Bijdrage Rob Gurowitsch Mijn vader Nicolas Gurowitsch is bevrijd in kamp Westerbork. Over zijn geschiedenis is een mooi bevrijdingsportret geschreven, u kunt dat nalezen op de website van de bevrijdingsportretten. Graag vertel ik u ook een verhaal over hem. Het gaat over de meest bepalende dag uit mijn leven, hoewel ik bij de gebeurtenissen op die dag zelf niet eens aanwezig ben geweest. Ik neem u mee naar de herfstdag in 1944, waarop mijn vader met de Rode Kruis boot naar Friesland vertrok om eten te halen. De hongersnood in Amsterdam nam met de dag toe en met de winter voor de deur moesten de bewoners het ergste vrezen. Door de juiste vragen aan de juiste personen te stellen had mijn vader een ausweisz gekregen om met de Rode Kruis boot mee te kunnen. 1
Een buurman in de Patroclostraat,waar wij woonden, was dit ter ore gekomen. Hij smeekte mijn vader om alles in het werk te stellen om ook voor hem zo een vergunning te pakken te krijgen en hoewel hij beslist niet hoorde tot de kring van nabije vrienden of kennissen liet Pa zich voor het karretje spannen en regelde hij nog een plaats op de boot. De dag van vertrek brak aan en met hoop in het hart gingen de twee op de boot naar Stavoren om in Friesland hun geluk te beproeven. Nu was voedsel halen niet iets wat leek op wat we heden ten dage doen. Een winkel ingaan en een boodschappenwagentje vullen bestond niet. Mijn vader en de buurman hadden een kinderwagen bij zich waarin voor die tijd waardevolle ruilobjecten waren meegenomen. Hiermee gingen ze de boeren af om te proberen die goederen te ruilen voor eten. 2
Aardappelen, meel en boter waren denk ik de favoriete etenswaren waarnaar ze op zoek waren maar ook erwten en bonen waren een geliefde buit. Het was hard werken en niet altijd zonder gevaar want als een boer niet was gediend van dit soort bezoek, stuurde hij soms de hond erop af. Toch waren mijn vader en de buurman beslist succesvol want na een dag hard werken was de kinderwagen flink vol en waren alle beschikbare goederen afgeruild. Voldaan keerden ze terug naar de kade in Stavoren. De boot lag er al maar de afvaart zou nog even op zich laten wachten. Om de tijd te doden besloten ze wat te gaan drinken in het havencafe. Hier verontschuldigde de buurman zich. Hij moest even naar de toilet. Het duurde maar een paar minuten voor hij weer terug was. In gezelschap van vier Duitse militairen. 3
Hij wees op mijn vader, die zich gelijk realiseerde wat er gebeurd was. De goede buurman had zich bij de SD gemeld met de mededeling dat in het café een jood zat met valse papieren. Er was geen ontkomen meer aan. Mijn vader werd gearresteerd en kwam via andere gevangenissen, waaronder Groningen, in Westerbork terecht. De boot keerde terug naar Amsterdam waar mijn moeder in afwachting was van de terugkeer van haar man. De buurman kwam haar met een bedrukt gezicht en een half pond boter in zijn hand het pijnlijke nieuws brengen. Uw man is bij een poging te vluchten door de Duitsers doodgeschoten was de mededeling die hij voor haar had. Hij vroeg begrip voor het feit dat hij haar slechts een beetje boter kon geven, want hij had een gezin om voor te zorgen. 4
Later zouden we horen dat hij nauwelijks bijgedragen had aan de ruilgoederen die ze hadden gebruikt om de inkoop bij de boeren mogelijk te maken. Gelukkig had gebrek aan materieel en kolen de transporten uit Westerbork naar de vernietigingskampen tot stilstand gebracht. Zo werd voorkomen dat mijn vader dit verhaal mee zou nemen in zijn graf. Hij is na de oorlog nog 23 jaar mijn bijzondere vader geweest en heeft als tennistrainer een succesvol leven gehad. 5