een leraar die zelf enthousiast is voor het leraarschap èn voor de vakinhoud. Een student wordt extra gemotiveerd als de leraar belangstelling heeft voor de opleiding die de student volgt. 2. Structuur en afspraken Een PAL volgt in de eerste plaats een universitaire opleiding. Daaruit vloeien verplichtingen voort. Een school moet hier begrip voor kunnen opbrengen en rekening mee kunnen houden. Dit laat onverlet dat de school eisen mag stellen aan de beschikbaarheid van de student en dat ook voor studenten geldt: afspraak is afspraak. Idealiter maken docent en student samen een plan waarin staat beschreven wat de taken van de student zijn en hoe en wanneer hij die taken vervult. De school kan het afspraken maken vergemakkelijken door specifieke dagdelen in te roosteren voor de inzet van de PAL. Op scholen waar met projectblokken of -weken wordt gewerkt, blijkt dit goed te werken. 3. Communicatie en duidelijkheid Een belangrijke ervaring van de scholen en universiteiten is dat een heldere communicatie tussen alle actoren van groot belang is voor het slagen van het mentorschap. Van de school vraagt dit op een aantal punten extra aandacht bij de invulling van het assistentschap: Voor zover mogelijk maken school en universiteit samen een plan waarin onder meer opgenomen is wat zij willen bereiken met de inzet van de assistenten, welke rol de school de studenten toebedeelt en welke eisen de school stelt aan de vaardigheden van de studenten. Wanneer de individuele docent de student betrekt bij zijn lessen voelt deze zijn toegevoegde waarde bij het onderwijsprogramma. Dit vergroot de betrokkenheid en inzet van de student. 7
Wat wordt er van een student verwacht? Ook de student moet aan een aantal randvoorwaarden voldoen. De eerste twee projectjaren van Bèta 1op1 hebben duidelijk gemaakt wat het mentorschap met zich meebrengt; welke verwachtingen een school mag hebben en wat dit van een studentmentor vraagt. De verwachtingen ten aanzien van een PAL kunnen hier deels uit worden afgeleid. 1. Halen en brengen Een student dient open te staan voor begeleiding, sturing door en feedback van de docent op school. In die zin kunnen we zeggen dat een bescheiden houding op zijn plek is, ondanks een goede inhoudelijke basiskennis, training door de universiteit, hulp van een lerarenopleiding en eventueel aanwezig natuurtalent. Interesse in leerlingen en affiniteit met het voortgezet onderwijs zijn onontbeerlijk. De PAL beseft dat hij geen docent is en moet het vak willen leren. Hij realiseert zich daarnaast dat hij ook iets in te brengen heeft; kennis over wat er tegenwoordig van de studenten verwacht wordt in het wetenschappelijk onderwijs, kennis van de recente ontwikkelingen op zijn vakgebied, enthousiasme voor zijn opleiding en vakgebied, belangstelling voor de leefwereld van leerlingen, inlevingsvermogen, en maatschappelijke interesse. De PAL heeft een dubbele rol; enerzijds wordt hij begeleid door de docent, anderzijds assisteert hij de docent en enthousiasmeert hij de leerlingen. Een PAL moet zoveel mogelijk gebruik maken van de ondersteuning die geboden wordt door de betreffende school en de persoonlijke begeleiding en feedback van de docent. Een PAL moet bereid zijn didactische scholing te volgen die door de lerarenopleidingen op de universiteit wordt aangeboden. Een PAL beseft dat hij de docent ondersteunt en iets extra s kan bieden met zijn inhoudelijke kennis en kennis van de ontwikkelingen op de universiteit. 2. Structuur en afspraken Voor de student geldt dat hij rekening moet houden met het dagelijkse ritme van de vo-school. De school mag er vanuit gaan dat een student gemaakte afspraken nakomt. Een aanstelling bij een school als PAL is niet vrijblijvend; het is een contract. Voor de student geldt: bezint eer ge begint. De student moet zich van te voren goed afvragen of hij zich voor de gevraagde tijd kanvrij maken. Het zal duidelijk zijn dat de samenwerking enige tijd nodig heeft om vruchtbaar te kunnen zijn. Een PAL zal tenminste enkele maanden moeten kunnen werken om effectief te kunnen zijn. Een PAL moet bovendien bereid zijn om, binnen de grenzen van redelijkheid, zoveel mogelijk moeite te doen om zijn werkzaamheden op school door te laten gaan. Studenten zijn bijvoorbeeld gedurende tentamenperioden geneigd om de prioriteiten bij hun eigen studie te leggen. In vakantieperioden zullen zij waarschijnlijk minder willen werken. Door middel van een gedegen planning en goede afspraken kan ook in dergelijke perioden de aanwezigheid van de PAL gegarandeerd worden. Studenten kunnen zelf een wezenlijke bijdrage leveren aan de duideijkheid over wederzijdse verwachtingen. Voldoende en heldere communicatie is noodzakelijk, niet alleen met de leerlingen, maar ook met de leraar. 8 9
Wat wordt er van een universiteit verwacht? De ondersteuning vanuit de universiteit kunnen we samenvatten in twee punten: het begeleiden van de student en het maken van afspraken met de school. 1. Begeleiden van de student Studenten die mentor worden van een leerling zullen competenties moeten aanwenden waarop zij in eerste instantie niet altijd in hun bètaopleiding worden aangesproken. Zij doen veel nieuwe ervaringen op en hebben daar begeleiding en training voor nodig. Dat zal ook, en wellicht in versterkte mate, gelden wanneer zij als PAL gaan werken. De inbreng van de lerarenopleiding is hierbij zeer gewenst. Tips: Geef studenten een basistraining voordat zij als PAL aan de slag gaan. Daarin kan aan de orde komen: - Communicatie met de docent, leerlingen en anderen binnen de school. - De verschillende rollen die een PAL kan uitoefenen en hoe daarmee om te gaan. - Rechten en plichten van zowel de school als de PAL. - Praktische zaken. Bied specifieke begeleiding, afhankelijk van de vragen van de school, de afgesproken werkzaamheden en/of de wens van de PAL met betrekking tot de ontwikkeling van specifieke competenties: - Inhoudelijke vervolgtrainingen (Technisch Ontwerpen, PWS begeleiden) - Intervisie - Individuele coaching - Training van didactische vaardigheden (i.s.m lerarenopleiding) - Minor Educatie (i.s.m lerarenopleiding) - Een handboek voor de PAL - Regelmatige terugkomdagen en momenten waarop PALs elkaar ontmoeten 2. Afspraken maken met de school De universiteit faciliteert de school en de student. De ervaring leert dat hoe scherper de gemaakte afspraken zijn, hoe beter de samenwerking verloopt. Sluit een contract (of intentieverklaring) af met de school met daarin de wederzijdse verantwoordelijkheden en het aantal te werken uren. Zorg dat studenten individuele werkplannen maken die zij kortsluiten met de school. Maak duidelijke afspraken over de financiën. Maak duidelijk dat de interne communicatie (op school) over PAL en Beta 1op1 belangrijk is en de verantwoordelijkheid is van de school. Onderhoud als projectleider direct contact met de school en niet alleen via de student. 10 11
Tijdsbesteding Hoeveel tijd een student besteedt als PAL hangt af van de wensen en mogelijkheden op de betreffende school en van de specifieke student. Binnen het Bèta 1op1-programma is gebleken dat het aantal uren dat een student besteedt aan het mentorschap verschilt per mentor, per universiteit, per school en varieert gedurende het schooljaar. Ook blijkt dat er meer bereikt wordt als de mentor betrokken wordt bij het lesprogramma en daarover heldere afspraken zijn gemaakt. Daarnaast vraagt de inzet van een mentor regelmatige begeleiding door de docent en dat vraagt een tijdbesteding van enkele uren per week, afhankelijk van de werkzaamheden van de mentor. De verwachting is dat dit ook geldt voor de begeleiding van een PAL. Kosten en Subsidies Het Bèta 1op1-programma wordt door de VSNU gecoördineerd en gefinancierd met gelden van het Platform Bèta Techniek. Vanwege het eindige karakter van de Bèta 1op1-financiering gingen al vroeg stemmen op dat verankering alleen gerealiseerd kan worden als de kosten voor de studentmentoren (deels) door de scholen zelf gedragen zouden worden. Om die reden wordt in Delft met ingang van het schooljaar 07/ 08 een bijdrage van scholen gevraagd, deze bijdrage loopt in 4 jaar stapsgewijs op. Andere universiteiten neigen naar soortgelijke constructies, maar definitieve beslissingen zijn hierover nog niet genomen. Vanwege het brede draagvlak voor de inzet van studenten als PAL onderzoeken het Platform Bèta Techniek en SBO de mogelijkheden om havo- en vwo-scholen financieel te ondersteunen bij de inzet van PALs. Het is de bedoeling dat hier eind 2008 meer duidelijkheid over bestaat. Voor informatie hierover kunt u zich het beste wenden tot de coördinatoren op de universiteiten, hun contactgegevens staan achterin deze brochure. 12 13
De ervaring van de TU Delft: De TU Delft werkt voor de uitvoering van het Bèta 1op1 programma en voor de ontwikkeling van het idee van de PAL samen met het onderwijsbureau Bètawijs. Bètawijs heeft door het organiseren van examentrainingen aan de TU een bestand opgebouwd van studenten met interesse in het onderwijs en het werken met leerlingen. Een uitzendconstructie is bij uitstek geschikt voor de flexibele taakomschrijving en tijdsbesteding van een PAL. Bovendien heeft een school zo geen administratieve lasten noch verplichtingen aangaande werkgaranties. Bètawijs hanteert verschillende tarieven voor de verschillende rollen die een PAL kan vervullen. Deze tarieven lopen niet ver uiteen, maar op die manier kunnen alle werkzaamheden wel specifiek beloond worden. Het Adelbert College ziet graag Bèta 1op1-studenten uit Delft naar Wassenaar komen. Leerlingen stellen het contact bijzonder op prijs, niet alleen om extra begeleiding en ondersteuning te krijgen bij het volgen van de exacte vakken, maar vooral ook om zich concreet te kunnen oriënteren op mogelijke vervolgstudies. Ervaringen uit de eerste hand helpen hen bijzonder. Ook docenten zien de mogelijkheden die Bèta 1op1-studenten bieden om hun lesprogramma een extra dimensie te geven. De nieuwe vakken wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie (NLT) lenen zich er bij uitstek voor. De sectie docentbegeleiding tenslotte is van harte bereid haar werkterrein uit te breiden tot Delftse studenten met een meer dan gemiddelde belangstelling voor het geven van onderwijs. Wim Caspers, docent Als studentmentor heb je de kans om je enthousiasme over te dragen aan leerlingen. Daarnaast is het een flexibele en leerzame bijbaan. Je kunt de meest actuele ontwikkelingen in jouw vakgebied meegeven, maar ook alle leuke verhalen over het studentenleven vertellen. Zo kun je helpen het onderwijs te verbeteren en de leerlingen ondertussen begeleiden bij hun studiekeuze! Edgar Verschuur, oud-studentmentor TU Delft 14 15
Het Platform Bèta Techniek ondersteunt de plannen van de universiteiten om PAL te gaan ontwikkelen. Door vo-docenten te ondersteunen met een PAL kan een kwaliteitsverbetering plaatsvinden in het voortgezet onderwijs. De inzet van een PAL kan leiden tot verlaging van de werkdruk van leraren, het creëren van ruimte voor docenten om zich verder te professionaliseren. Zij kunnen in de vrijgekomen tijd onderwijs en leermiddelen ontwikkelen en participeren in vernieuwingsprocessen. Meer in het algemeen is de verwachting dat het imago van de leraar zal worden versterkt. Door de intensieve samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs zal de aansluiting tussen beiden verbeteren. Dit alles is direct in het belang van de bètatechniekagenda van Nederland om meer leerlingen en studenten te interesseren voor en in te laten stromen in het bètatechnisch onderwijs. Vo-leerlingen krijgen aantrekkelijker en beter bètaonderwijs en een beter beeld van wat een bètaopleiding inhoudt en van ze vraagt. Tevens dienen de PAL s direct als rolmodel voor vo-leerlingen, een succesformule die zich in het Bèta 1op1-programma al heeft bewezen. Zo kan de instroom vergroot en de uitval in het eerste jaar van de studie verlaagd worden. Contact Bent u geïnteresseerd in het inzetten van een PAL bij u op school, neem dan contact op met de contactpersoon van een universiteit bij u in de buurt om de mogelijkheden te bespreken. Radboud Universiteit Nijmegen: Bas Bauland (b.bauland@science.ru.nl) TU Delft: Ariane Timmer (a.a.timmer@tudelft.nl) TU Eindhoven: Mandy Stoop (j.w.a.stoop@tue.nl) Universiteit van Amsterdam: Sido Notermans (s.o.notermans@uva.nl) Universiteit Utrecht: Iris Caris (i.k.caris@uu.nl) Vrije Universiteit: Gerrit Kuik (g.kuik@ond.vu.nl) Bètawijs: Lotte bij de Leij (lotte.bijdeleij@betawijs.nl) 16 17
Colofon Uitgave Dit is een gezamenlijke uitgave van de zes deelnemende universiteiten, Bètawijs, Platform Bèta Techniek en de VSNU Bètawijs: Pieter Wijkstra, Lotte bij de Leij, Edgar Verschuur, Jacob Jan de Boer (info@betawijs.nl) Platform Bèta Techniek: Margit de Kok (m.dekok@deltapunt.nl) VSNU: Annemiek Staarman (staarman@vsnu.nl) Deze brochure is ook als PDF te downloaden van de site www.sprintprogramma.nl. Platform Bèta Techniek Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag Postbus 556, 2501 CN Den Haag T 070-311 97 11 F 070-311 97 10 info@platformbetatechniek.nl www.platformbetatechniek.nl Fotografie De foto s en het auteursrecht hierop uit deze brochure zijn eigendom van De Delftse Examentraining BV Tekst Bètawijs (Pieter Wijkstra) en VSNU (Annemiek Staarman) Vormgeving Ambitions, s-hertogenbosch Druk Henk s Offset September 2008 Auteursrechten voorbehouden. Gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. 18 19