klas 3 beeldende vormgeving buitentekenen



Vergelijkbare documenten
tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1

Syllabus Beeldend 2havo/vwo ter voorbereiding op toets Beeldend in toetsweek

Ruimtesuggestie op het platte vlak TE klas 1

Begrippen tekenen periode 4 VORM COMPOSITIE RUIMTE. Vorm. Silhouetten

Verder zijn er toetsen bij de theorie en praktijk. Je hoort van jouw leraar wanneer je die moet maken.

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp

theorie tekenen onderbouw

Aikido Nail Art. A Tutorial by Kim

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

Me, myself and I. Je gaat op de volgende manieren portretten maken:

Praktijkopdracht 1 - kleur

Raster: een glasplaat of folie met een daarop aangebrachte, regelmatige zwarte structuur. Gedrukte versies noemen we een raster.

Lesmateriaal bovenbouw

KOPSTUKKEN OEFENING 2

Tekenen - Begrippenlijst

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

S C I E N C E C E N T E R

4 andere dieren bestaat. foto zo precies mogelijk na en kleur in.

China. Landschapsschildering. Vakgebied: Beeldende Vorming. Lesduur: 60 minuten

1. Wat is het verschil tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening?

S C I E N C E C E N T E R

overlapping voor- en achtergrond (groot voor, klein achter) afsnijding perspectief (kleur-, lijn-, atmosferischperspectief)

Tips; betere foto's maken (bron: hema.nl)

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Samenvatting CKV Vorm en ruimte (Beeldende begrippen)

5.7. Boekverslag door J woorden 3 februari keer beoordeeld

INSPIRATIEBLADEN CURSUS Tekenen en Schilderen programma 1 seizoen 2015/ 2016

AFSTANDEN IN PERSPECTIEF

S C I E N C E C E N T E R

INSPIRATIEBLADEN CURSUS Tekenen en Schilderen programma 2 seizoen 2015/ 2016

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

TEKENEN. beeldende vorming. Vlakvullingen. hoofdstuk 13: vlakvulling

schetsboekje CURSUS REISIMPRESSIES VASTLEGGEN

SketchUp: 3D voor iedereen (/)

251 ROBOTMONSTER STAP 1: CREATIE ROBOTMONSTER. Zoek op internet naar afbeeldingen van figuren die jou aanspreken.

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden

HOE IK EEN BALG MAAK

Hier en daar een bui

De Haagse. Fotokarton snijden met de Speed Mat. Door. Johan van den Broek

NAAM: KLAS : Leerling boekje v1.5 aug Nick Govaart. Dienstverlening en Producten. Workshop Tekenen I

Papier recyclen. Inlage

Hand-out Portrettekenen verhoudingen

TIPS EN TRUCS VOOR GELUID

Nodig: Het is belangrijk dat het genoemde materiaal gebruikt wordt, zodat de nachtegalen weersbestendig zijn!

Gebruik module 1 bij het beantwoorden van de vragen. Indien je het antwoord hierin niet kunt vinden dan mag je andere bronnen gebruiken.

Het gebruik van filters bij landschapsfotografie. Myriam Vos

Opening Bierkade Joris Komen Fotografie

Thinking of Art Stijldocument

Zintuigen. Expertgroep 5: Sterretjes zien. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

Het bouwen van je eigen Rotsachterwand en zijwanden. Door: Niels de Smit

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

De geheime tuin BOTANISCH ILLUSTREREN EN ONTWERPEN. Mijke Desserjer

1 DISK, Boom Amsterdam


Handleiding Oogfunctiemodel

Tips voor betere foto's

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

In deze opdracht gaan we een houten vogelhuisje maken.

De tekst staat nu aan de linkerkant. De tekst staat nu aan de rechterkant. De tekst staat nu in het midden.

Hallo iedereen! 2D vs 3D vs diepte

1. INLEIDING PERSPECTIEVEN PROJECTIEMETHODEN AANZICHTEN TEKENEN PERSPECTIEF TEKENEN BRONVERMELDING...

Voor we iets gaan maken moeten we wel het een en ander weten van meten. We zeggen altijd meten is weten. Hoi Leuk dat je er weer bent.

3D pixel stretch effect

Uitleg opnamens met een digitale camera

CAMERA EN ACCESSOIRES

ART Freakin people person (boekje) ART

Kleur en kleurstoffen...

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Maak een Fancy Cartoon-gebouw in A Illustrator AD of Drawplus

Tekenen vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ruimte. beeldende vorming klas 2

Landkaarten en coördinaten

Het meten van diepte bij lijnperspectief met één verdwijnpunt Materiaal: papier, potlood, geodriehoek, gum

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Foto s verbeteren met enkele eenvoudige bewerkingen

Een vierkante appel. Om straks makkelijker de vorm te kunnen bepalen, ga je hiervoor eerst een hulpje maken.

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5

CREATIEF EN CONSTRUCTIEF TEKENEN

1. Bestand-> open nieuw transparant 500 pixels breed en 700 pixels hoog

BEELDASPECTEN HANDENARBEID TEKENEN BOVENBOUW

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Photoshop CS6. Foto s bewerken en aanpassen in Photoshop. Een onderwaterscene maken. Pijl om tussen de voor en achtergrondkleur.

VMG. Periode De linosnede techniek

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Coreldraw 12. Les 1 Artistieke tekst. The quick brown fox jumps over the lazy dog ARTISTIEKE TEKST EN ALINEATEKST.

M I J N Z E L F B O U W A Q U A R I U M A C H T E R W A N D

Opdrachtkaarten Herfst

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Voorbewerken en spuiten van carrosseriedeel

Kleuren maken met Caran d Ache

Werken met Paint 2014

Workshop 19. Adobe Photoshop

Handleiding voor doos (open doos)- PP 2007

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Transcriptie:

ZOEKEN Weet jij wat een zoeker is? Hierboven is er een getekend. Hij wordt gebruikt bij het zoeken naar een geschikt gedeelte om te tekenen. Zo n zoeker heeft brede randen en geeft je als het ware een blik door een raam. De randen van de zoeker zijn dan de muren en dekken de rest van de omgeving af. Een zoeker wordt gemaakt uit dun karton van ± 30 x 22 cm. In het midden is een rechthoek uitgesneden van ±15 x 11 cm. Gebruik de zoeker als volgt: altijd met een gestrekte arm terwijl je door één oog kijkt. Door met de zoeker horizontaal en verticaal heen en weer te bewegen zoek je naar een geschikt gedeelte om te tekenen. Zorg er voor dat je tekenpapier dezelfde verhouding heeft als je zoeker. METEN De dingen die je gaat tekenen, hebben een bepaalde hoogte en breedte. Door middel van meten kun je de verhoudingen van die hoogte en breedte opzoeken. Daarvoor gebruik je je potlood als meetlat. Hiernaast is het meten met een potlood afgebeeld. «Gebruik je potlood als volgt: altijd met een gestrekte arm terwijl je door één oog kijkt. Hou je potlood verticaal langs bijvoorbeeld een boom. Bovenkant boom en potlood met elkaar gelijk houden. Dan schuif je je duimnagel zover omlaag tot je bijvoorbeeld bij de stam komt. Horizontaal precies hetzelfde en je kent de verhouding hoog-

te en breedte van die boom. De schuinte van lijnen en vormen kun je schatten door je potlood langs die lijn of vorm te houden. Je vergelijkt die schuine lijn dan met een verticaal of horizontaal. HOOFDLIJNEN Elke tekening begint met door de zoeker te kijken. Je zoekt en besluit welk gedeelte je gaat tekenen. Dan zoek je de meest opvallende lijnen op. Kies 2 of 3 lijnen en teken deze hoofdlijnen het eerst. Ze zijn het begin van je tekening. Deze hoofdlijnen moeten dus goed op hun plaats staan. Zoals hierboven in voorbeeld l en 3 en in voorbeeld 2 en 4. Daarna kijk je welke andere lijnen belangrijk zijn. Bijvoorbeeld lijnen die de grens vormen tussen licht en donker. Of de stammen van de bomen die verder weg staan. Ook deze lijnen teken je heel dun op de juiste plaats. Zie voorbeeld 5 en 6 hieronder. Vergelijk de tekeningen met de foto s l en 2. Dan komen de belangrijkste vormen aan de beurt. Bijvoorbeeld de omtreklijnen van de dingen die het grootst zijn. Teken eerst de vormen die even donker zijn. Je moet zelf kiezen wat bij elkaar gaat horen, want niet alles is precies even donker of licht van kleur. In voorbeeld 7 en 8 zijn deze vormen al ingekleurd om te laten zien wat er bedoeld wordt. Vergelijk weer met de foto s l en 2 hierboven. RESTVORMEN Niet alles van je tekenpapier moet betekend worden. Je kunt ook stukken wit laten. Dat zijn de zogenaamde restvormen. In voorbeeld 9 en 10 zijn deze restvormen goed te zien. In tekening 9 is alles even grijs gemaakt en in tekening 10 zijn alleen de omtreklijnen van de restvormen getekend. Reeds bij het zoeken door je zoeker moet je proberen deze restvormen te zien. De hoofdlijnen en de restvormen bepalen dus de ordening (* indeling) van je tekening. PLANS of COU- LISSEN Het eerste werk is steeds hoofdlijnen en restvormen tekenen. Begin nooit met details, dat is fout. Nadat je de hooflijnen en restvormen hebt getekend, ga je de tekening indelen in plans. Zoals op een toneel coulissen zijn

EIGEN SCHADUW Met behulp van plans ontstaat er diepte in je tekening. Door middel van licht en schaduw nog meer! De eigen schaduw is dat gedeelte van een voorwerp waar het licht niet op valt en daardoor donkerder is. Probeer in de dingen die je ziet eerst de basisvormen te ontdekken. Ze helpen je bij het tekenen van de eigen schaduw. Bijvoorbeeld in een boom: een of meer bollen. In een gebouw: een of meer blokken. Wanneer je dan door je oogharen kijkt zie je de schaduwen als één grote donkere vlek en de lichte kanten als één grote lichte vlek. Hieronder zijn een paar voorbeelden getekend. Door middel van licht en schaduw verhoog je de ruimtesuggestie (= diepte). Maar ook zonder eigen schaduw kun je een goede tekening maken. te zien, kun je in elk landschap plans onderscheiden. Een voorplan, een middenplan en een achterplan. Elk plan heeft zijn eigen toon (= kleur). Probeer in elk plan de dingen samen te trekken tot één vorm die ongeveer dezelfde toon grijs heeft. Zo ontstaan er vanzelf plans die elkaar als coulissen op een toneel overlappen. Met deze plans krijg je al heel snel diepte in je tekening. Hierboven zie je twee voorbeelden. Door harder of zachter met je 2B potlood te drukken wordt de toon grijs donkerder of lichter. GROOT/KLEIN Behalve plans en eigen schaduw zijn er nog meer mogelijkheden om ruimte in je tekening te suggereren (= de indruk wekken van). Een van de eenvoudigste manieren is vooraan iets te tekenen wat je van heel dichtbij, dus heel groot, ziet. In een landschap bijvoorbeeld planten in de voorgrond. Of in een straat 3

bijvoorbeeld een persoon of auto in de voorgrond. Deze voorwerpen teken je dan nog voor het voorplan en maak je niet alleen groot maar ook heel donker. Hierboven zie je twee voorbeelden. Het is best mogelijk dat de dingen die je in de voorgrond tekent daar in werkelijkheid niet staan. Maar jij bent in jouw tekening de baas. Je deelt jouw tekening zo in dat de ruimtesuggestie zo groot mogelijk wordt. LIJNPERSPEKTIEF Een andere manier om ruimtesuggestie te maken is lijnperspektief. Zeker niet de gemakkelijkste manier van tekenen. Hieronder is het principe afgebeeld. Lijnen die,in werkelijkheid, evenwijdig en horizontaal zijn, worden naar één punt getekend. Je trekt dus lijnen van bijvoorbeeld een dakgoot en onderkant-huis door tot in éénpunt op de horizon. Dat punt is een zogenaamd vluchtpunt. Zie je geen horizon? Dan kijk je goed waar lijnen van ramen of deuren horizontaal zijn en blijven. Deze horizontale lijnen lopen altijd evenwijdig aan de boven- of onderkant van je zoeker. Zo kun je toch de denkbeeldige horizon vinden. Teken die denkbeeldige horizon altijd zeer dun. Alles wat in werkelijkheid verticaal is blijft in de tekening ook verticaal. De vluchtpunten liggen meestal buiten je zoeker. Vergelijk de foto s hieronder maar eens met de tekeningen daaronder. Door een onderlegger te gebruiken die groter is dan je tekenpapier kun je toch de vluchtpunten tekenen. Blijf wel zonder liniaal tekenen. Als je met liniaal een fout maakt,

valt het alleen maar meer op. LIJN als ruimtesuggestie Met een gewoon potlood kun je al veel verschillende soorten lijnen maken. Gebruik daarvoor een 2B potlood. Je hoeft dan niet voortdurend je potlood aan te slijpen tot een prikkende punt. Gebruik het potlood maar eens een tijdje in dezelfde stand. Er zal dan een platte kant aan je punt slijten. Geschikt voor brede en ruige lijnen of groffe streken. Wanneer je die platte kant draait, heb je een scherpe zijkant voor de allerdunste lijnen en punten. Door hard te drukken, tekent een 2B potlood erg donker. Door nauwelijks te drukken, tekent het vrij licht. Het is heel belangrijk de verschillende lijndikten over de verschillende plans te verdelen. Regel: elk plan heeft een eigen lijndikte en toon. In het voorplan donkere, dikke lijnen; in het achterplan lichte, dunne lijnen. Natuurlijk kunnen de verschillende lijndikten elkaar overlappen omdat de plans elkaar overlappen. Met uitsluitend verschillende lijndikten kun je al zeer veel diepte of ruimte in je tekening suggereren. TOON als ruimtesuggestie In werkelijkheid heeft alles kleur. Ook de dingen die je ver weg ziet. De kleuren zijn dan niet meer zo helder als vooraan maar ze zijn er nog wel. Je ziet die kleuren alleen lichter, soms tot bijna wit toe. Daardoor ontstaat er suggestie van ruimte. Toch heeft een zwart-wit foto ook ruimtesuggestie. De kleuren zijn dan vertaald in tonen grijs. Rood wordt donkergrijs en geel wordt lichtgrijs. Met een 2B potlood kun je uitstekend tonen grijs maken. Maak daarvoor eerst een platte kant aan je potloodpunt. Beweeg dan je potlood gelijkmatig, in korte streekjes, heen en weer over het papier. Of gelijkmatig draaiend. Hoe harder je drukt hoe donkerder de toon zal worden.je kunt ook arceren. Bij arceren teken je steeds lijntjes evenwijdig naast elkaar. Daarna hetzelfde vlak nog eens maar dan iets schuiner. En dan nog eens, enz. Hoe vaker over elkaar hoe donkerder de toon zal worden.met beide manieren kun je gelijkmatige overgangen maken. Het wit vloeit dan over naar lichtgrijs tot donkergrijs en zwart toe. Hierboven zie je rechts twee voorbeelden. Er zijn nauwelijks zichtbare overgangen of grenzen. Hierboven links zie twee voorbeelden van een

tekening in 4 plans. Elk plan heeft zijn eigen toon grijs. Vooraan donker maar verder weg steeds lichter. OPPERVLAKTEBEWERKING als ruimtesuggestie De twee tekeningen hierboven zijn voorbeelden van oppervlaktebewerking. Linksboven boomschors en rechtsboven bladeren. Denk eraan: het zijn slechts voorbeelden. Voor jouw tekening moet je zelf iets nieuws bedenken. In het linker gedeelte is steeds de eigen schaduw getekend. In het rechter gedeelte is dit donkere gedeelte vertaald in een passende oppervlaktebewerking. Bedenk steeds een woord voor het oppervlak dat je wilt gaan tekenen. Bijvoorbeeld fijn bij de bladeren van een berk, of grof bij de bladeren van een kastanje en zacht bij wolken. Maak met je potlood dan fijne, of groffe, of zachte bewerkingen op je papier. In de tekeningen hier meteen boven deze tekst zijn twee andere mogelijkheden getekend. In de tekening rechts verloopt de oppervlaktebewerking van grof naar heel fijn. Daardoor ontstaat er ruimtesuggestie. In de tekening links is er gedoezeld. Je wrijft dan zacht met een droge vinger of doezelaar over het getekende oppervlak. Een doezelaar is zacht papier dat tot een punt is opgerold. Door te wrijven, meng je als het ware alle lijnen door elkaar. Er ontstaat dan een oppervlak dat er zacht en wollig uitziet. Met behulp van een scherpe gum maak je opnieuw witte vlekken. DE PUNTJES OP DE i Verschillende lijndikten, tonen grijs en oppervlaktebewerkingen kun je ook in één tekening tegelijk gebruiken. Gecombineerd met plans, eigen schaduw en groot/klein levert het een bijzonder resultaat op. Hierboven is daar een goed voorbeeld van te zien. Mocht je dit ook eens willen proberen dan kunnen onderstaande punten je helpen. Wanneer je tekening bijna af is, ga je alles nog een keer contoleren. plans eigen schaduw lijnperspektief groot/klein lijndikte oppervlaktebewerking Is de tekening duidelijk verdeeld in plans? Een detail mag niet uit de toon vallen in het plan waar hij bij hoort. Komt in alle onderdelen het licht steeds van dezelfde kant? Lopen alle horizontale lijnen goed naar het juiste vluchtpunt? Zijn er geen dingen te groot getekend in het midden- of achterplan in verhouding met het voorplan? Zijn er geen lijnen te dik of te donker getekend. Een lijn mag niet uit de toon vallen in het plan waar hij bij hoort. Kun je aan de oppervlaktebewerking zien welk materiaal bedoeld is?