Het gedragsfenotype bij het velo-cardio-faciale syndroom (VCFS of 22q11 deletie) : van peuter tot adolescent.



Vergelijkbare documenten
Baby/peuter/kleuter (0-6 jaar)

Ontwikkeling, gedrag en sociaal functioneren bij personen met Velo-Cardio- Faciaal Syndroom (del22q11)

Resultaten van neuropsychologisch en gedragsonderzoek bij 13 kinderen met PTPN11 mutatie

Foetaal Alcohol Syndroom: Een ondergediagnosticeerde en voorkombare aandoening. Pieter Jelle Vuijk, neuropsycholoog STAP 23 september

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte

Sikkelcelziekte. Hersenschade: 30-60% silent infarct op MRI

[xà ttä áççwüééå xxç ttçwéxç Çz Åxà wâ éxçw zxé v{àxça

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X

Welkom op de informatieavond groep januari 2018


Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom.

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

RICHTLIJNEN TOELAATBAARHEIDSVERKLARING ALMERE

Kaat Timmerman over "kinderen met aandachts- en werkhoudingsproblemen"(art. 1998)

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

Sociaal-emotionele kinderen ontwikkeling bij jonge ESM-

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts

Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1 Normale taalontwikkeling Hoofdstuk 2 Ontwikkelingsdysfasie

Growing into a different brain

Motorisch functioneren in Noonan syndroom: Een interview met Noonan syndroom personen en/of hun ouders

Levensverhaal. Hoe is de gezinssamenstelling? Hoe is de relatie met eventuele broertjes en zusjes?

Afdeling Medische Psychologie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Wat is schoolrijpheid?

3/12/2013. ADHD is een ontwikkelingsstoornis. ADHD groeit mee. ADHD is een ontwikkelingsstoornis. Stelling 1 Huilbaby s ontwikkelen later ADHD

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS)

Verstandelijke beperkingen

Ervaringen van de Down syndroom teams

Gezond op school? Aspecten van de gezondheid en gezondheidsproblemen bij schoolkinderen in Vlaanderen

Klinische manifestatie van ADHD Kenmerkende vorm van ADHD

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden. Arrangementen extra ondersteuning SWV Passend Onderwijs Drechtsteden

EMDR in de kinderrevalidatie: het werkt echt!

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

De huid en het brein. Multidisciplinaire expertise bij ontwikkeling, leren en gedrag van kinderen en jongeren met neurofibromatose type 1

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Kinderen met leerproblemen en genetisch onderzoek

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Definities. Het Puberbrein moet kiezen: hoe, wat, waar, wanneer? Wat gaan we doen? Definities. Conclusie. Hoe komt leren tot stand?

Presentatie Ineke Vliem: anders denken, anders leren 9 oktober anders denken, anders leren. anders denken, anders leren

Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog

De JES studie: effecten van huiselijk geweld op de ontwikkeling van kinderen.

Wat gaan we doen? Hoe komt leren tot stand?

Het schoolondersteuningsprofiel. Adres Klingerveld 6 Telefoon Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 3008 Helmond-Peelland

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs

Afdeling Medische psychologie

Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Kinderen Ontwikkelen en Leren Bijeenkomst 11: ontwikkeling

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Samenvatting. (Dutch Summary)

Zorgboekje. Kindgegevens

. In een notendop. Over de auteur

Het schoolondersteuningsprofiel. BS De Wegwijzer Adres Galileistraat 1 Telefoon

NLD bij (jong) volwassenen in opleiding en werksituaties

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

Basisschool Voordeldonk maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 3008 Helmond-Peelland.

De Diamant maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 3008 Helmond- Peelland.

Uw zoon/dochter wordt verwacht bij het intakegesprek (ook) aanwezig te zijn.

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben.

Nederlandse samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 SAMENVATTING

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)

Groeidocument deel A. Interventie Wie (naam+functie) Datum. Naam. Geboortedatum. Groepsverloop. Startdatum groeidocument. Leerkracht.

A c. Dutch Summary 257

Psychosociale problemen bij kinderen met een hartaandoening en de rol van de verpleegkundig specialist

Ondersteuningsprofiel. Koningin Wilhelminaschool

Moet mijn kind nog luisteren?

Over dyscalculie en rekenproblemen

Kajak Congres Psychiatrie en LVB

132

KINDER FYSIO THERAPIE

Kinderen met een beperking van AWBZ naar Jeugdwet

Liesbeth Mevissen.

Spieren en brein: leren en gedrag

EEN NIEUW BEGIN OP EEN SPECIALE SCHOOL

Wij verzoeken u vriendelijk het gegevensformulier en het vragenformulier digitaal in te vullen en vóór de eerste afspraak te retourneren per .

NLD. Non-verbale leerstoornis

LEZING VOOR DE THEMA-AVOND VAN DE MULTIPLE SCLEROSE VERENIGING NEDERLAND, REGIO ZUID-HOLLAND-NOORD.

Wat is het MR-X101 syndroom? Het MRX-101syndroom is een aandoening waarbij jongens meer dan meisjes een achterstand hebben in hun ontwikkeling.

Dienst Ambulante Begeleiding. Communicatie bij personen met een verstandelijke beperking.

Van AWBZ naar Jeugdwet. Een presentatie over de Factsheet Jeugd met een beperking Werkgroep Jeugd met een Beperking van het Transitiebureau Jeugd

Intakevragenlijst school

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Impulsklasonderzoek. Koen de Jonge Lectoraat Passend Onderwijs Hogeschool Leiden

Hechtingsproblemen. Wat betekent dit en hoe ga je hiermee om?

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Deel 1: Informatie over het aangemelde kind en het gezin

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift

Kinderpraktijk Breda Loon van Mertersem 61 b 4812 PR Breda Voor meer informatie:

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Advanced Therapy. Orthopedagogiek. Charlotte Stoop Ibtisam Rizkallah

AANMELDING mobiele/ambulante begeleiding buitengewoon onderwijs

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Transcriptie:

Het gedragsfenotype bij het velo-cardio-faciale syndroom (VCFS of 22q11 deletie) : van peuter tot adolescent. Ann Swillen Orthopedagoge VCFS-team Centrum voor Menselijke Erfelijkheid Leuven ann.swillen@uzleuven.be Inleiding Het concept van «gedragsfenotype» verwijst naar de associaties tussen genetische syndromen en gedragspatronen. Ook bij kinderen en volwassenen met het velo-cardio-faciale syndroom (VCFS) worden karakteristieke gedragspatronen beschreven. In het hiernavolgende willen we beknopt in gaan op de motorische, cognitieve, neuropsychologische en gedragscomponenten die veelvuldig geobserveerd worden bij kinderen (van peuter tot adolescent ) met deze aandoening. 1. Motorische ontwikkeling Hypotonie wordt frequent (75-85 %) gerapporteerd in de baby- en peuterperiode. Veel babies en peuters hebben verminderde spiersterkte en - coördinatie waardoor ze zich moeizamer en later gaan oprichten, en de omgeving gaan verkennen. Opvallend is het later bereiken van de motorische mijlpalen, m.n. alleen zitten en alleen lopen. De gemiddelde leeftijd van alleen te gaan stappen is 18 maanden (t.o.v. 14 maanden in de algemene bevolking). Tijdens de kleuterperiode en de lagere school merken we duidelijk een afname van de hypotonie. De kinderen worden steviger en motorisch vaardiger. Wel merken we bij de meeste kinderen problemen met coördinatie en evenwicht, en met zelfredzaamheid (moeilijker kleding aan- en uitdoen, knopen dichtdoen, enz...). Schrijfproblemen worden tevens beschreven bij een aantal kinderen. Tijdens de adolescentie worden hoofdzakelijk een trager werktempo/ritme vermeld.

Leerproblemen in VCFS Kleuterleeftijd: voorbereidende rekenvaardigheden aandachtsproblemen Lagere schoolleeftijd: begrijpend lezen rekenen: vraagstukken, probleemoplossend denken aandachtsproblemen Het is belangrijk in de begeleiding van deze kinderen ook voldoende aandacht te schenken aan deze moeizaam verlopende motorische ontwikkeling, en - waar nodig- reeds vanaf jonge leeftijd motorische stimulatie/therapie in te schakelen. Ook sportbeoefening op latere leeftijd (zwemmen, fietsen) zal de spier- en motorische ontwikkeling in positieve zin blijvend beïnvloeden. Opvoeding/begeleiding: algemene richtlijnen Evenwicht tussen stimulatie en respecteren ontwikkelingstempo van het kind/jongere Opvoedingsondersteuning: Informatie geven aan ouders/school/werkplaats Thuisbegeleiding Geïntegreerd onderwijs (GON)/revalidatiecentra Buitengewoon (kleuter-, lager-, secundair onderwijs)

Opvoeding/begeleiding bij peuters/kleuters Voedingsproblemen medische opvolging voedingsbegeleiding Slaapproblemen slaapritueel bij broer/zus slapen Opvoeding/begeleiding bij peuters/kleuters Spraak en taal: logopedie totale communicatie faryngoplastie Motoriek: kiné/psychomotoriek Sociale vaardigheden: - spelstimulatie/ spelbegeleiding - leren wensen duidelijk maken Opvoeding/begeleiding bij peuters/kleuters Vertraagde ontwikkeling: thuisbegeleiding spelbegeleiding school: GON begeleiding/bko extra aandacht voor rekenvaardigheden Aandachtsproblemen gestructureerde en voorspelbare, veilige omgeving medicatie (vanaf 3deKK)

2. Cognitie en neuropsychologisch profiel 2.1. Intelligentie : Verscheidene onderzoeken komen tot gelijkaardige aantallen betreffende leermoeilijkheden en mentale retardatie. Leermoeilijkheden komen bijna altijd voor (90-100%). Mentale retardatie (IQ < 70) komt voor in 45%: meestal gaat het om een lichte mentale achterstand (IQ 55-70). Het voorkomen van ernstige mentale retardatie (IQ < 40) is eerder uitzonderlijk. Er blijkt geen verband te zijn tussen de intelligentie en het hebben van een hartafwijking of aantal cardiale ingrepen. Er blijkt daarentegen wel een duidelijk verband te zijn tussen intelligentie en overervingspatroon : de incidentie van mentale achterstand is significant hoger in de groep van personen met een familiale deletie tegenover de groep van personen met een «de novo» deletie. 2.2.Neuropsychologisch profiel : Onderzoek naar het neuropsychologisch profiel bij kinderen met het VCFS (IQ > 70) wijst naar belangrijke overeenkomsten met het NLD-syndroom (niet-verbale leerstoornis). Net als deze kinderen merken we bij ongeveer de helft van de kinderen met VCFS een typisch profiel van verbaal IQ > performantieel IQ, visueel-ruimtelijke problemen, zwakke aandacht en concentratie, moeilijkheden met nieuw en complex materiaal, goed (auditief) geheugen, en een welbepaald sociaalemotioneel gedragspatroon (zie verder 2.3). Verder onderzoek op grotere groepen dringt zich op. Naar begeleiding toe, is het belangrijk om het voorkomen van dit type leerstoornis (niet-verbale leerstoornis) na te gaan bij deze kinderen, en deze gegevens ook mee op te nemen in het onderwijsaanbod en de leerremediëring. Kinderen met VCFS zullen reeds vanaf jonge leeftijd extra begeleiding moeten krijgen op het vlak van leren en in het bijzonder op het gebied van visuele perceptie/visueel-ruimtelijk inzicht, (voorbereidend) rekenen, begrijpend lezen, oplossend denken, omgaan met nieuw en complex materiaal. 3. Gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling De laatste tijd gaat er enorm veel interesse uit naar het gedrag en de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen met het VCFS. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat bij 10% en meer van de jongeren/jongvolwassenen met VCFS psychiatrische problemen zijn gerapporteerd. Probleem is evenwel dat deze studies voornamelijk gebaseerd zijn op retrospectieve data, en duidelijk een bias hebben van de onderzoeksgroep.

Veel voorkomende beschrijvingen van gedrag en temperament bij kinderen met VCFS (22q11 deletie) zijn: teruggetrokken en verlegen, impulsief en ongeremd, ADHD, ADD, emotioneel labiel en angstig. Persoonlijk zouden we hieraan de term persoonsafhankelijkheid willen toevoegen waarmee we bedoelen dat het functioneren van deze kinderen vaak afhankelijk is van de persoon bij wie ze zijn: bvb. vele kinderen kunnen slechts gaan slapen wanneer hun moeder ook thuis is; een ander voorbeeld is dat deze kinderen eenzelfde taak bij de ene leerkracht/therapeut veel beter doen dan bij een andere leerkracht/therapeut. Opvallend is ook dat ze zich zeer afhankelijk opstellen ten opzichte van bepaalde personen. O.i. zijn longitudinale studies met grote groepen kinderen vanaf jonge leeftijd uitermate noodzakelijk om een goed begrip en inzicht te krijgen in deze belangrijke problematiek. In het hiernavolgende willen we beknopt de resultaten geven van een recent onderzoek bij 120 kinderen en jongeren met VCFS (vanaf 2-18 jaar) die gevolgd worden op het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid in Leuven. Naast ouders, werden ook leerkrachten en adolescenten gevraagd om gedragsvragenlijsten (CBCL, TRF, YSR) in te vullen De onderzoeksgroep is verdeeld in 4 groepen op basis van leeftijd: peutergroep (2-3j.), kleuters (4-6j.), lagere schoolkinderen (7-11j.), pubers en adolescenten (12-18j.) De belangrijkste bevindingen van dit onderzoek zijn de volgende: - Ouders van jonge kinderen (2-3 jarigen) melden voornamelijk lichamelijke klachten (voedingsproblemen,constipatie), slaapproblemen en teruggetrokken gedrag. - Over de periode van kleuter tot en met adolescent melden zowel ouders als leerkrachten eenzelfde kwartet van veel voorkomende gedragsproblemen: *sociale problemen (vnl. problemen in contact met leeftijdsgenoten), *aandachtsproblemen, *denkstoornissen (niet los kunnen komen van bepaalde ideeën, steeds dezelfde vragen blijven stellen, enz...) en *teruggetrokken gedrag (schuchter, verlegen, enz.) vooral in contact met nietbekenden. - Er is geen verschil in gedrag tussen jongens en meisjes. - In de groep van kinderen met een mentale achterstand (IQ < 70) worden denkstoornissen frequenter gemeld dan in de groep van kinderen met een borderline tot normale intelligentie (IQ > 70). - Vanaf de lagere schoolleeftijd en ouder (vanaf 11 jaar en >), melden leerkrachten het frequenter voorkomen van angstig gedrag bij hun leerlingen.

Vermits kinderen en jongeren met VCFS (22q11 deletie) erg kwetsbaar zijn op sociaal-emotioneel vlak, is een goede follow-up met aandacht voor de sociale vaardigheden en het zelfbeeld van deze kinderen één van de hoekstenen in de begeleiding. Ouders en professionelen moeten alert zijn op gedragsveranderingen, en -waar nodig- de kinderen/jongeren doorverwijzen naar een ervaren kinder- en jeugdpsychiater die vertrouwd is met dit beeld. Interessante boeken: - i.v.m. stimuleren van zelfredzaamheid: Theo Compernolle & Marijke Bisschops (1994) Je kind kan het zelf, Leuven, Acco. - i.v.m. begeleiden van aandachtsproblemen, werkhoudingsproblemen, visueel-ruimtelijke problemen: Kaat Timmerman (1995): Kinderen met werkhoudings- en aandachtsproblemen, Leuven: Acco Leuven. Kaat Timmerman & Dominique Vanderschoot (1998): Kinderen met ruimtelijk-visuele problemen, Acco Leuven. Leo Delaet, Katrien Van Maele, Tiene Vanreybrouck, Greet Vissenaekens (2003). Werkboek voor de begeleiding van kinderen met visuele perceptiestoornissen. Acco Leuven.