Inventarisatie biogasproductie & biogasafname in Noord-Holland



Vergelijkbare documenten
Biobased economy in het Groene Hart

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Mest, mestverwerking en wetgeving

De doelstelling van het project Duurzame Energie Noordoostpolder (DE NOP) is de duurzame

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen

Harry Roetert, Stimuland / Provincie. Themadag bio-energie 27 februari 2013

Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden. 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

MEMO GAD BNG ISO Gewestelijke Afvalstoffen Dienst. Portefeuillehouders Milieu. Werkgroep biomassa en 'rijden op groen gas'

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties Vergelijking opties voor benutting van biogas

Bio-energie. van de Boer.

NOTITIE. : Voorstel nadere uitwerking vergisten GFT-afval en 'rijden op groen gas'

Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm

Biomassa WKK in de glastuinbouw

Waarom doen we het ook alweer?

Bijlage 6 behorende bij artikel 7e, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.

Energie uit afvalwater

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem

Agem-cáfe: biogas uit grootschalige mestvergisting. 20 april 2016 Ton Voncken, Programmanager Groen Gas Nederland

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Les Biomassa. Werkblad

Project omschrijving Groen gas Hub Ameland

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Bioenergie in Oost-Nederland

CO 2 -uitstootrapportage 2011

ARN, uw duurzame innovatieve partner!

BIOGIS: Gissen naar biogas

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum. 25 maart 2017

Boeren met energie. 11 November 2010

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes

Samenwerking overheid en bedrijfsleven

Agriport A7: ijsbergsla & hyperscalers. Datacenter Restwarmte & Innovatie, 10 oktober

Provincie Vlaams Brabant

Groene Fabriek Lochem

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

NEW BUSINESS. Guy Konings

4.3. Biomassa. Lopende projecten

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Duurzame Regio Energie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen

Serieproductie groen aardgas bij Waternet en gebruik ervan

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Nascheiding kunststoffen. Het heldere alternatief van Attero

Local Energy Solutions

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

25/03/2013. Overzicht

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Ontwerp Gezonde Systemen

Programma Kas als Energiebron

Mogelijkheden van vergisting voor de productie van biogas. Bruno Mattheeuws 09 juni 2007

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Windenergie in Almere

Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins

Green Deal van Essent, Nederlandse Groen Gas Maatschappij, en Friesland Campina met de Rijksoverheid

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012

Optimale waarde uit uw vergister

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014

Circulaire economie en duurzaamheid bij Waterschappen. Douwe Jan Tilkema directeur. Innovatie en Ondernemerschap bij Waterschappen

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

MIC / LEI. 15 augustus Maarten Bouwer

Biomassa in het Greenport Betuwse Bloem. Door Roelf de Boer Lid projectteam GBB

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Hernieuwbaar gas. Energiedrager van de toekomst. Wat is de rol van (hernieuwbaar) gas in de energietransitie

Warmteleveringen in de CBS Energiebalans

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Achtergrond en doel presentatie

Rendement en risico Fonds Regionaal Duurzaam 1

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Programma Kas als Energiebron

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Toepassing van biogas in de industrie. Biomass Technology Group BV Stimuland Thecogas Biogastechniek BV BEON

Twence: Transitie naar Euregionaal producent van duurzame energie en grondstoffen

De energietransitie: kansen grijpen kansen creëren

Energie uit afval, een schone zaak

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

Transcriptie:

Inventarisatie biogasproductie & biogasafname in Noord-Holland

Projectnr : 100.691 Status : Definitief Datum : 6 mei 2011 Uitvoering : Dhr. K. de Jong, dhr. R. Heijman Coördinatie : Dhr. G. Draaistra, dhr. K. Kooistra BV : Legedijk 4 : 8935 DG Leeuwarden Telefoon : 088-4000 500 Fax : 088-4000 509 E-mail : info@ekwadraat.com Kansen voor Biogas in Noord Holland 2/64

SAMENVATTING Op dit moment wordt in totaal in de provincie Noord-Holland jaarlijks ca. 26,2 miljoen m 3 biogas geproduceerd. Dit komt neer op ca. 16,6 miljoen m 3 aardgasequivalenten. Uitgaande van een gemiddeld jaarverbruik van 1.468 m 3 aardgas per huishouden (CBS, 2009) is dit vergelijkbaar met het jaarverbruik van ruim 11.280 huishoudens. Het biogaspotentieel uit huidige beschikbare biomassastromen laat zien dat 146,3 miljoen m 3 biogas (92,3 miljoen m 3 groen gas) geproduceerd kan worden dat vergelijkbaar is met het gemiddeld aardgasverbruik van 62.880 huishoudens. Deze hoeveelheid komt overeen met 5,1% van de totaal aantal huishoudens in Noord-Holland. In vergelijking met de huidige productie kan in Noord-Holland uit de aanwezige biomassastromen nog ruim 5½ keer zoveel biogas geproduceerd worden dan nu het geval is. Biomassastroom Potentiële biogasproductie (m 3 /jaar) Huidige biogasproductie (m 3 /jaar) Resterende potentiële biogasproductie (m 3 /jaar) Meststromen 63.600.000 808.000 62.792.000 Co-producten 41.000.000 1) 7.272.000 2) 33.728.000 Zuiveringsslib RWZI s 15.000.000 10.560.000 4.440.000 GFT-afval 16.700.000 7.600.000 9.100.000 Groenafval 4.700.000-4.700.000 Bermgras 5.300.000-5.300.000 Biogas totaal Groen gas potentieel Huishoudens groen gas Percentage van totaal 146.300.000 92.300.000 62.880 5,1 % 26.240.000 16.550.000 3) 11.280 0,9% 120.060.000 75.750.000 51.600 4,2% Om de lokale interesse in vergisting in kaart te kunnen brengen zijn de adresgegevens van alle agrarische bedrijven opgevraagd die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Vervolgens zijn geconcentreerde gebieden met hoge agrarische bedrijfsactiviteit geselecteerd. De bedrijven binnen deze gebieden hebben vervolgens een inventarisatiebrief ontvangen. In totaal zijn ruim 600 brieven verstuurd waarvan 113 beantwoord zijn (respons van 19%). Van deze 113 reacties hebben 73 te kennen gegeven geïnteresseerd te zijn in een vergistingsinstallatie in de vorm van een eigen vergister, een kleine vergister of een vergister met derden. Vele hebben bij deze optie meerdere opties aangekruist. Mogelijk zijn er agrarische bedrijven die niet ingeschreven staan bij de KvK. en daardoor geen inventarisatiebrief hebben ontvangen maar ook geïnteresseerd zijn. Wellicht kan in een vervolgstadium deze ondernemers ook betrokken worden wanneer een lokaal project concretere vormen aan gaat nemen. Op basis van de inventarisatie zijn 9 potentiële biogasleidingtrajecten ontworpen waarmee biogasproductie- met biogasafnamelocaties aan elkaar verbonden worden. Op deze wijze zijn koppelingen gemaakt met potentiële industriële partijen, bedrijventerreinen, glastuinbouwgebieden, ontwikkelingsgebieden woningbouw, zwembaden, groen gas tanklocaties, (bestaande) warmtenetten etc. Per regio zijn de betreffende mogelijkheden en kansen beschreven en in kaart gebracht. Kansen voor Biogas in Noord Holland 3/64

Tevens is gekeken naar de huidige initiatieven op het gebied van duurzame energieontwikkeling in de Provincie Noord-Holland. Hieruit is naar voren gekomen dat ten minste 9 partijen momenteel met dergelijke ontwikkelingsprojecten bezig zijn. In een aantal gevallen bevinden deze projecten zich (nog) in een haalbaarheidsfase, andere projecten zijn onlangs gerealiseerd en operationeel. Een aantal van deze initiatieven kunnen mogelijk worden gecombineerd met de beoogde biogasleidingtrajecten of op andere wijze een belangrijke rol spelen in een duurzame energievoorziening in Noord-Holland. Kansen voor Biogas in Noord Holland 4/64

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 8 1.1 Aanleiding 8 1.2 Duurzaamheid 8 1.2.1 Wat doet de provincie 8 1.2.2 Provinciaal beleid 9 1.3 Uitvoeringsprogramma Biomassa 2010-2011 9 2 PROVINCIAAL MILIEUBELEIDSPLAN 10 2.1 Provinciaal Milieubeleidsplan 2009 2013 10 2.2 Stimuleren van duurzame ontwikkeling 11 2.3 Het doel van dit onderzoek 12 2.4 Organisatorische opzet 12 3 MOGELIJKHEDEN EN VISIE IN RELATIE TOT DE LANDBOUW 13 3.1 Mogelijkheden 13 3.2 Visie 13 4 BIOGASPRODUCTIE IN NOORD-HOLLAND ANNO 2011 14 4.1 Co-vergistingsinstallaties 14 4.2 RWZI locaties 14 4.3 GFT vergisting 15 4.4 Totale huidige biogasproductie 15 5 BIOMASSA EN BIOGAS UIT DE LANDBOUW 16 5.1 Mest en energiebehoefte 16 5.2 Doelstelling bij volledige mestvergisting (streefbeeld ) 16 5.3 Mestproductie 16 5.3.1 Dunne varkensmest 17 5.3.2 Vaste pluimveemest 17 5.3.3 Dunne rundveemest 17 5.4 Potentiële biogasproductie volledig mestvergisting 18 5.5 Co-vergisting 18 5.5.1 Eigen geproduceerde co-producten 18 6 OVERIGE BIOMASSASTROMEN MET POTENTIEEL BIOGAS 20 6.1 Droogvergisting 20 6.1.1 GFT afval 20 6.1.2 Groenafval 20 6.1.3 Bermgras 21 6.2 Zuiveringsslib RWZI s en restproducten industrie 21 6.3 Totaal biogaspotentieel door vergistbare biomassastromen in Noord-Holland 22 7 BIOGASPRODUCTIE EN AFZET IN NOORD-HOLLAND 23 Kansen voor Biogas in Noord Holland 5/64

7.1 Efficiënte inzet van biogas 23 7.1.1 Biogasomzetting d.m.v. WKK installaties 23 7.1.2 Biogas distributie en groen gas injectie 24 7.1.3 Huidig stimuleringsbeleid van de overheid 24 7.2 Inventarisatie interesse vergisting 25 7.3 Resultaten inventarisatie 26 7.4 Potentiële biogasafname locaties 26 8 POTENTIËLE BIOGASLEIDINGTRAJECTEN 28 8.1 Overzicht potentiële biogasleidingtrajecten 28 8.1.1 Tracé A: Agriport A7 - Wieringermeer, Medemblik, Opmeer. 29 8.1.2 Tracé B: CONO Kaasmakers - Beemster 32 8.1.3 Tracé C: Bedrijventerrein Distriport Noord-Holland - Koggenland 34 8.1.4 Tracé D: Alton- I gebied - De Noord 35 8.1.5 Tracé E: Alton-II gebied Heerhugowaard 36 8.1.6 Tracé F: Friesland Campina Lutjewinkel 36 8.1.7 Tracé G: TAQA Bergen 38 8.1.8 Tracé H: HVC Alkmaar/Stompetoren 39 8.1.9 Tracé I: Purmerend 40 8.2 Biogasproductiepotentieel op basis van de inventarisatie 40 9 ACTUELE STAND VAN ZAKEN EN BELANGSTELLING 41 9.1 Inleiding 41 9.1.1 Vergunningen en gemeenten 41 10 HUIDIGE INITIATIEVEN OMTRENT DUURZAME ENERGIEONTWIKKELING 42 10.1.1 Platform duurzaamheid Agriport A7 42 10.1.2 Greenport Aalsmeer 42 10.1.3 HVC wil CO 2 leveren voor glastuinbouw. 42 10.1.4 De Groene Energie Centrale 42 10.1.5 Glastuinbouwbedrijf Corn Bak 43 10.1.6 ECN & HVC 43 10.1.7 Stadsverwarming Purmerend 43 10.1.8 Essent & Gastreatment Services 43 10.1.9 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 44 11 HUIDIGE WARMTENETTEN IN NOORD-HOLLAND 45 11.1.1 Amsterdam-Zuid 45 11.1.2 Amsterdam - Westpoort 45 11.1.3 Amsterdam & Almere 46 11.1.4 Purmerend 46 11.1.5 Alkmaar 47 11.1.6 Heerhugowaard 47 12 CONCLUSIES 48 13 BIJLAGEN 49 Bijlage 1 Brief aan de tweede kamer over SDE+ voor 2011 50 Kansen voor Biogas in Noord Holland 6/64

Bijlage 2 bijlage Aa. artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet 57 Bijlage 3 Inventarisatiebrief 60 Bijlage 4 Locaties ziekenhuizen, zorginstellingen en wooncomplexen 61 Bijlage 5 Locaties zwembaden 62 Bijlage 6 Locaties ontwikkelingsgebieden woningbouw 63 Bijlage 7 Aardgastransportnetwerk en potentiële injectielocaties 64 Kansen voor Biogas in Noord Holland 7/64

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op het gebied van duurzaamheid heeft de Provincie Noord-Holland een hoge ambitie. Dit is in een aantal plannen nader uitgewerkt. In het kader van het milieu en de milieukwaliteit, wordt vaak de landbouw genoemd. Het produceren van duurzame energie kan een aanzienlijke verbetering betekenen van de milieuprestatie door de landbouw. Het is daarom interessant te weten waar de mogelijkheden liggen voor de landbouw om door middel van het produceren van biogas een bijdrage te leveren aan een duurzame energievoorziening. In dit hoofdstuk zijn de ambities en de beleidsplannen op het gebied van klimaat en duurzame energie binnen de provincie Noord Holland beschreven. Een aantal van deze teksten zijn overgenomen uit o.a. het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 en het Uitvoeringsprogramma Biomassa 2010-2011. 1.2 Duurzaamheid Er zijn vele definities voor duurzaamheid in omloop. De rode draad in de definities is dat het bij duurzaamheid gaat om het afwegen van de zogenaamde 3P's- planet, profit en people- en het voorkomen van de afwenteling op toekomstige generaties en andere gebieden. De provincie Noord Holland kiest voor deze brede invulling van duurzaamheid. Duurzame ontwikkeling is die ontwikkeling waarbij de afweging tussen de 3 P s nadrukkelijk gemaakt is. De ontwikkeling op de ene P mag niet ten koste gaan van een van de andere P s. Planet Profit People 1.2.1 Wat doet de provincie Bij de provincie worden vele projecten en activiteiten gericht op duurzame ontwikkeling uitgevoerd. Zoals de activiteiten in het kader van het actieprogramma Klimaat en duurzame energie projecten op het gebied van duurzaam waterbeheer, duurzame glastuinbouw, het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling en activiteiten gericht op duurzame bedrijventerreinen en duurzaam bouwen. Kansen voor Biogas in Noord Holland 8/64

1.2.2 Provinciaal beleid In het Provinciaal Milieubeleidsplan (PMP) 2009-2013 is het stimuleren van duurzame ontwikkeling één van de strategische beleidslijnen. Momenteel wordt een Agenda Duurzaamheid opgesteld. Deze gaat in op de Noord-Hollandse benadering van duurzaamheid en geeft aan waar kansen liggen om duurzame ambities te realiseren en Noord-Holland te profileren als duurzame provincie. 1.3 Uitvoeringsprogramma Biomassa 2010-2011 Op 29 juni 2009 hebben Provinciale Staten van Noord-Holland de Strategische nota Duurzame energie vastgesteld. In deze nota is biomassa naast wind op land, duurzaam bouwen en innovatie tot speerpunt van het duurzame energiebeleid gemaakt. De afgelopen jaren heeft de provincie Noord-Holland slechts een beperkt aantal biomassa-initiatieven ondersteund. Wel zijn er de afgelopen jaren een aantal onderzoeken op dit vlak uitgevoerd, waarop in dit uitvoeringsprogramma zoveel mogelijk wordt voortgeborduurd. De komende jaren moet het gebruik van biomassa dus een forse impuls krijgen. Daarmee is opschaling van de provinciale inzet noodzakelijk. Dit uitvoeringsprogramma geeft een inhoudelijk kader voor deze impuls en bepaalt vervolgens de agenda daarvan. Met dit uitvoeringsprogramma wil de provincie Noord-Holland een impuls geven aan het nuttig gebruik van biomassa, met name voor opwekking van duurzame energie. Daarmee wordt een substantiële bijdrage geleverd aan het verduurzamen van de energievoorziening. Waar mogelijk worden in het beleid stimuleren van innovatie en economische structuurversterking als nevendoelen nagestreefd. Kansen voor Biogas in Noord Holland 9/64

2 Provinciaal Milieubeleidsplan In het Provinciaal Milieubeleidsplan (PMP) staan de milieudoelen van de provincie. Ook wordt daarin beschreven hoe die moeten worden gerealiseerd en binnen welke termijn. Het biedt gemeenten en waterschappen een kader voor hun beleid en geeft ondernemers en burgers inzicht in toekomstige ontwikkelingen en maatregelen. Voor de provincie is het de basis voor de vergunningverlening en handhaving. Daarnaast gebruikt de provincie het milieubeleidsplan om te kijken welke rol het milieu moet spelen in andere beleidsplannen. 2.1 Provinciaal Milieubeleidsplan 2009 2013 Leven in een gezonde, schone en veilige omgeving is hét uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan dit Provinciaal Milieubeleidsplan. In dit milieubeleidsplan wordt beschreven wat de Provincie gaat doen om bij te dragen aan deze langetermijnvisie. De activiteiten in deze periode moeten er in ieder geval toe leiden dat eind 2013 overal in Noord-Holland de zogeheten basiskwaliteit is bereikt. De basiskwaliteit is vastgelegd in Europese en nationale milieunormen en regels en hangt samen met de functie van een gebied: wonen, werken of recreëren. Er zijn twee overkoepelende doelen: - Het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid, dier en plant. - Het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst, zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders. Om de doelen te bereiken worden activiteiten uitgevoerd op de volgende acht thema s: Afval, Bodem, Externe Veiligheid, Geluid, Geur, Licht en donkerte, Lucht en Klimaat en Energie. De keuze voor de activiteiten is gebaseerd op enerzijds de wettelijke taken, en anderzijds op de rol die de provincie kan spelen. Ook sluiten de activiteiten aan bij haar doelen en de gesignaleerde trends en knelpunten. De omvang en aard van de activiteiten verschillen hierdoor per thema. Waar meerdere milieuproblemen tegelijk spelen of milieuproblemen samenhangen met andere ontwikkelingen in een gebied, kiest de provincie voor een gebiedsgerichte aanpak. Verder wordt in het PMP aangegeven hoe de provincie vergunningverlening en handhaving inzet bij de uitvoering van de milieutaken. Voor de uitvoering van dit milieubeleidsplan maakt de provincie tweejaarlijkse uitvoering en monitoring programma s. Gedeputeerde Staten hebben eind 2009 het uitvoering en monitoring programma Milieu 2010-2011 vastgesteld. Door middel van het monitoring programma volgt de provincie de voortgang van het milieubeleid en stuurt bij waar nodig. Kansen voor Biogas in Noord Holland 10/64

2.2 Stimuleren van duurzame ontwikkeling Wij streven als provincie naar duurzame ontwikkeling. Ons collegeprogramma Krachtig, in balans geeft onze visie op duurzaamheid goed weer. Wij zoeken daarin naar de juiste balans tussen bouwen, ontwikkelen, werkgelegenheid, bereikbaarheid, ruimtegebruik, leefomgeving, milieu en klimaat. Duurzame ontwikkeling betekent volgens ons het combineren van de belangen van mens, milieu en economie (people, planet, profit). Door de ontkoppeling van economische groei en milieudruk (Milieubalans 2008) gaat het daarbij niet meer om een keuze tussen mens, milieu en economie, maar om het vinden van de sterkste combinatie. Doel is winst boeken op alle onderdelen, nu en in de toekomst (tijdsdimensie), hier en elders (ruimtelijke dimensie) om te voorkomen dat we met onze keuzes de belasting van het milieu afwentelen op toekomstige generaties of andere gebieden. Voor toekomstige generaties is het van belang dat wij bijzondere (milieu)waarden en kwaliteiten beschermen. Het afwentelen van milieubelasting op andere gebieden heeft te maken met het aarde-aandeel dat wij claimen ten koste van andere gebieden. Het gaat daarbij zowel om de grondstoffen die wij verbruiken als de vervuiling die wij produceren. Door het verminderen van de provinciale milieubelasting streven we naar een eerlijk aarde-aandeel en een evenwichtig gebruik van de draagkracht van de aarde. Een instrument dat het aarde-aandeel meet is de ecologische of mondiale voetafdruk. Bij het bepalen van deze voetafdruk ligt de nadruk op energie en CO2-uitstoot en niet op milieubelasting met bijvoorbeeld zware metalen. De voetafdruk wordt gemeten in mondiale hectares en uitgedrukt in een gestandaardiseerd getal. (Bron: Provinciaal Milieubeleidsplan 2009 2013) De provincie wil overstappen op duurzame energiebronnen, zoals wind, zon en biomassa (snoeihout, groente- fruit- en tuinafval en mest). De provincie doet dit omdat fossiele brandstoffen op raken, omdat we minder afhankelijk willen zijn van olie- en gasproducerende landen, vanwege milieuvervuiling en klimaatverandering door het gebruik van kolen, olie en gas. We streven naar 30% minder CO2-uitstoot en 20% duurzame energie in 2020. (Bron: publicatie op website Provincie Noord-Holland) Kansen voor Biogas in Noord Holland 11/64

2.3 Het doel van dit onderzoek Het doel van dit onderzoek is het geven van een gedegen en provinciebreed beeld van de potentie van biogasproductie en -afnamemogelijkheden in de provincie Noord-Holland. Tevens moet het inzicht verschaffen in reeds lopende initiatieven en plannen, en ideeën aandragen om tot concretisering te komen. Het resultaat moet een uitgewerkte verkenning op hoofdlijnen (gericht op biogasproductie in Noord-Holland) vormen, waarin de kwantiteit van groen gas duidelijk is. Tevens zal deze verkenning een beeld geven van de potentiële afname in kwantiteit en invoedmogelijkheden in (lokale) gasnetwerken. 2.4 Organisatorische opzet In opdracht van: Organisatie: Provincie Noord Holland Contactpersoon: Dhr. P. Guldemond Postadres: Ceylonpoort 5-25 Postcode en plaats: 2037 AA Haarlem Telefoonnummer: (023) 514 31 43 Faxnummer: (023) 514 40 40 Internetadres: www.noord-holland.nl Uitgevoerd door: Bedrijf: BV Contactpersoon: Dhr. Gerke Draaistra Postadres: Postbus 827 Postcode en plaats: 8901 AA Leeuwarden Bezoekadres: Legedijk 4 Postcode en plaats: 8935 DG Leeuwarden Telefoonnummer: 088-4000 500 Faxnummer: 088-4000 509 E-Mail adres: info@ekwadraat.com Internet: www.ekwadraat.com KvK nummer: 010998558 (Leeuwarden) Kansen voor Biogas in Noord Holland 12/64

3 Mogelijkheden en visie in relatie tot de landbouw 3.1 Mogelijkheden Voor een verdere verduurzaming van de energievoorziening zijn er een aantal uiteenlopende mogelijkheden. In het kader van de bedrijfsontwikkeling is er een voortgaande schaalvergroting in de landbouw. De kans dat dit in de komende jaren nog fors zal doorgaan is naar verwachting groot. In de melkveehouderij is dit mede als gevolg van het afschaffen van het melkquotum. Daarnaast speelt schaalvergroting een belangrijke rol in de kostprijsverlaging als gevolg van verdergaande automatisering en arbeidskosten. Ook in de intensieve veehouderij wordt een verdergaande schaalvergroting verwacht. Als gevolg hiervan komen er grotere hoeveelheden mest en reststromen beschikbaar op een zelfde locatie. Om het ondernemersrisico te spreiden zoekt men daarnaast mogelijkheden welke nauw aansluiten bij de kernactiviteiten van het bedrijf. 3.2 Visie Voor het gebruik van duurzame energie komt langzamerhand een bredere maatschappelijke basis. De bewustwording van de risico s en eindigheid van het gebruik van fossiele energie spelen daarbij een rol. Het draagvlak bij bestuurders, planvorming, investeerders en financiers neemt daardoor toe. Het gevolg is dat er sinds enkele jaren een sterke toename is in de belangstelling voor planvorming, mogelijkheden, voorcalculaties, uitvoering, enz. Daarbij komen in het kader van vergunningverlening en verdere regelgeving ook diverse vragen aan de orde. Op bestuurlijk niveau zijn daarbij doelstellingen geformuleerd waarbij er naar wordt gestreefd om in 2020 een duurzaamheids percentage in de energievoorziening te bereiken van 20%. In het kader van haalbaarheid en voortschrijdend inzicht is dit percentage inmiddels bijgesteld tot het Europese streefgetal van minimaal 14%. Bij de mogelijkheden om deze doelstelling te bereiken speelt de landbouw een belangrijke rol. Afgezien van de mogelijkheden van het plaatsen van windmolens en het gebruik van zonne-energie in het landelijk gebied, is de beschikbaarheid van biomassa in deze sector een belangrijk gegeven. Kansen voor Biogas in Noord Holland 13/64

4 Biogasproductie in Noord-Holland anno 2011 4.1 Co-vergistingsinstallaties Tot op heden zijn in Noord-Holland drie co-vergistingsinstallaties gerealiseerd met een gezamenlijke geschatte biogasproductie van ca. 8 miljoen m 3 per jaar. Deze installaties bevinden zich in de plaatsen Hoogwoud, Warmenhuizen en Wieringerwerf. Figuur 1: Bestaande co-vergistingsinstallaties in Noord-Holland. 4.2 RWZI locaties In totaal bevindt zich op 10 van de in totaal 34 aanwezige RWZI locaties in de provincie een vergistingsinstallatie. In onderstaande tabel 1 is hier een overzicht van gemaakt met het elektrisch vermogen van de WKK installatie en de geschatte biogasproductie uitgaande van 8.000 draaiuren per jaar. Schatting jaarlijkse Locatie biogasproductie (m 3 ) Hoogheemraadschap Rijnland te Velsen elektrisch vermogen: 0.19 MWe 760.000 Hoogheemraadschap Rijnland te Haarlem elektrisch vermogen: 0.54 MWe 2.160.000 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te Alkmaar: 0.20 MWe 800.000 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te Den Helder: 0.17 MWe 680.000 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te Heilloo: 0.16 MWe 640.000 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te Zaandam Oost: 0.17 MWe 680.000 Waterschap Amstel, Gooi en Vecht te Amstelveen elektrisch vermogen: 0.23 MWe 920.000 Waterschap Amstel, Gooi en Vecht te Horstermeer elektrisch vermogen: 0.38 MWe 1.520.000 Waterschap Amstel, Gooi en Vecht te Weesp elektrisch vermogen: 0.05 MWe 200.000 BioGast Sustainable Energy BV-RWZI Beverwijk te Beverwijk: 2.200.000 Totaal 10.560.000 Tabel 1: Bestaande vergistingsinstallaties op RWZI locaties en schatting jaarlijkse biogasproductie. Kansen voor Biogas in Noord Holland 14/64

4.3 GFT vergisting Het bedrijf HVC (oorspronkelijk: Huisvuilcentrale Noord-Holland) is een nutsbedrijf voor gemeenten en waterschappen op het gebied van duurzaam afval- en energiebeheer. Dit bedrijf is vorig jaar begonnen met de bouw van een vergistingsinstallatie in Middenmeer waarvan de eerste fase reeds is afgerond. Deze installatie zal per jaar 72.000 ton GFT verwerken tot 7,6 miljoen m 3 biogas. De bedoeling is dat deze installatie in de loop van 2013 wordt uitgebreid naar een jaarlijkse verwerkingscapaciteit van 120.000 ton GFT en een biogasproductie van ca. 12,7 miljoen m 3. 4.4 Totale huidige biogasproductie Op dit moment wordt in totaal in de provincie Noord-Holland jaarlijks ca. 26,2 miljoen m 3 biogas geproduceerd. Dit komt neer op ca. 16,6 miljoen m 3 aardgasequivalenten. Uitgaande van een gemiddeld jaarverbruik van 1.468 m 3 aardgas per huishouden (CBS, 2009) is dit vergelijkbaar met het jaarverbruik van ruim 11.280 huishoudens. Echter, in de huidige situatie wordt vrijwel al het biogas omgezet in gasmotoren (WKK s) in warmte en elektriciteit. De warmte wordt in veel gevallen niet volledig gebruikt waardoor een deel van de energie verloren gaat (ca. 40-50%). Voorbeeld van een agrarische vergistingsinstallatie met de hoofdvergister, links en de navergister (opslag) rechts. Kansen voor Biogas in Noord Holland 15/64

5 Biomassa en biogas uit de landbouw 5.1 Mest en energiebehoefte Wanneer er sprake is van biomassa uit de landbouw, wordt naast de gewassen ook de aanwezige mest verstaan. Bij het gebruik van biomassa voor het opwekken van duurzame energie, is juist deze mest het basisuitgangspunt. Het vergistte eindproduct, het digestaat, wordt vervolgens ook weer als meststof gebruikt. De hieraan verbonden regelgeving schrijft voor dat dit minstens voor 50% uit mest moet bestaan. In vrijwel alle gevallen wordt het vergisten van mest gecombineerd met het toevoegen van coproducten. In de provincie Noord Holland zijn reeds een aantal initiatieven met het vergisten van in hoofdzaak mest, die hebben geleidt tot het realiseren van een aantal vergisting installaties. Landelijk gezien zijn er in de provincie nog relatief een klein aantal. Gezien de gespreide ligging en verwevenheid van zowel veehouderijbedrijven, akkerbouwbedrijven en de energie vragende glastuinbouwbedrijven, lijkt er juist in de provincie Noord Holland een prima mogelijkheid om deze factoren te koppelen. Voor het opwekken en benutten van energie is deze combinatie op relatief korte afstanden veelal aantrekkelijk. Als gevolg van technische ontwikkelingen is het opgestelde vermogen van veel bestaande installaties langzamerhand uitgebreid. Dit betekent dat er ook voor bestaande installaties mogelijkheden zijn om meer biogas te produceren dan in eerste instantie was verwacht. Voor een indicatie van de op te wekken hoeveelheid energie met behulp van biomassa, is interessant te weten in welke mate de landbouw zal kunnen voorzien in de energie behoefte van alle woningen in de provincie in 2020. 5.2 Doelstelling bij volledige mestvergisting (streefbeeld ) In 2020 zal alle relatief eenvoudig aan te wenden mest worden gebruikt als basis voor energieopwekking. Het digestaat wordt als meststof alom geaccepteerd, waarbij het tot waarde brengen is toegesneden op de behoefte. Wet- en regelgeving vormen daarvoor geen belemmering. De afzetmogelijkheid van het biogas bij agrarische bedrijven is geen probleem. Voorzien wordt dat alle bedrijven dit kunnen via een netwerk van biogasleidingen. 5.3 Mestproductie Het potentieel aan biogas uit mest in de provincie Noord-Holland kan worden afgeleid van de aanwezige hoeveelheid mest. In onderstaand Figuur 2 zijn de 20 grootste mestproducerende gemeenten van Noord-Holland weergegeven. Deze gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De meest recente mestproductiegegevens zijn van het jaar 2008. Het is aanneembaar dat in de jaren vanaf 2008 en heden de productie van mest zowel kan zijn toegenomen of afgenomen. Echter, naar verwachting zullen deze waarden van 2008 niet in grote mate afwijkend zijn van de huidige productie anno 2011. Kansen voor Biogas in Noord Holland 16/64

Alleen de hoofdmeststromen die interessant zijn voor vergisting zijn hierbij meegerekend waarbij een onderverdeling is gemaakt in dunne varkensmest, vaste pluimveemest en dunne rundveemest. De totale mestproductie van de gehele provincie bedroeg 2,4 miljoen ton in 2008. Figuur 2: Overzicht van de 20 hoogst mestproducerende gemeenten in de provincie Noord-Holland (bron: CBS, 2008). 5.3.1 Dunne varkensmest Alle in het gebied vrijkomende varkensmest is als dunne mest beschouwd en staat onder deze categorie weergegeven. 5.3.2 Vaste pluimveemest Hieronder valt de mest van pluimvee in stalsystemen met vaste mest. Pluimvee heeft betrekking op de volgende diersoorten: leghennen en ouderdieren daarvan, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikens, vleeseenden en kalkoenen. De mest van overige pluimveesoorten zoals legeenden, ganzen, parelhoenders en dergelijke zijn buiten beschouwing gelaten. 5.3.3 Dunne rundveemest Met uitzondering van de stalmest van gekalfde vleeskoeien wordt verder alle andere rundveemest tot dunne mest gerekend. Het bestaat uit dunne stalmest en weidemest. De dunne mest van vleeskalveren is apart opgenomen en blijft daarom in dit cijfer buiten beschouwing. Kansen voor Biogas in Noord Holland 17/64

5.4 Potentiële biogasproductie volledig mestvergisting In Figuur 3 is de potentiële biogasopbrengst berekend uit de beschikbare messtromen per gemeente zoals weergegeven in paragraaf 5.3. Bij rundveemest is daarbij uitgegaan van een hoeveelheid biogas van 25 m³ per ton. Voor varkensmest is dit eveneens 25 m³ per ton en bij pluimveemest 165 m³ per ton. Deze waarden zijn gebaseerd op gemiddelde praktijkmetingen afkomstig van diverse referenties en publicaties. In totaal kan uit de beschikbare meststromen jaarlijks ca. 63,6 miljoen m 3 biogas worden geproduceerd. Figuur 3: Potentieel biogasproductie uit beschikbare meststromen (2008) die interessant zijn voor vergisting. 5.5 Co-vergisting Bij een toenemend aantal vergisters kunnen co-producten schaarser worden. In veel gevallen betreffen dit voornamelijk restproducten uit de industrie van zeer lage kwaliteit die niet meer voor menselijke consumptie geschikt zijn. Uit maatschappelijk oogpunt zijn producten die concurrerend zijn met voedingsgewassen niet wenselijk om als co-producten aan te wenden in verband met mogelijke schaarste en stijgende voedselprijzen die dit ten gevolge zou kunnen hebben. In Bijlage 2 staat de volledige Aa lijst weergegeven met overige producten die als co-producten kunnen worden aangewend, vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 5.5.1 Eigen geproduceerde co-producten Uitgaande van een beperkt aanbod van restproducten uit de industrie zullen naar verwachting de komende jaren voor de nog te realiseren vergistingsinstallaties slechts co-producten als maïs en gras in voldoende mate beschikbaar zijn naast een vrij constant aanbod van overige co-producten. Kansen voor Biogas in Noord Holland 18/64

Door verhoging van de huidige maïsproductie in Noord-Holland met 8% en grasproductie met 5% (aanname) zal dit resulteren in respectievelijk ca. 20.000 ton en 280.000 ton potentiële coproducten. Daarnaast kunnen uitgaande van een beschikbaar aanbod van ca. 20.000 ton overige coproducten op basis van deze hoeveelheden in Noord-Holland 80 co-vergistingsinstallaties gerealiseerd worden. De co-vergisters zullen gemiddeld 8.000 ton productdoorvoer per jaar vergisten tot ca. 610.000 m 3 biogas. De samenstelling van het productmenu zal er in deze situatie als volgt uit komen te zien: Mest 50%, Gras(kuil ) 44%, Maïskuil 3% en overige co-producten 3%. Bij overige co-producten is uitgegaan van een gemiddelde aanvoer van producten als bijvoorbeeld Glycerine, Ecofrit en waterig lecithine oliemengsel. Bij het scenario is uitgegaan van een verhoging van de productopbrengst per hectare van maïs en gras met respectievelijk 8% en 5%. Hierbij is uitgegaan dat de huidige productie reeds volledig wordt toegepast in de landbouw als met name diervoeder. Een hogere toename in productopbrengst is wellicht realistisch gezien de ontwikkelingen en intensiviteit in de afgelopen jaren binnen de agrarische sector waarbij wordt gestreefd naar opbrengstverbeteringen per gewas. Berekend is dat in Noord-Holland voldoende plaatsingsruimte zal zijn (op basis van dierlijke mestnormen) om het geproduceerde digestaat afkomstig uit 80 co-vergistingsinstallaties als zijnde dierlijke mest af te zetten op de beschikbare cultuurgrond. Kansen voor Biogas in Noord Holland 19/64

6 Overige biomassastromen met potentieel biogas 6.1 Droogvergisting Naast mest zijn er nog andere organische biomassa stromen die kunnen worden vergist. Zo zijn er relatief grote hoeveelheden Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) en overige reststromen zoals groenafval en bermgras die vandaag de dag veelal worden gecomposteerd. Ook uit deze stromen kan prima biogas worden gewonnen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van droogvergisting, waarbij het eindproduct alsnog tot compost kan worden verwerkt. Een dergelijk systeem wordt in Nederland nog maar op zeer beperkte schaal toegepast maar verdient ook voor Noord Holland de aandacht. In Figuur 4 is deze manier van vergisten schematisch weergegeven. GFT-afval Groenafval Berm-/natuurgras Biogas Inzameling Droogvergisting Compostering Figuur 4: Droogvergisten van GFT en andere organische afvalstromen. 6.1.1 GFT afval Volgens de meest recente CBS cijfers (2009) werd in de gehele provincie Noord-Holland circa 159.000 ton GFT afval geproduceerd. Wanneer deze hoeveelheid volledig zou worden verwerkt tot biogas levert dit een energiepotentieel van 16,7 miljoen m 3. Op dit moment wordt reeds door de vergistingsinstallatie bij het bedrijf HVC in Middenmeer 72.000 ton GFT verwerkt, dat neerkomt op ca. 45% van het totaal geproduceerde GFT in de provincie. 6.1.2 Groenafval In 2009 is volgens het CBS tevens 67.000 ton groenafval ingezameld door gemeentelijke reinigingsdiensten. Wanneer deze hoeveelheid eerst een vergistingsstap zou ondergaan levert dit 4,7 miljoen m 3 biogas op. Op dit moment wordt in Noord-Holland het groenafval vrijwel volledig gecomposteerd. Kansen voor Biogas in Noord Holland 20/64

6.1.3 Bermgras Het is lastig om de exacte hoeveelheid beschikbare bermgras te bepalen. Daarom is hierbij uitgegaan van gemiddelde schattingen afkomstig van diverse studies van o.a. Biomass Technology Group BV c/o University of Twente (2003). Op basis hiervan is vastgesteld dat jaarlijks ca. 58.000 ton bermgras vrijkomt in Noord-Holland. Momenteel wordt het geproduceerde bermgras geheel gecomposteerd. Echter kan uit bermgras door middel van droogvergisting eveneens biogas gewonnen worden resulterend in 5,3 miljoen m 3 biogas op jaarbasis. Volgens het huidig beleid valt bermgras niet onder Bijlage Aa waardoor deze reststroom niet als co-product voor agrarische vergistingsinstallaties mag worden toegepast. 6.2 Zuiveringsslib RWZI s en restproducten industrie Een ander aanbod aan biomassa wat in potentie beschikbaar is voor vergisting is het zuiveringsslib van Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s). Dit slib, bestaande uit primair slib gescheiden uit de ingaande stroom en secundair slib uit het aerobe zuiveringsproces worden gezamenlijk vergist tot biogas. De stromen worden in veel gevallen gedeeltelijk aangevuld met overige organische reststromen uit de industrie. Zoals in paragraaf 4.2 is weergegeven blijkt dat ca. ⅓ van de RWZI s in Noord-Holland reeds zijn uitgerust met een slibvergistingsinstallatie. Uit een studie van Witteveen+Bos, 2009 met als titel: Inventarisatie biogas RWZI s, blijkt dat de gemiddelde biogasproductie van vergistingsinstallaties bij RWZI ca. 5,6 m 3 per inwoners equivalent (capaciteitsnormering) betreft. Hieruit kan worden opgemaakt dat het totale biogaspotentieel van alle RWZI s in Noord-Holland gezamenlijk ca. 15 miljoen m 3 biogas per jaar betreft. Figuur 5: Voorbeeld van een RWZI terrein (links) en een slibvergistingsinstallatie (rechts). Kansen voor Biogas in Noord Holland 21/64

6.3 Totaal biogaspotentieel door vergistbare biomassastromen in Noord-Holland In onderstaande tabel zijn alle potentiële biogasproductiehoeveelheden weergegeven uitgaande van de huidige hoeveelheid beschikbare reststromen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de huidige biogasproductie slechts 18% van de totale potentiële biogasproductie bedraagt. Hierbij moet tevens worden opgemerkt dat het overgrote deel van dit biogas wordt omgezet in elektriciteit en warmte door middel van WKK installaties. Een relatief groot deel hiervan (ca. 40-50%) gaat verloren in de vorm van warmte. Wanneer de huidige biogasproductie volledig als groen gas zou worden ingezet is dit vergelijkbaar met de vervanging van het jaarlijks aardgasverbruik van ruim 11.000 huishoudens dat overeenkomt met 0,9% van de totaal aantal huishoudens in de provincie Noord-Holland. Het biogaspotentieel uit huidige beschikbare biomassastromen laat zien dat 146,3 miljoen m 3 biogas (92,3 miljoen m 3 groen gas) geproduceerd kan worden dat vergelijkbaar is met het gemiddeld aardgasverbruik van 62.880 huishoudens. Deze hoeveelheid komt overeen met 5,1% van de totaal aantal huishoudens in Noord-Holland. In vergelijking met de huidige productie kan in Noord-Holland uit de aanwezige biomassastromen nog ruim 5½ keer zoveel biogas geproduceerd worden dan nu het geval is. Biomassastroom Potentiële biogasproductie (m 3 /jaar) Huidige biogasproductie (m 3 /jaar) Resterende potentiële biogasproductie (m 3 /jaar) Meststromen 63.600.000 808.000 62.792.000 Co-producten 41.000.000 1) 7.272.000 2) 33.728.000 Zuiveringsslib RWZI s 15.000.000 10.560.000 4.440.000 GFT-afval 16.700.000 7.600.000 9.100.000 Groenafval 4.700.000-4.700.000 Bermgras 5.300.000-5.300.000 Biogas totaal 146.300.000 26.240.000 120.060.000 Groen gas potentieel 92.300.000 16.550.000 3) 75.750.000 Huishoudens groen gas Percentage van totaal 62.880 5,1 % 11.280 0,9% 51.600 4,2% Tabel 2: Huidige en potentiële biogasproductie in de provincie Noord-Holland. 1) Uitgaande van graskuil (280 kton), maïskuil (20 kton) en een mix van overige co-producten (20 kton). 2) Uitgaande van 90% van de totale biogasproductie. (Huidig gemiddelde biogasopbrengst per co-product betreft ca. 260 m 3 /ton waar mest gemiddeld 26 m 3 /ton opbrengt). 3) Anno 2011 wordt op de RWZI te Beverwijk groen gas geproduceerd (1,4 miljoen m 3 medio 2011) en door HVC te Middenmeer (ca. 4,9 miljoen m 3 ). Kansen voor Biogas in Noord Holland 22/64

7 Biogasproductie en afzet in Noord-Holland 7.1 Efficiënte inzet van biogas Biogas is een kostbaar product. Het is daarom essentieel dat deze energiedrager zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Verliezen door opwaardering, transport en omzetting dienen tot een minimum te worden beperkt. Bij een volledige warmtevraag is toepassing van biogas in bijvoorbeeld een hoogrendement CV-installatie zeer effectief. Door de omzetting in warmte treden vrijwel geen verliezen op. 7.1.1 Biogasomzetting d.m.v. WKK installaties Veelal wordt het huidig geproduceerde biogas vandaag de dag omgezet in Warmte Kracht Koppelingen (WKK s) waarbij warmte en elektriciteit worden geproduceerd. Overige energie gaat verloren aan wrijving en arbeid. In veel gevallen is de geproduceerde warmte niet het gehele jaar nodig en wordt dan vernietigd. Bij een volledige warmtevraag zoals bijvoorbeeld bij zwembaden is het inzetten van biogas in een WKK wel ideaal. Opwaarderen van het biogas is namelijk niet nodig en vrijwel alle energie wordt nuttig ingezet. E Kwadraat advies heeft in de afgelopen jaren vergelijkbare projecten begeleidt zoals weergegeven in Figuur 6. Dit zijn voorbeelden waarbij de geproduceerde warmte van WKK installaties wordt afgegeven aan een warmtenet in de woonwijk Techum te Leeuwarden en aan een zwembad te Stiens. vergister + woonwijk Locatie Nij Bosma Zathe Locatie Techum, Leeuwarden Warmte Biogasleiding Woonwijk Techum Biogasinstallatie WKK installatie Elektriciteit Elektriciteitsnet vergister + zwembad Locatie mts. De Boer - Talsma Locatie sportcomplex Warmte Biogasleiding Sportcomplex It Gryn Biogasinstallatie WKK installatie Elektriciteit Elektriciteitsnet Figuur 6: Voorbeelden van combinaties van gebruik elektriciteit en warmte. Kansen voor Biogas in Noord Holland 23/64

7.1.2 Biogas distributie en groen gas injectie Voor transport van relatief grote hoeveelheden biogas biedt een biogasleiding uitkomst. Een dergelijk leidingtracé kan worden aangelegd waarbij biogasproducenten en afnemers van biogas aan elkaar gekoppeld worden, zogenaamde hubs. In Figuur 7 is een hub schematisch weergegeven. Een dergelijk netwerk kan zodanig worden gekozen dat afstanden zo kort mogelijk zijn. Dit geldt niet alleen voor de lengte van de leiding, maar altijd in relatie met de te vervoeren hoeveelheid. Wanneer een netwerk wordt aangelegd zullen vraag en aanbod op elkaar moeten worden afgestemd. Bij onvoldoende afname kan het biogasoverschot worden opgewaardeerd naar aardgaskwaliteit en als groen gas in het lokale aardgasnet worden geïnjecteerd. Figuur 7: schematische voorstelling van het vervoer en verspreiden van biogas. 7.1.3 Huidig stimuleringsbeleid van de overheid Voor de productie van biogas kan gebruik gemaakt worden van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie plus (SDE+). In een recente brief informeert minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de Tweede Kamer over de stand van zaken. De minister heeft het voornemen de SDE+ op 1 juli 2011 open te stellen. De SDE+ bouwt verder op de fundamenten van het huidige SDE-besluit. In de regelingen die uitvoering geven aan het SDE-besluit wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd om de beschikbare middelen zo kosteneffectief mogelijk in te zetten en grootschalige uitrol van duurzame energie mogelijk te maken. In Bijlage 1 zijn details over de SDE+ regeling toegevoegd. (Bron: Agentschap NL) Kansen voor Biogas in Noord Holland 24/64

7.2 Inventarisatie interesse vergisting Om de lokale interesse in vergisting in kaart te kunnen brengen zijn de adresgegevens van alle agrarische bedrijven opgevraagd die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Vervolgens zijn geconcentreerde gebieden met hoge agrarische bedrijfsactiviteit geselecteerd. Bij de koppeling van meerdere vergistingsinstallaties door middel van een biogasleiding is het wenselijk dat de lengte van de leiding beperkt blijft waardoor de investeringskosten laag blijven en de biogasproductie zo hoog mogelijk. In Bijlage 3 is een kopie van de inventarisatiebrief toegevoegd. In Figuur 8 zijn alle agrarische bedrijven weergegeven (linker afbeelding) die als melkveehouderij, rundveehouderij, varkenshouderij of pluimveehouderij waren geregistreerd. Ook akkerbouwbedrijven met en zonder vee zijn meegenomen. Alle betreffende bedrijven waren volgens de KvK anno 2010 economisch actief. In de rechter afbeelding van Figuur 8 zijn de bedrijven weergegeven die een inventarisatiebrief hebben ontvangen op basis van de geselecteerde gebieden met een relatief hoge agrarische activiteit. Figuur 8: Locaties agrarische bedrijven, links en de geselecteerde aangeschreven agrariërs (inventarisatiebrieven), rechts. Kansen voor Biogas in Noord Holland 25/64

7.3 Resultaten inventarisatie In Figuur 9 zijn de resultaten weergegeven van de inventarisatie. In totaal zijn ruim 600 brieven verstuurd waarvan 113 beantwoord zijn (respons van 19%). Van deze 113 reacties hebben 73 te kennen gegeven geïnteresseerd te zijn in een vergistingsinstallatie in de vorm van een eigen vergister, een kleine vergister of een vergister met derden. Vele hebben bij deze vraag meerdere opties aangekruist. Daarnaast is tevens geïnventariseerd of men geïnteresseerd is in het leveren van mest en/of ontvangen van digestaat. Hierbij hebben 68 melkveebedrijven en 4 pluimveebedrijven aangegeven mest te willen leveren en 34 melkveebedrijven, 3 akkerbouwbedrijven en 10 akkerbouwbedrijven met vee aangegeven digestaat te willen ontvangen. Opmerkelijk genoeg zijn er meer melkveebedrijven dan akkerbouwbedrijven geïnteresseerd in digestaat. Mogelijk zijn er agrarische bedrijven die niet ingeschreven staan bij de KvK en daardoor geen inventarisatiebrief hebben ontvangen maar ook geïnteresseerd zijn. Wellicht kunnen in een vervolgstadium deze ondernemers ook betrokken worden wanneer een lokaal project concretere vormen aan gaat nemen. In hoofdstuk 8 zijn op basis van de inventarisatie kansen voor lokale biogasproductiegebieden in Noord-Holland in kaart gebracht met regionale biogasleidingtracés als koppeling tussen biogasproductie- en biogasafnamelocaties. Figuur 9: Overzicht resultaten inventarisatie waarbij o.a. 73 bedrijven hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in vergisting. 7.4 Potentiële biogasafname locaties Naast biogasproducerende locaties zijn tevens afnemende locaties in kaart gebracht zoals ziekenhuizen, zwembaden, gasontvangststations (potentiële koppeling met aardgasnet), industrie, glastuinbouw etc. Een overzicht van alle locaties gezamenlijk staan weergegeven in Figuur 10. Echter, het overgroot deel van dergelijke afnamelocaties bevinden zich voornamelijk in stedelijke gebieden waardoor koppelingen met een aantal trajecten niet de voorkeur hebben gekregen. Kansen voor Biogas in Noord Holland 26/64

Uit dit oogpunt is bij enkele leidingtrajecten gekozen voor de inzet van centrale opwaardeerlocaties die het geproduceerde biogas opwaarderen naar aardgaskwaliteit. Op deze wijze is ten eerste de afzet gegarandeerd omdat het 40 bar netwerk voldoende buffervoorraad heeft. Ten tweede kan door middel van het aankopen van groen gas certificaten bedrijven en particulieren beschikking krijgen tot het groen gas. Het direct koppelen van biogasafnemende partijen heeft als nadeel dat biogasafname moeilijk voor bijvoorbeeld 20 jaar gegarandeerd kan worden in verband met sluiting of verkoop. Per tracé zal nauwkeurig gekeken moeten worden welke partijen uiteindelijk wel en niet gekoppeld worden. Figuur 10: Overzicht van potentiële biogasafnamelocaties. Kansen voor Biogas in Noord Holland 27/64

8 Potentiële biogasleidingtrajecten 8.1 Overzicht potentiële biogasleidingtrajecten Aan de hand van de inventarisatiegegevens zijn kansrijke biogasleidingtrajecten bepaald waarbij beoogde aanbieders en afnemers van biogas gekoppeld worden. In onderstaand Figuur 11 zijn alle agrarische bedrijven weergegeven die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in vergisting. Dit kan zijn in de vorm van een kleinschalige vergistingsinstallatie voor het vergisten van eigen mest, of een grotere vergister of een vergister met een derde partij. De totale lengte van alle trajecten bedraagt ca. 170 km waarmee iedere agrariër die interesse getoond heeft aangesloten zit op een van de trajecten. Daarnaast zijn in het overzicht ook alle rioolwaterzuiveringsinstallaties weergegeven welke in de detailoverzichten nader uitgelicht worden. Hierbij is uitgegaan dat een RWZI met een capaciteit vanaf ca. 100.000 inwonersequivalenten (i.e.) op jaarbasis mogelijk 560.000 m 3 biogas kan produceren door middel van slibvergisting en daardoor een interessante locatie kan zijn om tevens aan te sluiten op een biogasleiding. In dit stadium is echter nog geen contact geweest met de plaatselijke waterschappen die de betreffende RWZI s beheren. Pluimveehouderijen Tracé F: Friesland Campina - Lutjewinkel Melk-/rundveehouderijen Akkerbouwbedrijven Tracé A: Agriport A7 Wieringermeer Medemblik, Opmeer. Akkerbouwbedrijven met vee Tracé G: TAQA - Bergen Tracé D: Alton- I gebied - De Noord Tracé E: Alton-II gebied - Heerhugowaard Tracé H: HVC - Alkmaar Tracé C: Distriport NH - Hoorn Tracé B: CONO Kaasmakers - Beemster Tracé I: Stadswarmte - Purmerend Figuur 11: Overzicht van agrarische bedrijven met interesse in vergisting en potentiële biogasleidingtrajecten. Kansen voor Biogas in Noord Holland 28/64

8.1.1 Tracé A: Agriport A7 - Wieringermeer, Medemblik, Opmeer. In figuur 12 is het beoogde traject weergegeven dat zich in de gemeenten Wieringermeer, Medemblik en Opmeer bevind en waarbij geïnteresseerde partijen gekoppeld zijn aan een biogasleiding met een totale lengte van ca. 65 km. Ten oosten van Wieringerwerf en ten zuiden van Aarstwoud staan reeds bestaande co-vergisters. De vergistingsinstallatie van Mts. Groot-Karsten levert het geproduceerde biogas aan de kassen van het bedrijf Franico waar het in een WKK wordt omgezet. De warmte die hierbij vrijkomt wordt gebruikt in de kassen, de elektriciteit wordt aan het elektriciteitsnet geleverd. Op het terrein van HVC Middenmeer is onlangs een grootschalige GFT-vergistingsinstallatie gerealiseerd die het geproduceerde biogas opwaardeert naar groen gas en dit voedt in het lokale aardgasnet. Deze capaciteit kan wellicht verhoogd worden door het biogas afkomstig van de beoogde vergistingsinstallaties tevens op deze locatie als groen gas te injecteren in het aardgasnet. HVC onderzoekt momenteel de haalbaarheid om CO 2 naar het gebied Agriport A7 en glastuinbouwgebied Het Grootslag te transporteren vanaf de locaties in Middenmeer. Bij het opwaarderen van biogas naar groen gas of vloeibaar biogas (LBG) komt CO 2 vrij wat nuttig ingezet kan worden in de glastuinbouw. In het gebied Agriport A7 bevinden zich momenteel 8 glastuinbouwbedrijven met een gezamenlijk kasoppervlak van 233 hectare. Alle bedrijven hebben een grote WKK-capaciteit in dit gebied. Het totaal aardgasverbruik betreft jaarlijks ca. 80 miljoen m 3. De tuinders hebben gezamenlijk een eigen energiebedrijf: Energie Combinatie Wieringermeer (ECW). Het platform Duurzaamheid Agriport A7 onderzoekt op dit moment de haalbaarheid voor het realiseren van grootschalige biomassacentrales. Uit onze inventarisatie is gebleken dat in dit gebied 26 ondernemers hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in het realiseren van een vergistingsinstallatie op eigen terrein danwel in samenwerking met een derde partij. Deze partijen zijn aangegeven met gekleurde stippen: Blauw Groen Rood Lichtblauw : Melk-/rundveehouderijen : Akkerbouwbedrijven : Akkerbouwbedrijven met vee : Pluimveehouderijen Het geproduceerde biogas kan ook elders voor worden toegepast in het gebied Agriport A7. Hierbij valt te denken aan een gecombineerd tankstation waarbij zowel gecomprimeerd biogas(cbg) als vloeibaar biogas(lbg) getankt kan worden. Voor zover bekend is het transport bedrijf Peter Appel geïnteresseerd in het verduurzamen van haar wagenpark door middel van groen gas. Wellicht zijn ook andere bedrijven in deze regio naar deze mogelijkheden op zoek. Kansen voor Biogas in Noord Holland 29/64

Nieuwbouw (wonen) Bestaande vergister Zwembad Groen gas injectielocatie Proefboerderij Oostwaardhoeve Bedrijventerrein Agriport A7 + glastuinbouwgebied Injectielocatie aardgasnet Verduurzaming wagenpark Peter Appel Transport Bestaande vergistingsinstallatie (GFT) HVC Middenmeer CO 2 Glastuinbouwgebied Het Grootslag Bestaande vergister Mts. Groot-Karsten Glastuinbouwgebied (Wijzend) Figuur 12: Biogasleidingtraject Agriport A7 - Wieringermeer, Medemblik en Opmeer. Kansen voor Biogas in Noord Holland 30/64

Ook is gekeken naar de mogelijkheden om proefboerderij De Oostwaardhoeve te betrekken. Onlangs is officieel bekend geworden dat de toekomst voor de proefbedrijf is veilig gesteld. De komende jaren zal hier organisch restmateriaal uit de akkerbouw, tuinbouw en bollenteelt verwerkt worden tot biobrandstof. Onduidelijk is nog of bij dit proces ook biogas geproduceerd gaat worden. De locatie van de proefboerderij bevindt zich in de regio van het traject waarmee participatie op de biogasleiding tot een van de mogelijkheden behoort. Met rode vlakken zijn gebieden aangemerkt die de komende jaren in aanmerking komen voor woningbouwontwikkeling. Dergelijke woonwijken kunnen door middel van een warmtenet verwarmd worden met restwarmte van een nabijgelegen biogas-wkk installatie. Aan de zuidzijde van de plaats Wieringerwerf bevindt zich het zwembad De Terp. Door ook deze locatie te laten aansluiten op het leidingtraject kan tevens het zwembad op duurzame wijze verwarmd worden door middel van lokaal geproduceerd biogas. Voordelen Relatief veel interesse in vergisting in dit gebied. Er zijn reeds drie biogasproducerende installaties in dit gebied gerealiseerd; Het gebied is rijk aan akkerbouwgronden waar het digestaat van de vergisters zeer waardevol is. Een groen gas/vloeibaar biogas tankstation aan de A7 heeft een positief effect op de landelijke dekking van het aardgas tankstation netwerk. Relatief weinig natuurlijke barrières die overbrugd dienen te worden; Voldoende afzetmogelijkheden in Agriport waar onder andere intensieve groenteteelt wordt bedreven en diverse transportbedrijven zijn gehuisvest. Aandachtspunten De lengte van het beoogde tracé en het aantal beoogde participanten vergt een gestructureerde aanpak; Kansen voor Biogas in Noord Holland 31/64

8.1.2 Tracé B: CONO Kaasmakers - Beemster In de gemeente Beemster is een koppeling gemaakt tussen 9 geïnteresseerde agrariërs en het bedrijf CONO Kaasmakers (figuur 13). De beoogde biogasleiding ligt rondom de plaats Middenbeemster en heeft een lengte van ca. 17 km. CONO Kaasmakers (de coöperatie achter Beemster kaas) is het programma Caring Dairy gestart om o.a. het transport te verduurzamen. Het biogas kan opgewerkt worden tot gecomprimeerd biogas of vloeibaar biogas en ingezet worden in het transport. Daarnaast doet zich de mogelijkheid voor om een deel van het geproduceerde biogas te gebruiken als vervanging van de huidige aardgasbehoefte in het productieproces van de kaasfabriek. Wanneer het aanbod van biogas de vraag van CONO Kaasmakers overstijgt zou een leiding gelegd kunnen worden naar de elektriciteitscentrale van NUON in Purmerend. Deze Combined Heat and Power plant (CHP) produceert restwarmte dat reeds wordt ingezet aan het bestaande stadswarmtenetwerk van Purmerend. De exploitant Stadsverwarming Purmerend B.V. heeft plannen om de komende jaren warmte uit hernieuwbare energiebronnen te genereren. Hierbij worden reeds de mogelijkheden op het gebied van geothermie en biomassa onderzocht. Maar ook een deel van het geproduceerde biogas uit de gemeente Beemster zou hiervoor kunnen worden ingezet. Ten oosten van de plaats Middenbeemster en ten westen van Purmerend zijn met rode vlakken gebieden aangemerkt die de komende jaren in aanmerking komen voor woningbouwontwikkeling. Ook deze woonwijken kunnen middels een warmtenet verwarmd worden met bijvoorbeeld restwarmte van een nabijgelegen biogas-wkk installatie. Daarnaast bevindt zich in de zuidoosthoek van de gemeente Beemster een RWZI. Op deze locatie kan mogelijk eveneens biogas geproduceerd worden. Voordelen Het Caring Dairy project van CONO Kaasmakers richt zich onder andere op het verduurzamen van het transport waardoor dit bedrijf een zeer interessant en concrete afnemer kan worden van biogas. Het beoogde leiding tracé loopt door een agrarisch gebied met weinig natuurlijke barrières. Hierdoor zullen de aanlegkosten van de biogasleiding beperkt blijven. Het beoogde tracé bevindt zich binnen de gemeentegrenzen van Beemster waardoor de besluitvorming door één gemeente plaatsvindt. Kansen voor Biogas in Noord Holland 32/64