(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Vergelijkbare documenten
Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Leerstofaspecten Breuken(taal), eerlijk verdelen, vergelijken, meetkunde

Resultaat van een eerlijke verdeling in de vorm van deel van een geheel naar deel van een aantal.

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen. Per tweetal een groot blad papier Vouwblaadjes Kopieën van Werkblad 8 en 9, één per leerling

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Vier verdeelproblemen

Strategieën bedenken om ongestructureerde hoeveelheden te schatten. liniaal, potlood kopieerblad Olifanten 1970 en 1989

Een heleboel voorwerpen Groep / niveau Groep 4/ 5 Leerstofaspecten Gebruik van meetinstrumenten, meten met standaardmaten Benodigdheden

Gebruik van een breuk als deel van een aantal. In groepjes met een klassikale bespreking

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie

voorbereiding op eerlijk verdelen meetkunde

Breuken vergelijken met het strookmodel 5 - Belgische voet - Meten met je eigen maat - Strokenstrijd

De leerlingen maken aan de hand van een boodschappenlijstje kennis met de formele notatie van breuken.

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Leerstofaspecten Breuken(taal), voorbereiding op eerlijk verdelen, meetkunde

Tijd Winnen (een kaartspel voor vier spelers) Groep / niveau Groep 5/6

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

Voorwaardelijke vaardigheden. Lesactiviteit

Genoeg ruimte? In de methodes

Tellen Meten Meetkunde

Inhoudsopgave. Begrijpen wat breuken zijn 3. Breukentaal leren verstaan 5 - Inventarisatie breukentaal, de tafel - Vouwen

Breuknotatie, breuken in verschillende verschijningsvormen

Bespreking Vraag de groepjes te vertellen hoe zij de wanten hebben vergeleken.

centimeter decimeter meter decameter

Titel Een vlakvulling maken (optioneel) Voorbereiding Een basisfiguur voor een vlakvulling

Je legt nu de twee stukken weer tegen elkaar zodat je een figuur krijgt: Je plakt het figuurtje op het A3-papier. Maak op deze manier vijf figuren.

LES: Eerlijk verdelen

Benodigdheden Recepten voor salade (zie Bijlage 2) Ingrediënten van het recept Andere benodigdheden om het recept te maken

LES: Wie van de drie? 2

Potloden, doppen en papier

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Betaal gepast. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Munten of briefjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Betaal gepast 2. inzicht ontwikkelen in deelbaarheid en factoren van getallen. BENODIGDHEDEN Per leerling

Onderdeel nummer 5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen

LES: Getallenfabriek 2

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

LES: Wie van de drie?

Voorwaardelijke Nauwkeurig knippen en plakken

Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1

WISo. Handleiding breukendoos. Inhoud breukendoos. Gebruik van de breukendoos. Inzicht in breuken

De vraag is nu: hoe oud is Nina geworden?

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

klas "Eenheden"

Lessenserie Oppervlakte

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Groep 8 Verdiepingsles: Beroepen

LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Schatten en meten (spel)

Winkelen in het bos?

LES: Getallenmuurtje 2

Kalender en datumnotatie in een kwartet

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

LES: Groepjes maken AFBEELDING SPELLETJE

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

Wie ben jij? HANDLEIDING

LES: Vier op een rij 2

Zonnevangers met een functie

kommagetallen en verhoudingen

LES: Vier op een rij. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Vier op een rij (zie p. 5) kleurpotloden, potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Herkent en gebruikt begrippen oppervlakte. aansprekende context bedoeld. omtrek en oppervlakte in kort, groot, klein, breed, smal,

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Verrijkte reken-wiskundeopdrachten

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Nederlands in Uitvoering

LES: Vallende sommen 2

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

- Laat de leerlingen afbeeldingen zien van gebouwen door de jaren heen met verschillende architectuur.

Inhoudsopgave. Omtrek is lengte eromheen 3

Bijlage 1: Draaiboek workshop inbedding gedragscode korte versie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Inhoudsopgave. Werkbladen Van millimeter tot kilometer 25

Les 7 de meter: een groeimeter maken en meten met de meter.

GELOVEN IN DE WERELD LESBRIEF VOORTGEZET ONDERWIJS TOT ZIENS IN 0NS MUSEUM! GELOVEN IN DE WERELD PAG > 1

Activiteit Campagne voeren

1. Wat is de temperatuur vandaag? Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Rol van de leerkracht

Les 4 lengtematen m, dm en cm

Van een verdeling naar een stambreuk

Titel: Creatief met (kilo) gram Groep 5 rekenen 1

Lesbrieven bij Pieter Roelf Jeugdconcert 2019 Gevleugeld

Voordoen (modelen, hardop denken)

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Meningsvorming: jij en vluchtelingen

Dag 2 Rare rijmende regels

Suggestie De opdracht van het werkblad Plaatsen langs de Schelde kan ook als huiswerk opgegeven worden of in zelfstandig werktijd gemaakt worden.

Inhoudsopgave. Overzicht van activiteiten tijdens kralenlessen 7

Middenbouw getallen onderzoeken

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

LES: Groepjes maken 2

Transcriptie:

Titel Belgische voet Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten (Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten Benodigdheden Stroken; A3 in de lengte in vieren (smalle strook), bij voorkeur in verschillende kleuren voor de tweetallen Voor elk tweetal een kopie van Werkblad 1 Meten op z n Belgisch Pen of potlood Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Klassikaal en in tweetallen Kinderen meten met behulp van een strook (de Belgische voet) voorwerpen en benoemen de maat van het voorwerp in termen van breukentaal. De kinderen zijn bekend met de begrippen: een half, een vierde en een derde (1 van de 2; 1 van de 4; 1 van de 3). Voorbereiding Zorg dat er voor de tweetallen een eigen kleur strook aanwezig is, en zorg dat er meerdere stroken van dezelfde kleur zijn. Introductie Introduceer de stroken om als maat mee te meten. U kunt bijvoorbeeld het volgende vertellen: Een aantal jaar geleden ben ik op vakantie geweest in België. Ik heb toen gekeken op een Belgische school. Toen ik daar rondkeek, zag ik iets raars. In België meten ze niet met meters maar met de Belgische voet (laat een strook zien die de Belgische voet voorstelt). Meten met de Belgische voet Vraag aan de kinderen of zij ook kunnen meten met de Belgische voet. Je bent nieuwsgierig hoeveel Belgische voet jouw bureau lang is en andere voorwerpen in de klas. Meet een voorwerp klassikaal op, bijvoorbeeld het bureau. Denk gezamenlijk na over hoe je kunt benoemen hoe lang het bureau is. Bijvoorbeeld een strook en nog een stukje. De kinderen gaan nu zelf meten, en bedenken een manier om precies te beschrijven hoe lang de voorwerpen zijn. Geef ieder tweetal een aantal stroken ( Belgische voeten ) van een eigen kleur. Aan de hand van de strook moeten de kinderen de voorwerpen in de klas meten. Maak een circuit, zodat ze niet allemaal tegelijk hetzelfde voorwerp moeten opmeten. 6

Denk aan de volgende voorwerpen om op te meten: o Tafel (lengte en breedte) o Hoogte stoel, van de deur, van een kast. o Breedte van het raam, de vensterbank, de deur o Diepte van de vensterbank. Beperk het aantal voorwerpen dat de kinderen meten. Centraal staat het benoemen van de afmetingen van enkele voorwerpen, en niet het meten op zich. Vaak zal het voorkomen dat de afmeting niet precies uitkomt op hele stroken. Laat de kinderen een streep zetten tot waar ze de laatste strook nodig hebben. Ze schrijven op de betreffende strook bij welk voorwerp deze hoorde. tafel Op Werkblad 1 schrijven ze hoeveel stroken lang het voorwerp is dat ze gemeten hebben. De manier van noteren laat u aan de kinderen over. Zij mogen zelf weten op welke manier zij de maten opschrijven. In de try-out bleek dat leerlingen verschillend te werk gaan. Sommige kinderen doen een schatting van het deel dat ze van de strook nodig hebben, andere kinderen bedachten een manier om de strook in gelijke delen te vouwen, zodat je kon tellen welk deel van de strook nodig was. Houd bij hoe de kinderen werken, hoe ze de maten noteren, welke dingen ze tegenkomen en hoe ze reageren. Wanneer je iets op de strook hebt geschreven om een stuk af te bakenen, neem je voor een volgend voorwerp een nieuwe strook. Bespreking Bespreek klassikaal hoe de kinderen de afmetingen van de voorwerpen hebben benoemd in termen van de Belgische voet. Vraag kinderen naar hun bevindingen, en laat ze vertellen hoe zij aan hun antwoord komen. Ga hier bewust in op hun manier van meten en herhaal het meten van een bepaald voorwerp zo mogelijk klassikaal, zodat ze van elkaar kunnen zien hoe ze het hebben gedaan. Neem vervolgens een van de stroken waar de kinderen een streep op hebben gezet. Kies niet meteen de moeilijkste verdeling, maar bij voorkeur een strook die bijvoorbeeld in drieën, vieren of vijven te verdelen is. 7

Hoe heeft het tweetal het deel van de strook benoemd? Bespreek met de klas hoe vaak het deel van de strook in de hele strook zou passen, en hoe je dan bij de benaming komt. U maakt samen met de kinderen een onderverdeling van de strook, waarbij de delen worden benoemd. Laat de leerlingen eerst een schatting doen. Het benoemen van de delen is het centrale doel van deze les. Uit de try-out bleek dat voor veel leerlingen de combinatie van het zelf meten met het zelf benoemen erg goed werkte: ze deden echt nieuwe inzichten op. De stroken met strepen als aanduiding tot waar het voorwerp liep, kunnen naast elkaar gelegd worden om te vergelijken. Het kan ook voorkomen dat een deel van de strook lastig af te passen is in de hele strook. Je kunt dan het deel kleiner maken, om zo wel te kunnen afpassen. Het kan dan voorkomen dat een deel benoemd wordt als twee achtste. Ga na of de leerlingen dit begrijpen en illustreer het eventueel op het bord. Belangrijk aspect als je iets meet, en je hebt daar meerdere stroken voor nodig, is dat de kinderen zich bewust zijn van het juiste aantal stroken. Een leerling had 11 stroken en nog een stuk van een strook nodig gehad, maar omdat er 12 stroken lagen, schreef ze 12 stroken en nog een stukje op. Een andere leerling schreef alleen het stukje op. Maak de kinderen hier bewust van door verschillende kinderen hetzelfde voorwerp op te laten meten, en eventueel in de klassikale bespreking nog eens te laten doen. Extra Geef de Belgische voet mee naar huis en vraag aan de kinderen of zij thuis ook een aantal voorwerpen willen meten met de voet. De volgende keer kom je terug op de voorwerpen die gemeten zijn. Hebben ze de strook weer op een andere manier moeten verdelen? Hoe noem je dat deel? Zijn er kinderen die de overeenkomsten met een meetlat zien? (Die is ook onderverdeeld in gelijke delen, bijvoorbeeld decimeters.) Vervolg Lesactiviteit Meten met je eigen maat Strokenstrijd Na deze les kan het spel Strokenstrijd gedaan worden, om de kinderen te laten oefenen met het verdelen van stroken, en het werken aan inzicht in de verdelingen. 8

Werkblad 1 Meten op z n Belgisch Namen: Voorwerp Hoe lang?